20.5.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 183/13


VERORDENING (EG) NR. 1001/2004 VAN DE COMMISSIE

van 18 mei 2004

tot aanvaarding van de verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende ammoniumnitraat uit Rusland en Oekraïne en tot registratie van de invoer van ammoniumnitraat uit Rusland en Oekraïne

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende bescherming tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (2), (hierna „de basisverordening” genoemd), met name op artikel 8, artikel 11, lid 3, artikel 21 en artikel 22, onder c),

Na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

1.   Thans geldende maatregelen

(1)

Naar aanleiding van een tussentijdse herzieningsprocedure en een herzieningsprocedure bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 658/2002 (3) een definitief antidumpingrecht ingesteld op ammoniumnitraat uit Rusland en bij Verordening (EG) nr. 132/2001 (4) een definitief antidumpingrecht op ammoniumnitraat uit Oekraïne. Bij Verordening (EG) nr. 993/2004 (5) heeft de Raad Verordening (EG) nr. 658/2002 en Verordening (EG) nr. 132/2001 gewijzigd.

(2)

Het ingestelde antidumpingrecht is een specifiek recht van 47,07 EUR/t voor Rusland en van 33,25 EUR/t voor Oekraïne.

2.   Onderzoek

(3)

Op 20 maart 2004 heeft de Commissie een bericht bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (6) waarbij zij een tussentijdse procedure inleidde voor de herziening van bovengenoemde antidumpingmaatregelen op grond van artikel 11, lid 3, en artikel 22, onder c), van de basisverordening.

(4)

De Commissie heeft deze herzieningsprocedure op eigen initiatief ingeleid om te onderzoeken of het nodig was de antidumpingmaatregelen aan te passen aan de uitbreiding van de Europese Unie op 1 mei 2004, rekening houdend met het aspect „belang van de Gemeenschap”, om te voorkomen dat belanghebbenden, waaronder bedrijven die ammoniumnitraat als grondstof gebruiken, distributeurs en de consument, plotseling buitengewoon nadelige gevolgen zouden ondervinden.

(5)

Alle belanghebbenden, waaronder de EG-producenten, organisaties van EG-producenten, producenten/exporteurs in Rusland en Oekraïne alsmede belanghebbenden in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie per 1 mei 2004 (hierna „de EU10” genoemd) werden van de opening van het onderzoek in kennis gesteld en konden binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn hun standpunt uiteenzetten, informatie verstrekken en bewijsmateriaal voorleggen. Alle belanghebbenden die om een onderhoud verzochten en aantoonden dat zij hiervoor redenen hadden, werden gehoord.

3.   Resultaat van het onderzoek

(6)

Zoals vermeld in Verordening (EG) nr. 993/2004 van de Raad was de conclusie van het onderzoek dat het in het belang van de Gemeenschap is de bestaande antidumpingmaatregelen aan te passen, mits deze aanpassing geen aanmerkelijke vermindering van het gewenste niveau van handelsbescherming met zich brengt.

4.   Verbintenissen

(7)

Gelet op de conclusies van Verordening (EG) nr. 993/2004 heeft de Commissie, overeenkomstig artikel 8, lid 2, van de basisverordening, voorgesteld dat de betrokken ondernemingen verbintenissen zouden aanbieden. Hierop werden verbintenissen voorgesteld door i) een producent/exporteur van ammoniumnitraat in Oekraïne (OJSC „Azot”), ii) een producent/exporteur in Rusland (CJSC MCC Eurochem voor ammoniumnitraat dat wordt vervaardigd in de fabriek van JSC Nak Azot, Rusland), tezamen met de gelieerde onderneming (Cumberland Sound Ltd, Britse Maagdeneilanden), iii) twee gelieerde producenten/exporteurs in Rusland (OAO „Kirovo — Chepetsky Chimkombinat” en JSC „Azot”) afzonderlijk en iv) twee gelieerde producenten/exporteurs tezamen – Joint Stock Company „Acron”, Rusland, en Joint Stock Company „Dorogubuzh”, Rusland.

(8)

Uit de door OAO „Kirovo — Chepetsky Chimkombinat” ingediende stukken en de voor iedereen toegankelijke informatie op het internet heeft de Commissie kunnen opmaken dat JSC „Azot” en OAO „Kirovo — Chepetsky Chimkombinat” met elkaar verbonden zijn via het agrochemiebedrijf „Azot”, dat aanzienlijk meer bezit dan 5 % van het kapitaal van elke onderneming. Daarom beschouwt de Commissie JSC „Azot” en OAO „Kirovo — Chepetsky Chimkombinat” als verbonden partijen overeenkomstig artikel 2 van de basisverordening en de definitie van verbonden partijen zoals vastgesteld in artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2286/2003 (8). De abnormale toename van de hoeveelheden die in de eerste maanden van 2004 door een van deze twee producenten/exporteurs, OAO „Kirovo — Chepetsky Chimkombinat”, naar de EU10 zijn uitgevoerd, was groter dan de gecombineerde traditionele exportvolumes naar de EU10 van JSC „Azot” en OAO „Kirovo — Chepetsky Chimkombinat” samen. Bijgevolg worden de door deze twee producenten/exporteurs aangeboden verbintenissen afgewezen omdat het in de verbintenissen vastgestelde plafond voor de twee producenten/exporteurs samen, berekend als de traditionele exportvolumes naar de EU10 in 2001 en 2002 min de abnormale toename van de exportvolumes naar de EU10 in de eerste maanden van 2004, negatief is.

(9)

Op grond van artikel 22, onder c), van de basisverordening zijn de in het kader van deze verordening aanvaarde verbintenissen bijzondere maatregelen daar zij, overeenkomstig de conclusies van Verordening (EG) nr. 993/2004, niet rechtstreeks gelijkwaardig zijn met een antidumpingrecht.

(10)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 993/2004 mogen afzonderlijke producenten/exporteurs van wie een verbintenis is aanvaard, een bepaald exportvolume niet overschrijden en moeten zij minimuminvoerprijzen in acht nemen. Om de Commissie in staat te stellen toezicht uit te oefenen op de naleving van de verbintenis moeten deze producenten/exporteurs er ook voor zorgen dat geen aanmerkelijke wijzigingen optreden in de traditionele handelsstromen bij verkoop aan afzonderlijke afnemers in de EU10. De betrokken producenten/exporteurs is eveneens meegedeeld dat, indien deze traditionele handelsstromen aanmerkelijke wijzigingen ondergaan of wanneer het op de een of andere manier moeilijk of onmogelijk wordt toezicht uit te oefenen op de naleving van de verbintenis, de Commissie het recht heeft de aanvaarding van de verbintenis in te trekken en in de plaats ervan definitieve antidumpingrechten in te stellen, het maximumexportvolume bij te stellen of andere corrigerende maatregelen te nemen.

(11)

Een voorwaarde van de verbintenissen is ook dat, indien zij op de een of andere manier niet worden nageleefd, de Commissie de aanvaarding van de verbintenis kan intrekken en in de plaats daarvan definitieve antidumpingrechten kan instellen.

(12)

De ondernemingen moeten de Commissie ook regelmatig nauwkeurige informatie doen toekomen over hun export naar de Gemeenschap zodat de Commissie doeltreffend toezicht kan uitoefenen op de verbintenissen.

(13)

Om ervoor te zorgen dat de Commissie doeltreffend toezicht kan uitoefenen op de naleving van een verbintenis wanneer in het kader van die verbintenis een aangifte voor het vrije verkeer bij de douane wordt ingediend, is vrijstelling van het antidumpingrecht afhankelijk van de overlegging van een factuur die ten minste de gegevens bevat zoals vermeld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 993/2004. Deze gegevens moeten ook worden verstrekt om de douane in staat te stellen met voldoende nauwkeurigheid na te gaan dat de goederen met de handelsdocumenten overeenstemmen. Indien een dergelijke factuur niet wordt overgelegd of wanneer deze niet overeenstemt met de bij de douane aangeboden goederen, wordt het desbetreffende antidumpingrecht verschuldigd.

(14)

Gelet op het voorgaande worden de verbintenissen die worden aangeboden door OJSC „Azot”, CJSC MCC Eurochem voor ammoniumnitraat dat wordt vervaardigd in de fabriek van JSC Nak Azot, Rusland, en Joint Stock Company „Acron” samen met Joint Stock Company „Dorogubuzh”, aanvaardbaar geacht.

(15)

De aanvaarding van de verbintenissen is beperkt tot een eerste periode van zes maanden zonder afbreuk te doen aan de normale duur van de maatregelen. Zes maanden na de aanvaarding van de verbintenissen zal de Commissie onderzoeken of die aanvaarding kan worden voortgezet, waarbij zij zal nagaan of de uitzonderlijke, ongunstige omstandigheden voor eindgebruikers in de EU10, die tot de aanvaarding van de verbintenissen hebben geleid, nog aanwezig zijn. Gelet op de korte termijn van de verbintenissen en de uitzonderlijke omstandigheden waarin deze zijn aanvaard, kunnen de diensten van de Commissie, na raadpleging van het Raadgevend Comité, voorwaarden van de verbintenissen aanpassen, indien na een redelijke termijn wordt vastgesteld dat de verbintenissen het beoogde doel niet bereiken, namelijk de voortzetting van de traditionale exportstromen naar de EU10. Bij aanpassing van de voorwaarden van de verbintenissen moet er echter voor worden gezorgd dat deze in aanmerkelijke mate tot het wegnemen van schade bijdragen.

B.   REGISTRATIE VAN DE INVOER

(16)

Gelet op de ongewone omstandigheden van dit geval en het inherente risico van een niet-naleving van de verbintenissen vanwege het prijsverschil tussen de EU10 en de EU15 en de korte termijn gedurende welke de verbintenissen geldig zijn, wordt geoordeeld dat er voldoende redenen zijn om de invoer van ammoniumnitraat uit Rusland en Oekraïne, overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening, te registreren voor een periode van ten hoogste negen maanden.

(17)

De douaneautoriteiten wordt daarom opgedragen de nodige maatregelen te nemen om de invoer te registreren van ammoniumnitraat uit Oekraïne en Rusland dat wordt uitgevoerd door ondernemingen die aanvaardbare verbintenissen hebben aangeboden en waarvoor vrijstelling van het antidumpingrecht wordt aangevraagd.

(18)

Indien een verbintenis wordt geschonden, kunnen met terugwerkende kracht antidumpingrechten worden geheven van de goederen die vanaf de datum van schending van de verbintenis in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De verbintenissen die in verband met de invoer van ammoniumnitraat uit Oekraïne en Rusland zijn aangeboden door de hieronder vermelde ondernemingen worden aanvaard.

Land

Onderneming

Aanvullende Taric-code

Oekraïne

Vervaardigd en uitgevoerd door OJSC „Azot”, Cherkassy, Oekraïne, naar de als importeur optredende eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap

A521

Rusland

Vervaardigd door OJSC MCC Eurochem, Moskou, Rusland, in de fabriek van JSC Nak Azot, Novomoskovsk, Rusland, en verkocht door Cumberland Sound Ltd, Tortola, Britse Maagdeneilanden, aan de als importeur optredende eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap

A522

Rusland

Vervaardigd en uitgevoerd door Joint Stock Company „Acron”, Veliky Novgorod, Rusland, of Joint Stock Company „Dorogobuzh” Verkhnedneprovsky, Regio Smolensk, Rusland, aan de als importeur optredende eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap

A532

Artikel 2

De douaneautoriteiten wordt overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96 de instructie gegeven de nodige maatregelen te nemen om de invoer te registreren van ammoniumnitraat uit Oekraïne en Rusland, ingedeeld onder de GN-codes 3102 30 90 en 3102 40 90, vervaardigd en verkocht of vervaardigd en uitgevoerd door de in artikel 1 vermelde ondernemingen die een vrijstelling aanvragen van de bij Verordening (EG) nr. 993/2004 ingestelde antidumpingrechten.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en is zes maanden van kracht.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 mei 2004.

Voor de Commissie

Pascal LAMY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(2)  PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12.

(3)  PB L 102 van 18.4.2002, blz. 1.

(4)  PB L 23 van 25.1.2001, blz. 1.

(5)  PB L 182 van 19.5.2004, blz. 28.

(6)  PB C 70 van 20.3.2004, blz. 15.

(7)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(8)  PB L 343 van 31.12.2003, blz. 1.