20.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/43


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2005/556/GBVB VAN DE RAAD

van 18 juli 2005

tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Sudan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De EU is van meet af aan op diplomatiek en politiek niveau actief betrokken bij de internationale inspanningen om de crisis in Darfur in te dammen en op te lossen.

(2)

De EU wil haar politieke rol versterken in een crisis met een veelheid van lokale, regionale en internationale actoren, en de samenhang behouden tussen de steun van de EU aan de door de AU geleide crisisbeheersing in Darfur enerzijds, en de politieke betrekkingen met Sudan in het algemeen, inclusief op het stuk van de uitvoering van het algehele vredesakkoord tussen de Sudanese regering en de Volksbevrijdingsbeweging/het Volksbevrijdingsleger (SPLM/A), anderzijds.

(3)

De EU heeft de missie van de AU in de regio Darfur in Sudan (AMIS) in toenemende mate steun verleend, in de vorm van plannings- en beheersondersteuning, financiering en logistiek.

(4)

De AU heeft besloten AMIS uit te breiden met 6 171 militairen en 1 560 leden van de civiele politie. Ter ondersteuning van de AU stelt de EU met het oog op die uitbreiding een pakket maatregelen voor, als omschreven in het Ontwerp van Gemeenschappelijk Optreden 2005/557/GBVB van de Raad inzake het civiel-militaire optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van de missie van de AU in de regio Darfur in Sudan (1), waarvoor passende politieke betrekkingen met de AU en de Sudanese regering en een specifieke coördinatiecapaciteit vereist zijn.

(5)

De VN-Veiligheidsraad heeft op 31 maart 2005 Resolutie 1593 (2005) aangenomen over het verslag van de Internationale Commissie van onderzoek inzake de schendingen van het internationale humanitaire recht en de mensenrechten in Darfur.

(6)

De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het GBVB als uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie kan schaden,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

De heer Pekka HAAVISTO wordt benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor Sudan.

Artikel 2

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de EU in Sudan, met name wat betreft

a)

de inspanningen, als onderdeel van de internationale gemeenschap en ter ondersteuning van de AU en de VN, om een politieke regeling van het conflict in Darfur te bereiken alsook de uitvoering van het algehele vredesakkoord te vergemakkelijken en de Zuid-Zuid dialoog te bevorderen, met passende aandacht voor de regionale uitlopers van deze kwesties en het beginsel van eigen inbreng van Afrika, en

b)

zorgen voor maximale effectiviteit en zichtbaarheid van de bijdrage van de EU aan AMIS.

Artikel 3

1.   Teneinde deze beleidsdoelstellingen te verwezenlijken, krijgt de SVEU het volgende mandaat:

a)

contacten onderhouden met de AU, de Sudanese regering en andere partijen in Sudan en met niet-gouvernementele organisaties, en nauw blijven samenwerken met de VN en andere betrokken internationale actoren, met als doel de EU-beleidsdoelstellingen te verwezenlijken;

b)

de EU vertegenwoordigen tijdens de politieke gesprekken van Abuja, op bijeenkomsten op hoog niveau van de gezamenlijke commissie en desgewenst ook op andere bijeenkomsten over deze kwestie;

c)

te zorgen voor samenhang tussen de bijdrage van de EU aan de crisisbeheersing in Dafur en de algemene politieke betrekkingen van de EU met Sudan;

d)

met betrekking tot de mensenrechten, met inbegrip van de rechten van kinderen en vrouwen, en de bestrijding van straffeloosheid in Sudan, de situatie in het oog houden en regelmatig contacten onderhouden met de Sudanese autoriteiten, de AU en de VN, met name het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten, de mensenrechtenwaarnemers die actief zijn in de regio en het openbaar ministerie bij het Internationaal Strafhof.

2.

a)

een overzicht behouden over alle werkzaamheden van de EU;

b)

zorgen voor de coördinatie en de samenhang van de bijdragen van de EU aan AMIS;

c)

steun verlenen aan het politieke proces, en aan activiteiten betreffende de uitvoering van het algehele vredesakkoord;

d)

de naleving door de Sudanese partijen van de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, met name de Resoluties 1556, 1564, 1591 en 1593 volgen en daarover verslag uitbrengen.

Artikel 4

1.   De SVEU is onder het gezag en de operationele leiding van de hoge vertegenwoordiger verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

2.   Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt met de Raad. Het PVC zorgt binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke inbreng ten behoeve van de SVEU.

3.   De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan het PVC over de implementatie van de EU-steun aan AMIS en de ontwikkeling van de situatie in Darfur en Sudan als geheel.

Artikel 5

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de kosten gedurende een periode van 6 maanden in verband met het mandaat van de SVEU bedraagt 675 000 EUR. De Raad besluit, al naar gelang de noodzaak, over het financieel referentiebedrag voor de voortzetting van dit gemeenschappelijk optreden.

2.   De uit het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd met inachtneming van de budgettaire procedures en voorschriften van de Europese Gemeenschap, met dien verstande dat voorfinanciering niet de eigendom blijft van de Gemeenschap.

3.   Over het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf de datum waarop dit gemeenschappelijk optreden wordt vastgesteld.

4.   Het voorzitterschap, de Commissie en/of de lidstaten verlenen in voorkomend geval logistieke steun in de regio.

Artikel 6

1.   Binnen de beperkingen van zijn/haar mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor de samenstelling van zijn/haar team, in overleg met het voorzitterschap, bijgestaan door de Secretaris-Generaal/Hoge Vertegenwoordiger, en in volledige samenspraak met de Commissie. De SVEU deelt het voorzitterschap en de Commissie de samenstelling van zijn team mede.

2.   De lidstaten en de instellingen van de Europese Unie kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Europese Unie bij de SVEU gedetacheerd wordt, komt ten laste van respectievelijk de betrokken lidstaat of de instelling van de Europese Unie.

3.   Alle A-ambten die niet via detachering vervuld worden, worden door het secretariaat-generaal van de Raad op passende wijze bekendgemaakt en eveneens ter kennis gebracht van de lidstaten en de instellingen van de Europese Unie teneinde de best gekwalificeerde kandidaten aan te werven.

4.   De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en zijn medewerkers worden met de partijen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 7

1.   Bij de coördinatie van de EU-bijdragen aan AMIS, wordt de SVEU bijgestaan door een ad hoc-coördinatiecel die onder zijn gezag staat en gevestigd is in Addis Abeba, als bedoeld in artikel 5, lid 2, van Gemeenschappelijk Optreden 2005/557/GBVB.

2.   De ad hoc-coördinatiecel bestaat uit een politiek adviseur, een militair adviseur en een politie-adviseur.

3.   De politie-adviseur en de militaire adviseur in de ad hoc-coördinatiecel treden op als adviseur voor de SVEU voor respectievelijk de politiecomponent en de militaire component van het in lid 1 bedoelde ondersteunend optreden van de EU. Zij brengen in die hoedanigheid verslag uit aan de SVEU.

4.   De politie-adviseur en de militair adviseur ontvangen geen instructies van de SVEU over het beheer van de uitgaven voor respectievelijk de politiecomponent en de militaire component van het in lid 1 bedoelde ondersteunende optreden van de EU. De SVEU draagt hiervoor geen verantwoordelijkheid.

Artikel 8

De SVEU brengt in de regel persoonlijk verslag uit aan de Hoge Vertegenwoordiger en het PVC, alsook eventueel aan de betrokken groep. Hij zendt regelmatig schriftelijke verslagen aan de Hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie. De SVEU kan op aanbeveling van de Hoge Vertegenwoordiger en het PVC verslag uitbrengen aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen.

Artikel 9

Met het oog op de samenhang van het externe optreden van de EU worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van de Hoge Vertegenwoordiger, het voorzitterschap en de Commissie. De SVEU's brengen regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Commissie. Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het voorzitterschap, de Commissie en de missiehoofden, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU onderhoudt tevens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

Artikel 10

De uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en de samenhang ervan met andere bijdragen van de EU in de regio worden op gezette tijden getoetst. Twee maanden voor de afloop van het mandaat legt de SVEU een uitvoerig schriftelijk verslag over de uitvoering van het mandaat voor aan de Hoge Vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie. Dit verslag vormt de basis voor de beoordeling van het gemeenschappelijk optreden in de betrokken groepen en door het PVC. In het kader van de algemene inzetprioriteiten doet de Hoge Vertegenwoordiger aanbevelingen aan het PVC over het besluit van de Raad tot verlenging, wijziging of beëindiging van het mandaat.

Artikel 11

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Het is van toepassing tot het einde van het ondersteunende optreden van de EU, als bepaald door de Raad overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Gemeenschappelijk Optreden 2005/557/GBVB.

Artikel 12

Dit gemeenschappelijk optreden wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 18 juli 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J. STRAW


(1)  Zie baldzijde 46 van dit Publicatieblad.