13.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 182/28


BESLUIT 2005/495/GBVB VAN DE RAAD

van 13 juni 2005

betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne tot vaststelling van een kader voor de deelname van Oekraïne aan de crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 24,

Gezien de aanbeveling van het voorzitterschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De voorwaarden voor de deelname van derde staten aan EU-crisisbeheersingsoperaties dienen te worden vastgelegd in een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor de mogelijke deelname in de toekomst, in plaats van per geval voor elke desbetreffende operatie te worden bepaald.

(2)

Hiertoe op 23 februari 2004 door de Raad gemachtigd, heeft het voorzitterschap, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, onderhandeld over een overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne tot vaststelling van een kader voor de deelname van Oekraïne aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie.

(3)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne tot vaststelling van een kader voor de deelname van Oekraïne aan de crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie wordt namens de Europese Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Europese Unie te binden.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 13 juni 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J. ASSELBORN


VERTALING

OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en Oekraïne tot vaststelling van een kader voor de deelname van Oekraïne aan de crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

DE EUROPESE UNIE,

enerzijds en

OEKRAÏNE

anderzijds,

hierna te noemen „de partijen”,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Unie (EU) kan besluiten over te gaan tot actie op het gebied van crisisbeheersing, waaronder vredeshandhaving.

(2)

De Europese Raad heeft tijdens zijn bijeenkomst van 21 en 22 juni 2002 in Sevilla regelingen aangenomen voor overleg en samenwerking inzake crisisbeheersing tussen de Europese Unie en Oekraïne.

(3)

De Europese Unie zal besluiten of derde staten worden uitgenodigd deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie. Oekraïne kan deze uitnodiging van de Europese Unie aannemen en zijn bijdrage aanbieden. De Europese Unie zal dan een besluit nemen over het aanvaarden van de voorgestelde bijdrage van Oekraïne.

(4)

De algemene voorwaarden voor deelname van Oekraïne aan civiele en militaire crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie moeten worden vastgelegd in deze overeenkomst waarbij een kader voor een dergelijke mogelijke toekomstige deelname wordt vastgesteld en niet voor elke afzonderlijke operatie. Aanvullende uitvoeringsregelingen voor elke operatie afzonderlijk moeten worden getroffen zoals bepaald bij artikel 13 van deze overeenkomst.

(5)

De overeenkomst mag geen afbreuk doen aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie en mag niet vooruitlopen op de per geval te nemen besluiten van Oekraïne om deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie, overeenkomstig haar wetgeving.

(6)

De overeenkomst moet alleen betrekking hebben op toekomstige crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie en mag geen afbreuk doen aan eventuele bestaande overeenkomsten waarbij de deelname van Oekraïne aan een reeds ondernomen crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie wordt geregeld,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HETGEEN VOLGT:

DEEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Besluiten in verband met de deelname

1.   Wanneer de Europese Unie besluit Oekraïne uit te nodigen deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en wanneer Oekraïne besluit deel te nemen, verstrekt Oekraïne informatie over de bijdrage die het aan de Europese Unie wil voorstellen.

2.   De evaluatie door de Europese Unie van de bijdrage van Oekraïne wordt in overleg met Oekraïne verricht.

3.   De Europese Unie verstrekt Oekraïne zo spoedig mogelijk een eerste indicatie van de vermoedelijke bijdrage in de gemeenschappelijke kosten van de operatie teneinde Oekraïne bij te staan bij de formulering van diens aanbod.

4.   De Europese Unie deelt het resultaat van de evaluatie per brief aan Oekraïne mee teneinde de deelname van Oekraïne te garanderen overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst.

Artikel 2

Kader

1.   Oekraïne sluit zich aan bij het gemeenschappelijk optreden waarbij de Raad van de Europese Unie besluit dat de Europese Unie de crisisbeheersingsoperatie zal uitvoeren, en bij ieder gemeenschappelijk optreden of besluit waarbij de Raad van de Europese Unie besluit de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie te verlengen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en eventuele vereiste uitvoeringsregelingen.

2.   De deelname van Oekraïne aan een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie doet geen afbreuk aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.

Artikel 3

Status van personeel en strijdkrachten

1.   De status van het personeel dat door Oekraïne wordt uitgezonden naar een civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en/of van de strijdkrachten die door Oekraïne worden geleverd voor een militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie wordt geregeld door de overeenkomst over de status van de strijdkrachten/missie, indien beschikbaar, die wordt gesloten door de Europese Unie en de staat/staten waar de operatie wordt uitgevoerd.

2.   De status van personeel dat is uitgezonden naar het hoofdkwartier of de commando-onderdelen buiten de staat/staten waar de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie wordt uitgevoerd, wordt bepaald middels regelingen tussen het betrokken hoofdkwartier en de betrokken commando-onderdelen en Oekraïne.

3.   Onverminderd de in lid 1 van dit artikel bedoelde overeenkomst over de status van de strijdkrachten/missie heeft Oekraïne rechtsmacht over zijn personeel dat aan de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie deelneemt.

4.   Oekraïne is verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van zijn personeel, met betrekking tot de deelname aan een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie. Oekraïne stelt in voorkomend geval een, inzonderheid juridische of disciplinaire, vordering in tegen leden van zijn personeel.

5.   Oekraïne zegt toe bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring af te leggen inzake het afzien van schadevorderingen tegen een staat die deelneemt aan een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie waaraan Oekraïne deelneemt. Een voorbeeld van een dergelijke verklaring is aan deze overeenkomst gehecht.

6.   De lidstaten van de Europese Unie zeggen toe bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring af te leggen inzake het afzien van schadevorderingen voor elke toekomstige deelname van Oekraïne aan een crisisbeheersingsoperatie. Een voorbeeld van een dergelijke verklaring is aan deze overeenkomst gehecht.

Artikel 4

Gerubriceerde informatie

1.   Oekraïne neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat gerubriceerde EU-informatie wordt beschermd overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad van de Europese Unie, vervat in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 (1), en overeenkomstig verdere richtsnoeren van de bevoegde autoriteiten, waaronder de operationeel commandant van de Europese Unie in het geval van een militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en het hoofd van de missie van de Europese Unie in het geval van een civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie.

2.   Indien de Europese Unie en Oekraïne een overeenkomst over beveiligingsvoorschriften voor de uitwisseling van gerubriceerde informatie zijn aangegaan, gelden de bepalingen daarvan ook voor een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie.

DEEL II

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE DEELNAME AAN CIVIELE CRISISBEHEERSINGSOPERATIES

Artikel 5

Personeel dat gedetacheerd wordt voor een civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie

1.   Oekraïne draagt er zorg voor dat het personeel dat het voor de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie detacheert zijn taak uitoefent overeenkomstig

het gemeenschappelijk optreden en latere wijzigingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van deze overeenkomst,

het operatieplan,

de uitvoeringsmaatregelen.

2.   Oekraïne informeert het hoofd van de missie van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie te gelegener tijd over elke wijziging in zijn bijdrage aan de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie.

3.   Het personeel dat voor de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie wordt gedetacheerd, wordt door een bevoegde autoriteit van Oekraïne medisch gekeurd, ingeënt en medisch geschikt verklaard voor de taak. Het voor de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie gedetacheerde personeel verstrekt een afschrift van deze verklaring.

Artikel 6

Commandostructuur

1.   Het door Oekraïne gedetacheerde personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie.

2.   Al het personeel blijft volledig onder bevel van de autoriteiten van zijn land.

3.   De nationale autoriteiten dragen de operationele controle over aan het hoofd van de missie van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie, dat het bevel voert via een hiërarchische commando- en controlestructuur.

4.   Het hoofd van de missie leidt de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en draagt zorg voor de dagelijkse leiding ervan.

5.   Overeenkomstig de in artikel 2, lid 1, van deze overeenkomst bedoelde rechtsinstrumenten heeft Oekraïne bij de dagelijkse leiding van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de aan de operatie deelnemende EU-lidstaten.

6.   Het hoofd van de missie van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie. Zo nodig neemt de betrokken nationale autoriteit tuchtrechtelijke maatregelen.

7.   Een contactpersoon voor het nationaal contingent (NPC) wordt door Oekraïne aangesteld om zijn nationaal contingent in de operatie te vertegenwoordigen. De NPC rapporteert over nationale aangelegenheden aan het hoofd van de missie van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

8.   Het besluit om de operatie te beëindigen wordt door de Europese Unie genomen na overleg met Oekraïne, voorzover Oekraïne nog deelneemt aan de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie op het ogenblik dat de operatie wordt beëindigd.

Artikel 7

Financiële aspecten

1.   Oekraïne draagt alle kosten in verband met zijn deelname aan de operatie, afgezien van de kosten die vallen onder de gemeenschappelijke financiering zoals omschreven in de operationele begroting van de operatie. Dit geldt onverminderd artikel 8.

2.   Bij overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van de staat/staten waar de operatie plaatsvindt, betaalt Oekraïne, wanneer zijn aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden, genoemd in de overeenkomst over de status van de missie, indien beschikbaar, als bedoeld in artikel 3, lid 1, van de overeenkomst.

Artikel 8

Bijdragen aan de operationele begroting

1.   Oekraïne draagt bij aan de financiering van de operationele begroting van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie.

2.   De financiële bijdrage van Oekraïne aan de operationele begroting is het laagste bedrag van de volgende twee alternatieven:

a)

dat gedeelte van het referentiebedrag dat evenredig is met de verhouding tussen zijn BNI en het totaal van de BNI’s van alle staten die bijdragen aan de operationele begroting van de operatie; of

b)

dat gedeelte van het referentiebedrag voor de operationele begroting dat evenredig is met de verhouding tussen het aantal van zijn personeelsleden dat aan de operatie deelneemt en het totale aantal personeelsleden van alle staten die aan de operatie deelnemen.

3.   Niettegenstaande het bepaalde in de leden 1 en 2 levert Oekraïne geen bijdrage aan de financiering van de dagvergoedingen die worden uitbetaald aan het personeel uit de lidstaten van de Europese Unie.

4.   Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 stelt de Europese Unie in beginsel derde staten vrij van financiële bijdragen aan een bepaalde civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie wanneer:

a)

de Europese Unie besluit dat de aan de operatie deelnemende derde staat een aanzienlijke bijdrage levert die essentieel is voor deze operatie; of

b)

de aan de operatie deelnemende derde staat een BNI per hoofd van de bevolking heeft dat niet groter is dan dat van enige lidstaat van de Europese Unie.

5.   Het hoofd van de missie van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie en de bevoegde bestuurlijke diensten van Oekraïne treffen een regeling over de bijdragen van Oekraïne aan de operationele begroting van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie. Die regeling bevat onder meer onderstaande bepalingen:

a)

het betrokken bedrag;

b)

de regelingen voor de betaling van de financiële bijdrage;

c)

de auditprocedure.

DEEL III

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE DEELNAME AAN MILITAIRE CRISISBEHEERSINGSOPERATIES

Artikel 9

Deelname aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie

1.   Oekraïne draagt er zorg voor dat zijn strijdkrachten en personeel die deelnemen aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie hun taak uitoefenen overeenkomstig:

het gemeenschappelijk optreden en latere wijzigingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van deze overeenkomst;

het operatieplan;

de uitvoeringsmaatregelen.

2.   Het door Oekraïne gedetacheerde personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie.

3.   Oekraïne informeert de operationeel commandant van de Europese Unie te gelegener tijd over elke wijziging in zijn bijdrage aan de operatie.

Artikel 10

Commandostructuur

1.   Alle aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie deelnemende strijdkrachten en personeelsleden blijven volledig onder bevel van hun nationale autoriteiten.

2.   De nationale autoriteiten dragen het operationeel en tactisch bevel en/of het operationeel en tactische toezicht over hun strijdkrachten en personeelsleden over aan de operationeel commandant van de Europese Unie. De operationeel commandant van de Europese Unie heeft het recht zijn gezag te delegeren.

3.   Oekraïne heeft bij de dagelijkse leiding van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende lidstaten van de Europese Unie.

4.   De operationeel commandant kan te allen tijde, na overleg met Oekraïne, om de terugtrekking van de bijdrage van Oekraïne verzoeken.

5.   Een hoge militaire vertegenwoordiger (HMV) wordt door Oekraïne benoemd om zijn nationale contingent in de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie te vertegenwoordigen. De HMV overlegt met de commandant van de EU-strijdkrachten over alle aangelegenheden die van invloed zijn op de operatie en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

Artikel 11

Financiële aspecten

1.   Onverminderd artikel 12 draagt Oekraïne alle kosten in verband met zijn deelname aan de operatie, tenzij de kosten vallen onder de gemeenschappelijke financiering als omschreven in de in artikel 2, lid 1, van deze overeenkomst bedoelde rechtsinstrumenten en in Besluit 2004/197/GBVB van de Raad van 23 februari 2004 tot instelling van een mechanisme voor het beheer van de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de operaties van de Europese Unie die gevolgen hebben op militair of defensiegebied (2).

2.   Bij overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van de staat/staten waar de operatie plaatsvindt, betaalt Oekraïne, wanneer zijn aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden genoemd in de overeenkomst over de status van de strijdkrachten, indien beschikbaar, als bedoeld in artikel 3, lid 1, van deze overeenkomst.

Artikel 12

Bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten

1.   Oekraïne draagt bij aan de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie zoals gedefinieerd in het in artikel 11 vermelde besluit van de Raad.

2.   De financiële bijdrage van Oekraïne aan de gemeenschappelijke kosten is het laagste bedrag van de volgende twee alternatieven:

a)

dat gedeelte van het referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten dat evenredig is met de verhouding tussen zijn BNI en het totaal van de BNI’s van alle staten die bijdragen in de gemeenschappelijke kosten van de operatie; of

b)

dat gedeelte van het referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten dat evenredig is met de verhouding tussen het aantal van zijn personeelsleden dat aan de operatie deelneemt en het totale aantal personeelsleden van alle staten die aan de operatie deelnemen.

Bij de berekening volgens lid 2, onder b), wordt, wanneer Oekraïne alleen personeel bijdraagt aan het operationeel hoofdkwartier of alleen aan het hoofdkwartier van de strijdkrachten, uitgegaan van de verhouding tussen zijn personeel en het totale personeel van het hoofdkwartier. In de andere gevallen is de verhouding die tussen het totale door Oekraïne bijgedragen personeel en het totale personeel van de operatie.

3.   Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 stelt de Europese Unie in beginsel derde staten vrij van financiële bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten van een bepaalde militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie wanneer:

a)

de Europese Unie besluit dat de aan de operatie deelnemende derde staat een beduidende bijdrage levert aan de middelen en/of vermogens die essentieel zijn voor deze operatie; of

b)

de aan de operatie deelnemende derde staat een BNI per hoofd van de bevolking heeft dat niet groter is dan dat van enige lidstaat van de Europese Unie.

4.   De beheerder, genoemd in Besluit 2004/197/GBVB van de Raad van 23 februari 2004 tot instelling van een mechanisme voor het beheer van de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de operaties van de Europese Unie die gevolgen hebben op militair of defensiegebied, en de bevoegde bestuurlijke diensten van Oekraïne treffen een regeling. De overeenkomst bevat onder meer bepalingen over:

a)

het betrokken bedrag;

b)

de regelingen voor de betaling van de financiële bijdrage;

c)

de auditprocedure.

DEEL IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 13

Regelingen voor de uitvoering van de overeenkomst

Onverminderd artikel 8, lid 5), en artikel 12, lid 4), worden de voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen getroffen door de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, en de bevoegde autoriteiten van Oekraïne.

Artikel 14

Niet-naleving

Indien een van de partijen de in voorgaande artikelen neergelegde verplichtingen niet nakomt, heeft de andere partij het recht om deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand.

Artikel 15

Geschillenbeslechting

Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden langs diplomatieke weg tussen de partijen opgelost.

Artikel 16

Inwerkingtreding

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de wederzijdse kennisgeving van de partijen dat de voor dit doel noodzakelijke procedures zijn afgerond.

2.   Deze overeenkomst wordt uiterlijk op 1 juni 2008 en vervolgens ten minste om de drie jaar geëvalueerd.

3.   Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de partijen.

4.   Deze overeenkomst kan door één partij worden opgezegd door schriftelijke kennisgeving van opzegging aan de andere partij. De opzegging treedt in werking zes maanden na de ontvangst van de kennisgeving door de andere partij.

Gedaan te Luxemburg, 13 juni 2005, in vier exemplaren in de Engelse taal.

Voor de Europese Unie

Voor Oekraïne


(1)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Besluit gewijzigd bij Besluit 2004/194/EG (PB L 63 van 28.2.2004, blz. 48).

(2)  PB L 63 van 28.2.2004, blz. 68. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/68/GBVB (PB L 27 van 29.1.2005, blz. 59).


BIJLAGE

VERKLARINGEN

VERKLARING VAN DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE

De lidstaten van de Europese Unie die een gemeenschappelijk optreden van de Europese Unie inzake een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie uitvoeren waaraan Oekraïne deelneemt, zullen ernaar streven, voorzover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen Oekraïne wegens lichamelijk letsel of dood van hun personeel, c.q. schade aan of verlies van de middelen die hun eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel van Oekraïne werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen van Oekraïne, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de operatie en er bij het gebruik van die middelen geen sprake was van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van uit Oekraïne afkomstig personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie.

VERKLARING VAN OEKRAÏNE

Oekraïne, dat een gemeenschappelijk optreden van de Europese Unie inzake een crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie uitvoert, zal ernaar streven, voorzover zijn nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen een andere aan de door de Europese Unie geleide crisisbeheersingsoperatie deelnemende staat wegens lichamelijk letsel of dood van zijn personeel, c.q. schade aan of verlies van de middelen die zijn eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeide uit het gebruik van middelen van aan de door de Europese Unie geleide crisisbeheersingsoperatie deelnemende staten, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de operatie en er bij het gebruik van die middelen geen sprake was van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie.