1.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 79/3


ADVIES VAN DE RAAD

van 18 januari 2005

over het geactualiseerde convergentieprogramma van Tsjechië voor de periode 2004-2007

(2005/C 79/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 9, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

Op 18 januari 2005 heeft de Raad het geactualiseerde convergentieprogramma van Tsjechië voor de periode 2004-2007 onderzocht. Het programma voldoet over het geheel genomen aan de gegevensvereisten van de „gedragscode voor de inhoud en de vorm van de stabiliteits- en convergentieprogramma's”. Met name zijn de uitgaven- en inkomstenquote niet volledig geconsolideerd overeenkomstig de statistische normen van het ESR 1995, hoewel na de indiening van het geactualiseerde programma herziene gegevens werden meegedeeld. Tsjechië wordt dan ook verzocht zich aan de gegevensvereisten te houden.

In het programma zijn verschillende scenario's voor de macro-economische en budgettaire prognoses opgenomen: een basisscenario, een optimistisch scenario en een pessimistisch scenario. Het basisscenario wordt als referentiescenario beschouwd voor de beoordeling van de begrotings-prognoses omdat het gebaseerd is op aannemelijke groeihypothesen. Dit scenario voorspelt een reële BBP-groei van 3,8 % in 2004. Voor 2005 wordt een groei van 3,6 % verwacht, waarna het groeitempo iets zal versnellen tot 3,8 % in 2007. De inflatieprognoses lijken realistisch.

Op 5 juli 2004 heeft de Raad geconcludeerd dat Tsjechië een buitensporig tekort heeft en aanbevolen deze situatie tegen 2008 te verhelpen.

Het programma beoogt het tekort van 5,2 % van het BBP in 2004 (inclusief eenmalige uitgaven van circa 1,2 % van het BBP) in 2008 terug te dringen tot onder de referentiewaarde van 3 % van het BBP overeenkomstig de aanbeveling van de Raad ingevolge artikel 104, lid 7. Vergeleken met het in mei 2004 ingediende programma zijn de streefcijfers voor het tekort voor de periode 2005-2007 niet gewijzigd, hoewel de groei van het BBP naar boven is bijgesteld en het begrotingsresultaat voor 2004 (exclusief eenmalige maatregelen) gunstiger is dan verwacht. Verder mikt het programma op een daling van het overheidstekort met 1,9 procentpunt tussen 2004 en 2007 en een afname van het primaire tekort met 2,3 procentpunt in dezelfde periode. Er wordt uitgegaan van een geleidelijke aanpassing met circa 0,5 % van het BBP per jaar, behalve in 2006 wanneer een verbetering van het tekort met bijna 1 % van het BBP wordt verwacht. Volgens de prognoses zullen zowel de inkomsten als de uitgaven gedurende de programmaperiode dalen (als percentage van het BBP); de enige uitgavenpost die zal stijgen is die van de overheidsinvesteringen, die naar verwacht zullen toenemen van 4,2 % van het BBP in 2003 tot 4,6 % van het BBP in 2007, ruim boven het EU-gemiddelde (2,4 van het BBP in 2004).

Over het geheel genomen lijken de risico's die aan de begrotingsprognoses kleven evenwichtig. Enerzijds kunnen volgens het macro-economische scenario de inkomsten hoger en de uitgaven lager uitvallen dan verwacht. Bovendien lijken overheidsgaranties en schuldovernames geen al te grote risico's in te houden voor de begrotingsdoelstellingen. Anderzijds moet nog overeenstemming worden bereikt over belangrijke bezuinigingsoperaties, met name op het gebied van de overheidsconsumptie, wil Tsjechië zich in 2006 en 2007 aan de uitgavenplafonds kunnen houden. Bovendien is de nakoming van deze uitgavenverplichting onzeker gezien de voor juni 2006 geplande parlementsverkiezingen. In het licht van deze risicobeoordeling lijkt de begrotingsstrategie die in het programma wordt geschetst te volstaan om het tekort tegen 2008 terug te dringen tot onder 3 % van het BBP zoals in het programma is aangegeven.

De schuldquote zou in 2004 38,6 % van het BBP hebben bedragen en daarmee ruim onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het BBP zijn gebleven. Wel wordt een stijging van de schuldquote verwacht van 1,4 procentpunt gedurende de programmaperiode.

De houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Tsjechië op lange termijn lijkt ernstig in het gedrang te komen gezien de zeer hoge kosten van de vergrijzing. Met name dient de begrotingsconsolidatiestrategie die in het programma wordt geschetst, gepaard te gaan met aanvullende hervormingen om de houdbaarheidsrisico's in verband met de verwachte stijging van de uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg, tegen te gaan.

De in het geactualiseerde programma geschetste economische beleidsmaatregelen zijn gedeeltelijk in overeenstemming met de landenspecifieke globale richtsnoeren voor het economisch beleid op het gebied van de overheidsfinanciën. Enerzijds houdt het programma zich aan de aanbeveling van de Raad inzake een verlaging van het overheidstekort en is deze verlaging gebaseerd op juridisch bindende uitgavenplafonds voor de middellange termijn. Anderzijds is de aanbevolen matiging van de loonkosten van de centrale overheid overeenkomstig het convergentieprogramma van mei moeilijk uitvoerbaar gebleken en zouden de maatregelen om de tekorten en de schuldenlast van regionale overheden en gemeenten te beperken, wel eens ontoereikend kunnen zijn. Bovendien worden geen concrete stappen aangegeven om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te waarborgen, met name door de hervorming van het pensioenstelsel en de gezondheidszorg.

Op grond van deze evaluatie en in het licht van de aanbevelingen van de Raad ingevolge artikel 104, lid 7, beveelt de Raad Tsjechië aan om meevallende inkomsten aan te wenden om het tekort te verminderen en zich strikt te houden aan de uitgavenplafonds voor de centrale overheid op middellange termijn, welke vanaf 2006 juridisch bindend zullen zijn. Verder wordt Tsjechië verzocht de hervorming van het pensioenstelsel te versnellen en de hervorming van het gezondheidszorgstelsel ter hand te nemen om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te verbeteren.

Vergelijking tussen de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

 

2004

2005

2006

2007

Reëel BBP

(verandering in %)

CP december 2004

3,8

3,6

3,7

3,8

COM najaar 2004

3,8

3,8

4,0

n.b.

CP mei 2004

2,8

3,1

3,3

3,5

HICP-inflatie

(%)

CP december 2004

2,7

3,2

2,6

2,2

COM najaar 2004

2,8

3,1

2,9

n.b.

CP mei 2004

2,8

2,6

2,2

2,2

Overheidssaldo

(% van het BBP)

CP december 2004

– 5,2

– 4,7

– 3,8

– 3,3

COM najaar 2004

– 4,8 (2)

– 4,7

– 4,3

n.b.

CP mei 2004

– 5,3

– 4,7

– 3,8

– 3,3

Primair saldo

(% van het BBP)

CP december 2004

– 4,0

– 3,3

– 2,3

– 1,7

COM najaar 2004

– 3,6 (2)

– 3,3

– 2,9

n.b.

CP mei 2004

– 4,1

– 3,4

– 2,4

– 1,7

Bruto-overheidsschuld

(% van het BBP)

CP december 2004

38,6

38,3

39,2

40,0

COM najaar 2004

37,8 (2)

39,4

40,6

n.b.

CP mei 2004

38,4

39,7

41,0

41,7

Bronnen:

Convergentieprogramma (CP); Economische prognoses van de diensten van de Commissie (COM)


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

(2)  De prognoses van de diensten van de Commissie voor 2004 laten de overheidsgarantie ten belope van 0,8 % van het BBP buiten beschouwing.

Bronnen:

Convergentieprogramma (CP); Economische prognoses van de diensten van de Commissie (COM)