23.9.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/10


VERORDENING (EG) Nr. 1540/2005 VAN DE COMMISSIE

van 22 september 2005

betreffende de toepassing van de regeling inzake de speciale premie voor mannelijke runderen in Ierland en het Verenigd Koninkrijk in 2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 50, tweede streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 kon aan rundvleesproducenten die op hun bedrijf mannelijke runderen hielden, een speciale premie worden verleend. Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van die verordening werd de speciale premie toegekend voor twee leeftijdstranches. In het kader van de „eerste leeftijdstranche” zoals bepaald in artikel 4, lid 2, onder a) en b), eerste streepje, van die verordening werd de speciale premie één keer toegekend voor elke stier van ten minste negen maanden oud of, in het geval van ossen, de eerste keer als het dier negen maanden oud was. In het kader van de „tweede leeftijdstranche” zoals bepaald in artikel 4, lid 2, onder b), tweede streepje, van die verordening werd de speciale premie voor ossen de tweede keer toegekend nadat het dier 21 maanden oud was geworden. Op grond van artikel 4, lid 4, van die verordening gold dat, als het totale aantal stieren van ten minste negen maanden oud en ossen van negen tot twintig maanden oud waarvoor de speciale premie was aangevraagd en die voldeden aan de voorwaarden voor de toekenning van die premie, het in bijlage I bij die verordening vermelde regionale maximum overschreed, het totale aantal dieren dat in het kader van de eerste en de tweede leeftijdstranche voor de premie in aanmerking kwam, in het betrokken jaar per producent evenredig werd verminderd.

(2)

Nadat Ierland en het Verenigd Koninkrijk hadden besloten om vanaf 1 januari 2005 de bedrijfstoeslagregeling toe te passen die is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (2), wenste een groot aantal landbouwers voor hun in aanmerking komende runderen van de speciale premie te profiteren voordat de regeling op 31 december 2004 werd beëindigd. Het aantal dieren waarvoor een aanvraag werd ingediend voor het kalenderjaar 2004, was dan ook veel groter dan in de voorgaande jaren.

(3)

Voor het kalenderjaar 2004 werden in Ierland en het Verenigd Koninkrijk veel meer aanvragen voor dieren van de eerste leeftijdstranche ingediend dan voor 2003, wat heeft geleid tot een buitengewoon grote overschrijding van de respectieve regionale maxima. Ook voor dieren van de tweede leeftijdstranche was sprake van een stijging van de premieaanvragen vergeleken met de voorgaande jaren. Deze laatste stijging was echter veel kleiner dan die van de aanvragen voor dieren van de eerste leeftijdstranche.

(4)

De buitengewoon grote overschrijding van het regionale maximum zou overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 resulteren in een evenredige vermindering voor alle premieaanvragen. Aangezien de regeling op 31 december 2004 is beëindigd, zal voor de dieren waarvoor in het kader van de eerste leeftijdstranche een aanvraag is ingediend, niet langer een aanvraag in het kader van de tweede leeftijdstranche kunnen worden ingediend, zodat het eigenlijke doel van een evenredige vermindering voor de aanvragen voor dieren van de tweede leeftijdstranche niet langer relevant is. Toepassing van de bij artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 voorgeschreven vermindering voor beide leeftijdstranches zou derhalve leiden tot een onevenredig zware bestraffing van de producenten die in 2004 een aanvraag hebben ingediend voor dieren van de tweede leeftijdstranche. De beëindiging van de regeling inzake de speciale premie op 31 december 2004 in Ierland en het Verenigd Koninkrijk heeft bijgevolg op de markt een specifiek praktisch probleem doen ontstaan dat moet worden opgelost om onevenredig zware consequenties voor die landbouwers te voorkomen. Daarom moeten passende maatregelen worden genomen die het bestraffingseffect voor die producenten verkleinen.

(5)

Om voor Ierland en het Verenigd Koninkrijk voor het kalenderjaar 2004 het effect te beperken dat de vermindering als gevolg van de buitengewoon grote overschrijding voor dieren van de eerste leeftijdstranche zou hebben voor de aanvragen in het kader van de tweede leeftijdstranche, dienen voor dieren van de tweede leeftijdstranche evenveel speciale premies te worden betaald als het gemiddelde aantal premies dat in de kalenderjaren 2001, 2002 en 2003 voor dieren van diezelfde leeftijdstranche is betaald.

(6)

Op grond van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 kwamen producenten die de speciale premie ontvingen, voor een extensiveringsbedrag in aanmerking op voorwaarde dat de betrokken bedrijven in het betrokken kalenderjaar voldeden aan het bij artikel 13, lid 2, van die verordening vastgestelde veebezettingsgetal. Het extensiveringsbedrag dient te worden toegekend voor de voor de speciale premie in aanmerking genomen dieren van de tweede leeftijdstranche die werden gehouden op bedrijven die voldeden aan het bij artikel 13, lid 2, van die verordening vastgestelde veebezettingsgetal.

(7)

Op grond van artikel 22, lid 2, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 moesten de betalingen uiterlijk op 30 juni 2005 worden verricht. Gezien de bijzondere omstandigheden die het gevolg zijn van de beeindiging van de regeling inzake de speciale premie, dienen de bovenbedoelde uitzonderlijke betalingen evenwel uiterlijk op 15 oktober 2005 te worden verricht.

(8)

Het Comité van beheer voor rundvlees heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   In afwijking van artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 wordt voor Ierland en het Verenigd Koninkrijk het maximumaantal dieren zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), tweede streepje, van die verordening waarvoor de speciale premie kan worden betaald voor het kalenderjaar 2004, vastgesteld op:

Ierland: 849 400

Verenigd Koninkrijk: 938 100.

2.   Het extensiveringsbedrag kan worden toegekend voor de voor de speciale premie in aanmerking genomen dieren zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 die worden gehouden op bedrijven die voldoen aan het bij artikel 13, lid 2, van die verordening vastgestelde veebezettingsgetal.

3.   In afwijking van artikel 22, lid 2, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 worden de in de leden 1 en 2 bedoelde betalingen uiterlijk op 15 oktober 2005 verricht.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 september 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003.

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 118/2005 van de Commissie (PB L 24 van 27.1.2005, blz. 15).