29.1.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 27/52


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 28 januari 2005

betreffende bepaalde aanvullende overgangsgaranties voor Denemarken in verband met de wijziging van zijn status als lidstaat waar niet tegen Newcastle disease wordt ingeënt

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 143)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/65/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/539/EEG van de Raad van 15 oktober 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (1), en met name op artikel 12, leden 2 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 91/552/EEG van de Commissie van 27 september 1991 tot vaststelling van de status van Denemarken ten aanzien van Newcastle disease (pseudo-vogelpest (2)), is de status van Denemarken als lidstaat waar niet tegen Newcastle disease wordt ingeënt in het kader van het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van levend pluimvee vastgesteld.

(2)

Wegens recente ontwikkelingen in de situatie ten aanzien van Newcastle disease is Denemarken voornemens inenting van pluimvee tegen die ziekte in te voeren en zijn status van lidstaat waar niet tegen Newcastle disease wordt ingeënt, moet daarom overeenkomstig Richtlijn 90/539/EEG worden opgeschort.

(3)

Om de huidige situatie ten aanzien van de gezondheid van pluimvee in Denemarken tijdens de invoeringsfase van de inenting tegen Newcastle disease te vrijwaren, is het dienstig dat overgangsvoorschriften worden vastgesteld voor aanvullende garanties met betrekking tot zendingen naar die lidstaat gedurende een bepaalde periode.

(4)

Dienovereenkomstig moeten Denemarken bepaalde aanvullende garanties worden geboden, die onderzoek van levend pluimvee omvatten, als bedoeld in Beschikking 92/340/EEG van de Commissie (3) met betrekking tot het onderzoek van pluimvee op Newcastle disease vóór verzending.

(5)

Beschikking 91/552/EEG moet daarom worden ingetrokken.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Werkingssfeer en onderwerp

Deze beschikking is van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer van pluimvee, als omschreven in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 90/539/EEG, dat naar Denemarken wordt verzonden uit lidstaten die niet de status hebben van lidstaat waar niet tegen Newcastle disease wordt ingeënt, als bedoeld in artikel 12, lid 2, van die richtlijn, en uit derde landen.

Artikel 2

Voorafgaande toestemming voor de verzending van pluimvee naar Denemarken

Vóór de verzending van pluimvee wordt de bevoegde veterinaire autoriteit van Denemarken om voorafgaande toestemming verzocht.

Dat verzoek om toestemming bevat gegevens over het soort vaccin en het inentingsplan voor de immunisatie van pluimvee tegen Newcastle disease.

Artikel 3

Bemonstering en onderzoek van pluimvee voor verzending naar Denemarken

De bevoegde autoriteit van Denemarken kan verlangen dat het pluimvee wordt onderzocht overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Beschikking 92/340/EEG, rekening houdend met de overeenkomstig artikel 2 van deze beschikking verstrekte gegevens.

Artikel 4

Weigering van zendingen pluimvee door Denemarken

Als Denemarken, rekening houdend met de overeenkomstig artikel 2 van deze beschikking verstrekte gegevens en de uitkomst van het in artikel 3 van deze beschikking bedoelde onderzoek, besluit om geen toestemming te verlenen voor het binnenbrengen van een zending pluimvee op zijn grondgebied, deelt het de Commissie en de andere betrokken lidstaat of derde landen de redenen voor zijn besluit mee.

Artikel 5

Intrekking van Beschikking 91/552/EEG

Beschikking 91/552/EEG wordt ingetrokken.

Artikel 6

Toepasselijkheid

Deze beschikking is van toepassing tot 28 februari 2006.

Artikel 7

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 28 januari 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 303 van 31.10.1990, blz. 6. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(2)  PB L 298 van 29.10.1991, blz. 21.

(3)  PB L 188 van 8.7.1992, blz. 34.