8.2.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/3


VERORDENING (EG) Nr. 208/2005 VAN DE COMMISSIE

van 4 februari 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 466/2001 wat betreft polycyclische aromatische koolwaterstoffen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name op artikel 2, lid 3,

Na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie (2) worden maximumgehalten vastgesteld voor bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen, met inbegrip van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters zoals beschreven in Richtlijn 91/321/EEG van de Commissie van 14 mei 1991 inzake zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding (3), en Richtlijn 96/5/EG van de Commissie van 16 februari 1996 inzake bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (4).

(2)

Sommige lidstaten hebben maximumgehalten aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) in levensmiddelen vastgesteld. Gezien de verschillen tussen de lidstaten en de concurrentievervalsing die daarvan het gevolg kan zijn, moeten op communautair niveau maatregelen worden genomen om, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel, de eenheid van de markt te waarborgen.

(3)

Het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding kwam in zijn advies van 4 december 2002 tot de conclusie dat een aantal PAK's genotoxische carcinogenen zijn. In laboratoriumonderzoek waren de gehalten die experimentele tumoren bleken te veroorzaken, vele malen hoger dan die welke normaal in levensmiddelen worden aangetroffen en geconsumeerd. Gezien echter de niet-drempel-effecten van genotoxische stoffen, moeten de PAK-gehalten in levensmiddelen zo laag worden gehouden als redelijkerwijs mogelijk is.

(4)

Volgens het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding kan benzo(a)pyreen gebruikt worden als merkstof voor het vóórkomen en het effect van carcinogene PAK's in levensmiddelen, waaronder ook benz(a)anthraceen, benzo(b)fluorantheen, benzo(j)fluorantheen, benzo(k)fluorantheen, benzo(g,h,i)peryleen, chryseen, cyclopenta(c,d)pyreen, dibenz(a,h)anthraceen, dibenzo(a,e)pyreen, dibenzo(a,h)pyreen, dibenzo(a,i)pyreen, dibenzo(a,l)pyreen, indeno(1,2,3-cd)pyreen en 5-methylchryseen. Verdere analyses van de relatieve aandelen van deze PAK's in levensmiddelen zijn nodig met het oog op een toekomstige evaluatie van de verdere geschiktheid van benzo(a)pyreen als merkstof.

(5)

Wanneer tijdens het verhitten of drogen van levensmiddelen verbrandingsproducten daar rechtstreeks mee in aanraking komen, kunnen er PAK's in de levensmiddelen terechtkomen. Procédés als direct op het vuur drogen en verhitten, die bijvoorbeeld worden toegepast bij de fabricage van spijsoliën, zoals olie uit afval van olijven, kunnen tot hoge PAK-concentraties leiden. Tijdens de raffinage van de oliën kan benzo(a)pyreen met behulp van actieve koolstof worden verwijderd. Of alle PAK's in kwestie zich tijdens de raffinage daadwerkelijk laten verwijderen, is onduidelijk. Er moeten productie- en bewerkingsmethoden worden toegepast die de initiële verontreiniging van oliën met PAK's voorkomen.

(6)

Ter bescherming van de volksgezondheid moeten er maximumgehalten worden vastgesteld voor benzo(a)pyreen in bepaalde levensmiddelen die vetten en oliën bevatten, en in levensmiddelen waarbij rook- en droogprocédés hoge besmettingsniveaus kunnen veroorzaken. Voor zuigelingenvoeding zijn lagere maximumgehalten vereist. Dit kan worden verwezenlijkt door de vervaardiging en verpakking van zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding, babyvoeding en bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters streng te controleren. Er zijn ook maximumgehalten nodig voor levensmiddelen die door de milieuverontreiniging sterk verontreinigd kunnen zijn, met name voor vis en visserijproducten, bijvoorbeeld als gevolg van olielozingen door schepen.

(7)

In sommige levensmiddelen, zoals gedroogde vruchten en voedingssupplementen, is benzo(a)pyreen aangetroffen, maar de beschikbare gegevens geven geen uitsluitsel over de gehalten die redelijkerwijs haalbaar zijn. Verder onderzoek is nodig om duidelijkheid te krijgen over de gehalten die in deze levensmiddelen redelijkerwijs haalbaar zijn. Ondertussen moeten er maximumgehalten voor benzo(a)pyreen in relevante ingrediënten gelden, zoals in oliën en vetten die in voedingssupplementen worden gebruikt.

(8)

Verordening (EG) nr. 466/2001 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 466/2001 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2005.

Deze verordening is niet van toepassing op producten die vóór 1 april 2005 overeenkomstig de geldende voorschriften in de handel zijn gebracht. De bewijslast betreffende het tijdstip waarop de producten in de handel zijn gebracht, ligt bij de exploitant van het levensmiddelenbedrijf.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 77 van 16.3.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 684/2004 (PB L 106 van 15.4.2004, blz. 6).

(3)  PB L 175 van 4.7.1991, blz. 35. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/14/EG (PB L 41 van 14.2.2003, blz. 37).

(4)  PB L 49 van 28.2.1996, blz. 17. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/13/EG (PB L 41 van 14.2.2003, blz. 33).


BIJLAGE

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 466/2001 wordt het volgende deel 7 toegevoegd:

„Deel 7: Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s)

Product

Maximumgehalte

(μg/kg vers gewicht)

Prestatiecriteria voor bemonstering

Prestatiecriteria voor analysemethoden

7.1.   

Benzo(a)pyreen (2)

7.1.1.

Oliën en vetten die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt bij de vervaardiging van levensmiddelen (3)

2,0

Richtlijn 2005/10/EG (1)

Richtlijn 2005/10/EG

7.1.2.

Levensmiddelen voor zuigelingen en peuters

1,0

Richtlijn 2005/10/EG

Richtlijn 2005/10/EG

7.1.2.1.

Babyvoeding en bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters (4)

7.1.2.2.

Zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding, met inbegrip van zuigelingenmelk en opvolgmelk (5)

7.1.2.3.

Dieetvoeding voor medisch gebruik (6) die speciaal voor zuigelingen bestemd is

7.1.3.

Gerookt vlees en gerookte vleesproducten

5,0

Richtlijn 2005/10/EG

Richtlijn 2005/10/EG

7.1.4.

Spiervlees van gerookte vis en gerookte visserijproducten (7), met uitzondering van tweekleppige weekdieren

5,0

Richtlijn 2005/10/EG

Richtlijn 2005/10/EG

7.1.5.

Spiervlees van vis (8), anders dan gerookte vis

2,0

Richtlijn 2005/10/EG

Richtlijn 2005/10/EG

7.1.6.

Schaaldieren, koppotigen, anders dan gerookt

5,0

Richtlijn 2005/10/EG

Richtlijn 2005/10/EG

7.1.7.

Tweekleppige weekdieren

10,0

Richtlijn 2005/10/EG

Richtlijn 2005/10/EG”


(1)  Zie bladzijde 15 van dit Publicatieblad.

(2)  Benzo(a)pyreen, waarvoor maximumgehalten worden genoemd, wordt gebruikt als merkstof voor het vóórkomen en effect van carcinogene PAK’s. Deze maatregelen vormen derhalve een volledige harmonisatie inzake PAK’s in de genoemde levensmiddelen in de lidstaten. De Commissie zal de maximumgehalten voor PAK’s in de genoemde levensmiddelencategorieën voor 1 april 2007 opnieuw bezien, rekening houdend met de vooruitgang van de wetenschappelijke en technologische kennis over het vóórkomen van benzo(a)pyreen en andere carcinogene PAK’s in levensmiddelen.

(3)  Cacaoboter is van deze categorie uitgesloten zolang het onderzoek naar de aanwezigheid van benzo(a)pyreen in cacaoboter nog loopt. Deze afwijking zal voor 1 april 2007 opnieuw worden bezien.

(4)  Babyvoeding en bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters zoals omschreven in artikel 1 van Richtlijn 96/5/EG. De maximumgehalten gelden voor het product zoals het wordt verkocht.

(5)  Zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding zoals omschreven in artikel 1 van Richtlijn 91/321/EEG. De maximumgehalten gelden voor het product zoals het wordt verkocht.

(6)  Dieetvoeding voor medisch gebruik zoals omschreven in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 1999/21/EG. De maximumgehalten gelden voor het product zoals het wordt verkocht.

(7)  Vis en visserijproducten zoals omschreven in de punten b), c) en f) van de lijst in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 104/2000.

(8)  Vis zoals omschreven in punt a) van de lijst in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 104/2000.