4.12.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 359/30


RICHTLIJN 2004/106/EG VAN DE RAAD

van 16 november 2004

tot wijziging van Richtlijn 77/799/EEG betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen, bepaalde accijnzen en heffingen op verzekeringspremies alsmede van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 93,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op gemeenschappelijke beginselen gebaseerde nauwere samenwerking tussen de belastingdiensten binnen de Gemeenschap en tussen deze diensten en de Commissie is nodig om accijnsfraude doeltreffend te bestrijden.

(2)

Te dien einde werden alle bepalingen ter vergemakkelijking van de administratieve samenwerking inzake accijnzen die zijn opgenomen in Richtlijn 77/799/EEG (3) alsmede in Richtlijn 92/12/EEG (4), samengebracht in Verordening (EG) nr. 2073/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2004 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen (5), met uitzondering van de wederzijdse bijstand als bepaald in Richtlijn 76/308/EEG van de Raad van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten en belastingen, alsmede uit andere maatregelen (6).

(3)

In Richtlijn 2004/56/EG van de Raad van 21 april 2004 tot wijziging van Richtlijn 77/799/EEG (7) is bepaald dat de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om vóór 1 januari 2005 aan die richtlijn te voldoen. Die bepalingen zijn van toepassing op het gebied van de directe belastingen, bepaalde accijnzen en heffingen op verzekeringspremies. Aangezien Richtlijn 77/799/EEG volgens deze richtlijn met ingang van 1 juli 2005 niet meer van toepassing is op accijnzen, is het niet zinvol van de lidstaten te verlangen dat zij bepalingen aannemen die binnenkort niet meer van toepassing zullen zijn. Derhalve moet de lidstaten worden toegestaan de nodige bepalingen om te voldoen aan Richtlijn 2004/56/EG niet aan te nemen met betrekking tot accijnzen, onverminderd de verplichting die bepalingen wel aan te nemen met betrekking tot de andere belastingen waarop Richtlijn 77/799/EEG van toepassing is.

(4)

Derhalve dienen de richtlijnen 77/799/EEG en 92/12/EEG dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 77/799/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel wordt vervangen door:

2)

In artikel 1 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekken elkaar overeenkomstig deze richtlijn alle inlichtingen die hen van nut kunnen zijn voor een juiste vaststelling van de belastingschuld op het gebied van de belastingen naar het inkomen en het vermogen alsmede alle inlichtingen met betrekking tot de vaststelling van de heffingen op verzekeringspremies, als bedoeld in artikel 3, zesde streepje, van Richtlijn 76/308/EEG van de Raad van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten en belastingen, alsmede uit andere maatregelen (8).”.

Artikel 2

Richtlijn 92/12/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 15 bis wordt geschrapt.

2)

Artikel 15 ter wordt geschrapt.

3)

In artikel 19 wordt lid 6 geschrapt.

Artikel 3

Verwijzingen naar Richtlijn 77/799/EEG wat betreft accijnzen, gelden als verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 2073/2004.

Verwijzingen naar Richtlijn 92/12/EEG wat betreft de administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen, gelden als verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 2073/2004.

Artikel 4

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 30 juni 2005 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van 1 juli 2005.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

3.   In afwijking van artikel 2 van Richtlijn 2004/56/EG zijn de lidstaten niet verplicht de bepalingen aan te nemen en toe te passen die nodig zijn om aan Richtlijn 2004/56/EG te voldoen met betrekking tot accijnzen.

Artikel 5

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 6

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 16 november 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

G. ZALM


(1)  Advies uitgebracht op 1 april 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies uitgebracht op 31 maart 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  PB L 336 van 27.12.1977, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/56/EG (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 70).

(4)  PB L 76 van 23.3.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).

(5)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

(6)  PB L 73 van 19.3.76, blz. 18. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(7)  PB L 127 van 29.4.2004, blz. 70.

(8)  PB L 73 van 19.3.1976, blz. 18. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.