2.9.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 240/9


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 31 augustus 2006

houdende principiële erkenning dat de dossiers die zijn ingediend voor grondig onderzoek met het oog op eventuele opneming van aviglycine HCl, mandipropamid en meptyldinocap in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad, volledig zijn

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3858)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/589/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 91/414/EEG voorziet in de opstelling van een communautaire lijst van werkzame stoffen die mogen worden gebruikt in gewasbeschermingsmiddelen.

(2)

Op 27 oktober 2004 is door Valent BioSciences bij de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een dossier ingediend met een aanvraag om de werkzame stof aviglycine HCl op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Op 13 december 2005 is door Syngenta AG bij de autoriteiten van Oostenrijk een dossier ingediend met een aanvraag om de werkzame stof mandipropamid op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Op 12 augustus 2005 is door Dow AgroSciences bij de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een dossier ingediend met een aanvraag om de werkzame stof meptyldinocap op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(3)

De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk hebben de Commissie meegedeeld dat de dossiers betreffende deze werkzame stoffen op grond van een eerste onderzoek blijken te voldoen aan de in bijlage II bij Richtlijn 91/414/EEG vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie. De ingediende dossiers blijken ten aanzien van één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof in kwestie bevat, ook te voldoen aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG hebben de aanvragers de dossiers aan de Commissie en de andere lidstaten toegezonden en heeft de Commissie deze dossiers aan het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid voorgelegd.

(4)

Met deze beschikking moet op het niveau van de Gemeenschap officieel worden bevestigd dat de dossiers in beginsel voldoen aan de in bijlage II bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de desbetreffende werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde voorschriften.

(5)

Deze beschikking mag geen afbreuk doen aan het recht van de Commissie om de aanvrager te verzoeken aanvullende gegevens of informatie in te dienen teneinde bepaalde punten uit het dossier te verduidelijken.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Onverminderd artikel 6, lid 4, van Richtlijn 91/414/EEG voldoen de dossiers betreffende de in de bijlage bij deze beschikking genoemde werkzame stoffen, die aan de Commissie en de lidstaten zijn voorgelegd met het oog op opneming van deze stoffen in bijlage I bij die richtlijn, in beginsel aan de in bijlage II bij die richtlijn vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie.

Elk van de dossiers voldoet ten aanzien van één gewasbeschermingsmiddel dat de desbetreffende werkzame stof bevat, rekening houdend met het beoogde gebruik van dat middel, ook aan de in bijlage III bij die richtlijn vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie.

Artikel 2

De als rapporteur aangewezen lidstaten bestuderen de desbetreffende dossiers grondig en delen de conclusies van hun onderzoek, vergezeld van eventuele aanbevelingen over het al dan niet opnemen van de desbetreffende werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG en van eventuele aan die opneming te verbinden voorwaarden, zo spoedig mogelijk en uiterlijk één jaar na de bekendmaking van deze beschikking in het Publicatieblad van de Europese Unie, aan de Commissie mee.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 31 augustus 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/41/EG van de Commissie (PB L 187 van 8.7.2006, blz. 24).


BIJLAGE

ONDER DEZE BESCHIKKING VALLENDE WERKZAME STOFFEN

Nr.

Benaming, CIPAC-identificatienummer

Aanvrager

Datum aanvraag

Als rapporteur aangewezen lidstaat

1

Aviglycine HCl

CIPAC-nr.: 601

Valent BioSciences

27.10.2004

UK

2

Mandipropamid

CIPAC-nr.: nog niet toegekend

Syngenta AG

13.12.2005

AT

3

Meptyldinocap

CIPAC-nr.: nog niet toegekend

Dow AgroSciences

12.8.2005

UK