17.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 294/1


VERORDENING (EG) Nr. 1615/2004 VAN DE RAAD

van 13 september 2004

tot beëindiging van de antidumpingprocedure betreffende gewalste platte producten, van ijzer of van niet gelegeerd staal met een breedte van 600 mm of meer, niet geplateerd, noch bekleed, opgerold, enkel warmgewalst, uit India, Taiwan en Servië en Montenegro

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), en met name op artikel 9, lid 5,

Gelet op Verordening (EG) nr. 963/2002 van de Raad van 3 juni 2002 tot vaststelling van overgangsbepalingen voor de overeenkomstig de Beschikkingen nr. 2277/96/EGKS en 1889/98/EGKS van de Commissie genomen antidumping- en antisubsidiemaatregelen, evenals voor de niet voltooide antidumping- en antisubsidieonderzoeken en de niet afgehandelde klachten en verzoeken uit hoofde van deze beschikkingen (2),

Gezien het voorstel dat de Commissie na raadpleging van het Raadgevend Comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   RECHTSGROND

(1)

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (hierna „het EGKS-Verdrag” genoemd) is op 23 juli 2002 verstreken. Producten die onder het EGKS-Verdrag vielen, vallen vanaf 24 juli 2002 onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 963/2002 is de basisverordening van toepassing op alle antidumpingonderzoeken die op die datum niet waren afgesloten.

2.   THANS GELDENDE MAATREGELEN

(2)

In februari 2000 heeft de Commissie, bij Beschikking 283/2000/EGKS (3), definitieve antidumpingrechten ingesteld op gewalste platte producten, van ijzer of van niet gelegeerd staal met een breedte van 600 mm of meer, niet geplateerd, noch bekleed, opgerold, enkel warmgewalst, (hierna „warmgewalst breedband” genoemd) uit Bulgarije, India, Taiwan, Zuid-Afrika en Servië en Montenegro.

3.   BEËINDIGING VAN DE PROCEDURE

(3)

Op grond van artikel 5 van Beschikking 2277/96/EGKS (4) heeft de Commissie op 20 december 2001, door middel van een bericht (hierna „bericht van inleiding” genoemd) in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen  (5), de inleiding bekendgemaakt van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van warmgewalst breedband uit Egypte, Hongarije, Iran, Libië, Slowakije en Turkije.

(4)

Op grond van artikel 11, lid 3, van de EGKS-Beschikking heeft de Commissie op 20 december 2001, door middel van een bericht van inleiding in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen  (6), de inleiding bekendgemaakt van een procedure voor de herziening van de definitieve antidumpingrechten en de verbintenissen die waren vastgesteld bij Beschikking 283/2000/EGKS, gewijzigd bij Beschikking 1043/2002/EGKS (7) van de Commissie, ten aanzien van warmgewalst breedband uit Bulgarije en Zuid-Afrika.

(5)

Na afloop van de onderzoeken heeft de Commissie de Raad voorgesteld definitieve antidumpingmaatregelen te nemen ten aanzien van warmgewalst breedband uit Egypte, Slowakije en Turkije. De Raad heeft het voorstel evenwel niet goedgekeurd binnen de bij de basisverordening vastgestelde termijn. Als gevolg hiervan werden geen definitieve antidumpingmaatregelen genomen ten aanzien van warmgewalst breedband uit Egypte, Slowakije en Turkije.

(6)

Non-discriminatie, gelijke behandeling in gelijke situaties, is een grondbeginsel van het Gemeenschapsrecht. Dit beginsel is ook opgenomen in artikel 9, lid 5, van de basisverordening, volgens hetwelk antidumpingrechten op niet-discriminerende wijze moeten worden ingesteld op producten, van welke oorsprong dan ook, die met schadeveroorzakende dumping worden ingevoerd.

(7)

Daarom werd geconcludeerd dat indien geen antidumpingmaatregelen werden genomen tegen warmgewalst breedband uit Egypte, Slowakije en Turkije, het discriminerend zou zijn antidumpingmaatregelen te nemen in het kader van de in overweging 4 genoemde herzieningsprocedure betreffende warmgewalst breedband uit Bulgarije en Zuid-Afrika.

(8)

Bij Verordening (EG) nr. 1616/2004 (8) van de Raad heeft de Raad de in overweging 4 genoemde herzieningsprocedure daarom beëindigd zonder dat maatregelen werden genomen tegen de invoer van warmgewalst breedband uit Bulgarije en Zuid-Afrika.

(9)

Bij Beschikking 283/2000/EGKS zijn ook definitieve antidumpingrechten ingesteld op warmgewalst breedband uit India, Taiwan en Servië en Montenegro.

(10)

Ten behoeve van een coherente aanpak en overeenkomstig het bovengenoemde beginsel van non-discriminatie dat is opgenomen in artikel 9, lid 5, van de basisverordening, moeten de lopende antidumpingprocedures betreffende warmgewalst breedband uit Taiwan, India en Servië en Montenegro worden beëindigd.

(11)

Het onderzoek betreffende de invoer van warmgewalst breedband uit Egypte, Slowakije en Turkije moest op 20 maart 2003 worden afgesloten, hetzij door het instellen van maatregelen hetzij door de beëindiging van de procedure. Daar dezelfde behandeling moet worden toegepast op warmgewalst breedband uit Taiwan, Servië en Montenegro, en India, als op warmgewalst breedband uit Egypte, Slowakije en Turkije, moet de antidumpingprocedure betreffende warmgewalst breedband uit Taiwan, Servië en Montenegro, en India met terugwerkende kracht tot 20 maart 2003 worden beëindigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De antidumpingprocedure betreffende de invoer van gewalste platte producten, van ijzer of van niet gelegeerd staal met een breedte van 600 mm of meer, niet geplateerd, noch bekleed, opgerold, enkel warmgewalst, uit Taiwan, Servië en Montenegro, en India wordt hierbij beëindigd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 20 maart 2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 september 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

B. R. BOT


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB L 149 van 7.6.2002, blz.3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1310/2002 (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 9).

(3)  PB L 31 van 5.2.2000, blz. 15. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 778/2003 van de Raad. (PB L 114 van 8.5.2003, blz. 1).

(4)  PB L 308 van 29.11.1996, blz. 11. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 435/2001/EGKS (PB L 63 van 3.3.2001, blz. 14).

(5)  PB C 364 van 20.12.2001, blz. 5.

(6)  PB C 364 van 20.12.2001, blz. 8.

(7)  PB L 157 van 15.6.2002, blz. 45.

(8)  Zie bladzijde 3 van dit Publicatieblad.