26.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 22/3


VERORDENING (EG) Nr. 122/2006 VAN DE RAAD

van 23 januari 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 74/2004 tot instelling van een definitief compenserend recht op katoenhoudend beddenlinnen uit India

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (1) (hierna de „basisverordening” genoemd),

Gelet op artikel 2 van Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad van 13 januari 2004 tot vaststelling van een definitief compenserend recht op de invoer van katoenhoudend beddenlinnen uit India (2),

Gezien het voorstel dat de Commissie na overleg in het kader van het Raadgevend Comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   VOORAFGAANDE PROCEDURE

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 74/2004 heeft de Raad een definitief compenserend recht ingesteld op de invoer in de Gemeenschap van katoenhoudend beddenlinnen uit India vallende onder GN-codes ex 6302 21 00 (Taric-codes 6302210081, 6302210089), ex 6302 22 90 (Taric-code 6302229019), ex 6302 31 00 (Taric-code 6302310090) en ex 6302 32 90 (Taric-code 6302329019). Gezien het grote aantal medewerkende ondernemingen werd een steekproef samengesteld van Indiase producenten/exporteurs en werden individuele rechten vastgesteld variërend van 4,4 tot 10,4 % voor de ondernemingen in de steekproef terwijl voor andere ondernemingen die hun medewerking verleenden doch geen deel uitmaakten van de steekproef een recht werd vastgesteld van 7,6 %. Aan ondernemingen die zich niet bekendmaakten of geen medewerking verleenden aan het onderzoek werd een recht van 10,4 % opgelegd.

(2)

Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 74/2004 bepaalt dat wanneer een nieuwe producent/exporteur in India ten genoegen van de Commissie aantoont dat hij het in artikel 1, lid 1, beschreven product in het onderzoektijdvak (1 oktober 2001 tot en met 30 september 2002) niet naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd (eerste criterium); hij geen banden heeft met exporteurs of producenten in India waarop de bij deze verordening ingestelde compenserende maatregelen van toepassing zijn (tweede criterium), en hij het betrokken product na het onderzoektijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd of dat hij een onherroepelijke contractuele verplichting heeft een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Gemeenschap uit te voeren (derde criterium); artikel 1, lid 3, van die verordening kan worden gewijzigd door de nieuwe producent/exporteur het recht toe te kennen dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen, dat wil zeggen 7,6 %.

(3)

Bij Verordening (EG) nr. 2143/2004 (3) werden 15 ondernemingen toegevoegd aan de lijst van Indiase producenten/exporteurs in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 74/2004.

B.   VERZOEKEN VAN NIEUWE PRODUCENTEN/EXPORTEURS

(4)

13 Indiase ondernemingen hebben een verzoek ingediend om op een zelfde manier te worden behandeld als de ondernemingen die hebben meegewerkt aan het oorspronkelijke onderzoek doch niet zijn geselecteerd in de steekproef („status van nieuwkomer”).

(5)

Vier van de Indiase ondernemingen die hadden verzocht om de status van nieuwkomer beantwoordden de vragenlijst niet en één ging niet in op het verzoek om aanvullende informatie nadat deze onderneming de vragenlijst onvolledig had ingevuld. Het was derhalve niet mogelijk na te gaan of deze ondernemingen voldeden aan de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 74/2004 uiteengezette criteria en hun verzoeken moesten derhalve worden afgewezen.

(6)

De overige acht ondernemingen vulden de vragenlijst in die tot doel had na te gaan of zij voldeden aan de bepalingen van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 74/2004.

(7)

Het door vijf van de bovengenoemde Indiase producenten/exporteurs ingediende bewijsmateriaal wordt voldoende geacht om hen het recht toe te kennen dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die geen deel uitmaken van de steekproef (dat wil zeggen 7,6 %) en hen derhalve toe te voegen aan de lijst van producenten/exporteurs in de bijlage („de bijlage”) bij Verordening (EG) nr. 74/2004.

(8)

Van de drie overige Indiase producenten/exporteurs voerden twee het betrokken product tijdens het oorspronkelijke onderzoektijdvak (dat wil zeggen van 1 oktober 2001 tot 30 september 2002) uit naar de Gemeenschap en kon één geen bewijsmateriaal voorleggen waaruit bleek dat hij tijdens het onderzoektijdvak niet naar de Gemeenschap uitvoerde.

(9)

Onder deze omstandigheden was de Commissie van oordeel dat de drie hierboven genoemde ondernemingen niet voldeden aan ten minste één van de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 74/2004 vermelde criteria, namelijk het eerste. Deze verzoeken moesten derhalve worden afgewezen.

(10)

Ondernemingen die niet de status van nieuwkomer hadden verkregen werden op de hoogte gebracht van de redenen voor dit besluit en werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken.

(11)

Alle argumenten en standpunten van belanghebbenden werden onderzocht en waar nodig werd er terdege rekening mee gehouden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende ondernemingen worden toegevoegd aan de lijst van exporteurs/producenten in India die vermeld staan op de lijst in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 74/2004:

Alok Industries Limited

Mumbai

Texel Industries

Chennai

Textrade International Private Limited

Mumbai

Welspun India Limited

Mumbai

Yellows Spun and Linens Private Limited

Mumbai.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

J. PRÖLL


(1)  PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB L 12 van 17.1.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2143/2004 (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 1).

(3)  PB L 370 van 17.12.2004, blz. 1.