22.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 191/1


VERORDENING (EG) nr. 1158/2005 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 6 juli 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad inzake kortetermijnstatistieken

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1165/98 (3) biedt een gemeenschappelijk basiskader voor het verzamelen, opstellen, toezenden en evalueren van communautaire bedrijfsstatistieken met het oog op de analyse van de conjunctuurcyclus.

(2)

De uitvoering van Verordening (EG) nr. 1165/98 bij de Verordeningen (EG) nr. 586/2001 (4), (EG) nr. 588/2001 (5) en (EG) nr. 606/2001 (6) van de Commissie, respectievelijk inzake de definitie van belangrijke industriegroepen, de definitie van variabelen en de ontheffingen voor de lidstaten, heeft praktische voorbeelden opgeleverd waarmee maatregelen voor verdere verbeteringen op het gebied van kortetermijnstatistieken kunnen worden vastgesteld.

(3)

De Ecofin-Raad heeft in zijn Actieplan over de statistische vereisten van de EMU en in de daaropvolgende voortgangsverslagen over de uitvoering van dat plan bijkomende fundamentele aspecten voor de verbetering van de statistieken in het kader van Verordening (EG) nr. 1165/98 geïdentificeerd.

(4)

Zoals in het document Statistische behoeften van de Europese Centrale Bank (ECB) op het gebied van algemene economische statistieken is aangegeven, heeft de ECB voor haar monetaire beleid behoefte aan verder uitgewerkte kortetermijnstatistieken; de bank heeft met name tijdige, betrouwbare en zinvolle aggregaten voor de eurolanden nodig.

(5)

Het Comité statistisch programma, opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad (7), heeft de voornaamste Europese economische indicatoren (VEEI's) bepaald die buiten de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 1165/98 vallen.

(6)

Verordening (EG) nr. 1165/98 moet derhalve worden gewijzigd op punten die belangrijk zijn voor het monetaire beleid en de analyse van de conjunctuurcyclus.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité statistisch programma.

(8)

De toepassing van de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid omvat de reductie van onnodige lasten voor het bedrijfsleven en de verspreiding van nieuwe technologieën,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1165/98 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 4, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende punt wordt toegevoegd aan het enige lid:

„d)

deelname aan door Eurostat gecoördineerde Europese steekproefprogramma's met het oog op de productie van Europese schattingen.

De in de eerste alinea genoemde programma's worden uitgewerkt in de bijlagen. Ze worden goedgekeurd en ten uitvoer gelegd volgens de procedure van artikel 18.

Er worden Europese steekproefprogramma's opgezet als de nationale steekproefprogramma's niet aan de Europese voorschriften voldoen. Daarnaast kunnen de lidstaten ervoor kiezen aan een Europees steekproefprogramma deel te nemen als dergelijke programma's mogelijkheden creëren voor substantiële reducties in de kosten van het statistisch systeem of in de lasten voor het bedrijfsleven die voortvloeien uit het moeten voldoen aan de Europese voorschriften. Bij deelname aan een Europees steekproefprogramma moeten de voorwaarden van een lidstaat voor de verstrekking van de desbetreffende variabele worden nageleefd, rekening houdend met het doel van dit programma. De Europese steekproefprogramma's kunnen gericht zijn op de voorwaarden, de mate van gedetailleerdheid en de termijnen voor het verstrekken van de gegevens.”;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„Verplichte enquêtes worden gehouden voor het verkrijgen van informatie die nog niet (tijdig genoeg) beschikbaar is in andere bronnen, zoals registers. De enquêtes maken, indien mogelijk, gebruik van elektronische vragenlijsten en webvragenlijsten.”.

2)

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.

De kwaliteit van de variabelen wordt regelmatig getest door ze te vergelijken met andere statistische informatie; deze vergelijking wordt gemaakt door elke lidstaat en de Commissie (Eurostat). Bovendien dienen zij te worden gecontroleerd op interne consistentie.”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.

Bij de kwaliteitsbeoordeling worden de voordelen van de beschikbaarheid van de gegevens afgewogen tegen de kosten van het verzamelen ervan en tegen de lasten voor het bedrijfsleven, in het bijzonder de kleine bedrijven. Ten behoeve van deze beoordeling doen de lidstaten aan de Commissie desgevraagd de nodige informatie toekomen, overeenkomstig een door de Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten ontwikkelde gemeenschappelijke Europese methodologie.”.

3)

Artikel 12, lid 1, wordt vervangen door:

„1.

Na raadpleging van het Comité statistisch programma, publiceert de Commissie op 11 februari 2006 een adviserend methodologisch handboek waarin de regels in de bijlagen nader worden toegelicht en voorlichting met betrekking tot kortetermijnstatistieken is opgenomen.”.

4)

Artikel 14, lid 2, wordt vervangen door:

„2.

De Commissie dient uiterlijk op 11 augustus 2008 en vervolgens eens in de drie jaar, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de krachtens deze verordening opgestelde statistieken, en in het bijzonder over het belang en de kwaliteit daarvan en over de herziening van de indicatoren. Het verslag gaat ook concreet in op de kosten van het statistisch systeem en op de lasten voor het bedrijfsleven die uit deze verordening voortvloeien, afgezet tegen de voordelen. Het verslag bevat voorbeelden van goede praktijken voor het reduceren van de lasten voor het bedrijfsleven en geeft aan hoe de lasten en kosten kunnen worden gereduceerd.”.

5)

In artikel 17 wordt het volgende punt toegevoegd:

„j)

het opzetten van Europese steekproefprogramma's (artikel 4)”.

6)

De bijlagen A tot en met D worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 6 juli 2005.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES

Voor de Raad

De voorzitter

J. STRAW


(1)  PB C 158 van 15.6.2004, blz. 3.

(2)  Advies van het Europees Parlement van 22 februari 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Besluit van de Raad van 6 juni 2005.

(3)  PB L 162 van 5.6.1998, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(4)  PB L 86 van 27.3.2001, blz. 11.

(5)  PB L 86 van 27.3.2001, blz. 18.

(6)  PB L 92 van 2.4.2001, blz. 1.

(7)  PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.


BIJLAGE

DEEL A

Bijlage A bij Verordening (EG) nr. 1165/98 wordt als volgt gewijzigd:

Reikwijdte

De tekst onder a) („Reikwijdte”) wordt vervangen door:

„Deze bijlage is van toepassing op alle activiteiten die zijn opgenomen in de secties C tot en met E van de NACE, of in voorkomend geval, op alle producten die zijn opgenomen in de secties C tot en met E van de CPA.”

Lijst van variabelen

De tekst onder c) („Lijst van variabelen”) wordt als volgt gewijzigd:

1)

De volgende variabele wordt toegevoegd aan punt 1:

„Variabele

Naam

340

Invoerprijzen”

2)

Punt 2 wordt vervangen door:

„2.

De informatie over afzetprijzen buitenlandse markt (nr. 312) en invoerprijzen (nr. 340) kan worden opgesteld op basis van de eenheidsprijzen voor producten afkomstig uit de buitenlandse handel of andere bronnen, maar alleen als er geen significant kwaliteitsverlies is ten opzichte van specifieke prijsinformatie. De Commissie zal overeenkomstig de procedure van artikel 18 bepalen hoe de nodige gegevenskwaliteit kan worden gewaarborgd.”.

3)

Punt 9 wordt vervangen door:

„9.

De informatie over de afzetprijzen en de invoerprijzen (nrs. 310, 311, 312 en 340) is niet vereist voor de volgende groepen van de NACE, respectievelijk de CPA: 12.0, 22.1, 23.3, 29.6, 35.1, 35.3, 37.1, 37.2. Tot uiterlijk 11 augustus 2008 kan de lijst van groepen volgens de procedure van artikel 18 worden herzien.”.

4)

Het volgende punt wordt toegevoegd:

„10.

De variabele invoerprijzen (nr. 340) wordt berekend op basis van de CPA-producten. De invoerende eenheden van economische activiteit kunnen buiten de activiteiten van de secties C tot en met E van de NACE zijn ingedeeld.”.

Vorm

Onder d) („Vorm”) worden de punten 1 tot en met 4 vervangen door:

„1.

Alle variabelen worden in niet-gecorrigeerde vorm verstrekt, indien beschikbaar.

2.

Bovendien worden de variabelen productie (nr. 110) en aantal gewerkte uren (nr. 220) in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens verstrekt. Wanneer andere variabelen door het aantal werkdagen worden beïnvloed, mogen de lidstaten deze variabelen eveneens in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens verstrekken. De lijst van variabelen die in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens moeten worden opgesteld, kan worden gewijzigd volgens de procedure van artikel 18.

3.

Daarnaast kunnen de lidstaten de variabelen in de vorm van voor seizoeninvloeden gecorrigeerde gegevens en van trendwaarden verstrekken. Enkel indien de gegevens niet in een van deze vormen worden verstrekt, kan de Commissie (Eurostat) voor deze variabelen reeksen van voor seizoeninvloeden gecorrigeerde gegevens en trendwaarden opstellen en publiceren.

4.

De variabelen nrs. 110, 310, 311, 312 en 340 worden in de vorm van indexcijfers verstrekt. Alle andere variabelen worden hetzij in de vorm van indexcijfers hetzij in absolute cijfers verstrekt.”.

Referentieperiode

Onder e) („Referentieperiode”) wordt de volgende variabele toegevoegd:

„Variabele

Referentieperiode

340

maand”

Mate van gedetailleerdheid

De tekst onder f) („Mate van gedetailleerdheid”) wordt als volgt gewijzigd:

1)

De punten 1 en 2 worden vervangen door:

„1.

Alle variabelen, met uitzondering van de variabele invoerprijzen (nr. 340), worden op sectie- (1 letter), subsectie- (2 letters) en afdelingsniveau (2 cijfers) van de NACE verstrekt. Variabele 340 moet op sectie- (1 letter), subsectie- (2 letters) en afdelingsniveau (2 cijfers) van de CPA worden verstrekt.

2.

Bovendien worden voor sectie D van de NACE de indexcijfers van de productie (nr. 110) en van de afzetprijzen (nrs. 310, 311 en 312) zowel op 3- als op 4-cijferniveau van de NACE verstrekt. De op 3- en 4-cijferniveau verstrekte indexcijfers van de productie en de afzetprijzen moeten voor een gegeven basisjaar ten minste 90 % van de totale toegevoegde waarde voor iedere lidstaat in afdeling D van de NACE dekken. Een lidstaat hoeft de variabelen niet tot op dit gedetailleerde niveau te verstrekken indien de totale toegevoegde waarde van sectie D van de NACE in een bepaald basisjaar minder dan 4 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap uitmaakt.”.

2)

Punt 4 wordt vervangen door:

„4.

Bovendien moeten alle variabelen, met uitzondering van de variabelen omzet en nieuwe orders (nrs. 120, 121, 122, 130, 131, 132), worden verstrekt voor de totale industrie, gedefinieerd als secties C tot en met E van de NACE, en de belangrijke industriegroepen (BIG's), zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 586/2001 van de Commissie (1).

3)

De volgende punten worden toegevoegd:

„5.

De omzetvariabelen (nrs. 120, 121, 122) moeten worden verstrekt voor de totale industrie, gedefinieerd als secties C en D van de NACE, en de BIG's, met uitzondering van de belangrijke industriegroep voor activiteiten op het gebied van energie.

6.

De variabelen voor nieuwe orders (nrs. 130, 131, 132) moeten worden verstrekt voor de totale verwerkende industrie, sectie D van de NACE en een beperkte reeks BIG's, berekend aan de hand van de lijst van NACE-afdelingen waarnaar onder c) („Lijst van variabelen”), punt 8, van deze bijlage wordt verwezen.

7.

De invoerprijzenvariabele (nr. 340) moet worden verstrekt voor de totale industriële producten, secties C tot en met E van de CPA en de BIG's gedefinieerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 586/2001 van de productgroepen van de CPA. Deze variabele hoeft niet te worden verstrekt door de lidstaten die de euro niet als hun munteenheid hebben ingevoerd.

8.

Voor de invoerprijzenvariabele (nr. 340) kan de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 18 de voorwaarden vaststellen voor de toepassing van een Europees steekproefprogramma zoals omschreven in artikel 4, lid 2, eerste alinea, onder d).

9.

Bij de verstrekking van de variabelen voor de buitenlandse markten (nrs. 122, 132 en 312) moet onderscheid worden gemaakt tussen eurolanden en niet-eurolanden. Dat onderscheid moet worden gemaakt voor de totale industrie, gedefinieerd als secties C tot en met E van de NACE, de BIG's, en het sectie- (1 letter), subsectie- (2 letters) en afdelingsniveau (2 cijfers) van de NACE. De informatie over NACE E is niet vereist voor variabele 122. Ook bij de verstrekking van de variabele invoerprijzen (nr. 340) moet onderscheid worden gemaakt tussen eurolanden en niet-eurolanden. Dat onderscheid moet worden gemaakt voor de totale industrie, gedefinieerd als secties C tot en met E van de CPA, de BIG's, en het sectie- (1 letter), subsectie- (2 letters) en afdelingsniveau (2 cijfers) van de CPA. Voor het onderscheid tussen eurolanden en niet-eurolanden kan de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 18 de voorwaarden vaststellen voor de toepassing van een Europees steekproefprogramma zoals omschreven in artikel 4, lid 2, eerste alinea, onder d). Het Europese steekproefprogramma kan de reikwijdte van de variabele invoerprijzen beperken tot de invoer van producten uit niet-eurolanden. lidstaten die een andere munteenheid dan de euro hanteren, hoeven voor de variabelen 122, 132, 312 en 340 geen onderscheid tussen eurolanden en niet-eurolanden te maken.

10.

Een lidstaat waarvan de toegevoegde waarde in de secties C, D en E van de NACE in een bepaald basisjaar minder dan 1 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap uitmaakt, hoeft alleen gegevens voor de totale industrie, BIG's en het afdelingsniveau van de NACE of de CPA te verstrekken.”

Termijnen voor het verstrekken van de gegevens

De tekst onder g) („Termijnen voor het verstrekken van de gegevens”) wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 1 worden bepaalde variabelen als volgt gewijzigd of toegevoegd:

„Variabele

Termijn

110

één maand en 10 kalenderdagen

(…)

(…)

210

twee maanden

(…)

(…)

340

één maand en 15 kalenderdagen”

2)

Punt 2 wordt vervangen door:

„2.

De termijn kan met maximaal 15 kalenderdagen worden verlengd voor gegevens op groep- en klasseniveau van de NACE of de CPA.

Voor lidstaten waarvan de toegevoegde waarde in de secties C, D en E van de NACE in een bepaald basisjaar minder dan 3 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap uitmaakt, kan de termijn met maximaal 15 kalenderdagen worden verlengd voor gegevens over de totale industrie, BIG's en het sectie- en afdelingsniveau van de NACE of de CPA.”

Pilotstudies

Onder h) („Pilotstudies”) worden de punten 2 en 3 geschrapt.

Eerste referentieperiode

Onder i) („Eerste referentieperiode”) worden de volgende alinea's toegevoegd:

„De eerste referentieperiode waarvoor variabelen over de buitenlandse markten voor de eurolanden en de niet-eurolanden moeten worden verstrekt, is uiterlijk januari 2005.

De eerste referentieperiode voor variabele 340 is uiterlijk januari 2006, op voorwaarde dat 2005 het uiterste basisjaar is.”.

Overgangsperiode

Onder j) („Overgangsperiode”) worden de volgende punten toegevoegd:

„3.

Voor de variabele 340 en het onderscheid tussen eurolanden en niet-eurolanden voor de variabelen 122, 132, 312 en 340 kan een overgangsperiode tot uiterlijk 11 augustus 2007 worden toegestaan overeenkomstig de procedure van artikel 18.

4.

Voor de wijziging van de termijnen voor het verstrekken van de gegevens voor variabele 110 kan een overgangsperiode tot uiterlijk 11 augustus 2007 worden toegestaan overeenkomstig de procedure van artikel 18.

5.

Voor de wijziging van de termijnen voor het verstrekken van de gegevens voor variabele 210 kan een overgangsperiode tot uiterlijk 11 augustus 2006 worden toegestaan overeenkomstig de procedure van artikel 18.”.

DEEL B

Bijlage B bij Verordening (EG) nr. 1165/98 wordt als volgt gewijzigd:

Lijst van variabelen

De tekst onder c) („Lijst van variabelen”) wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 5 wordt vervangen door:

„5.

Alleen als de bouwkostenvariabelen (nrs. 320, 321, 322) niet beschikbaar zijn, mogen zij bij benadering worden aangegeven met de afzetprijzenvariabele (nr. 310). Deze praktijk is toegestaan tot 11 augustus 2010.”.

2)

Het volgende punt wordt toegevoegd:

„6.

De lidstaten voeren door de Commissie in overleg met de lidstaten opgezette studies uit. Deze studies, waarbij de voordelen van het verzamelen van de gegevens worden afgewogen tegen de kosten van het verzamelen en de lasten voor het bedrijfsleven, hebben tot doel:

a)

de haalbaarheid van een driemaandelijkse afzetprijzenvariabele (nr. 310) in de bouwnijverheid te evalueren;

b)

een geschikte methode voor de gegevensverzameling en de berekening van de indexcijfers te bepalen.

De Commissie zal uiterlijk op 11 augustus 2006 een definitie voorstellen die op de afzetprijzenvariabele moet worden toegepast.

Uiterlijk op 11 augustus 2007 dienen de lidstaten bij de Commissie een rapport over de resultaten van de studies in.

Overeenkomstig de procedure van artikel 18 beslist de Commissie uiterlijk op 11 augustus 2008 of artikel 17, lid b), wordt ingeroepen om met ingang van basisjaar 2010 de bouwkostenvariabele door de afzetprijzenvariabele te vervangen.”.

Vorm

De tekst onder d) („Vorm”) wordt vervangen door:

„1.

Alle variabelen worden in niet-gecorrigeerde vorm verstrekt, indien beschikbaar.

2.

Bovendien worden de variabelen voor de productie (nrs. 110, 115, 116) en het aantal gewerkte uren (nr. 220) in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens verstrekt. Wanneer andere variabelen door het aantal werkdagen worden beïnvloed, mogen de lidstaten deze variabelen eveneens in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens verstrekken. De lijst van variabelen die in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens moeten worden opgesteld, kan worden gewijzigd volgens de procedure van artikel 18.

3.

Daarnaast kunnen de lidstaten de variabelen in de vorm van voor seizoeninvloeden gecorrigeerde gegevens en van trendwaarden verstrekken. Enkel indien de gegevens niet in een van deze vormen worden verstrekt, kan de Commissie (Eurostat) voor de variabelen reeksen van voor seizoeninvloeden gecorrigeerde gegevens en trendwaarden opstellen en publiceren.

4.

De variabelen nrs. 110, 115, 116, 320, 321 en 322 worden in de vorm van indexcijfers verstrekt. De variabelen nrs. 411 en 412 worden als absolute waarden verstrekt. Alle andere variabelen worden hetzij in de vorm van indexcijfers hetzij in absolute cijfers verstrekt.”.

Referentieperiode

De tekst onder e) („Referentieperiode”) wordt vervangen door:

„Voor de variabelen nrs. 110, 115 en 116 geldt een referentieperiode van een maand. Voor alle andere variabelen in deze bijlage geldt een referentieperiode van ten minste een kwartaal.

Lidstaten waarvan de toegevoegde waarde in sectie F van de NACE in een bepaald basisjaar minder dan 1 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap bedraagt, hoeven alleen de variabelen nrs. 110, 115 en 116 te verstrekken met een referentieperiode van een kwartaal.”.

Mate van gedetailleerdheid

Onder f) („Mate van gedetailleerdheid”) wordt het volgende punt toegevoegd:

„6.

Lidstaten waarvan de toegevoegde waarde in sectie F van de NACE in een bepaald basisjaar minder dan 1 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap bedraagt, hoeven alleen gegevens voor de totale bouwnijverheid te verstrekken (sectieniveau van de NACE).”

Termijnen voor de indiening van de gegevens

Onder g) („Termijnen voor de indiening van de gegevens”) worden de variabelen nrs. 110, 115, 116 en 210 vervangen door:

„Variabele

Termijn

110

één maand en 15 kalenderdagen

115

één maand en 15 kalenderdagen

116

één maand en 15 kalenderdagen

(…)

(…)

210

twee maanden”

Pilotstudies

Onder h) („Pilotstudies”) worden de punten 1 en 3 geschrapt.

Eerste referentieperiode

Onder i) („Eerste referentieperiode”) wordt de volgende tekst toegevoegd:

„De eerste referentieperiode waarvoor de variabelen nrs. 110, 115 en 116 met een maandelijkse referentieperiode moeten worden verstrekt, is uiterlijk januari 2005.”.

Overgangsperiode

Onder j) („Overgangsperiode”) worden de volgende punten toegevoegd:

„3.

Voor de wijziging van de referentieperiode voor de variabelen 110, 115 en 116 kan volgens de procedure van artikel 18 een overgangsperiode tot 11 augustus 2007 worden toegestaan.

4.

Voor de verandering van de termijnen voor het verstrekken van de gegevens voor de variabelen nrs. 110, 115, 116 en 210 kan volgens de procedure van artikel 18 een overgangsperiode tot 11 augustus 2007 worden toegestaan.”.

DEEL C

Bijlage C bij Verordening (EG) nr. 1165/98 wordt als volgt gewijzigd:

Lijst van variabelen

Onder c) („Lijst van variabelen”) wordt het volgende punt toegevoegd:

„4.

De lidstaten voeren door de Commissie in overleg met de lidstaten opgezette studies uit. Deze studies, waarbij de voordelen van het verzamelen van de gegevens worden afgewogen tegen de kosten van het verzamelen en de lasten voor het bedrijfsleven, hebben tot doel:

a)

de haalbaarheid van het verstrekken van een driemaandelijkse variabele voor het aantal gewerkte uren (nr. 220) voor „detailhandel en reparatie” te evalueren;

b)

de haalbaarheid van het verstrekken van een driemaandelijkse brutolonenvariabele (nr. 230) voor „detailhandel en reparatie” te evalueren;

c)

een geschikte methode voor de gegevensverzameling en de berekening van de indexcijfers te bepalen.

Uiterlijk op 11 augustus 2007 dienen de lidstaten bij de Commissie een rapport over de resultaten van de studies in.

Overeenkomstig de procedure van artikel 18 beslist de Commissie uiterlijk op 11 augustus 2008 of artikel 17, lid b), wordt ingeroepen om met ingang van basisjaar 2010 de variabelen gewerkte uren (nr. 220) en brutolonen (nr. 230) op te nemen.”.

Vorm

Onder d) („Vorm”) worden de punten 1 en 2 vervangen door:

„1.

Alle variabelen worden in niet-gecorrigeerde vorm verstrekt, indien beschikbaar.

2.

De variabelen voor de omzet (nr. 120) en het verkoopvolume (nr. 123) worden tevens in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens verstrekt. Wanneer andere variabelen door het aantal werkdagen worden beïnvloed, mogen de lidstaten deze variabelen eveneens in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens verstrekken. De lijst van variabelen die in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens moeten worden verstrekt, kan worden gewijzigd volgens de procedure van artikel 18.”.

Mate van gedetailleerdheid

De tekst onder f) („Mate van gedetailleerdheid”) wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 1 wordt vervangen door:

„1.

De variabele voor de omzet (nr. 120) en de variabelen voor respectievelijk de deflator en het volume van de verkoop (nrs. 330/123) worden verstrekt met de in de punten 2, 3 en 4 omschreven mate van gedetailleerdheid. Variabele nr. 210 (aantal werkzame personen) wordt verstrekt met de in punt 4 omschreven mate van gedetailleerdheid.”.

2)

Het volgende punt wordt toegevoegd:

„5.

Lidstaten waarvan de omzet in afdeling 52 van de NACE in een bepaald basisjaar minder dan 1 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap uitmaakt, hoeven alleen de variabele voor de omzet (nr. 120) en de variabelen voor respectievelijk de deflator en het volume van de verkoop (nrs. 330/123) te verstrekken met de in de punten 3 en 4 omschreven mate van gedetailleerdheid.”.

Termijnen voor de indiening van de gegevens

De tekst onder g) („Termijnen voor de indiening van de gegevens”) wordt vervangen door:

„1.

De variabelen nrs. 120 (omzet) en 330/123 (deflator van de verkoop/volume van de verkoop) worden binnen twee maanden met de onder f), punt 2, van deze bijlage vastgestelde mate van gedetailleerdheid verstrekt. De termijn kan met maximaal 15 dagen worden verlengd voor lidstaten waarvan de omzet in afdeling 52 in een bepaald basisjaar minder dan 3 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap bedraagt.

2.

De variabelen nrs. 120 (omzet) en 330/123 (deflator van de verkoop/volume van de verkoop) worden binnen één maand met de onder f), punten 3 en 4, van deze bijlage vastgestelde mate van gedetailleerdheid verstrekt. Een lidstaat kan opteren voor deelname aan de variabelen nrs. 120 (omzet) en 330/123 (deflator van de verkoop/volume van de verkoop) met bijdragen op basis van de toewijzing van een Europees steekproefprogramma zoals omschreven in artikel 4, lid 2, eerste alinea, onder d). Hoe de toewijzing gebeurt, wordt bepaald aan de hand van de procedure van artikel 18.

3.

De variabele aantal werkzame personen wordt binnen twee maanden na het einde van de referentieperiode verstrekt. De termijn kan met maximaal 15 dagen worden verlengd voor die lidstaten waarvan de omzet in afdeling 52 in een bepaald basisjaar minder dan 3 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap bedraagt.”

Pilotstudies

Onder h) („Pilotstudies”) worden de punten 2 en 4 geschrapt.

Overgangsperiode

Onder j) („Overgangsperiode”) wordt het volgende punt toegevoegd:

„4.

Voor de wijziging van de termijnen voor het verstrekken van de gegevens voor variabele 210 kan volgens de procedure van artikel 18 een overgangsperiode tot uiterlijk 11 augustus 2006 worden toegestaan.”.

DEEL D

Bijlage D bij Verordening (EG) nr. 1165/98 wordt als volgt gewijzigd:

Lijst van variabelen

De tekst onder c) („Lijst van variabelen”) wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 1 wordt de volgende variabele toegevoegd:

„Variabele

Naam

310

Afzetprijzen”

2)

De volgende punten worden toegevoegd:

„3.

De afzetprijzenvariabele (nr. 310) heeft betrekking op diensten aan ondernemingen of personen die ondernemingen vertegenwoordigen.

4.

De lidstaten voeren door de Commissie in overleg met de lidstaten opgezette studies uit. Deze studies, waarbij de voordelen van het verzamelen van de gegevens worden afgewogen tegen de kosten van het verzamelen en de lasten voor het bedrijfsleven, hebben tot doel:

a)

de haalbaarheid van het verstrekken van een driemaandelijkse variabele voor het aantal gewerkte uren (nr. 220) voor „overige diensten” te evalueren;

b)

de haalbaarheid van het verstrekken van een driemaandelijkse brutolonenvariabele (nr. 230) voor „overige diensten” te evalueren;

c)

een geschikte methode voor de gegevensverzameling en de berekening van de indexcijfers te bepalen;

d)

een geschikte mate van gedetailleerdheid te bepalen. De gegevens worden ingedeeld naar economische activiteit (NACE-secties) en verder uitgesplitst, maar niet verder dan op het niveau van afdelingen (2-cijferniveau) of groepen van afdelingen van de NACE.

Uiterlijk op 11 augustus 2007 dienen de lidstaten bij de Commissie een rapport over de resultaten van de studies in.

Overeenkomstig de procedure van artikel 18 beslist de Commissie uiterlijk op 11 augustus 2008 of artikel 17, lid b), wordt ingeroepen om met ingang van basisjaar 2010 de variabelen gewerkte uren (nr. 220) en brutolonen (nr. 230) op te nemen.”.

Vorm

De tekst onder d) („Vorm”) wordt als volgt gewijzigd:

1)

De punten 1 en 2 worden vervangen door:

„1.

Alle variabelen worden in niet-gecorrigeerde vorm verstrekt, indien beschikbaar.

2.

De variabele voor de omzet (nr. 120) wordt tevens in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens verstrekt. Wanneer andere variabelen door het aantal werkdagen worden beïnvloed, mogen de lidstaten deze variabelen eveneens in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens verstrekken. De lijst van variabelen die in de vorm van voor aantal werkdagen gecorrigeerde gegevens moeten worden verstrekt, kan worden gewijzigd volgens de procedure van artikel 18.”.

2)

Punt 4 wordt vervangen door:

„4.

De afzetprijzenvariabele (nr. 310) moet als indexcijfer worden verstrekt. Alle andere variabelen worden hetzij in de vorm van indexcijfers hetzij in absolute cijfers verstrekt.”.

Referentieperiode

Onder e) („Referentieperiode”) worden de volgende alinea's toegevoegd:

„De lidstaten voeren door de Commissie in overleg met de lidstaten opgezette studies uit. Deze studies, waarbij de voordelen van een beperkte referentieperiode worden afgewogen tegen de kosten van het verzamelen en de lasten voor het bedrijfsleven, hebben tot doel te evalueren of de referentieperiode van een kwartaal voor de omzetvariabele (nr. 120) tot een referentieperiode van een maand kan worden teruggebracht.

Uiterlijk op 11 augustus 2007 dienen de lidstaten bij de Commissie een rapport over de resultaten van de studies in.

Overeenkomstig de procedure van artikel 18 beslist de Commissie uiterlijk op 11 augustus 2008 of artikel 17, lid d), wordt ingeroepen in verband met de herziening van de frequentie waarmee de omzetvariabele wordt opgesteld.”.

Mate van gedetailleerdheid

De tekst onder f) („Mate van gedetailleerdheid”) wordt als volgt gewijzigd:

1)

De punten 3 en 4 worden vervangen door:

„3.

Voor de afdelingen 50, 51, 64 en 74 van de NACE hoeft een lidstaat de variabelen voor de omzet slechts op 2-cijferniveau te verstrekken indien de omzet in die afdelingen van de NACE in een bepaald basisjaar minder dan 4 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap uitmaakt.

4.

Voor sectie I van de NACE hoeft een lidstaat variabele nr. 210 (aantal werkzame personen) slechts op sectieniveau te verstrekken indien de totale toegevoegde waarde in sectie I in een bepaald basisjaar minder dan 4 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap bedraagt.”.

2)

De volgende punten worden toegevoegd:

„5.

De afzetprijzenvariabele (nr. 310) wordt voor de volgende activiteiten en groepen van de NACE verstrekt:

 

60.24, 63.11, 63.12, 64.11, 64.12 op 4-cijferniveau;

 

61.1, 62.1, 64.2 op 3-cijferniveau;

 

72.1 tot en met 72.6 op 3-cijferniveau;

 

som van 74.11 tot en met 74.14;

 

som van 74.2 en 74.3;

 

74.4 tot en met 74.7 op 3-cijferniveau.

NACE 74.4 kan bij benadering worden aangegeven door het aantal reclame-uitingen.

NACE 74.5 heeft betrekking op de totale prijs van het werven en plaatsen van personeel.

6.

De lijst van activiteiten of groepen van activiteiten kan uiterlijk op 11 augustus 2008 worden gewijzigd volgens de procedure van artikel 18.

7.

Voor afdeling 72 hoeft een lidstaat de afzetprijzenvariabele (nr. 310) slechts op 2-cijferniveau te verstrekken indien de omzet in die afdelingen van de NACE in een bepaald basisjaar minder dan 4 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap uitmaakt.”.

Termijnen voor de indiening van de gegevens

De tekst onder g) („Termijnen voor de indiening van de gegevens”) wordt vervangen door:

„De variabelen worden, gerekend vanaf het eind van de referentieperiode, binnen de volgende termijnen verstrekt:

Variabele

Termijn

120

twee maanden

210

twee maanden

310

drie maanden”

Eerste referentieperiode

Onder i) („Eerste referentieperiode”) wordt de volgende tekst toegevoegd:

„De eerste referentieperiode waarvoor de afzetprijzenvariabele nr. 310 moet worden verstrekt, is uiterlijk het eerste kwartaal van 2006. Overeenkomstig de procedure van artikel 18 kan voor de eerste referentieperiode een afwijking van een jaar worden toegestaan, op voorwaarde dat 2006 het uiterste basisjaar is.”.

Overgangsperiode

Onder j) („Overgangsperiode”) worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Voor variabele nr. 310 kan een overgangsperiode tot uiterlijk 11 augustus 2008 worden toegestaan overeenkomstig de procedure van artikel 18. Voor de tenuitvoerlegging van variabele nr. 310 voor de afdelingen 63 en 74 van de NACE kan een bijkomende overgangsperiode van één jaar worden toegestaan overeenkomstig de procedure van artikel 18. Naast deze overgangsperioden kan, overeenkomstig de procedure van artikel 18, een bijkomende overgangsperiode van één jaar worden toegestaan aan die lidstaten waarvan de omzet in de onder a) „Reikwijdte” bedoelde NACE-activiteiten in een bepaald basisjaar minder dan 1 % van het totaal voor de Europese Gemeenschap bedraagt.

Voor de wijziging van de termijnen voor het verstrekken van de gegevens voor de variabelen nrs. 120 en 210 kan volgens de procedure van artikel 18 een overgangsperiode tot uiterlijk 11 augustus 2006 worden toegestaan.”.


(1)  PB L 86 van 27.3.2001, blz. 11.”