10.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 334/3


VERORDENING (EG) Nr. 1937/2004 VAN DE COMMISSIE

van 9 november 2004

tot wijziging van de bijlagen I, II, III en IV bij Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (1), en met name op artikel 74,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad zijn de nationale bevoegdheidsregels opgesomd. In bijlage II zijn de lijsten opgenomen van de gerechten of autoriteiten die in de lidstaten bevoegd zijn voor de behandeling van verzoeken om een verklaring van uitvoerbaarheid. In bijlage III zijn de gerechten opgesomd waarbij rechtsmiddelen tegen dergelijke beslissingen kunnen worden ingesteld en in bijlage IV zijn de overeenkomstige rechtsmiddelen opgenomen.

(2)

De bijlagen I, II, III en IV bij Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad werden gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003 teneinde de nationale bevoegdheidsregels, de lijsten van gerechten of bevoegde autoriteiten en de rechtsmiddelen van de toetredende landen op te nemen.

(3)

Frankrijk, Letland, Litouwen, Slovenië en Slowakije hebben de Commissie in kennis gesteld van teksten tot wijziging van de in de bijlagen I, II, III en IV opgenomen lijsten.

(4)

Verordening (EG) nr. 44/2001 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 44/2001 wordt als volgt gewijzigd:

1)

bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

het op Letland betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Letland: artikel 27 en artikel 28, leden 3, 5, 6 en 9 van Civilprocesa likums (Wet betreffende het burgerlijke procesrecht);”;

b)

het op Slovenië betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slovenië: artikel 48, lid 2, van Zakon o medarodnem zasebnem pravu in postopku (Wet betreffende het internationale privaatrecht en de internationale privaatrechtelijke procesvoering), in samenhang met artikel 47, lid 2, van Zakon o pravdnem postopku (Wet betreffende het burgerlijk procesrecht) en artikel 58, lid 1, van Zakon o medarodnem zasebnem pravu in postopku (Wet betreffende het internationale privaatrecht en de internationale privaatrechtelijke procesvoering), in samenhang met artikel 57, lid 1, en artikel 47, lid 2, van Zakon o pravdnem postopku (Wet betreffende het burgerlijke procesrecht)”;

c)

het op Slowakije betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slowakije: artikel 37 tot en met artikel 37, onder e, van Wet 97/1963 betreffende het internationale privaatrecht en de internationale privaatrechtelijke procesvoering”.

2)

bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

het op Frankrijk betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Frankrijk:

a)

de „greffier en chef du tribunal de grande instance”,

b)

de „président de la chambre départementale des notaires” in geval van een verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid van een authentieke notariële akte”;

b)

het op Slovenië betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slovenië, de „okrožno sodišce” ”;

c)

het op Slowakije betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slowakije, de „okresný súd” ”.

3)

bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

het op Frankrijk betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Frankrijk:

a)

de „cour d’appel” in geval van beslissingen waarbij het verzoek wordt ingewilligd,

b)

de president van het „tribunal de grande instance” in geval van beslissingen waarbij het verzoek wordt afgewezen”;

b)

het op Litouwen betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Litouwen, de „Lietuvos apeliacinis teismas” ”;

c)

het op Slovenië betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slovenië, de „okrožno sodišče” ”;

d)

het op Slowakije betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slowakije, de „okresný súd” ”.

4)

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

het op Litouwen betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Litouwen: beroep bij de „Lietuvos Aukščiausiasis Teismas” ”;

b)

het op Slovenië betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slovenië: beroep bij de „Vrhovno sodišče Republike Slovenije” ”;

c)

het op Slowakije betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slowakije, de „dovolanie” ”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 november 2004.

Voor de Commissie

António VITORINO

Lid van de Commissie


(1)  PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.