8.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 217/16


BESLUIT VAN DE RAAD

van 9 juni 2006

inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2006/550/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onderhandeld over een overeenkomst (hierna de „overeenkomst” genoemd) inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3)

Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient de overeenkomst waarover de Commissie heeft onderhandeld, te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast,

BESLUIT:

Artikel 1

De overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van het besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen onder voorbehoud van sluiting.

Artikel 3

In afwachting van de inwerkingtreding, wordt de overeenkomst voorlopig toegepast met ingang van de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

Artikel 4

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de in artikel 8, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Luxemburg, 9 juni 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

H. GORBACH



8.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 217/17


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

DE EUROPESE GEMEENSCHAP

enerzijds, en

DE VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË,

anderzijds,

(hierna „de partijen” genoemd)

VASTSTELLEND dat verscheidene lidstaten van de Europese Gemeenschap met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten hebben gesloten die bepalingen bevatten welke in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap,

VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap exclusief bevoegd is voor diverse aspecten die kunnen worden opgenomen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,

VASTSTELLEND dat in een lidstaat gevestigde communautaire luchtvervoerders overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap het recht hebben op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,

GELET OP de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en bepaalde derde landen waarin onderdanen van deze derde landen de mogelijkheid wordt geboden eigendom te verwerven in luchtvervoerders die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap,

ERKENNENDE dat de bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap met deze wetgeving in overeenstemming moeten worden gebracht om een degelijke rechtsgrond voor luchtdiensten tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië tot stand te brengen, en om de continuïteit van dergelijke luchtdiensten te garanderen,

VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap er in het kader van deze onderhandelingen niet naar streeft het totale volume aan luchtverkeer tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te doen toenemen, noch om het evenwicht tussen communautaire luchtvervoerders en luchtvervoerders uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te wijzigen, noch om te onderhandelen over wijzigingen van de bepalingen van bestaande bilaterale overeenkomsten inzake vervoersrechten,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Algemene bepalingen

1.   In deze overeenkomst worden onder „lidstaten” lidstaten van de Europese Gemeenschap verstaan.

2.   Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap.

3.   Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen.

Artikel 2

Aanwijzing door een lidstaat

1.   De bepalingen van de leden 2 en 3 hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van een luchtvervoerder door de desbetreffende lidstaat, de vergunningen en machtigingen die door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan deze luchtvervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvervoerder.

2.   Wanneer de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië een aanwijzing van een lidstaat ontvangt, verleent zij zo spoedig mogelijk de passende vergunningen en machtigingen, mits:

i)

de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap;

ii)

de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operator's Certificate (bewijs luchtvaartexploitant) op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft en de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld; en

iii)

de luchtvervoerder rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is en blijft van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder.

3.   De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië mag de vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, opschorten of beperken, indien:

i)

de luchtvervoerder niet overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd of niet overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap over een geldige exploitatievergunning beschikt;

ii)

de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operator's Certificate niet op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft, of de relevante luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld; of

iii)

de luchtvervoerder niet rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, of deze landen en/of onderdanen niet daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder.

Bij de uitoefening van de rechten die haar krachtens dit lid zijn verleend, maakt de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geen onderscheid tussen communautaire luchtvervoerders op grond van nationaliteit.

Artikel 3

Rechten met betrekking tot wettelijk toezicht

1.   De bepalingen van lid 2 vormen een aanvulling op de in bijlage II, onder c), vermelde artikelen.

2.   Wanneer een lidstaat een luchtvervoerder heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvervoerder heeft aangewezen en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zowel van toepassing op de vaststelling, naleving of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvervoerder.

Artikel 4

Belasting op vliegtuigbrandstof

1.   De bepalingen van lid 2 vormen een aanvulling op de in bijlage II, onder d), vermelde artikelen.

2.   Niettegenstaande eventuele andersluidende bepalingen, beletten de in bijlage II, onder d), vermelde overeenkomsten op generlei wijze dat de lidstaten belastingen, heffingen, accijnzen, vergoedingen of kosten in rekening brengen voor de brandstof die op hun grondgebied wordt geleverd voor gebruik in een vliegtuig van een aangewezen luchtvervoerder van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië dat een plaats op het grondgebied van die lidstaat verbindt met een andere plaats op het grondgebied van die lidstaat of op het grondgebied van een andere lidstaat.

Artikel 5

Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap

1.   De bepalingen van lid 2 vormen een aanvulling op de in bijlage II, onder e), vermelde artikelen.

2.   De tarieven die de luchtvervoerder(s) welke door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is/zijn aangewezen krachtens een in bijlage I vermelde overeenkomst die een in bijlage II, onder e), vermelde bepaling bevat, in rekening brengt/brengen voor vervoer dat volledig binnen de Europese Gemeenschap plaatsvindt, vallen onder de wetgeving van de Europese Gemeenschap.

Artikel 6

Bijlagen bij de overeenkomst

De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Artikel 7

Herziening of wijziging

De partijen kunnen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming wijzigen.

Artikel 8

Inwerkingtreding en voorlopige toepassing

1.   Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst hebben voltooid.

2.   Onverminderd het bepaalde in lid 1 stemmen de partijen ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de vereiste procedures.

3.   De overeenkomsten en andere regelingen tussen lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die, op de datum van de ondertekening van deze overeenkomst, nog niet in werking zijn getreden en niet voorlopig worden toegepast, zijn vermeld in bijlage I, onder b). Zodra deze overeenkomsten en regelingen in werking treden of voorlopig worden toegepast, vallen ze onder de onderhavige overeenkomst.

Artikel 9

Beëindiging

1.   Wanneer een in bijlage I vermelde overeenkomst wordt beëindigd, komen tegelijkertijd alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage I vermelde overeenkomst te vervallen.

2.   Wanneer alle in bijlage I vermelde overeenkomsten worden beëindigd, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Luxemburg in tweevoud, de negende juni tweeduizend en zes in alle officiële talen van de partijen.

Image

Image

Image


BIJLAGE I

Lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze overeenkomst

a)

Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van de onderhavige overeenkomst, zijn gesloten, ondertekend en/of voorlopig worden toegepast

Luchtvervoersovereenkomst tussen de federale regering van Oostenrijk en de Macedonische regering, ondertekend te Graz op 8 november 1996, hierna de „overeenkomst met Oostenrijk”;

Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Belgische regering en de Macedonische regering, ondertekend te Brussel op 22 oktober 1998, hierna de „overeenkomst met België”;

Te lezen in samenhang met de intentieverklaring die op 5 oktober 1998 te Brussel is ondertekend.

Luchtvervoersovereenkomst tussen de Tsjechoslowaakse Republiek en de Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië, ondertekend te Belgrado op 28 februari 1956, hierna „de overeenkomst met Tsjechië”;

Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van het Koninkrijk Denemarken en de Macedonische regering, ondertekend te Kopenhagen op 20 maart 2000, hierna de „overeenkomst met Denemarken”;

Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de Macedonische regering, ondertekend te Skopje op 16 juli 2002, hierna de „overeenkomst met Duitsland”;

Overeenkomst tussen de Hongaarse regering en de Macedonische regering inzake luchtdiensten, ondertekend te Boedapest op 11 mei 2000, hierna de „overeenkomst met Hongarije”;

Overeenkomst tussen de regering van de Italiaanse Republiek en de Macedonische regering met betrekking tot luchtdiensten, ondertekend te Skopje op 3 februari 1997, hierna de „overeenkomst met Italië”;

Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Macedonische regering met betrekking tot luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden, ondertekend te Skopje op 6 februari 1997, hierna de „overeenkomst met Nederland”;

Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van de Slowaakse Republiek en de regering van de Republiek Macedonië, ondertekend te Bratislava op 15 mei 2002, hierna de „overeenkomst met Slowakije”;

Overeenkomst tussen de Republiek Slovenië and de Republiek Macedonië met betrekking tot geregelde luchtdiensten, ondertekend te Ohrid op 24 maart 1992, hierna de „overeenkomst met Slovenië”;

Als gewijzigd op 20 juli 1992 en 6 november 1992.

Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van Spanje en de Macedonische regering, ondertekend te Skopje op 2 maart 1999, hierna de „overeenkomst met Spanje”;

Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van het Koninkrijk Zweden en de regering van de Republiek Macedonië, ondertekend te Kopenhagen op 20 maart 2000, hierna de „overeenkomst met Zweden”;

Overeenkomst tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de regering van de Republiek Macedonië met betrekking tot luchtdiensten, ondertekend te Skopje op 1 oktober 1999, hierna de „overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk”;

b)

Geparafeerde of ondertekende overeenkomsten voor luchtdiensten en andere regelingen tussen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van de onderhavige overeenkomst, nog niet van kracht zijn geworden en niet voorlopig worden toegepast

Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Estland en de regering van de Republiek Macedonië, geparafeerd te Parijs op 4 november 2000, hierna de „overeenkomst met Estland”;

Overeenkomst tussen de regering van de Franse Republiek en de regering van de Republiek Macedonië met betrekking tot luchtdiensten, geparafeerd te Parijs op 11 februari 2002, hierna de „overeenkomst met Frankrijk”;

Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Polen en de regering van de Republiek Macedonië inzake luchtdiensten, geparafeerd te Warschau op 14 juni 2000, hierna de „overeenkomst met Polen”;

Te lezen in samenhang met de intentieverklaring die op 14 juni 2000 in Warschau is ondertekend.


BIJLAGE II

Lijst van de artikelen van de in bijlage I vermelde overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 tot en met 5 van de onderhavige overeenkomst

a)

Aanwijzing door een lidstaat:

Artikel 3 van de overeenkomst met Oostenrijk;

Artikel 2 van de overeenkomst met Tsjechië;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst met Denemarken;

Artikel 3 van de overeenkomst met Estland;

Artikel 3, lid 2, onder a), van de overeenkomst met Frankrijk;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst met Duitsland;

Artikel 3 van de overeenkomst met Hongarije;

Artikel 4, lid 4, van de overeenkomst met Italië;

Artikel 4, lid 4, van de overeenkomst met Nederland;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst met Polen;

Artikel 3, lid 5, van de overeenkomst met Slowakije;

Artikel 6 van de overeenkomst met Slovenië;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst met Spanje;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst met Zweden;

Artikel 4 van de overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk;

b)

Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen en machtigingen:

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst met Oostenrijk;

Artikel 5, lid 1, onder d), van de overeenkomst met België;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst met Denemarken;

Artikel 4 van de overeenkomst met Estland;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst met Frankrijk;

Artikel 4 van de overeenkomst met Duitsland;

Artikel 5, lid 1, onder d), van de overeenkomst met Hongarije;

Artikel 5, lid 1, onder a), van de overeenkomst met Italië;

Artikel 5, lid 1, onder c), van de overeenkomst met Nederland;

Artikel 4, lid 1, onder c), van de overeenkomst met Polen;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst met Slowakije;

Artikel 7 van de overeenkomst met Slovenië;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst met Spanje;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst met Zweden;

Artikel 5 van de overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk;

c)

Wettelijk toezicht:

Artikel 16 van de overeenkomst met Estland;

Artikel 8 van de overeenkomst met Frankrijk;

Artikel 12 van de overeenkomst met Duitsland;

Artikel 8 van de overeenkomst met Hongarije;

Artikel 14 van de overeenkomst met Nederland;

Artikel 17 van de overeenkomst met Polen;

Artikel 15 van de overeenkomst met Slowakije;

Artikel 13 van de overeenkomst met Spanje;

d)

Belasting op vliegtuigbrandstof:

Artikel 8 van de overeenkomst met Oostenrijk;

Artikel 10 van de overeenkomst met België;

Artikel 6 van de overeenkomst met Tsjechië;

Artikel 6 van de overeenkomst met Denemarken;

Artikel 9 van de overeenkomst met Estland;

Artikel 10 van de overeenkomst met Frankrijk;

Artikel 6 van de overeenkomst met Duitsland;

Artikel 11 van de overeenkomst met Hongarije;

Artikel 6 van de overeenkomst met Italië;

Artikel 10 van de overeenkomst met Nederland;

Artikel 6 van de overeenkomst met Polen;

Artikel 9 van de overeenkomst met Slowakije;

Artikel 9 van de overeenkomst met Slovenië;

Artikel 5 van de overeenkomst met Spanje;

Artikel 6 van de overeenkomst met Zweden;

Artikel 8 van de overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk;

e)

Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap:

Artikel 12 van de overeenkomst met Oostenrijk;

Artikel 13 van de overeenkomst met België;

Artikel 7 van de overeenkomst met Tsjechië;

Artikel 11 van de overeenkomst met Denemarken;

Artikel 14 van de overeenkomst met Estland;

Artikel 14 van de overeenkomst met Frankrijk;

Artikel 10 van de overeenkomst met Duitsland;

Artikel 14 van de overeenkomst met Hongarije;

Artikel 8 van de overeenkomst met Italië;

Artikel 6 van de overeenkomst met Nederland;

Artikel 10 van de overeenkomst met Polen;

Artikel 13 van de overeenkomst met Slowakije;

Artikel 13 van de overeenkomst met Slovenië;

Artikel 7 van de overeenkomst met Spanje;

Artikel 11 van de overeenkomst met Zweden;

Artikel 7 van de overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk.


BIJLAGE III

Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze overeenkomst

a)

De Republiek IJsland (in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte);

b)

Het Vorstendom Liechtenstein (in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte);

c)

Het Koninkrijk Noorwegen (in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte);

d)

De Zwitserse Bondsstaat (in het kader van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat).