1.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 256/15


VERORDENING (EG) Nr. 1609/2005 VAN DE COMMISSIE

van 30 september 2005

houdende verlaging, voor het verkoopseizoen 2005/2006, van de in het kader van de productiequota gegarandeerde hoeveelheid in de sector suiker, en van de geraamde maximale behoeften van de raffinaderijen in het kader van de preferentiële invoer

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 10, lid 6, en artikel 39, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 10, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat de in het kader van de productiequota gegarandeerde hoeveelheid vóór 1 oktober voor ieder verkoopseizoen moet worden verlaagd, wanneer de ramingen een met uitvoerrestitutie uit te voeren overschot te zien geven dat meer bedraagt dan de maximumhoeveelheid die is bepaald in de overeenkomstig artikel 300, lid 2, van het Verdrag gesloten Overeenkomst inzake de landbouw.

(2)

De raming voor het verkoopseizoen 2005/2006 komt uit op een uit te voeren overschot dat het bij de landbouwovereenkomst vastgestelde maximum overschrijdt. Derhalve moet de totale hoeveelheid waarmee de gegarandeerde hoeveelheid moet worden verlaagd, worden vastgesteld, en moet de verdeling daarvan over enerzijds suiker, isoglucose en inulinestroop en anderzijds de betrokken productiegebieden nader worden aangegeven door toepassing van de in artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 vastgestelde coëfficiënten.

(3)

Overeenkomstig artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 verdeelt iedere lidstaat vervolgens zijn deel van het verschil over de op zijn grondgebied gevestigde ondernemingen, op basis van de verhouding tussen hun A-quotum en hun B-quotum voor het betrokken product en de basishoeveelheid-A en de basishoeveelheid-B van die lidstaat voor dat product.

(4)

n artikel 39, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat een verlaging van de gegarandeerde hoeveelheid leidt tot een verlaging van de geraamde maximale behoeften aan ruwe suiker voor het betrokken verkoopseizoen van de communautaire raffinaderijen. De betrokken verlaging van de genoemde behoeften en de verdeling ervan over de betrokken lidstaten moeten derhalve worden vastgesteld.

(5)

De termijnen voor de vaststelling door de lidstaten van de verlaging die voor elk op hun grondgebied gevestigd bedrijf moet worden toegepast, moeten worden bepaald.

(6)

Gezien de bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 vastgestelde termijn dient de onderhavige verordening in werking te treden op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(7)

Het Comité van beheer voor suiker heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Overeenkomstig artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 wordt voor het verkoopseizoen 2005/2006 de in het kader van de productiequota gegarandeerde hoeveelheid verlaagd met 1 891 747,7 ton, uitgedrukt in witte suiker.

2.   De in lid 1 bedoelde verlaging, en de basishoeveelheden die na de verlaging overblijven voor de toekenning van de productiequota aan de producerende bedrijven voor het verkoopseizoen 2005/2006, worden per product en per gebied vastgesteld in deel A van de bijlage.

3.   Voor ieder producerend bedrijf waaraan een productiequotum is toegekend voor het verkoopseizoen 2005/2006, stellen de lidstaten vóór 1 november 2005 de toe te passen verlaging vast, evenals de ten gevolge van de toepassing van die verlaging gewijzigde A- en B-quota.

Artikel 2

1.   Overeenkomstig artikel 39, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 wordt voor het verkoopseizoen 2005/2006 de geraamde maximale behoefte van de communautaire raffinaderijen verlaagd met 14 676 ton, uitgedrukt in witte suiker.

2.   De in lid 1 bedoelde verlaging wordt verdeeld over de betrokken lidstaten overeenkomstig deel B van de bijlage.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 september 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).


BIJLAGE

DEEL A: Verdeling per product en per gebied van de hoeveelheid waarmee de gegarandeerde hoeveelheid wordt verlaagd, en van de basishoeveelheden die na de verlaging van de gegarandeerde hoeveelheid overblijven voor de toekenning van de A- en B-productiequota

1.   Voor suiker (uitgedrukt in ton witte suiker)

Gebieden

Verlaging voor suiker

Basishoeveelheden voor suiker

A

B

A

B

Tsjechië

18 207,7

563,5

423 001,3

13 089,5

Denemarken

45 264,6

13 335,2

279 735,4

82 410,3

Duitsland

374 034,5

115 090,3

2 238 878,8

688 891,9

Griekenland

20 550,0

2 055,2

268 088,0

26 808,6

Spanje

44 022,1

1 833,1

913 060,3

38 045,4

Frankrijk (continentaal Frankrijk) (1)

354 766,7

105 215,3

2 181 720,7

647 044,2

Frankrijk (overzeese departementen) (1)

32 108,2

3 433,1

401 763,8

42 939,4

Ierland

12 898,2

1 289,5

168 247,0

16 825,0

Italië

137 245,8

25 812,6

1 173 658,1

220 726,7

Letland

1 806,0

3,6

64 594,0

101,4

Litouwen

2 719,8

100 290,2

Hongarije

11 182,5

34,3

389 271,5

1 195,7

Nederland

88 833,4

23 430,5

595 279,0

157 016,6

Oostenrijk

37 722,9

8 804,1

276 306,0

64 493,4

Polen

84 735,7

4 930,3

1 495 264,3

86 995,7

Portugal (vasteland)

3 864,8

386,5

59 515,4

5 951,5

Portugal (autonome regio Azoren)

644,7

65,0

8 403,5

839,8

Slovenië

3 438,6

343,1

44 718,4

4 472,9

Slowakije

13 015,6

1 211,8

176 744,4

16 460,2

Finland

9 456,0

944,5

123 350,3

12 335,9

Zweden

23 836,9

2 383,9

310 947,3

31 094,1

BLEU (2)

76 867,1

16 504,7

598 038,4

128 401,4

Verenigd Koninkrijk

73 699,5

7 370,1

961 415,9

96 141,4


2.   Voor isoglucose (in ton droge stof)

Gebieden

Verlaging voor isoglucose

Basishoeveelheden voor isoglucose

A

B

A

B

Duitsland

3 868,6

911,1

24 774,7

5 834,4

Griekenland

1 409,4

331,9

9 025,6

2 125,6

Spanje

6 165,4

657,7

68 454,2

7 301,7

Frankrijk (continentaal Frankrijk)

2 266,7

590,0

13 480,4

3 508,6

Italië

2 219,3

522,6

14 212,8

3 347,2

Hongarije

8 899,9

697,3

118 727,1

9 302,7

Nederland

994,7

234,3

6 369,9

1 500,2

Polen

1 698,1

127,5

23 212,9

1 742,5

Portugal (vasteland)

1 084,1

255,3

6 942,9

1 635,0

Slowakije

3 560,3

476,8

33 961,7

4 548,2

Finland

859,2

86,0

9 932,8

993,7

BLEU (3)

8 370,1

2 301,7

47 780,5

13 139,3

Verenigd Koninkrijk

3 143,7

838,5

18 358,3

4 896,8


3.   Voor inulinestroop (in ton droge stof, uitgedrukt in equivalent witte suiker/isoglucose)

Gebieden

Verlaging voor inulinestroop

Basishoeveelheden voor inulinestroop

A

B

A

B

Frankrijk (continentaal Frankrijk)

1 956,8

459,9

17 890,3

4 214,3

Nederland

6 454,9

1 515,9

59 064,5

13 914,6

BLEU (4)

18 473,7

4 349,0

155 744,9

36 679,2

DEEL B: Verdeling over de betrokken lidstaten van de verlaging van de geraamde maximale behoeften van de raffinaderijen

(in ton witte suiker)

 

Verlagingen

Maximale behoeften na toepassing van de verlaging

Frankrijk (continentaal Frankrijk)

2 423

294 204

Portugal (vasteland)

2 383

289 250

Slovenië

160

19 425

Finland

490

59 435

Verenigd Koninkrijk

9 220

1 119 361


(1)  Met inachtneming van artikel 12, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.

(2)  Belgisch-Luxemburgse Economische Unie.

(3)  Belgisch-Luxemburgse Economische Unie.

(4)  Belgisch-Luxemburgse Economische Unie.