27.12.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 374/5 |
RICHTLIJN 2006/94/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 12 december 2006
betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde soorten goederenvervoer over de weg
(gecodificeerde versie)
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 71, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Eerste richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 betreffende de vaststelling van bepaalde gemeenschappelijke regels voor het internationale vervoer (goederenvervoer over de weg tegen vergoeding) (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan. |
(2) |
Een gemeenschappelijk vervoerbeleid houdt onder meer de vaststelling in van gemeenschappelijke regels voor internationaal goederenvervoer over de weg van of naar het grondgebied van een lidstaat of over het grondgebied van één of meer lidstaten. Deze regels moeten zo worden vastgesteld dat zij bijdragen tot de goede werking van de interne vervoersmarkt. |
(3) |
Het is noodzakelijk een geleidelijke uitbreiding van het internationale goederenvervoer over de weg te verzekeren, met inachtneming van de eisen van de ontwikkeling van de handel en het verkeer binnen de Gemeenschap. |
(4) |
Bepaalde soorten vervoer zijn vrijgesteld van ieder contingenterings- en vergunningsstelsel. In het kader van de marktordening ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad van 26 maart 1992 betreffende de toegang tot de markt van het goederenvervoer over de weg in de Gemeenschap van of naar het grondgebied van een lidstaat of over het grondgebied van een of meer lidstaten (5) moeten een aantal daarvan vanwege hun bijzondere karakter vrijgesteld blijven van de communautaire vergunning en van andere vervoervergunningen. |
(5) |
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De lidstaten gaan op in de in lid 2 omschreven wijze over tot vrijmaking van het in bijlage I vermelde internationale beroepsgoederenvervoer en eigen vervoer over de weg, dat naar, uit of over hun grondgebied plaatsvindt.
2. Lege ritten en lege verplaatsingen in verband met het in bijlage I bedoelde vervoer worden vrijgesteld van elke communautaire vergunningenregeling en van alle vervoervergunningen.
Artikel 2
Deze richtlijn brengt geen wijziging in de voorwaarden waaronder elke lidstaat zijn eigen onderdanen tot de in deze richtlijn bedoelde werkzaamheden toelaat.
Artikel 3
De Eerste richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde soorten goederenvervoer over de weg wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 12 december 2006.
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
J. BORRELL FONTELLES
De voorzitter
De voorzitter
M. PEKKARINEN
(1) PB C 241 van 28.9.2004, blz. 19.
(2) Advies van het Europees Parlement van 21 april 2004 (PB C 104 E van 30.4.2004, blz. 545) en besluit van de Raad van 14 november 2006.
(3) PB L 70 van 6.8.1962, blz. 2005/62. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 881/92 (PB L 95 van 9.4.1992, blz. 1).
(4) Zie bijlage II, deel A.
(5) PB L 95 van 9.4.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
BIJLAGE I
Vervoer dat van elke regeling van communautaire vergunningen en van alle vervoervergunningen is vrijgemaakt
1. |
Postvervoer in het kader van een openbare-dienstregeling. |
2. |
Vervoer van beschadigde of onklare voertuigen. |
3. |
Goederenvervoer met motorvoertuigen waarvan het toegestane totaalgewicht in beladen toestand, met inbegrip van dat van de aanhangwagen(s), niet meer dan 6 ton bedraagt of waarvan het toegestane laadvermogen, met inbegrip van dat van de aanhangwagen(s), niet meer dan 3,5 ton bedraagt. |
4. |
Goederenvervoer met motorvoertuigen voor zover aan de volgende eisen wordt voldaan:
|
5. |
Vervoer van geneesmiddelen, medische apparaten en uitrusting, alsmede van andere artikelen die nodig zijn voor eerstehulpverlening, met name in geval van natuurrampen. |
BIJLAGE II
DEEL A
Ingetrokken richtlijn met de achtereenvolgende wijzigingen ervan
Eerste richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 betreffende de vaststelling van bepaalde gemeenschappelijke regels voor het internationale vervoer (goederenvervoer over de weg tegen vergoeding) |
|
Richtlijn 72/426/EEG van de Raad |
|
Richtlijn 74/149/EEG van de Raad |
|
Richtlijn 77/158/EEG van de Raad |
|
Richtlijn 78/175/EEG van de Raad |
|
Richtlijn 80/49/EEG van de Raad |
|
Richtlijn 82/50/EEG van de Raad |
|
Richtlijn 83/572/EEG van de Raad |
Uitsluitend artikel 2 |
Richtlijn 84/647/EEG van de Raad |
Uitsluitend artikel 6 |
Verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad |
Uitsluitend artikel 13 |
DEEL B
Termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing (bedoeld in artikel 3)
Richtlijn |
Omzettingstermijn |
Toepassingsdatum |
Eerste richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 betreffende de vaststelling van bepaalde gemeenschappelijke regels voor het internationale vervoer (goederenvervoer over de weg tegen vergoeding) |
31 december 1962 |
|
72/426/EEG |
__ |
|
74/149/EEG |
__ |
1 juli 1974 |
77/158/EEG |
1 juli 1977 |
|
78/175/EEG |
1 juli 1978 |
|
80/49/EEG |
__ |
1 juli 1980 |
82/50/EEG |
1 januari 1983 |
|
83/572/EEG |
1 januari 1984 |
|
84/647/EEG |
30 juni 1986 |
|
BIJLAGE III
CONCORDANTIETABEL
Eerste richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde soorten goederenvervoer over de weg |
De onderhavige richtlijn |
Artikel 1 |
Artikel 1 |
Artikel 2 |
— |
Artikel 3 |
Artikel 2 |
— |
Artikel 3 |
— |
Artikel 4 |
Artikel 4 |
Artikel 5 |
Bijlage |
Bijlage I |
— |
Bijlage II |
— |
Bijlage III |