20.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 246/32


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2004/553/GBVB VAN DE RAAD

van 19 juli 2004

houdende wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB inzake Irak

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 7 juli 2003 heeft de Raad Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB inzake Irak (1) aangenomen ter uitvoering van Resolutie 1483 (2003) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

(2)

Op 8 juni 2004 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1546 (2004) aangenomen, waarbij de Veiligheidsraad zijn steun toezegde aan de vorming van een soevereine interimregering voor Irak, die uiterlijk op 30 juni 2004 de volledige verantwoordelijkheid en autoriteit voor het bestuur van Irak zou overnemen, en zijn tevredenheid uitsprak over het feit dat de bezetting van Irak uiterlijk op 30 juni 2004 zou eindigen, dat de voorlopige autoriteit van de coalitie zou worden opgeheven en Irak zijn volledige soevereiniteit opnieuw zou doen gelden; de Veiligheidsraad onderstreepte evenwel dat alle staten de verbodsbepalingen dienen na te leven die zijn ingesteld bij Resolutie 661 (1990) van de Veiligheidsraad en latere resoluties ter zake, waaronder Resolutie 1483 (2003), en die betrekking hebben op de verkoop of levering aan Irak van ander wapentuig en aanverwant materiaal dan het wapentuig en aanverwant materiaal dat benodigd is door de regering van Irak of de multinationale troepenmacht die overeenkomstig Resolutie 1511 (2003) is ingesteld; de Veiligheidsraad memoreerde voorts dat de lidstaten verder verplicht blijven een aantal tegoeden, activa en economische middelen te bevriezen en over te dragen overeenkomstig Resolutie 1483 (2003), alsook dat de verboden inzake of de verplichtingen van de lidstaten in verband met de in de punten 8 en 12 van Resolutie 687 (1991) genoemde of de in punt 3, onder f), van Resolutie 707 (1991) omschreven activiteiten blijven bestaan.

(3)

Op 28 juni 2004 is de voorlopige autoriteit van de coalitie opgeheven en heeft Irak zijn volledige soevereiniteit herbevestigd.

(4)

Een optreden van de Gemeenschap is nodig om bepaalde maatregelen uit te voeren.

(5)

Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB dient derhalve te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1 van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB wordt vervangen door de volgende tekst:

„Artikel 1

1.   De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van alle soorten wapentuig en aanverwant materiaal, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, aan Irak door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten of met gebruikmaking van schepen of vliegtuigen die hun vlag voeren is verboden, ongeacht of die zijn oorsprong vindt op hun grondgebied of niet.

2.   Onverminderd de voor de lidstaten geldende verbodsbepalingen of verplichtingen in verband met de producten vermeld in de punten 8 en 12 van Resolutie 687 (1991) van de Veiligheidsraad van 3 april 1991, of de activiteiten vermeld in punt 3, onder f), van Resolutie 707 (1991) van de Veiligheidsraad van 15 augustus 1991, is lid 1 van dit artikel niet van toepassing op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapentuig en aanverwant materiaal dat door de regering van Irak of de bij Resolutie 1511 (2003) van de Veiligheidsraad ingestelde multinationale troepenmacht is benodigd ter uitvoering van Resolutie 1546 (2004) van de Veiligheidsraad.

3.   Voor de in lid 2 bedoelde verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapentuig en aanverwant materiaal moet door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten vergunning worden verleend.”.

Artikel 2

De bepalingen van artikel 5 van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB blijven gelden, met dien verstande dat de voorrechten en immuniteiten waarin artikel 5, leden 1, 2, onder a), en 2, onder b), voorziet, niet gelden met betrekking tot in kracht van gewijsde gegane beslissingen die voortvloeien uit contractuele verplichtingen welke door Irak na 30 juni 2004 zijn aangegaan.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de datum van vaststelling. Het is van toepassing vanaf 28 juni 2004.

Artikel 4

Dit Gemeenschappelijk Standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

P. H. DONNER


(1)  PB L 169 van 8.7.2003, blz. 72. Gemeenschappelijk standpunt gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2003/735/GBVB (PB L 264 van 15.10.2003, blz. 40).