17.5.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 124/41


BESLUIT VAN DE RAAD

van 3 maart 2005

betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

(2005/372/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 63, punt 3, onder b), juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, tweede zin en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gelet op het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft namens de Europese Gemeenschap onderhandeld over een overeenkomst met de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven.

(2)

De overeenkomst is, behoudens eventuele sluiting op een later tijdstip, op 4 juni 2004 namens de Europese Gemeenschap ondertekend in overeenstemming met het besluit van 25 november 2003.

(3)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd.

(4)

Door de overeenkomst wordt een gemengd comité ingesteld dat beslissingen met rechtskracht kan nemen en derhalve moet worden bepaald wie de Gemeenschap in dat comité vertegenwoordigt en moet worden voorzien in een procedure waarin wordt vastgelegd hoe een communautair standpunt tot stand komt.

(5)

Overeenkomstig artikel 3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, heeft het Verenigd Koninkrijk laten weten dat het wenst deel te nemen aan de aanneming en toepassing van dit besluit.

(6)

Ierland neemt, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet deel aan de aanneming van dit besluit. Dit besluit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland.

(7)

Denemarken neemt, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet deel aan de aanneming van dit besluit. Dit besluit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven en de daaraan gehechte verklaringen worden namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht de in artikel 21, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.

Artikel 3

De Commissie, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten, vertegenwoordigt de Gemeenschap in het Gemengd Comité overname, ingesteld bij artikel 17 van de overeenkomst.

Artikel 4

Het standpunt dat de Gemeenschap in het Gemengd Comité overname inneemt met betrekking tot de goedkeuring van zijn reglement van orde, als voorgeschreven in artikel 17, lid 5, van de overeenkomst, wordt door de Commissie, na overleg met een door de Raad ingesteld bijzonder comité, bepaald.

Voor alle andere beslissingen van het comité wordt het standpunt van de Gemeenschap door de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vastgesteld.

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 3 maart 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

F. BILTGEN



17.5.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 124/43


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

en

DE DEMOCRATISCHE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK SRI LANKA, hierna „Sri Lanka” te noemen,

hierna „de overeenkomstsluitende partijen” te noemen,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde de illegale immigratie efficiënter te bestrijden,

BEZORGD over de belangrijke toename van de activiteiten van georganiseerde criminele groepen in verband met de smokkel van migranten en van andere daarmee verband houdende activiteiten,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka of een van de lidstaten van de Europese Unie en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten van de Europese Unie en Sri Lanka krachtens het internationale recht,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken in overeenstemming met het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

lidstaat: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken;

b)

onderdaan van een lidstaat: elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden;

c)

onderdaan van Sri Lanka: elke persoon die het staatsburgerschap van Sri Lanka bezit;

d)

onderdaan van een derde land: elke persoon met een andere nationaliteit of staatsburgerschap dan die van Sri Lanka of een van de lidstaten;

e)

staatloze: elke persoon die geen nationaliteit bezit. Hiertoe behoren niet de personen aan wie na binnenkomst op het grondgebied van respectievelijk Sri Lanka of een van de lidstaten de nationaliteit is ontnomen of die daaraan hebben verzaakt, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die staat hebben ontvangen;

f)

verblijfsvergunning: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op hun grondgebied te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om in verband met de behandeling van een asielverzoek of de aanvraag van een verblijfsvergunning op het grondgebied te verblijven;

g)

visum: een door Sri Lanka of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen besluit dat nodig is om het grondgebied binnen te komen of door te reizen. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder.

DEEL I

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR SRI LANKA

Artikel 2

Overname van eigen onderdanen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer kan worden aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Sri Lanka.

2.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon indien nodig en onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt Sri Lanka de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 3

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Sri Lanka neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt, dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door Sri Lanka; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van Sri Lanka het grondgebied van de lidstaten illegaal zijn binnengekomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van Sri Lanka in de zin van deze alinea wanneer hij het grondgebied van de lidstaten per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via de internationale luchthaven van Colombo; of

b)

de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze, voor of na binnenkomst op zijn grondgebied, een visum of verblijfsvergunning heeft afgeleverd tenzij die persoon in het bezit is van een door Sri Lanka afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Op verzoek van een lidstaat verstrekt Sri Lanka de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan geeft Sri Lanka zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument af met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer Sri Lanka de ontvangst van het verzoek van een lidstaat niet binnen de 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat het in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL II

OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

Artikel 4

Overname van eigen onderdanen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen dan verlengt de betrokken lidstaat onverwijld de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

Artikel 5

Overname van onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Sri Lanka en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Sri Lanka, wanneer wordt aangetoond of op basis van een begin van bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat die personen:

a)

bij binnenkomst in het bezit waren van een geldig visum of geldige verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte lidstaat; of

b)

rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte lidstaat het grondgebied van Sri Lanka illegaal zijn binnenkomen. Een persoon komt rechtstreeks van het grondgebied van de aangezochte lidstaat in de zin van deze alinea wanneer hij Sri Lanka per vliegtuig of schip binnenkomt zonder vooraf een ander land te zijn ingereisd.

2.   De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:

a)

de onderdaan van een derde land of de staatloze slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat; of

b)

Sri Lanka aan de onderdaan van een derde land of de staatloze voor of na binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven tenzij die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn.

3.   Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de langste geldigheidstermijn heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameplicht op de lidstaat die het document met de recentste vervaldatum heeft afgegeven.

4.   Op verzoek van Sri Lanka verstrekt een lidstaat de over te nemen persoon onverwijld de voor zijn terugkeer vereiste reisdocumenten met een geldigheidstermijn van ten minste zes maanden. Kan de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument worden overgedragen, dan geeft de betrokken lidstaat zo spoedig mogelijk een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn af. Dit moet normaal binnen 14 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen gebeuren. Wanneer de betrokken lidstaat de ontvangst van het verzoek van Sri Lanka niet binnen 30 kalenderdagen heeft bevestigd, dan wordt aangenomen dat hij in verband met de terugkeer instemt met het gebruik van het gemeenschappelijk voorlopig reisdocument dat als bijlage 7 aan deze overeenkomst is gehecht.

DEEL III

OVERNAMEPROCEDURE

Artikel 6

Beginsel

1.   Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, moet voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in artikelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overnameverzoek worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.   Het overnameverzoek kan worden vervangen door een schriftelijke mededeling aan de aangezochte staat binnen een redelijke termijn voor de terugkeer van de betrokken persoon op voorwaarde dat:

a)

de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, indien van toepassing, een geldig visum of geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat; en

b)

de over te nemen persoon bereid is naar de aangezochte staat terug te keren.

Artikel 7

Overnameverzoek

1.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, de volgende gegevens bevatten:

a)

personalia van de over te dragen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum en -plaats, geslacht, persoonsbeschrijving, naam van vader en moeder, huidige en vorige nationaliteiten, taal, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote, kinderen (in voorkomend geval) en van andere verwanten, laatste verblijfplaats, nummer van paspoort of identiteitskaart, rijbewijs, bezochte scholen);

b)

vermelding van de middelen waarmee het bewijs of begin van bewijs van de nationaliteit, doorreis en illegale binnenkomst en verblijf zal worden geleverd.

2.   Het overnameverzoek moet, voorzover mogelijk, ook de volgende inlichtingen bevatten:

a)

verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, op voorwaarde dat de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

b)

alle andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen die voor deze individuele overdracht nodig kunnen zijn.

3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

Artikel 8

Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.   Het bewijs van de nationaliteit of vaste verblijfplaats overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd, erkennen de lidstaten en Sri Lanka de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.   Het begin van bewijs van de nationaliteit overeenkomstig lid 1 van de artikelen 2 en 4 kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 bij deze overeenkomst genoemde documenten, zelfs indien hun geldigheidstermijn is verstreken. Het begin van bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.   Behalve wanneer authentieke documenten als bedoeld in bijlage 1 kunnen worden voorgelegd, kan de bevoegde diplomatieke vertegenwoordiging van Sri Lanka of van de betrokken lidstaat, wanneer nodig en op verzoek, de nodige maatregelen nemen om de over te nemen persoon onverwijld te ondervragen om zijn nationaliteit vast te stellen.

Artikel 9

Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatlozen

1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt tussen de overeenkomstsluitende partijen zonder verder onderzoek erkend.

2.   Een begin van bewijs dat is voldaan aan de in lid 1 van de artikelen 3 en 5 genoemde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 bij deze overeenkomst vermelde bewijsmiddelen; het bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dit begin van bewijs is geleverd, nemen de lidstaten en Sri Lanka aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. In twijfelgevallen plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg met het oog op onverwijlde ondervraging van de over te nemen persoon.

3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, aanwezigheid of verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het voor het grondgebied van de verzoekende staat vereiste visum of een andere verblijfsvergunning ontbreken. Een verklaring van de verzoekende staat waarin hij vaststelt dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de nodige reisdocumenten, visum of verblijfsvergunning vormt eveneens het begin van bewijs van de illegale binnenkomst, aanwezigheid of verblijf.

Artikel 10

Termijnen

1.   Het overnameverzoek moet door de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste een jaar nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze niet of niet meer de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf vervult. Indien er juridische of feitelijke belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn, op verzoek, verlengd doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.   Een overnameverzoek moet zonder uitstel en normaal binnen 15 kalenderdagen en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen worden beantwoord en de afwijzing van een overnameverzoek moet worden gemotiveerd. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Heeft binnen deze termijn geen ontvangstbevestiging plaatsgevonden dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

3.   Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, indien de ontvangst niet binnen de termijn van 30 kalenderdagen is bevestigd, wordt de betrokken persoon zonder uitstel en uiterlijk binnen de drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek worden verlengd met de tijd die nodig was om de juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 11

Overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer

1.   Voordat een persoon wordt overgedragen, treffen de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka en van de betrokken lidstaat schriftelijk en van tevoren regelingen met betrekking tot de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.   Geen enkele wijze van vervoer, hetzij door de lucht, over land of over zee, is verboden. De overdracht per vliegtuig is niet beperkt tot het gebruik van de nationale luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen en kan plaatsvinden met gebruikmaking van lijn- en chartervluchten. In geval van begeleide overdracht mogen naast gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Sri Lanka of een andere lidstaat voor de begeleiding instaan. Sri Lanka en de betrokken lidstaat plegen voorafgaand overleg over de modaliteiten van chartervluchten.

DEEL IV

DOORGELEIDING

Artikel 12

Beginselen

1.   De lidstaten en Sri Lanka doen het nodige om doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen te beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.   Sri Lanka staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen over zijn grondgebied toe indien Sri Lanka daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doortocht en de overname door de staat van bestemming verzekerd zijn.

3.   Doorgeleiding kan door Sri Lanka of een lidstaat worden geweigerd:

a)

indien de onderdaan van een derde land of de staatloze in een andere staat van doortocht of in de staat van bestemming het risico loopt te worden vervolgd of zou kunnen blootstaan aan strafvervolging of sancties, of op het grondgebied van de aangezochte staat zou kunnen blootstaan aan strafvervolging;

b)

om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.   Sri Lanka of een lidstaat kunnen elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid 3 voordoen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doortocht of de overname door de staat van bestemming niet meer verzekerd is.

Artikel 13

Doorgeleidingsprocedure

1.   Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten en moet de volgende inlichtingen bevatten:

a)

type van doorgeleiding (door de lucht, over land of zee); eventuele andere staten van doortocht en beoogde eindbestemming;

b)

personalia van de betrokken persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, meisjesnaam, bijnamen of pseudoniemen, geboortedatum, geslacht en — zo mogelijk — geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

c)

voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

d)

een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 12, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 12, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 bij deze overeenkomst opgenomen.

2.   De aangezochte staat brengt de verzoekende staat onverwijld schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.

3.   Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat steunen, mits onderling overleg, de doorgeleiding, met name door toezicht op de betrokkenen en stellen daartoe geschikte voorzieningen beschikbaar.

DEEL V

KOSTEN

Artikel 14

Kosten van vervoer en doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerkosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

DEEL VI

GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

Artikel 15

Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Sri Lanka of een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval is onderworpen aan de wetgeving van Sri Lanka en, wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat als controleur optreedt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Publicatieblad L 281 van 23 november 1995, blz. 31) en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

a)

persoonsgegevens moeten redelijk en rechtmatig worden verwerkt;

b)

persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

c)

persoonsgegevens moeten toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en/of vervolgens worden verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

de personalia van de over te dragen persoon (naam, voornamen, eventuele vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen, geslacht, naam van vader en moeder, geboortedatum en -plaats, huidige en vorige nationaliteit, laatste verblijfplaats, bezochte scholen, burgerlijke staat, namen van echtgenoot/echtgenote en (in voorkomend geval) kinderen en van andere verwanten);

paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

stopplaatsen en reisroutes;

andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

d)

persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten zo nodig worden bijgewerkt;

e)

persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, noodzakelijk is;

f)

de mededelende en de ontvangende autoriteit nemen alle maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende rectificatie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat de gegevens niet toereikend, terzake dienend of bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke rectificatie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

g)

op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

h)

persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

i)

de mededelende en ontvangende autoriteiten zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 16

Onverminderde toepasselijkheid

1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gemeenschap, de lidstaten en Sri Lanka die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit elk internationaal verdrag of overeenkomst waarbij zij partij zijn.

2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon onder andere formele of informele regelingen.

DEEL VII

TENUITVOERLEGGING EN TOEPASSING

Artikel 17

Gemengd Comité overname

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een gemengd comité overname (hierna „het gemengd comité” genoemd) in dat met name:

a)

de toepassing van deze overeenkomst volgt;

b)

uitvoeringsbepalingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige uitvoering van de overeenkomst;

c)

geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka op grond van artikel 18 zijn opgesteld;

d)

specifieke uitvoeringsbepalingen vaststelt met het oog op een ordelijk beheer van de stroom terugkerenden;

e)

wijzigingen aan de bijlagen bij deze overeenkomst voorstelt;

f)

aanbevelingen doet inzake wijzigingen aan deze overeenkomst.

2.   De besluiten van het gemengd comité zijn bindend voor de partijen.

3.   Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Sri Lanka. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten.

4.   Het gemengd comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 18

Uitvoeringsprotocollen

1.   Sri Lanka en een lidstaat kunnen uitvoeringsprotocollen opstellen die betrekking hebben op de regels inzake:

a)

de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

b)

de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatlozen onder begeleiding;

c)

andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4 van deze overeenkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het gemengd comité overname (artikel 17) daarvan in kennis is gesteld.

3.   Sri Lanka stemt er mee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook in zijn betrekkingen met alle andere lidstaten, op verzoek van deze laatste, toe te passen.

Artikel 19

Betrekking tot bilaterale overnameovereenkomsten of regelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van alle bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven die op grond van artikel 18 tussen afzonderlijke lidstaten en Sri Lanka zijn of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van deze bilaterale overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

DEEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Territoriale toepassing

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en op het grondgebied van Sri Lanka.

2.   Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 21

Inwerkingtreding, duur en opzegging

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn vervuld.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 22

Bijlagen

Bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Gedaan te Colombo, de vierde juni tweeduizendvier, in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal en in het Sinhala en het Tamil, zijnde alle teksten geleidelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka

Image