9.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/21


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 30 november 2005

tot goedkeuring van programma’s voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en van bepaalde TSE’s en ter preventie van zoönoses die de lidstaten voor het jaar 2006 hebben ingediend

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4621)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/873/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name op artikel 24, lid 6, en de artikelen 29 en 32,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Gemeenschap kan op grond van Beschikking 90/424/EEG een financiële bijdrage verlenen voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en voor controles ter preventie van zoönoses.

(2)

Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (2) voorziet in jaarlijkse programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) bij runderen, schapen en geiten.

(3)

De lidstaten hebben programma’s ingediend voor de uitroeiing en bewaking van bepaalde dierziekten, voor de preventie van zoönoses en voor de uitroeiing en bewaking van TSE’s op hun grondgebied.

(4)

Uit een onderzoek van deze programma’s is gebleken dat zij voldoen aan de desbetreffende communautaire veterinaire wetgeving, en met name aan de communautaire criteria voor de uitroeiing van die ziekten, zoals vastgesteld bij Beschikking 90/638/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van communautaire criteria voor de maatregelen inzake de uitroeiing van en de controle op bepaalde dierziekten (3).

(5)

Deze programma’s zijn opgenomen in de lijst van programma’s die is vastgesteld bij Beschikking 2005/723/EG van de Commissie van 14 oktober 2005 betreffende programma’s voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en van bepaalde TSE’s en ter voorkoming van zoönoses die in 2006 in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de Gemeenschap (4).

(6)

Gezien het belang van deze programma’s voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap inzake dier- en volksgezondheid en de verplichte toepassing van de TSE-programma’s in alle lidstaten moet een passende financiële bijdrage van de Gemeenschap worden vastgesteld ter vergoeding van de uitgaven die de betrokken lidstaten voor de in deze beschikking vermelde maatregelen doen, tot een bepaald maximumbedrag per programma. Voor een beter beheer, een efficiënter gebruik van de communautaire middelen en meer transparantie moet zo nodig ook voor elk programma worden vastgesteld tot welk maximumbedrag de lidstaten worden vergoed voor de verschillende tests, de vaccins en de schadeloosstelling van eigenaars van geslachte of geruimde dieren.

(7)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (5) worden programma’s voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten gefinancierd uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw; met het oog op de financiële controle zijn de artikelen 8 en 9 van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van toepassing.

(8)

De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt verleend mits de voorgenomen maatregelen efficiënt worden uitgevoerd en mits de bevoegde autoriteiten alle nodige inlichtingen binnen de bij deze beschikking vastgestelde termijnen verstrekken.

(9)

De koers voor de omrekening van de betalingsaanvragen in nationale valuta als omschreven in artikel 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro (6) moet worden verduidelijkt.

(10)

De goedkeuring van sommige van deze programma’s mag niet vooruitlopen op een besluit van de Commissie waarin op basis van wetenschappelijk advies voorschriften voor de uitroeiing van deze ziekten worden vastgesteld.

(11)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

HOOFDSTUK I

RABIËS

Artikel 1

1.   De door Tsjechië, Duitsland, Estland, Frankrijk, Letland, Litouwen, Oostenrijk, Polen, Slovenië, Slowakije en Finland ingediende programma’s voor de uitroeiing van rabiës worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor de aankoop en de distributie van vaccins en aas in het kader van het programma, met een maximum van:

a)

390 000 EUR voor Tsjechië;

b)

750 000 EUR voor Duitsland;

c)

990 000 EUR voor Estland;

d)

105 000 EUR voor Frankrijk;

e)

650 000 EUR voor Letland;

f)

600 000 EUR voor Litouwen;

g)

180 000 EUR voor Oostenrijk;

h)

3 750 000 EUR voor Polen;

i)

300 000 EUR voor Slovenië;

j)

400 000 EUR voor Slowakije;

k)

100 000 EUR voor Finland.

3.   Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

a)

0,5 EUR per dosis voor de aankoop van een dosis vaccin in het kader van de in lid 2, onder c) en d), genoemde programma’s; en

b)

0,3 EUR per dosis voor de aankoop van een dosis vaccin in het kader van de overige in lid 2 genoemde programma’s.

HOOFDSTUK II

RUNDERBRUCELLOSE

Artikel 2

1.   De door Griekenland, Spanje, Ierland, Italië, Cyprus, Polen, Portugal en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de uitroeiing van runderbrucellose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests, de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht en de aankoop van vaccindoses, met een maximum van:

a)

300 000 EUR voor Griekenland;

b)

6 000 000 EUR voor Spanje;

c)

1 750 000 EUR voor Ierland;

d)

2 600 000 EUR voor Italië;

e)

300 000 EUR voor Cyprus;

f)

260 000 EUR voor Polen;

g)

1 800 000 EUR voor Portugal;

h)

1 900 000 EUR voor het Verenigd Koninkrijk.

3.   Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

a)

:

voor een bengaals-roodtest

:

0,2 EUR per test;

b)

:

voor een complementbindingsreactie

:

0,4 EUR per test;

c)

:

voor een ELISA-test

:

1 EUR per test;

d)

:

voor de aankoop van een dosis vaccin

:

0,5 EUR per dosis.

HOOFDSTUK III

RUNDERTUBERCULOSE

Artikel 3

1.   De door Estland, Spanje, Italië, Polen en Portugal ingediende programma’s voor de uitroeiing van rundertuberculose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor tuberculinatie, laboratoriumtests en de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht, met een maximum van:

a)

65 000 EUR voor Estland;

b)

5 000 000 EUR voor Spanje;

c)

1 800 000 EUR voor Italië;

d)

800 000 EUR voor Polen;

e)

240 000 EUR voor Portugal.

3.   Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

a)

:

voor tuberculinatie

:

0,8 EUR per test;

b)

:

voor een gamma-interferontest

:

5 EUR per test.

HOOFDSTUK IV

ENZOÖTISCHE BOVIENE LEUKOSE

Artikel 4

1.   De door Estland, Italië, Letland, Litouwen en Portugal ingediende programma’s voor de uitroeiing van enzoötische boviene leukose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests en de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht, met een maximum van:

a)

5 000 EUR voor Estland;

b)

200 000 EUR voor Italië;

c)

50 000 EUR voor Letland;

d)

100 000 EUR voor Litouwen;

e)

100 000 EUR voor Portugal.

3.   Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

a)

:

voor een ELISA-test

:

0,5 EUR per test;

b)

:

voor een agargel-immunodiffusietest

:

0,5 EUR per test.

HOOFDSTUK V

SCHAPEN- EN GEITENBRUCELLOSE

Artikel 5

1.   De door Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus en Portugal ingediende programma’s voor de uitroeiing van schapen- en geitenbrucellose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor de aankoop van vaccins, laboratoriumtests, de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht en, wat het door Griekenland ingediende programma betreft, ook voor de salarissen van dierenartsen die speciaal voor dat programma contractueel in dienst zijn genomen, met een maximum van:

a)

600 000 EUR voor Griekenland;

b)

6 500 000 EUR voor Spanje;

c)

150 000 EUR voor Frankrijk;

d)

3 200 000 EUR voor Italië;

e)

310 000 EUR voor Cyprus;

f)

1 000 000 EUR voor Portugal.

3.   Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

a)

:

voor een bengaals-roodtest

:

0,2 EUR per test;

b)

:

voor een complementbindingsreactie

:

0,4 EUR per test;

c)

:

voor de aankoop van een dosis vaccin

:

0,1 EUR per dosis.

HOOFDSTUK VI

BLUETONGUE

Artikel 6

1.   De door Spanje, Frankrijk, Italië en Portugal ingediende programma’s voor de uitroeiing en bewaking van bluetongue worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests voor virologische, serologische en entomologische bewaking en voor de aankoop van vallen en vaccins, met een maximum van:

a)

2 200 000 EUR voor Spanje;

b)

150 000 EUR voor Frankrijk;

c)

1 000 000 EUR voor Italië;

d)

1 250 000 EUR voor Portugal.

3.   Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

a)

:

voor een ELISA-test

:

2,5 EUR per test;

b)

:

voor de aankoop van een dosis vaccin

:

0,5 EUR per dosis.

HOOFDSTUK VII

BEPAALDE SOORTEN ZOÖNOTISCHE SALMONELLA BIJ FOKPLUIMVEE

Artikel 7

1.   De door België, Denemarken Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Letland, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Slowakije ingediende programma’s voor de bestrijding van salmonella bij fokpluimvee worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor de uitvoering van deze programma’s, met een maximum van:

a)

650 000 EUR voor België;

b)

155 000 EUR voor Denemarken;

c)

900 000 EUR voor Duitsland;

d)

315 000 EUR voor Frankrijk;

e)

75 000 EUR voor Ierland;

f)

675 000 EUR voor Italië;

g)

69 000 EUR voor Cyprus;

h)

73 000 EUR voor Letland;

i)

759 000 EUR voor Nederland;

j)

72 000 EUR voor Oostenrijk;

k)

488 000 EUR voor Portugal;

l)

232 000 EUR voor Slowakije.

2.   De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in lid 1 genoemde programma’s is bestemd voor:

a)

de vernietiging van het fokpluimvee of de vergoeding van het verschil tussen de geschatte waarde van het fokpluimvee en de opbrengst van de verkoop van het hittebehandelde vlees van dit pluimvee;

b)

de vernietiging van geïncubeerde broedeieren;

c)

de vernietiging van niet-geïncubeerde broedeieren of de vergoeding van het verschil tussen de geschatte waarde van de niet-geïncubeerde broedeieren en de opbrengst van de verkoop van de met deze eieren vervaardigde hittebehandelde eiproducten;

d)

de aankoop van vaccins, voorzover deze de uitvoering van het programma niet belemmeren;

e)

de kosten van bacteriologische tests in het kader van officiële bemonstering overeenkomstig bijlage III, afdeling I, van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (7), met een maximum van 5 EUR per test.

HOOFDSTUK VIII

KLASSIEKE VARKENSPEST EN AFRIKAANSE VARKENSPEST

Artikel 8

1.   De programma’s voor de bestrijding en monitoring van:

a)

klassieke varkenspest die zijn ingediend door Tsjechië, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Slovenië en Slowakije worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006;

b)

klassieke varkenspest en Afrikaanse varkenspest die zijn ingediend door Italië (Sardinië) worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor virologische en serologische tests bij varkens (huisdieren) en wilde varkens en, wat de programma’s van Duitsland, Frankrijk en Slowakije betreft, ook voor de aankoop en de distributie van vaccins en aas, met een maximum van:

a)

35 000 EUR voor Tsjechië;

b)

600 000 EUR voor Duitsland;

c)

400 000 EUR voor Frankrijk;

d)

50 000 EUR voor Italië;

e)

15 000 EUR voor Luxemburg;

f)

25 000 EUR voor Slovenië;

g)

400 000 EUR voor Slowakije.

3.   Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

a)

:

voor een ELISA-test

:

2,5 EUR per test;

b)

:

voor de aankoop van een dosis vaccin

:

0,5 EUR per dosis.

HOOFDSTUK IX

ZIEKTE VAN AUJESZKY

Artikel 9

1.   De door België en Spanje ingediende programma’s voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven voor laboratoriumtests, met een maximum van:

a)

160 000 EUR voor België;

b)

100 000 EUR voor Spanje.

3.   Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald voor een ELISA-test 1 EUR per test.

HOOFDSTUK X

HEARTWATER, BABESIOSE EN ANAPLASMOSE

Artikel 10

1.   De door Frankrijk ingediende programma’s voor de uitroeiing van door vectorinsecten overgedragen heartwater, babesiose en anaplasmose in de Franse overzeese gebieden Martinique en Réunion worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die Frankrijk doet voor de uitvoering van de in lid 1 genoemde programma’s, met een maximum van 100 000 EUR.

HOOFDSTUK XI

BEWAKING VAN OVERDRAAGBARE SPONGIFORME ENCEFALOPATHIEËN

Artikel 11

1.   De door België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de bewaking van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De Gemeenschap draagt voor 100 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor de uitvoering van deze programma’s, met een maximum van:

a)

3 155 000 EUR voor België;

b)

1 485 000 EUR voor Tsjechië;

c)

2 115 000 EUR voor Denemarken;

d)

13 940 000 EUR voor Duitsland;

e)

225 000 EUR voor Estland;

f)

545 000 EUR voor Griekenland;

g)

8 305 000 EUR voor Spanje;

h)

24 395 000 EUR voor Frankrijk;

i)

5 035 000 EUR voor Ierland;

j)

7 345 000 EUR voor Italië;

k)

280 000 EUR voor Cyprus;

l)

340 000 EUR voor Letland;

m)

700 000 EUR voor Litouwen;

n)

135 000 EUR voor Luxemburg;

o)

915 000 EUR voor Hongarije;

p)

25 000 EUR voor Malta;

q)

4 375 000 EUR voor Nederland;

r)

1 755 000 EUR voor Oostenrijk;

s)

3 430 000 EUR voor Polen;

t)

1 605 000 EUR voor Portugal;

u)

390 000 EUR voor Slovenië;

v)

665 000 EUR voor Slowakije;

w)

935 000 EUR voor Finland;

x)

285 000 EUR voor Zweden;

y)

5 925 000 EUR voor het Verenigd Koninkrijk.

3.   De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in lid 1 genoemde programma’s is bestemd voor de uitgevoerde tests en bedraagt maximaal:

a)

7 EUR per test voor tests op runderen en schapen als bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

b)

30 EUR per test voor tests op geiten als bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

c)

145 EUR per test voor primaire moleculaire onderscheidende tests als bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, punt 3.2, onder c) i), bij Verordening (EG) nr. 999/2001.

HOOFDSTUK XII

UITROEIING VAN BOVIENE SPONGIFORME ENCEPHALOPATHIE

Artikel 12

1.   De door België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Finland en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de uitroeiing van boviene spongiforme encephalopathie worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt 50 % van de uitgaven die de betrokken lidstaten doen voor de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van hun uitroeiingsprogramma zijn geruimd en vernietigd, met een maximum van 500 EUR per dier. Deze bijdrage bedraagt maximaal:

a)

150 000 EUR voor België;

b)

750 000 EUR voor Tsjechië

c)

100 000 EUR voor Denemarken;

d)

875 000 EUR voor Duitsland;

e)

15 000 EUR voor Estland;

f)

15 000 EUR voor Griekenland;

g)

1 000 000 EUR voor Spanje;

h)

300 000 EUR voor Frankrijk;

i)

2 800 000 EUR voor Ierland;

j)

200 000 EUR voor Italië;

k)

15 000 EUR voor Cyprus;

l)

100 000 EUR voor Luxemburg;

m)

60 000 EUR voor Nederland;

n)

15 000 EUR voor Oostenrijk;

o)

985 000 EUR voor Polen;

p)

685 000 EUR voor Portugal;

q)

25 000 EUR voor Slovenië;

r)

65 000 EUR voor Slowakije;

s)

25 000 EUR voor Finland;

t)

530 000 EUR voor het Verenigd Koninkrijk.

HOOFDSTUK XIII

UITROEIING VAN SCRAPIE

Artikel 13

1.   De door België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de uitroeiing van scrapie worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006.

2.   De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in artikel 1 genoemde programma’s bedraagt 50 % van de uitgaven die de betrokken lidstaten doen voor de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van hun uitroeiingsprogramma zijn geruimd en vernietigd, met een maximum van 50 EUR per dier, en 100 % van de uitgaven voor analyses van monsters met het oog op genotypering, met een maximum van 10 EUR per genotyperingstest. Deze bijdrage bedraagt maximaal:

a)

100 000 EUR voor België;

b)

105 000 EUR voor Tsjechië;

c)

5 000 EUR voor Denemarken;

d)

1 105 000 EUR voor Duitsland;

e)

6 000 EUR voor Estland;

f)

1 060 000 EUR voor Griekenland;

g)

12 790 000 EUR voor Spanje;

h)

4 690 000 EUR voor Frankrijk;

i)

705 000 EUR voor Ierland;

j)

530 000 EUR voor Italië;

k)

5 215 000 EUR voor Cyprus;

l)

10 000 EUR voor Letland;

m)

5 000 EUR voor Litouwen;

n)

35 000 EUR voor Luxemburg;

o)

50 000 EUR voor Hongarije;

p)

685 000 EUR voor Nederland;

q)

15 000 EUR voor Oostenrijk;

r)

865 000 EUR voor Portugal;

s)

160 000 EUR voor Slovenië;

t)

250 000 EUR voor Slowakije;

u)

6 000 EUR voor Finland;

v)

6 000 EUR voor Zweden;

w)

5 740 000 EUR voor het Verenigd Koninkrijk.

HOOFDSTUK XIV

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 14

1.   Voor de in de artikelen 2 tot en met 5 genoemde programma’s worden de subsidiabele uitgaven voor schadeloosstelling voor het slachten van dieren beperkt overeenkomstig de leden 2 en 3.

2.   De gemiddelde schadeloosstelling die aan de lidstaten wordt terugbetaald, wordt berekend op basis van het aantal dieren dat in de lidstaat is geslacht en bedraagt:

a)

voor runderen, maximaal 300 EUR per dier;

b)

voor schapen en geiten, maximaal 35 EUR per dier.

3.   De maximale schadeloosstelling die aan de lidstaten wordt terugbetaald, bedraagt 1 000 EUR per dier voor runderen en 100 EUR per dier voor schapen en geiten.

Artikel 15

De uitgaven waarvoor de lidstaten een financiële bijdrage van de Gemeenschap aanvragen, worden exclusief belasting over de toegevoegde waarde en andere belastingen gedeclareerd.

Artikel 16

De omrekeningskoers voor in maand „n” ingediende aanvragen in nationale valuta is die van de tiende dag van maand „n+1” of die van de eerste voorafgaande dag waarvoor een algemene notering beschikbaar is.

Artikel 17

1.   De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in de artikelen 1 tot en met 13 genoemde programma’s wordt verleend op voorwaarde dat de betrokken lidstaat deze programma’s uitvoert overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Gemeenschapsrecht, waaronder de voorschriften inzake mededinging en de toekenning van overheidscontracten, en:

a)

uiterlijk op 1 januari 2006 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voor de uitvoering van het programma in werking doet treden;

b)

uiterlijk op 1 juni 2006 een eerste technische en financiële evaluatie van het programma indient overeenkomstig artikel 24, lid 7, van Beschikking 90/424/EEG;

c)

voor de in de artikelen 1 tot en met 10 genoemde programma’s, uiterlijk vier weken na afloop van de verslagperiode een tussentijds verslag over de eerste zes maanden van het programma indient;

d)

voor de in de artikelen 11 tot en met 13 genoemde programma’s, maandelijks aan de Commissie verslag uitbrengt over de voortgang van het bewakingsprogramma voor TSE’s en de uitgaven van de lidstaat. Dit verslag wordt uiterlijk vier weken na het einde van de desbetreffende maand ingediend;

e)

uiterlijk op 1 juni 2007 een eindverslag indient over de technische uitvoering van het programma, samen met bewijsstukken van de uitgaven die de lidstaat in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006 heeft gedaan en de resultaten die in die periode zijn bereikt;

f)

het gedetailleerde overzicht van de uitgaven van de lidstaat als bedoeld in punt d) indient in elektronische vorm en overeenkomstig de tabel in de bijlage;

g)

het programma efficiënt uitvoert;

h)

voor deze maatregelen geen andere communautaire bijstand heeft gevraagd of zal vragen.

2.   Indien een lidstaat niet aan lid 1 voldoet, verlaagt de Commissie de financiële bijdrage van de Gemeenschap naar gelang van de aard en de ernst van de inbreuk en van het financiële verlies voor de Gemeenschap.

Artikel 18

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 19

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 november 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(2)  PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1292/2005 van de Commissie (PB L 205 van 6.8.2005, blz. 3).

(3)  PB L 347 van 12.12.1990, blz. 27. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/65/EEG (PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54).

(4)  PB L 272 van 18.10.2005, blz. 18.

(5)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

(6)  PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1.

(7)  PB L 62 van 15.3.1993, blz. 38.


BIJLAGE

Elektronisch modelformulier voor het gedetailleerde overzicht van de door de lidstaten gedane uitgaven, als bedoeld in artikel 17, lid 1, onder f)

TSE-bewaking

Lidstaat:

Maand:

Jaar:


Tests bij runderen

 

Aantal tests

Kosten per eenheid

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel I, punten 2.1, 3 en 4.1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel I, punten 2.2, 4.2 en 4.3, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Totaal

 

 

 

Tests bij schapen

 

Aantal tests

Kosten per eenheid

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 2, onder a), bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 5, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Totaal

 

 

 

Tests bij geiten

 

Aantal tests

Kosten per eenheid

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 2, onder b), bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 5, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Totaal

 

 

 

Primaire moleculaire test met onderscheidende immunoblotting

 

Aantal tests

Kosten per eenheid

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, punt 3.2, onder c), punt i), bij Verordening (EG) nr. 999/2001