16.2.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 46/17 |
VERORDENING (EG) Nr. 260/2006 VAN DE COMMISSIE
van 15 februari 2006
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1573/2005 met betrekking tot de opening van een permanente openbare inschrijving voor de verkoop op de markt van de Gemeenschap van rogge die in het bezit is van het Duitse interventiebureau, met het oog op de verwerking ervan tot bio-ethanol en het gebruik van dit bio-ethanol voor de productie van biobrandstoffen in de Gemeenschap
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het gebruik van bio-ethanol dat in het kader van de openbare inschrijving bij Verordening (EG) nr. 1573/2005 van de Commissie (2) uit rogge is vervaardigd voor de eindproductie van biobrandstoffen, vereist de tussenkomst van verschillende marktdeelnemers, evenals het vervoer van dit bio-ethanol naar de bedrijfslocaties waar het aan andere brandstoffen wordt toegevoegd. |
(2) |
Rekening houdend met de betrokken economische circuits waarnaar bio-ethanol moet worden vervoerd, dient te worden voorzien in de mogelijkheid bio-ethanol bij tussenpersonen op te slaan en het te vermengen met identieke producten die niet in het kader van de betrokken inschrijving zijn verkregen. Het is evenwel noodzakelijk dat de herkomst van het volume dat in het kader van de inschrijving is verkregen, kan worden nagegaan. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1573/2005 moet derhalve worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1573/2005 wordt vervangen door de volgende tekst:
„3. In afwijking van artikel 7, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 3002/92 wordt het bewijs dat de rogge voor het voorgeschreven doel is gebruikt, als geleverd beschouwd, wanneer de rogge is opgeslagen in het bedrijf waar deze tot bio-ethanol zal worden verwerkt, wanneer de verwerking van de rogge tot bio-ethanol daadwerkelijk plaatsvindt en wanneer de biobrandstofproducent de verwerking van bio-ethanol tot biobrandstof aantoont. Het bewijs van de verwerking tot biobrandstof wordt geleverd aan de hand van de voorraadboekhouding die wordt bijgehouden door de diverse betrokkenen en door het overleggen van de vereiste bewijsstukken inzake het vervoer van de producten. Onder deze voorwaarden kan de tussenopslag van bio-ethanol geschieden door vermenging met andere soorten bio-ethanol.”.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 februari 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).
(2) PB L 253 van 29.9.2005, blz. 6.