24.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/47


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 14 maart 2005

waarbij Denemarken gemachtigd wordt tot toepassing van een maatregel die afwijkt van artikel 14, lid 1, onder d), van Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

(2005/258/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), en met name op artikel 27, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 17 mei 2004, hebben de Deense autoriteiten de Commissie verzocht om bijzondere, van de richtlijn afwijkende maatregelen te mogen nemen om bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen. Zij verschaften de Commissie daartoe alle benodigde informatie. De overige lidstaten werden op 15 oktober 2004 van het verzoek in kennis gesteld.

(2)

De derogatiemaatregel strekt ertoe bepaalde bladen en tijdschriften die in Denemarken worden ingevoerd, van de vrijstelling uit hoofde van artikel 14, lid 1, onder d), van de richtlijn uit te sluiten en aan de BTW te onderwerpen. Artikel 14, lid 1, onder d), is ten uitvoer gelegd bij Richtlijn 83/181/EEG (2) waarin wordt bepaald dat de invoer van goederen met een totale waarde van niet meer dan 10 EUR is vrijgesteld. De lidstaten kunnen voorts vrijstelling verlenen voor de invoer van goederen met een totale waarde van meer dan 10 EUR maar niet meer dan 22 EUR. Denemarken verleent thans vrijstelling van BTW voor alle kleine zendingen met een commercieel karakter die vanuit derde landen worden ingevoerd. Het drempelbedrag voor deze vrijstelling bedraagt 80 DKK (10 EUR).

(3)

De Deense autoriteiten hebben vastgesteld dat enkele uitgeverijen de verzending van hun publicaties aan abonnees in Denemarken omleiden via gebieden die niet onder de Zesde BTW-richtlijn vallen, wat tot een inkomstenderving voor Denemarken leidt en derhalve negatieve gevolgen heeft voor de eigen middelen van de Gemeenschap. Het gevaar bestaat dat nog meer inkomsten verloren zullen gaan tenzij Denemarken wordt gemachtigd om deze vorm van belastingontwijking te voorkomen.

(4)

Het derogatieverzoek beoogt uitsluitend zendingen en situaties in het kader van de ontwijkingsconstructie en strekt er niet toe alle postorderzendingen van de vrijstelling uit te sluiten op basis van artikel 22 van Richtlijn 83/181/EEG. De voorgenomen derogatie van artikel 14, lid 1, onder d), van Richtlijn 77/388/EEG lijkt derhalve onder deze omstandigheden de meest passende oplossing te zijn.

(5)

De derogatie voorkomt dat BTW-inkomsten verloren gaan en zal derhalve geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Gemeenschappen,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij wijze van afwijking van artikel 14, lid 1, onder d), van Richtlijn 77/388/EEG wordt Denemarken gemachtigd BTW te heffen op de invoer in Denemarken van bladen, tijdschriften en soortgelijke publicaties die op het grondgebied van de Gemeenschap, zoals omschreven in artikel 3 van die richtlijn, zijn gedrukt en aan particulieren in Denemarken worden toegezonden.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing tot en met 31 december 2010.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Denemarken.

Gedaan te Brussel, 14 maart 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

F. BODEN


(1)  PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/66/EG (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 35).

(2)  PB L 105 van 23.4.1983, blz. 38. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.