14.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 151/21


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 9 juni 2005

tot wijziging van Beschikking 2005/393/EG wat betreft uitzonderingen op het verplaatsingsverbod voor verplaatsingen binnen de lidstaat van dieren uit de beperkingsgebieden

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1689)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/434/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/75/EG van de Raad van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder c), en artikel 19, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2000/75/EG bevat controlevoorschriften en maatregelen ter bestrijding van bluetongue in de Gemeenschap, waaronder de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden en een verbod op verplaatsingen van dieren uit die gebieden.

(2)

Beschikking 2005/393/EG van de Commissie (2) bakent de algemene geografische gebieden af waarin de lidstaten beschermings- en toezichtsgebieden („beperkingsgebieden”) in verband met bluetongue moeten instellen. Ook worden voorwaarden vastgesteld voor uitzonderingen op het verplaatsingsverbod van Richtlijn 2000/75/EG („verplaatsingsverbod”) voor bepaalde verplaatsingen van dieren en van sperma, eicellen en embryo's daarvan uit de beperkingsgebieden.

(3)

Als in een beslag een vaccinatieprogramma is uitgevoerd, is de viruscirculatie zo sterk teruggebracht dat de verplaatsing van jonge dieren uit het beperkingsgebied naar bedrijven buiten het gebied waar de vectoren onder controle zijn, als een aanvaardbaar risico beschouwd mag worden.

(4)

Op 14 maart 2005 heeft een werkgroep van de Commissie voor de Terrestrial Animal Health Code (Gezondheidscode voor landdieren) van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE) een rapport uitgebracht over de verschillende aspecten van de voorschriften die voor de verplaatsing van dieren moeten gelden in verband met bluetongue.

(5)

Die werkgroep kwam tot de conclusie dat een viremie van meer dan 60 dagen voor verplaatsingen van dieren geen risico van betekenis inhoudt, zodat dieren die langer dan 60 dagen tegen vectoren beschermd zijn, als veilig beschouwd moeten worden.

(6)

Daar seroconversie na infectie maximaal na 28 dagen optreedt, concludeerde de werkgroep voorts dat een dier veilig is als het gedurende een periode van meer dan 28 dagen tegen vectoren beschermd is en na die 28 dagen slechts eenmaal negatief gereageerd heeft op een serologische test.

(7)

Daar een virologische test zeven dagen na de infectie altijd positief is, concludeerde de werkgroep verder dat een dier veilig is als het gedurende een periode van meer dan zeven dagen tegen vectoren beschermd is en na die periode eenmaal negatief gereageerd heeft op een virologische test.

(8)

Beschikking 2005/393/EG moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Wijzigingen van Beschikking 2005/393/EG

Beschikking 2005/393/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3, lid 2, komt als volgt te luiden:

„2.   De bevoegde autoriteit staat een uitzondering op het verplaatsingsverbod toe voor verplaatsingen binnen de lidstaat zoals bedoeld in lid 1, indien:

a)

de dieren afkomstig zijn van een beslag dat is gevaccineerd overeenkomstig een door de bevoegde autoriteit goedgekeurd vaccinatieprogramma, en

b)

de dieren:

i)

meer dan dertig dagen maar minder dan twaalf maanden vóór de datum van de verplaatsing zijn gevaccineerd tegen het serotype of de serotypen die aanwezig zijn of mogelijk aanwezig zijn in een uit epizoötiologisch oogpunt relevant gebied van oorsprong, of

ii)

op de dag van de verplaatsing minder dan twee maanden oud zijn en bestemd zijn voor een mestbedrijf dat tegen vectoren beschermd is en door de bevoegde autoriteit als mestbedrijf is geregistreerd.”

2)

Bijlage II, deel A, komt als volgt te luiden:

„A.

Levende dieren moeten tegen culicoïdes zijn beschermd:

1)

ten minste gedurende 60 dagen vóór de verplaatsing, of

2)

ten minste gedurende de laatste 28 dagen vóór de verplaatsing en in die periode negatief hebben gereageerd op een serologische test voor de opsporing van antilichamen tegen de bluetonguevirusgroep, bijvoorbeeld de competitie-ELISA op bluetongue of de AGID-test, waarbij die test is uitgevoerd op monsters die ten minste 28 dagen na het begin van de bescherming tegen vectoren zijn afgenomen, of

3)

ten minste gedurende zeven dagen vóór de verplaatsing en in die periode negatief hebben gereageerd op een virusisolatietest of een PCR-test op bluetongue, waarbij die test is uitgevoerd op monsters die ten minste zeven dagen na het begin van de bescherming tegen vectoren zijn afgenomen, en

4)

tijdens het vervoer naar de plaats van verzending.”.

Artikel 2

Toepassing

Deze beschikking is van toepassing vanaf 4 juli 2005.

Artikel 3

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 9 juni 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 327 van 22.12.2000, blz. 74.

(2)  PB L 130 van 24.5.2005, blz. 22.