6.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/6


RICHTLIJN 2004/99/EG VAN DE COMMISSIE

van 1 oktober 2004

houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde acetamiprid en thiacloprid op te nemen als werkzame stoffen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Griekenland heeft overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG op 22 oktober 1999 van Nisso Chemical Europe GmbH een aanvraag ontvangen tot opneming van de werkzame stof acetamiprid in bijlage I bij die richtlijn. Bij Beschikking 2000/390/EG van de Commissie (2) is bevestigd dat het dossier „volledig” is, dat wil zeggen dat het in beginsel voldoet aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG.

(2)

Het Verenigd Koninkrijk heeft op 11 september 1998 op grond van artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG een aanvraag ontvangen van Bayer Plc. (thans Bayer CropScience AG) inzake thiacloprid. Bij Beschikking 2000/181/EG van de Commissie (3) is bevestigd dat het dossier „volledig” is, dat wil zeggen dat het in beginsel voldoet aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG.

(3)

De uitwerking van deze werkzame stoffen op de gezondheid van de mens en op het milieu is overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn (EEG) nr. 91/414/EEG beoordeeld voor de door de aanvragers voorgestelde toepassingen. De als rapporteur aangewezen lidstaten hebben op 19 maart 2001 bij de Commissie een ontwerp-evaluatieverslag ingediend voor acetamiprid en op 22 november 2000 voor thiacloprid.

(4)

Deze ontwerp-beoordelingsverslagen zijn door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Dit onderzoek is op 29 juni 2004 afgesloten met evaluatieverslagen van de Commissie over acetamiprid en thiacloprid.

(5)

Bij het onderzoek van acetamiprid en thiacloprid zijn geen vragen of problemen aan het licht gekomen waarover het Wetenschappelijk Comité voor planten moest worden geraadpleegd.

(6)

Uit de verschillende analyses is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), en lid 3, van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in de evaluatieverslagen van de Commissie. Acetamiprid en thiacloprid moeten derhalve in bijlage I bij die richtlijn worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn.

(7)

De lidstaten moeten na de opneming van acetamiprid en thiacloprid in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG over een redelijke termijn beschikken om ten aanzien van gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten, de bepalingen van die richtlijn ten uitvoer te leggen en met name om, binnen deze termijn, bestaande voorlopige toelatingen om te zetten in volwaardige toelatingen, deze te wijzigen of in te trekken overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn.

(8)

Richtlijn 91/414/EEG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 2005 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen deze bepalingen toe vanaf 1 juli 2005.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de voornaamste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

1.   De lidstaten moeten de toelating voor ieder gewasbeschermingsmiddel dat acetamiprid of thiacloprid bevat, onderzoeken om ervoor te zorgen dat de in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde voorwaarden voor deze werkzame stoffen in acht zijn genomen. Indien nodig en uiterlijk op 30 juni 2005 wijzigen zij de toelatingen of trekken zij deze in overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG.

2.   Elk gewasbeschermingsmiddel dat acetamiprid of thiacloprid als enige werkzame stof of als één van de uiterlijk op 31 december 2004 in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen bevat, moet opnieuw door de lidstaten worden beoordeeld overeenkomstig de in bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde uniforme beginselen en op basis van een dossier dat voldoet aan de in bijlage III bij voornoemde richtlijn gestelde eisen. Op basis van die beoordeling bepalen zij of het middel voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, lid 1, onder b), c), d) en e), van Richtlijn 91/414/EEG.

In aansluiting daarop gaan de lidstaten ertoe over om:

a)

wanneer het een product betreft dat acetamiprid of thiacloprid als enige werkzame stof bevat, indien nodig en uiterlijk op 30 juni 2006 de toelating te wijzigen of in te trekken, of

b)

wanneer het een product betreft dat acetamiprid of thiacloprid als een van de werkzame stoffen bevat, de toelating zo nodig te wijzigen of in te trekken, en wel uiterlijk op 30 juni 2006 of, mocht dit later zijn, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de respectieve richtlijn of richtlijnen waarbij de stof of stoffen in kwestie aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG is of zijn toegevoegd.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op 1 januari 2005.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 1 oktober 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/71/EG van de Commissie (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 104).

(2)  PB L 145 van 20.6.2000, blz. 36.

(3)  PB L 57 van 2.3.2000, blz. 35.


BIJLAGE

In bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG worden aan het einde van de tabel de volgende rijen toegevoegd:

Nr.

Benaming, identificatie-nummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Inwerkingtreding

Geldigheidsduur

Bijzondere bepalingen

„92

Acetamiprid

CAS-nr. 160430-64-8

CIPAC-nr. Nog niet toegewezen

(E)-N1-[(6-chloor-3-pyridyl)methyl]-N2-cyano-N1-methylacetamidine

≥ 990 g/kg

1 januari 2005

31 december 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Voor de toepassing van de in bijlage VI opgenomen uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over acetamiprid, en met name de aanhangsels I en II, dat op 29 juni 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

bijzondere aandacht besteden aan de blootstelling van werknemers;

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen.

Zo nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

93

Thiacloprid

CAS-nr. 111988-49-9

CIPAC-nr. 631

(Z)-N-{3-[(6-chloor-3-pyridinyl)methyl]-1,3-thiazolan-2-yliden}cyanamide

≥ 975 g/kg

1 januari 2005

31 december 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Voor de toepassing van de in bijlage VI opgenomen uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over thiacloprid, en met name de aanhangsels I en II, dat op 29 juni 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren;

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen;

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.”