22.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/13


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 6 oktober 2004

waarbij een concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt en de EER-overeenkomst wordt verklaard

(Zaak COMP/M.3431 — Sonoco/Ahlstrom)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 3678)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(2005/452/EG)

Op 7 januari 2004 heeft de Commissie een beschikking betreffende een fusiezaak gegeven krachtens Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (1), en met name artikel 8, lid 2, daarvan. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van de beschikking in de authentieke taal en in de werktalen van de Commissie is beschikbaar op de website van het directoraat-generaal Concurrentie: http://europa.eu.int/comm/competition/index_en.html

I.   OVERZICHT

(1)

De in de Verenigde Staten gevestigde onderneming Sonoco en de Finse onderneming Ahlstrom hebben bij de Commissie hun voornemen aangemeld tot oprichting van een joint venture, waarin zij van plan zijn hun respectieve Europese activiteiten op het gebied van wikkelkokers en kokerpapier onder te brengen. Wikkelkokers zijn kartonnen buizen die doorgaans worden gebruikt om diverse producten zoals papier, folie en garen om te wikkelen.

(2)

Uit het onderzoek is gebleken dat in sommige regio’s van Noord-Europa ernstige problemen kunnen rijzen op de markten voor hoogwaardige papieren wikkelkokers en laagwaardige wikkelkokers. De partijen hebben in de eerste fase oplossingen voorgesteld om deze problemen aan te pakken. Zij hebben voorgesteld om de fabriek te Sveberg in Noorwegen, waar beide betrokken producten worden vervaardigd, af te stoten.

(3)

De oplossing maakt de door de fusie veroorzaakte toename van het marktaandeel bijna geheel ongedaan. De in de eerste fase uitgevoerde markttoets wees echter uit dat marktdeelnemers zich over de oplossing zorgen maakten, in het bijzonder wat de ongunstige geografische ligging en de levensvatbaarheid van het afgestoten bedrijf betreft. Aangezien deze oplossing dus in dit stadium de ernstige twijfels niet wegneemt, heeft de Commissie op 5 juli 2004 de tweede fase van de procedure ingeleid.

(4)

In de tweede fase slaagden de partijen erin de bezwaren omtrent de ligging van de fabriek van Sveberg weg te nemen, door overtuigend bewijsmateriaal over de vervoerskosten in te dienen. Voorts boden zij een voorafgaande regeling aan, waarbij de Commissie zich ervan zou kunnen verzekeren dat een passende koper wordt gevonden vóór de partijen hun overeenkomst zouden kunnen uitvoeren. Deze maatregel garandeert de levensvatbaarheid van de onderneming. Dit werd door de tweede markttoets bevestigd.

II.   DE RELEVANTE PRODUCTMARKTEN

(5)

Kokerpapier („coreboard”) is een materiaal op basis van papier en/of karton dat voornamelijk wordt gebruikt voor de vervaardiging van papieren wikkelkokers. De voornaamste eigenschap van coreboard is de mate waarin het tegen delaminatie bestand is, uitgedrukt in joule per vierkante meter (J/m2). Zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde is er slechts een beperkte mate van substitueerbaarheid. De producenten van hoogwaardige coreboard (weerstand tegen delaminatie > 375 J/m2) kunnen gemakkelijk overschakelen op de productie van laagwaardige coreboard (weerstand tegen delaminatie < 375 J/m2), terwijl de producenten van laagwaardige coreboard belangrijke investeringen moeten doen om hoogwaardige coreboard te produceren. In het licht van wat voorafgaat, kunnen hoogwaardige en laagwaardige coreboard beschouwd worden als de relevante productmarkten voor kokerpapier.

(6)

Papieren wikkelkokers zijn buizen uit spiraal- of parallelgewikkeld karton die doorgaans gebruikt worden als drager waar diverse producten (bv. papier, folie, kleefband, textiel en garen) om worden gewikkeld. De substitueerbaarheid aan de vraagzijde kent duidelijke beperkingen, hoewel sommige wikkelkokers voor meerdere toepassingen geschikt kunnen zijn. De markttoets heeft bevestigd dat in het bijzonder voor de vervaardiging van hoogwaardige producten, zoals hoogwaardige papieren wikkelkokers (PMC) en garendragers, specifieke knowhow en machines nodig zijn. Aan de aanbodzijde bestaat voldoende substitueerbaarheid tussen de minder geavanceerde wikkelkokers. Het coaten van wikkelkokers vergt echter extra investeringen.

(7)

Bijgevolg kunnen drie verschillende productmarkten worden onderscheiden: één voor hoogwaardige papieren wikkelkokers (PMC), één voor garendragers, en één voor laagwaardige wikkelkokers, waarbij het een open vraag blijft of gecoate wikkelkokers voor films daarbij inbegrepen zijn of een aparte productmarkt uitmaken, aangezien dit geen verschil maakt voor de beoordeling vanuit het oogpunt van de mededinging.

III.   DE RELEVANTE GEOGRAFISCHE MARKTEN

(8)

Coreboard: hoewel uit de markttoets bleek dat de aanbieders zich in zekere mate op grote gebieden richten, hebben de markten voor coreboard niettemin een EER-dimensie. De producenten van coreboard hebben één tot drie fabrieken in de EER, van waaruit zij in heel Europa coreboard leveren.

(9)

Wikkelkokers: de partijen stelden een EER-wijde geografische markt voor alle wikkelkokers voor. Zij erkenden echter ook dat sommige regio’s binnen de EER op het gebied van wikkelkokers bijzonder drukke handelsstromen kennen, die mogelijk tot regionaal relevante geografische markten kunnen leiden. Deze regio’s zijn: i) het Europese vasteland (2); ii) de Scandinavische landen (3); iii) Finland en iv) het Verenigd Koninkrijk en Ierland.

(10)

Hoogwaardige papieren wikkelkokers (PMC): de partijen verkopen [80-100 %] (4) van hun totale omzet aan afnemers die zich ten hoogste 500 km van de leverende fabriek bevinden. Op het Europese vasteland worden talrijke handelsstromen aangegeven, terwijl er slechts minder belangrijke handelsstromen voorkomen tussen deze regio en Scandinavië, Finland of het Verenigd Koninkrijk/Ierland.

(11)

Uit de markttoets is gebleken dat vier geografische markten kunnen worden onderscheiden: i) het Europese vasteland (waarbij het een open vraag blijft of, zoals sommige respondenten suggereerden, een verdere onderverdeling moet worden gemaakt in een noordelijk en een zuidelijk deel), ii) de Scandinavische landen (waarbij het een open vraag blijft of Denemarken hier al dan niet bij moet worden gerekend), iii) Finland en iv) het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Er hoeft niet geoordeeld te worden over de opsplitsing van de markt van het vasteland en over de vraag of Denemarken bij de Scandinavische markt moet worden gerekend, aangezien dit de beoordeling vanuit het oogpunt van de mededinging niet verandert.

(12)

Garendragers: de vraag of de markt op basis van de bovengenoemde gebieden of als EER-breed moet worden afgebakend, kan in deze zaak open blijven, aangezien geen van beide mogelijkheden de eindbeoordeling verandert.

(13)

Laagwaardige wikkelkokers: de markttoets heeft de door de partijen voorgestelde EER-brede marktafbakening niet bevestigd. De meeste afnemers die op de markttoets antwoordden, omschreven regionale markten en gaven zelfs aan dat zij laagwaardige wikkelkokers op nationaal niveau aankopen.

(14)

Evenals bij hoogwaardige papieren wikkelkokers, vertoont het Europese vasteland verhoudingsgewijs intense handelsactiviteiten. De volgende markten kunnen derhalve worden onderscheiden: i) het Verenigd Koninkrijk en Ierland, ii) Finland, iii) het Europese vasteland met inbegrip van Denemarken, waarbij het een open vraag blijft of het in een noordelijk en één of meerdere zuidelijke delen zou moeten worden opgesplitst, en iv) Noorwegen en Zweden, waarbij het een open vraag blijft of het in hun geval nationale markten of een gecombineerde regionale markt betreft. De afbakening hoeft niet verder te worden verfijnd aangezien de beoordeling vanuit het oogpunt van de mededinging dezelfde blijft ongeacht de gebruikte marktafbakening.

IV.   BETROKKEN MARKTEN

(15)

De aangemelde transactie brengt risico’s met zich voor de betrokken markten binnen de Scandinavische markt voor hoogwaardige papieren wikkelkokers, de mogelijk regionale of EER-brede markten voor garendragers en de Noorse markt of een markt bestaande uit Noorwegen en Zweden voor laagwaardige wikkelkokers.

V.   BEOORDELING

(16)

Hoogwaardige papieren wikkelkokers: Ahlstrom is op de Scandinavische markt verreweg de voornaamste leverancier, met een marktaandeel van [70-80 %] (4), Sonoco ([0-10 %] (4)) is echter een relatief kleine leverancier, vergelijkbaar met Corenso en Paul. Door de fusie verdwijnt één van de vier bestaande leveringsbronnen voor hoogwaardige papieren wikkelkokers in deze regio. Wegens de hoge kwaliteitseisen op deze productmarkt zijn er op korte termijn geen nieuwe marktdeelnemers te verwachten. Gevreesd wordt dat Sonoco/Ahlstrom door haar toegenomen macht onontbeerlijker zou worden voor grotere afnemers en daardoor de mogelijkheid zou hebben om kleinere leveranciers weg te drukken.

(17)

Garendragers: de enige regio waar grote bezwaren zouden kunnen rijzen, is Finland (Ahlstrom: [60-70 %] (4), Sonoco: [20-30 %] (4)). De Finse markt is kleiner dan 0,5 % van de Europese markt. De huidige en potentiële concurrenten hebben een ruime overcapaciteit, waardoor zij aan iedere nieuwe vraag in Finland kunnen voldoen. Uit de markttoets bleek dat er geen grote bezwaren zijn in verband met dit product.

(18)

Laagwaardige wikkelkokers: de transactie levert bezwaren op betreffende de markt van Noorwegen/Zweden (Ahlstrom: (Ahlstrom: [40-50 %] (4), Sonoco: [10-20 %] (4)) en betreffende de eventuele nationale markt van Noorwegen (Ahlstrom: [30-40 %] (4), Sonoco: [40-50 %] (4)). De kloof tussen de kleine marktdeelnemers en de grotere is reeds aanzienlijk en zal door de fusie nog in belangrijke mate toenemen. Uit de markttoets is gebleken dat de fusie op deze markten prijsstijgingen kan veroorzaken.

(19)

De aangemelde concentratie geeft aanleiding tot ernstige twijfels omtrent de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt voor hoogwaardige papieren wikkelkokers wat de markten in Scandinavië betreft en voor laagwaardige wikkelkokers met betrekking tot de eventuele nationale markt van Noorwegen en een markt Noorwegen/Zweden.

VI.   TOEZEGGINGEN VAN DE PARTIJEN

(20)

In de tweede fase hebben de partijen opnieuw voorgesteld om de wikkelkokerfabriek van Ahlstrom te Sveberg in Noorwegen aan een vóór de transactie te vinden koper over te doen (5). De hoofdredenen waarom de Commissie in de eerste fase de afstoting van Sveberg voor de eerste keer weigerde, hadden te maken met de geïsoleerde geografische ligging en de onzekerheid over de financiële levensvatbaarheid van het bedrijf.

VII.   BEOORDELING VAN DE TOEZEGGINGEN

(21)

De partijen hebben geloofwaardig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de geografische ligging van de fabriek geen belangrijke hinderpaal is. Sveberg profiteert van het feit dat in Scandinavië de vrachtprijzen voor noord-zuidvervoer aanmerkelijk lager zijn dan die voor zuid-noordvervoer. Dit is voordelig voor het in het noorden van Noorwegen gelegen Sveberg, aangezien veel huidige en potentiële afnemers in het zuiden gevestigd zijn. De verkoop van Sveberg aan een geschikte, onafhankelijke, vóór de transactie geselecteerde en door de Commissie goedgekeurde overnemer garandeert de levensvatbaarheid van het bedrijf. Bij de markttoets in de eerste fase werd een mogelijke oplossing waarbij Sveberg door de afstoting op zichzelf zou komen te staan, duidelijk verworpen. Veel van de kritische respondenten gaven evenwel te kennen dat de afstoting van Sveberg voor hen aanvaardbaar zou zijn op voorwaarde dat een geschikte koper kan worden gevonden.

(22)

De afstoting van Sveberg zou de toename van het marktaandeel ongedaan maken op alle markten die bezwaren opleverden, behalve op de markt van Noorwegen voor laagwaardige wikkelkokers. Op deze laatste markt zou de toename van [10-20 %] (4) tot [0-10 %] (4), worden teruggebracht, zodat de uit de fusie ontstane onderneming een marktaandeel van [40-50 %] (4) zou overhouden. Hoewel de maatregel de toename niet volledig ongedaan zou maken, zou zij de intrede van een nieuwe marktdeelnemer op de markt van Noorwegen/Zweden mogelijk maken. Hierdoor zou de vermindering van het aantal deelnemers op deze markt worden gecompenseerd. Als een kleinere, reeds op de markten actieve concurrent de fabriek in Sveberg zou overnemen, dan zou dit tot een evenwichtiger marktstructuur en tot een passende concurrentiedwang voor Sonoco/Ahlstrom leiden.

(23)

Wegens de door de partijen gedane toezeggingen doet de aangemelde concentratie geen ernstige twijfels rijzen omtrent de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt en met de EER-overeenkomst. De beschikking is gegeven overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4064/89 en artikel 57 van de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1310/97 (PB L 180 van 9.7.1997, blz. 1).

(2)  Het Europese vasteland omvat: Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, de Benelux, Italië, Spanje, Portugal en Griekenland.

(3)  Denemarken, Zweden en Noorwegen.

(4)  Op bepaalde plaatsen in deze tekst werd vertrouwelijke informatie weggelaten; het weggelaten gedeelte wordt aangegeven met vierkante haken en een asterisk.

(5)  Een bindende overeenkomst voor de verkoop van Sveberg moet met een geschikte koper worden gesloten vóór de joint venture kan worden opgericht.