|
30.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 389/41 |
BESLUIT 2004/924/GBVB VAN DE RAAD
van 22 november 2004
over de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië betreffende de status en de activiteiten van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Georgië, Eujust Themis
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 24,
Gezien de aanbeveling van het voorzitterschap,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 28 juni 2004 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2004/523/GBVB van 28 juni 2004 inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Georgië, Eujust Themis (1) vastgesteld. |
|
(2) |
In artikel 7 van het gemeenschappelijk optreden staat: „Over de status van het Eujust Themis-personeel in Georgië, in voorkomend geval inclusief de voorrechten en immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de uitvoering en de soepele werking van Eujust Themis, wordt overeenstemming bereikt volgens de procedure van artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.”. |
|
(3) |
Ingevolge de machtiging die de Raad op 28 juni 2004 aan de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, die het voorzitterschap bijstaat, heeft gegeven om namens de Raad onderhandelingen te openen, is de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid met de regering van Georgië tot een overeenkomst gekomen over de status en de activiteiten van Eujust Themis. |
|
(4) |
Onverminderd artikel 10, lid 4, van de overeenkomst, dient de aankoop van goederen en diensten door Eujust Themis te voldoen aan de beginselen van transparantie, evenredigheid, gelijke behandeling en non-discriminatie. |
|
(5) |
De overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië betreffende de status en de activiteiten van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Georgië, Eujust Themis, wordt namens de Europese Unie goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Europese Unie te binden.
Artikel 3
Dit besluit wordt van kracht op de datum van zijn aanneming.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 22 november 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
B. R. BOT
(1) PB L 228 van 29.6.2004, blz. 21.
VERTALING
OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en Georgië betreffende de status en de activiteiten van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Georgië, EUJUST THEMIS
DE EUROPESE UNIE, hierna „de EU” genoemd,
enerzijds, en
GEORGIË, hierna „het gastland” genoemd,
anderzijds,
samen hierna „de partijen” genoemd,
REKENING HOUDEND MET HET VOLGENDE:
|
(1) |
de brief van eerste minister Zhvania van het gastland d.d. 3 juni 2004, betreffende een verzoek aan de EU om een rechtsstaatmissie te organiseren en betreffende de mogelijkheid van passende regelingen tussen de regering van het gastland en de EU, |
|
(2) |
het antwoord van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger d.d. 30 juni 2004 waarbij het verzoek wordt aanvaard, |
|
(3) |
de vaststelling door de Raad van de Europese Unie op 28 juni 2004 van Gemeenschappelijk Optreden 2004/523/GBVB inzake de rechtsstaatmissie EUJUST THEMIS van de EU in het gastland, |
|
(4) |
de duur van EUJUST THEMIS, die naar verwachting twaalf maanden zal bedragen, |
|
(5) |
de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen het gastland en de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, die op 22 april 1996 is ondertekend en bepalingen bevat betreffende de samenwerking in aangelegenheden die verband houden met de democratie, de rechtsstaat, de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, |
|
(6) |
het feit dat de voorrechten en immuniteiten in deze overeenkomst niet ten doel hebben individuele personen te bevoordelen, maar de doeltreffendheid van de EU-missie te verzekeren, |
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Werkingssfeer en definities
1. De bepalingen van deze overeenkomst, alsmede alle eventueel door het gastland aangegane verplichtingen en alle eventuele voorrechten, immuniteiten, faciliteiten of concessies die aan EUJUST THEMIS of aan personeel van EUJUST THEMIS worden toegekend, zijn alleen van toepassing op het grondgebied van het gastland.
2. In het kader van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
|
a) |
„EUJUST THEMIS”: de rechtsstaatmissie van de EU in het gastland die door de Raad van de Europese Unie is ingesteld bij Gemeenschappelijk Optreden 2004/523/GBVB d.d. 28 juni 2004, met inbegrip van haar componenten, hoofdkwartier en personeel die op het grondgebied van het gastland worden ingezet en toegewezen zijn aan EUJUST THEMIS; |
|
b) |
„hoofd van de missie”: het hoofd van de missie van EUJUST THEMIS, dat door de Raad van de Europese Unie is aangesteld; |
|
c) |
„personeel van EUJUST THEMIS”: het hoofd van de missie, het personeel dat door lidstaten en instellingen van de EU is gedetacheerd, alsmede internationaal personeel dat op contractbasis door EUJUST THEMIS is aangeworven met het oog op de voorbereiding, ondersteuning en uitvoering van de missie, commerciële contractanten en plaatselijk personeel uitgezonderd; |
|
d) |
„hoofdkwartier”: het hoofdkwartier van EUJUST THEMIS in Tbilisi; |
|
e) |
„zendende staat”: elke lidstaat van de EU die personeel detacheert bij EUJUST THEMIS; |
|
f) |
„terreinen en gebouwen”: alle gebouwen, faciliteiten en land die nodig zijn voor de activiteiten van EUJUST THEMIS alsmede voor de huisvesting van het personeel van EUJUST THEMIS. |
Artikel 2
Algemene bepalingen
1. EUJUST THEMIS en het personeel van EUJUST THEMIS eerbiedigen de wetten en regelgeving van het gastland en onthouden zich van enige actie of activiteit die onverenigbaar is met het onpartijdige en internationale karakter van hun taken of niet strookt met de bepalingen van deze overeenkomst.
2. EUJUST THEMIS is autonoom in de uitvoering van haar taken in het kader van de huidige overeenkomst. Het gastland eerbiedigt het unitaire en internationale karakter van EUJUST THEMIS.
3. Het hoofd van de missie stelt de regering van het gastland in kennis van de locatie van het hoofdkwartier.
4. Het hoofd van de missie deelt de regering van het gastland regelmatig en tijdig het aantal, de namen en de nationaliteit van het op het grondgebied van het gastland gestationeerde personeel van EUJUST THEMIS mee via een aan het ministerie van Buitenlandse Zaken van het gastland toe te zenden kennisgevingslijst.
Artikel 3
Identificatie
1. De personeelsleden van EUJUST THEMIS ontvangen, en worden geïdentificeerd aan de hand van, een identiteitskaart van EUJUST THEMIS die zij te allen tijde bij zich moeten dragen. De bevoegde autoriteiten van het gastland ontvangen een specimen van een identiteitskaart van EUJUST THEMIS.
2. Het ministerie van Buitenlandse Zaken van het gastland verstrekt diplomatieke kaarten aan de personeelsleden van EUJUST THEMIS, in overeenstemming met hun status uit hoofde van artikel 6.
3. EUJUST THEMIS mag op haar hoofdkwartier en elders, alleen of samen met de vlag van het gastland, de EU-vlag voeren, zulks overeenkomstig het besluit van het missiehoofd.
Artikel 4
Overschrijding van de grenzen, verplaatsingen en aanwezigheid op het grondgebied van het gastland
1. Personeel, materieel en vervoermiddelen van EUJUST THEMIS overschrijden de grens van het gastland via een officiële grensdoorlaatpost of via de internationale luchtcorridors.
2. Het gastland vergemakkelijkt het betreden en het verlaten van zijn grondgebied voor EUJUST THEMIS en het personeel van EUJUST THEMIS. Afgezien van de paspoortcontrole bij het betreden en het verlaten van het grondgebied van het gastland zijn personeelsleden van EUJUST THEMIS, die over een diplomatieke kaart beschikken, vrijgesteld van de paspoort-, visum- en immigratievoorschriften en van elke vorm van immigratiecontrole.
3. Personeel van EUJUST THEMIS is vrijgesteld van de regelgeving van het gastland inzake de registratie van en het toezicht op vreemdelingen, maar kan geen permanent verblijfs- of woonrecht op het grondgebied van het gastland verwerven.
4. Voor materieel en vervoermiddelen van EUJUST THEMIS die het grondgebied van het gastland binnenkomen, doorreizen of verlaten ter ondersteuning van de missie, verstrekt EUJUST THEMIS een certificaat van vrijstelling met een inventaris. Voor dit materieel en deze vervoermiddelen hoeven geen andere douanedocumenten te worden overgelegd. Een afschrift van het certificaat wordt toegezonden aan de bevoegde autoriteiten wanneer het grondgebied van het gastland wordt betreden of verlaten. Het model van het certificaat wordt door EUJUST THEMIS in overleg met de bevoegde autoriteiten van het gastland vastgesteld.
5. Wat de vergunnings- of registratievoorschriften voor ter ondersteuning van de missie gebruikte voertuigen en luchtvaartuigen betreft, zullen, zo nodig, aanvullende regelingen zoals bedoeld in artikel 16 worden getroffen.
6. Personeelsleden van EUJUST THEMIS mogen op het grondgebied van het gastland motorvoertuigen besturen op voorwaarde dat zij in het bezit zijn van een geldig nationaal rijbewijs. Het gastland aanvaardt aan EUJUST THEMIS afgegeven rijbewijzen of vergunningen zonder belasting of vergoeding als geldig.
7. EUJUST THEMIS en het personeel van EUJUST THEMIS genieten samen met hun voertuigen, luchtvaartuigen of andere vervoermiddelen, uitrusting en voorraden vrij en onbeperkt verkeer op het hele grondgebied van het gastland, met inbegrip van het luchtruim. Zo nodig kunnen technische regelingen worden gesloten overeenkomstig artikel 16.
8. Voor het doel van de missie kunnen personeelsleden van EUJUST THEMIS, en plaatselijk personeel van EUJUST THEMIS voor reizen in het kader van officiële taken, gebruikmaken van de wegen, bruggen en luchthavens zonder andere rechten, kosten, tolheffingen, belastingen of andere vergoedingen te moeten betalen dan die welke voor specifieke dienstverrichtingen verschuldigd zijn.
Artikel 5
Voorrechten en immuniteiten van EUJUST THEMIS
1. EUJUST THEMIS krijgt een status die gelijkwaardig is aan die van een diplomatieke missie in het kader van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961, hierna het „Verdrag van Wenen” genoemd.
2. EUJUST THEMIS, haar eigendommen, fondsen en bezittingen genieten immuniteit van de strafrechtelijke, civiele en administratieve jurisdictie van het gastland, overeenkomstig het Verdrag van Wenen.
3. De terreinen en gebouwen van EUJUST THEMIS zijn onschendbaar. Ambtenaren van het gastland mogen deze alleen betreden met toestemming van het hoofd van de missie.
4. De terreinen en gebouwen van EUJUST THEMIS, de inrichting daarvan, andere goederen die zich ter plaatse bevinden en de middelen van vervoer genieten immuniteit van onderzoek, vordering, beslaglegging of executoriale maatregelen.
5. Het archief en de documenten van EUJUST THEMIS zijn te allen tijde onschendbaar.
6. De briefwisseling van EUJUST THEMIS krijgt een status die gelijkwaardig is aan die van officiële briefwisseling uit hoofde van het Verdrag van Wenen.
7. Het gastland laat alle voor EUJUST THEMIS bestemde goederen toe tot zijn grondgebied en verleent daarvoor vrijstelling van alle douanerechten, belastingen en aanverwante vergoedingen, met uitzondering van vergoedingen voor opslag, vervoer en soortgelijke diensten.
8. Voor ingevoerde goederen en diensten en met betrekking tot haar terreinen en gebouwen, voorzover deze voor EUJUST THEMIS zijn bedoeld, geniet EUJUST THEMIS vrijstelling van alle nationale en gemeentelijke heffingen en belastingen en vergelijkbare vergoedingen. Voor op de binnenlandse markt aangekochte goederen of geleverde diensten, voorzover zij voor EUJUST THEMIS zijn bedoeld, geniet EUJUST THEMIS vrijstelling van alle nationale en gemeentelijke heffingen en belastingen, met inbegrip van BTW, en vergelijkbare vergoedingen ofwel krijgt zij deze door het gastland terugbetaald, zulks overeenkomstig de wetgeving van het gastland.
Artikel 6
Voorrechten en immuniteiten van het personeel van EUJUST THEMIS
1. Personeelsleden van EUJUST THEMIS ontvangen voorrechten en immuniteiten die gelijkwaardig zijn aan die welke aan diplomatieke vertegenwoordigers worden toegekend uit hoofde van het Verdrag van Wenen; ten aanzien daarvan zijn de lidstaten van de EU als eerste bevoegd. Deze voorrechten en immuniteiten worden aan personeelsleden van EUJUST THEMIS toegekend voor de duur van hun missie, alsmede voor de periode daarna wat betreft de officiële handelingen die zij in het kader van de uitoefening van hun missie hebben verricht.
2. De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger van de EU heft, met de uitdrukkelijke instemming van de bevoegde autoriteit van de zendende staat, de immuniteit van personeelsleden van EUJUST THEMIS op wanneer die immuniteit de rechtsgang zou belemmeren en kan worden opgeheven zonder dat de belangen van de EU worden geschaad.
3. Personeelsleden van EUJUST THEMIS mogen goederen voor persoonlijk gebruik zonder rechten of andere beperkingen invoeren en uitvoeren. Personeelsleden van EUJUST THEMIS mogen goederen voor persoonlijk gebruik zonder rechten of kwantitatieve beperkingen aankopen en uitvoeren; voor op de binnenlandse markt aangekochte goederen of geleverde diensten genieten personeelsleden van EUJUST THEMIS vrijstelling van BTW en belastingen, overeenkomstig de wetgeving van het gastland.
4. Personeelsleden van EUJUST THEMIS zijn vrijgesteld van heffingen en belastingen in het gastland op de bezoldigingen en salarissen die zij op grond van hun dienstverband ontvangen. Wanneer de toepassing van een vorm van belasting afhangt van verblijf, worden perioden gedurende welke bij EUJUST THEMIS gedetacheerd personeel en op contractbasis door EUJUST THEMIS aangeworven internationaal personeel zich voor de uitoefening van hun taken in het gastland bevinden, niet beschouwd als perioden van verblijf.
Artikel 7
Plaatselijk personeel in dienst van EUJUST THEMIS
Plaatselijke personeelsleden die in dienst zijn van EUJUST THEMIS en onderdaan zijn van of permanent woonachtig zijn in het gastland, genieten een status die gelijkwaardig is aan de status die overeenkomstig het Verdrag van Wenen wordt genoten door plaatselijk personeel dat in het kader van diplomatieke missies in het gastland wordt tewerkgesteld.
Artikel 8
Veiligheid
1. Het gastland draagt, met inzet van zijn eigen middelen, de volledige verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het personeel van EUJUST THEMIS.
2. Daartoe neemt het gastland alle nodige maatregelen voor de bescherming, veiligheid en beveiliging van EUJUST THEMIS en het personeel van EUJUST THEMIS. Eventuele specifieke bepalingen die door het gastland worden voorgesteld, worden, voordat zij worden uitgevoerd, overeengekomen met het hoofd van de missie. Het gastland autoriseert en steunt zonder kosten aan te rekenen de verrichtingen in verband met de medische evacuatie van personeelsleden van EUJUST THEMIS. Zo nodig worden aanvullende regelingen zoals bedoeld in artikel 16 getroffen.
Artikel 9
Samenwerking en toegang tot informatie
1. Het gastland verleent volledige medewerking en steun aan EUJUST THEMIS en het personeel van EUJUST THEMIS.
2. Indien daarom wordt verzocht en indien zulks nodig is voor de uitvoering van de taak van EUJUST THEMIS, biedt het gastland aan het personeel van EUJUST THEMIS toegang tot:
|
— |
gebouwen, faciliteiten, locaties en officiële voertuigen waarover het gastland zijn gezag kan doen gelden; |
|
— |
documenten, materiaal en informatie die van belang zijn voor het mandaat van EUJUST THEMIS en waarover het gastland zijn gezag kan doen gelden. |
Zo nodig worden aanvullende regelingen zoals bedoeld in artikel 16 getroffen.
3. Het hoofd van de missie en het gastland plegen regelmatig overleg en nemen passende maatregelen met het oog op nauwe en wederkerige verbindingsactiviteiten op elk passend niveau.
Artikel 10
Steun van het gastland en leveringen
1. Het gastland gaat ermee akkoord EUJUST THEMIS op haar verzoek bij te staan bij het vinden van geschikte terreinen en gebouwen.
2. Indien nodig en voorzover beschikbaar, worden terreinen en gebouwen die eigendom zijn van het gastland kosteloos ter beschikking gesteld.
3. Binnen de grenzen van zijn middelen en mogelijkheden levert het gastland bijstand en steun met het oog op de voorbereiding, de vaststelling, de uitvoering en de ondersteuning van de missie, met inbegrip van terreinen en gebouwen voor het controleren van deskundigen van EUJUST THEMIS, en uitrusting van laatstgenoemden.
4. EUJUST THEMIS tracht om, rekening houdend met de behoeften van de missie, goederen, diensten en personeel voor de missie zoveel mogelijk ter plaatse aan te kopen of aan te werven
Artikel 11
Overleden personeelsleden van EUJUST THEMIS
1. Het hoofd van de missie mag passende regelingen treffen of doen treffen voor de repatriëring van overleden personeelsleden van EUJUST THEMIS en hun persoonlijke bezittingen.
2. Op overleden personeelsleden van EUJUST THEMIS wordt geen lijkschouwing verricht tenzij de betrokken zendende staat of, in geval van een internationaal personeelslid, de staat van diens nationaliteit daarmee instemt en er een vertegenwoordiger van EUJUST THEMIS en/of de betrokken staat aanwezig is.
Artikel 12
Communicatie
EUJUST THEMIS heeft het recht op onbeperkte communicatie via de radio (met inbegrip van satelliet-, mobiele en draagbare radio's), telefoon, telegraaf, fax of anderszins.
Artikel 13
Vorderingen in geval van overlijden, lichamelijk letsel, en schade aan of verlies van goederen
1. De EU-lidstaten en instellingen van de EU zijn niet verplicht tot betaling van vorderingen die voortvloeien uit activiteiten in verband met verstoringen van de openbare orde, bescherming van de EU-missie of haar personeel of een uitvloeisel zijn van de uitvoering van de missie.
2. Eventuele andere civielrechtelijke vorderingen, met inbegrip van vorderingen van plaatselijke personeelsleden van EUJUST THEMIS, waarbij de missie of een van haar leden partij is en waarvoor de rechtscolleges van het gastland vanwege een bepaling van deze overeenkomst niet bevoegd zijn, worden via de autoriteiten van het gastland voorgelegd aan het hoofd van de missie en behandeld op basis van de in artikel 16 bedoelde afzonderlijke regelingen waarbij procedures voor de behandeling en afhandeling van vorderingen worden vastgesteld. De afhandeling van vorderingen vindt plaats na voorafgaande instemming van de betrokken staat.
Artikel 14
Geschillen
1. Alle vraagstukken in verband met de toepassing van deze overeenkomst worden besproken in een gemeenschappelijke coördinatiegroep. Die groep bestaat uit vertegenwoordigers van EUJUST THEMIS en de bevoegde autoriteiten van het gastland.
2. Bij gebreke van een regeling worden geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst langs diplomatieke weg opgelost tussen het gastland en vertegenwoordigers van de EU.
Artikel 15
Overige bepalingen
1. Wanneer in deze overeenkomst wordt verwezen naar de immuniteiten, voorrechten en rechten van EUJUST THEMIS en het personeel van EUJUST THEMIS, is de regering van het gastland verantwoordelijk voor de uitvoering en handhaving van dergelijke immuniteiten, voorrechten en rechten via de bevoegde plaatselijke autoriteiten van het gastland.
2. Niets in deze overeenkomst is bedoeld of mag worden geïnterpreteerd als een afwijking van rechten die eventueel uit hoofde van andere overeenkomsten voor een EU-lidstaat of een andere tot EUJUST THEMIS bijdragende staat of hun personeel gelden.
Artikel 16
Aanvullende regelingen
Het hoofd van de missie en de bestuurlijke autoriteiten van het gastland sluiten de aanvullende regelingen die nodig kunnen zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst.
Artikel 17
Inwerkingtreding en beëindiging
1. Deze overeenkomst treedt in werking na ontvangst van een schriftelijke kennisgeving van de partijen dat aan hun interne vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.
2. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van schriftelijke wederzijdse overeenstemming tussen de partijen. Dergelijke wijzigingen treden in werking na ontvangst van een schriftelijke kennisgeving van de partijen dat aan de interne vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.
3. Deze overeenkomst blijft van kracht tot het definitieve vertrek van EUJUST THEMIS of al haar personeel.
4. Deze overeenkomst kan worden opgezegd door schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. De opzegging treedt in werking 60 dagen na de ontvangst van de kennisgeving van de opzegging door de andere partij.
5. Beëindiging of opzegging van deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten of verplichtingen die voortvloeien uit de uitvoering van de overeenkomst vóór de beëindiging of opzegging ervan.
Gedaan te Tiflis, op 3 december 2004, in twee originele in het Engels gestelde exemplaren.
Voor de Europese Unie
Voor Georgië