24.12.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 379/83


BESLUIT VAN DE RAAD

van 29 november 2004

betreffende de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Liechtenstein waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, alsmede de goedkeuring en ondertekening van de bijbehorende gezamenlijke intentieverklaring

(2004/897/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 94 juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 16 oktober 2001 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te voeren met het Vorstendom Liechtenstein over een overeenkomst om te bereiken dat die staat maatregelen aanneemt van gelijke strekking als die welke binnen de Gemeenschap moeten worden toegepast met het oog op effectieve belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling.

(2)

De tekst van de Overeenkomst die het resultaat is van deze onderhandelingen is in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren. Aan deze tekst is een gezamenlijke intentieverklaring gehecht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Vorstendom Liechtenstein, anderzijds.

(3)

Onder voorbehoud van de vaststelling van een besluit betreffende de sluiting van de Overeenkomst op een later tijdstip is het wenselijk over te gaan tot de ondertekening van de beide documenten die op 30 juli 2004 zijn geparafeerd, en de bevestiging te hebben van de goedkeuring door de Raad van de gezamenlijke intentieverklaring,

BESLUIT:

Artikel 1

Onder voorbehoud van de vaststelling, op een later tijdstip, van een besluit betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Liechtenstein waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, is de voorzitter van de Raad gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de Overeenkomst en de bijbehorende gezamenlijke intentieverklaring te ondertekenen, alsmede de brieven van de Europese Gemeenschap die uitgewisseld moeten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van de Overeenkomst en de laatste alinea van de gezamenlijke intentieverklaring, teneinde de instemming van de Europese Gemeenschap tot uitdrukking te brengen.

De tekst van de gezamenlijke intentieverklaring wordt goedgekeurd door de Raad.

De tekst van de Overeenkomst en van de gezamenlijke intentieverklaring zijn bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 29 november 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

L. J. BRINKHORST


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Liechtenstein waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in richtlijn 2003/48/EG van de raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” genoemd,

en

HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN, hierna „Liechtenstein” genoemd,

dan wel al naar gelang de context „Overeenkomstsluitende partij” of „Overeenkomstsluitende partijen”,

opnieuw bevestigend het gemeenschappelijk belang bij de verdere ontwikkeling van de bevoorrechte relatie tussen de Gemeenschap en Liechtenstein,

HEBBEN BESLOTEN DE VOLGENDE OVEREENKOMST TE SLUITEN:

Artikel 1

Inhouding door Liechtensteinse uitbetalende instanties

1.   Op rentebetalingen die door een op het grondgebied van Liechtenstein gevestigde uitbetalende instantie worden verricht ten gunste van uiteindelijk gerechtigden in de zin van artikel 4 die hun woonplaats hebben in een lidstaat van de Europese Unie, hierna „lidstaat” genoemd, dient behoudens artikel 2 een bedrag te worden ingehouden. Het tarief van de inhouding bedraagt 15% gedurende de eerste drie jaar vanaf de datum van toepassing van deze Overeenkomst, 20 % gedurende de daaropvolgende periode van drie jaar en 35 % na afloop van die periode.

2.   Liechtenstein ziet erop toe dat de op zijn grondgebied gevestigde uitbetalende instanties de voor de uitvoering van deze Overeenkomst noodzakelijke taken uitvoeren en voorziet met name in bepalingen met betrekking tot procedures en sancties.

Artikel 2

Vrijwillige verstrekking van gegevens

1.   Liechtenstein voorziet in een procedure die de in artikel 4 gedefinieerde uiteindelijk gerechtigde de mogelijkheid biedt de in artikel 1 genoemde inhouding te vermijden door zijn uitbetalende instantie in Liechtenstein uitdrukkelijk te machtigen de rentebetalingen ter kennis te brengen van de bevoegde autoriteit van die lidstaat. Die machtiging betreft alle rentebetalingen welke door die uitbetalende instantie aan de uiteindelijk gerechtigde worden verricht.

2.   De minimale gegevens die door de uitbetalende instantie dienen te worden verstrekt in geval van uitdrukkelijke machtiging door de uiteindelijk gerechtigde zijn:

a)

de identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde zoals die overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 zijn vastgesteld;

b)

de naam en het adres van de uitbetalende instantie;

c)

het rekeningnummer van de uiteindelijk gerechtigde of, bij ontstentenis daarvan, een eenduidige omschrijving van de rentedragende schuldvordering, en

d)

het in overeenstemming met artikel 3 berekende bedrag van de rentebetaling.

3.   De bevoegde autoriteit van Liechtenstein verstrekt de in lid 2 bedoelde gegevens aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de uiteindelijk gerechtigde woonachtig is. Deze gegevensverstrekking geschiedt automatisch en ten minste eenmaal per jaar, binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar in Liechtenstein, voor alle gedurende dat jaar verrichte rentebetalingen.

4.   Indien de uiteindelijk gerechtigde voor deze procedure van vrijwillige gegevensverstrekking opteert of zijn inkomsten uit rente uitgekeerd door een Liechtensteinse uitbetalende instantie anderszins meldt aan de belastingautoriteiten in de lidstaat waar hij woonachtig is, dient over de betrokken rente-inkomsten belasting te worden betaald in die lidstaat tegen dezelfde tarieven als die welke worden toegepast op soortgelijke inkomsten in die staat.

Artikel 3

Grondslag voor de inhouding

1.   De uitbetalende instantie verricht de inhouding overeenkomstig artikel 1, lid 1, op de volgende wijze:

a)

in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 7, lid 1, onder a): op het brutobedrag van de uitbetaalde of bijgeschreven rente;

b)

in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 7, lid 1, onder b) of d): op het bedrag van de rente of inkomsten als bedoeld onder die punten;

c)

in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 7, lid 1, onder c): op het bedrag van de rente als bedoeld onder dat punt;

2.   Voor de toepassing van het bepaalde in lid 1 wordt de inhouding verricht naar rata van de periode dat de uiteindelijk gerechtigde houder van de schuldvordering is. Ingeval de uitbetalende instantie de duur van die periode niet kan vaststellen met de informatie waarover zij beschikt, gaat zij ervan uit dat de uiteindelijk gerechtigde over de gehele periode dat de vordering heeft bestaan, de houder ervan is geweest, tenzij hij de datum van verkrijging aantoont.

3.   Belastingen en inhoudingen op eenzelfde rentebetaling, andere dan de inhouding waarin deze Overeenkomst voorziet, dienen te worden verrekend met het overeenkomstig dit artikel berekende bedrag van de inhouding. Deze verrekening omvat met name de Liechtensteinse „Couponsteuer” tegen een tarief van 4 %.

Artikel 4

Definitie van uiteindelijk gerechtigde

1.   Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt onder „uiteindelijk gerechtigde” verstaan elke natuurlijke persoon die een rentebetaling ontvangt, of ten gunste van wie een rentebetaling wordt bewerkstelligd, tenzij deze aantoont dat de rentebetaling niet te zijner gunste is ontvangen of bewerkstelligd. Een natuurlijke persoon wordt niet geacht de uiteindelijk gerechtigde te zijn indien:

a)

hij handelt als uitbetalende instantie in de zin van artikel 6 of

b)

hij handelt namens een rechtspersoon, een beleggingsfonds of een vergelijkbare of daarmee gelijkgestelde instelling voor collectieve belegging in effecten of

c)

hij handelt namens een andere natuurlijke persoon die de uiteindelijk gerechtigde is en die aan de uitbetalende instantie zijn identiteit en woonstaat bekendmaakt.

2.   Indien de uitbetalende instantie beschikt over gegevens die doen vermoeden dat de natuurlijke persoon die een rentebetaling ontvangt of ten gunste van wie een rentebetaling wordt bewerkstelligd, niet de uiteindelijk gerechtigde is, moet zij redelijke maatregelen nemen om de identiteit van de uiteindelijk gerechtigde vast te stellen. Indien de uitbetalende instantie de uiteindelijk gerechtigde niet kan identificeren, behandelt zij de natuurlijke persoon in kwestie als de uiteindelijk gerechtigde.

Artikel 5

Identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde

Om de identiteit en de woonplaats van de in artikel 4 gedefinieerde uiteindelijk gerechtigde te bepalen, houdt de uitbetalende instantie gegevens bij met betrekking tot diens naam, voornaam, adres en woonplaats in overeenstemming met de Liechtensteinse wettelijke bepalingen ter bestrijding van het witwassen van geld. Voor contractuele betrekkingen die zijn aangegaan, of voor transacties die, bij ontstentenis van contractuele betrekkingen, zijn verricht op of na 1 januari 2004, wordt voor natuurlijke personen die een door een lidstaat uitgereikt paspoort of officieel identiteitsbewijs overleggen en die verklaren ingezetene te zijn van een andere staat dan een lidstaat of Liechtenstein, de woonplaats vastgesteld op basis van een fiscalewoonplaatsverklaring die is afgegeven door de bevoegde autoriteit van de staat waarvan de natuurlijke persoon verklaart ingezetene te zijn. Wordt een dergelijke verklaring niet overgelegd, dan wordt de natuurlijke persoon geacht zijn woonplaats te hebben in de lidstaat die het paspoort of enig ander officieel identiteitsbewijs heeft uitgereikt.

Artikel 6

Definitie van uitbetalende instantie

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt onder „uitbetalende instantie” in Liechtenstein verstaan banken volgens het Liechtensteinse bankrecht, effectenmakelaars, in Liechtenstein ingezeten dan wel gevestigde natuurlijke en rechtspersonen inclusief marktdeelnemers overeenkomstig het Liechtensteinse personen- en vennootschapsrecht, personenvennootschappen en vaste inrichtingen van buitenlandse vennootschappen, die, zelfs als dit slechts incidenteel geschiedt, activa van derde partijen in ontvangst nemen, houden, daarmee beleggingen verrichten of die overdragen, of die enkel rentebetalingen verrichten of bewerkstelligen in het kader van hun activiteiten.

Artikel 7

Definitie van rentebetaling

1.   Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt onder „rentebetaling” verstaan:

a)

rente, uitbetaald of bijgeschreven op een rekening, die is terug te voeren op enigerlei schuldvordering, met inbegrip van rente op fiduciaire deposito’s uitbetaald door Liechtensteinse uitbetalende instanties ten gunste van uiteindelijk gerechtigden als gedefinieerd in artikel 4, al dan niet gedekt door hypotheek of voorzien van een winstdelingsclausule, en met name de opbrengsten van overheidspapier en obligatieleningen, inclusief daaraan gehechte premies en prijzen, maar met uitsluiting van leningen tussen particulieren die niet in het kader van hun onderneming handelen. Sancties voor te late betaling worden niet als rentebetaling aangemerkt;

b)

rente die is aangegroeid of gekapitaliseerd op het moment van de verkoop, terugbetaling of aflossing van de onder a) bedoelde schuldvorderingen;

c)

inkomsten uit rentebetalingen, hetzij rechtstreeks, hetzij via een entiteit als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, hierna „de richtlijn” genoemd, uitgekeerd door:

i)

instellingen voor collectieve belegging, gevestigd in een lidstaat of in Liechtenstein,

ii)

in een lidstaat gevestigde entiteiten die van de keuzemogelijkheid van artikel 4, lid 3, van de richtlijn gebruikmaken en de uitbetalende instantie daarvan op de hoogte brengen,

iii)

instellingen voor collectieve belegging die buiten het grondgebied van de Overeenkomstsluitende partijen zijn gevestigd,

d)

inkomsten die zijn gerealiseerd bij de verkoop, terugbetaling of aflossing van aandelen of bewijzen van deelneming in de volgende instellingen en entiteiten, indien deze rechtstreeks of middelijk via andere hierna bedoelde instellingen voor collectieve belegging of entiteiten meer dan 40 % van hun vermogen beleggen in de onder a) bedoelde schuldvorderingen:

i)

instellingen voor collectieve belegging, gevestigd in een lidstaat of in Liechtenstein,

ii)

in een lidstaat gevestigde entiteiten die van de keuzemogelijkheid van artikel 4, lid 3, van de richtlijn gebruikmaken en de uitbetalende instantie daarvan op de hoogte brengen,

iii)

instellingen voor collectieve belegging die buiten het grondgebied van de Overeenkomstsluitende partijen zijn gevestigd.

2.   Wat betreft lid 1, onder c), wordt, indien een uitbetalende instantie geen informatie heeft over het deel van de inkomsten dat voortkomt uit rentebetalingen, het volledige bedrag aan inkomsten als rentebetaling aangemerkt.

3.   Wat betreft lid 1, onder d), wordt, indien een uitbetalende instantie geen informatie heeft over het percentage van het vermogen dat is belegd in schuldvorderingen of in aandelen of bewijzen van deelneming als omschreven onder dat punt, dat percentage geacht meer dan 40 % te bedragen. Indien zij het bedrag van de door de uiteindelijk gerechtigde gerealiseerde inkomsten niet kan bepalen, worden de inkomsten geacht de opbrengst van de verkoop, aflossing of terugbetaling van de aandelen of bewijzen van deelneming te zijn.

4.   Inkomsten met betrekking tot instellingen of entiteiten die maximaal 15 % van hun vermogen hebben belegd in schuldvorderingen in de zin van lid 1, onder a), worden niet aangemerkt als rentebetaling overeenkomstig lid 1, onder c) en d).

5.   Het percentage als bedoeld in lid 1, onder d), en in lid 3 bedraagt vanaf 1 januari 2011 25 %.

6.   De in lid 1, onder d), en in lid 4 bedoelde percentages worden bepaald aan de hand van de beleggingspolitiek zoals die in het fondsreglement of de statuten van de betrokken instellingen of entiteiten is neergelegd en, bij ontstentenis daarvan, op basis van de feitelijke samenstelling van de beleggingsportefeuille van de betrokken instellingen of entiteiten.

Artikel 8

Verdeling van belastingopbrengsten

1.   Liechtenstein behoudt 25 % van de opbrengsten van de inhouding op grond van deze Overeenkomst en draagt 75 % van de opbrengsten over aan de woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde.

2.   Die overdrachten vinden elk jaar in een tranche per lidstaat plaats, uiterlijk binnen een periode van zes maanden volgend op het eind van het belastingjaar in Liechtenstein.

Artikel 9

Voorkoming van dubbele belasting

1.   Indien rente die de uiteindelijk gerechtigde heeft ontvangen, door een uitbetalende instantie in Liechtenstein is onderworpen aan inhouding, kent de fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde hem een belastingverrekening toe die gelijk is aan het bedrag van de inhouding. Indien dit bedrag hoger is dan de krachtens het nationale recht verschuldigde belasting over het totale rentebedrag dat aan inhouding is onderworpen, restitueert de fiscale woonstaat het bedrag dat teveel is ingehouden aan de uiteindelijk gerechtigde.

2.   Indien rente die de uiteindelijk gerechtigde heeft ontvangen, onderworpen is geweest aan andere heffingen en inhoudingen dan die waarin deze Overeenkomst voorziet, en de fiscale woonstaat naar nationaal recht of overeenkomstig verdragen ter voorkoming van dubbele belasting voor dergelijke heffingen en inhoudingen belastingverrekening toekent, worden dergelijke andere heffingen en inhoudingen verrekend alvorens de procedure van lid 1 wordt toegepast. De fiscale woonstaat aanvaardt certificaten afgegeven door Liechtensteinse uitbetalende instanties als bewijs van de belasting of inhouding, met dien verstande dat de bevoegde autoriteit van de fiscale woonstaat de Liechtensteinse bevoegde autoriteit kan verzoeken de gegevens in de door de Liechtensteinse uitbetalende instanties afgegeven certificaten te verifiëren.

3.   De fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde kan de in de leden 1 en 2 bedoelde belastingverrekeningsregeling vervangen door restitutie van de in artikel 1 genoemde inhouding.

Artikel 10

Uitwisseling van informatie

1.   De bevoegde autoriteiten van Liechtenstein en de lidstaten wisselen gegevens uit over gedragingen die overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het verzoek is gericht, worden beschouwd als belastingfraude of over soortgelijke aangelegenheden ter zake van de onder deze Overeenkomst vallende inkomsten. Onder „soortgelijke aangelegenheden” worden uitsluitend overtredingen verstaan met dezelfde graad van onrechtmatigheid als het geval is voor belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het verzoek is gericht. In antwoord op een zorgvuldig gemotiveerd verzoek verstrekt de staat aan welke het verzoek is gericht, overeenkomstig zijn procesrechtgegevens met betrekking tot de aangelegenheden waarnaar de verzoekende staat een onderzoek instelt, of mogelijk wenst in te stellen, op civielrechtelijke of strafrechtelijke basis. Alle door Liechtenstein of een lidstaat ontvangen gegevens worden op dezelfde vertrouwelijke wijze behandeld als krachtens het nationale recht van die staat verkregen gegevens en worden uitsluitend verstrekt aan personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechtbanken en bestuurslichamen) die betrokken zijn bij de vaststelling of inning van, de handhaving of vervolging in verband met, dan wel de behandeling van bezwaarschriften met betrekking tot belastingen op onder de Overeenkomst vallende inkomsten. Deze personen of autoriteiten gebruiken de gegevens uitsluitend voor die doelstellingen. Zij mogen de gegevens tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke uitspraken bekendmaken.

2.   Bij het bepalen of informatie in antwoord op een verzoek kan worden verstrekt, past de staat aan welke het verzoek is gericht, de regels betreffende verjaring toe overeenkomstig de wetgeving van de verzoekende staat in plaats van de regels betreffende verjaring van de staat aan welke het verzoek is gericht.

3.   De staat aan welke het verzoek is gericht, verstrekt de informatie indien de verzoekende staat een redelijk vermoeden heeft dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden betreffen. Het vermoeden van de verzoekende staat dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden betreffen, kan zijn gebaseerd op:

a)

documenten, al dan niet geauthentiseerd, omvattende, maar niet daartoe beperkt, bescheiden van het bedrijf, boeken, of bankrekeninginformatie;

b)

verklaringen van de belastingbetaler;

c)

gegevens van een informant of een derde persoon, die onafhankelijk zijn gecontroleerd of waarvan kan worden aangenomen dat die betrouwbaar zijn; of

d)

indirect bewijs.

4.   Indien een lidstaat daarom verzoekt, opent Liechtenstein bilaterale onderhandelingen met die staat om individuele categorieën te definiëren van gevallen vallende onder „soortgelijke aangelegenheden” overeenkomstig de belastingprocedure die door die staat wordt toegepast.

Artikel 11

Bevoegde autoriteiten

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt onder „bevoegde autoriteiten” verstaan de in bijlage I genoemde autoriteiten.

Artikel 12

Overleg

Indien de bevoegde autoriteit van Liechtenstein en een of meer van de andere in artikel 11 van deze Overeenkomst bedoelde bevoegde autoriteiten het niet eens zijn over de interpretatie of toepassing van deze Overeenkomst, trachten zij in onderling overleg tot een oplossing te komen. Zij brengen de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten onmiddellijk op de hoogte van de resultaten van hun overleg. Met betrekking tot interpretatievraagstukken kan de Commissie op verzoek van een van de bevoegde autoriteiten deelnemen aan het overleg.

Artikel 13

Toetsing

1.   De Overeenkomstsluitende partijen treden ten minste om de drie jaar of op verzoek van een van de partijen met elkaar in overleg om de technische werking van deze Overeenkomst te evalueren en, indien de Overeenkomstsluitende partijen zulks nodig achten, te verbeteren en om internationale ontwikkelingen te beoordelen. Het overleg wordt gehouden binnen een maand na het verzoek daartoe of, in dringende gevallen, zo spoedig mogelijk.

2.   Op basis van een dergelijke beoordeling kunnen de Overeenkomstsluitende partijen overleg plegen om te bestuderen op welke punten de Overeenkomst moet worden aangepast, rekening houdende met internationale ontwikkelingen.

3.   Zodra er voldoende ervaring is opgedaan met de volledige implementatie van artikel 1, lid 1, plegen de Overeenkomstsluitende partijen overleg om te bestuderen op welke punten deze Overeenkomst moet worden aangepast, rekening houdende met internationale ontwikkelingen.

4.   Met het oog op het in de leden 1, 2 en 3 bedoelde overleg stelt elke Overeenkomstsluitende partij de andere Overeenkomstsluitende partij op de hoogte van mogelijke ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de goede werking van deze Overeenkomst. Dit omvat mede relevante overeenkomsten tussen een der Overeenkomstsluitende partijen en een derde staat.

Artikel 14

Verband met bilaterale verdragen ter voorkoming van dubbele belastingheffing

De bepalingen van de verdragen ter voorkoming van dubbele belastingheffing tussen Liechtenstein en de lidstaten vormen geen belet voor de heffing van de inhouding waarin deze Overeenkomst voorziet.

Artikel 15

Overgangsbepalingen voor verhandelbare schuldinstrumenten (1)

1.   Vanaf de toepassingsdatum van deze Overeenkomst en zolang ten minste één lidstaat ook soortgelijke bepalingen toepast, maar uiterlijk tot 31 december 2010, worden binnenlandse en internationale obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten die voor het eerst zijn uitgegeven vóór 1 maart 2001 of waarvan het oorspronkelijke emissieprospectus vóór die datum is goedgekeurd door de bevoegde autoriteiten van de uitgevende staat, niet aangemerkt als schuldvorderingen in de zin van artikel 7, lid 1, onder a), van deze Overeenkomst, op voorwaarde dat op of na 1 maart 2002 geen vervolgemissies van dergelijke verhandelbare schuldinstrumenten plaatsvinden.

Zolang echter ten minste één lidstaat ook soortgelijke bepalingen toepast, blijven de bepalingen van dit artikel na 31 december 2010 gelden voor verhandelbare schuldinstrumenten:

die clausules inzake gross-up en vroegtijdige aflossing bevatten en

wanneer de uitbetalende instantie, als gedefinieerd in artikel 6, is gevestigd in Liechtenstein en

wanneer die uitbetalende instantie de rente rechtstreeks betaalt aan, of een rentebetaling bewerkstelligt ten gunste van, een uiteindelijk gerechtigde die zijn woonplaats heeft in een lidstaat.

Indien en vanaf het moment dat soortgelijke bepalingen door geen enkele lidstaat meer worden toegepast, zijn de bepalingen van dit artikel nog slechts van toepassing op verhandelbare schuldinstrumenten:

die clausules inzake gross-up en vroegtijdige aflossing bevatten en

wanneer de uitbetalende instantie van de emittent gevestigd is in Liechtenstein en

wanneer die uitbetalende instantie de rente rechtstreeks betaalt aan, of een rentebetaling bewerkstelligt ten gunste van, een uiteindelijk gerechtigde die zijn woonplaats heeft in een lidstaat.

Indien op of na 1 maart 2002 een vervolgemissie plaatsvindt van een van de vorenvermelde verhandelbare schuldinstrumenten, uitgegeven door een overheid of een gelijkgestelde entiteit die als overheidsinstantie optreedt of waarvan de rol erkend is bij internationaal verdrag (genoemd in bijlage 2 bij deze Overeenkomst), wordt de emissie van een dergelijk instrument, bestaande uit de oorspronkelijke emissie en vervolgemissies, in haar geheel beschouwd als een schuldvordering in de zin van artikel 7, lid 1, onder a).

Indien op of na 1 maart 2002 een vervolgemissie plaatsvindt van een van de vorenvermelde verhandelbare schuldinstrumenten, uitgegeven door een andere emittent die niet valt onder het bepaalde in de vierde alinea, wordt die emissie aangemerkt als een schuldvordering in de zin van artikel 7, lid 1, onder a).

2.   Dit artikel belet Liechtenstein en de lidstaten niet om overeenkomstig hun nationale wetgeving belasting te blijven heffen op inkomsten uit de in lid 1 genoemde verhandelbare schuldvorderingen.

Artikel 16

Ondertekening, inwerkingtreding en geldigheidsduur

1.   Deze Overeenkomst dient door de Overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures te worden bekrachtigd of goedgekeurd. De Overeenkomstsluitende partijen zullen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van deze procedures. De Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de laatste kennisgeving.

2.   Op voorwaarde dat is voldaan aan de constitutionele eisen van Liechtenstein en aan de gemeenschapsrechtelijke eisen inzake de sluiting van internationale overeenkomsten, en onverminderd artikel 17 dienen Liechtenstein en waar toepasselijk de Gemeenschap deze Overeenkomst tegen 1 juli 2005 effectief te implementeren en toe te passen en elkaar daarvan in kennis te stellen.

3.   Deze Overeenkomst blijft van kracht totdat zij door een Overeenkomstsluitende partij wordt beëindigd.

4.   Iedere Overeenkomstsluitende partij kan deze Overeenkomst beëindigen door de andere Overeenkomstsluitende partij daarvan in kennis te stellen. In dat geval eindigt de geldigheid van de overeenkomst twaalf maanden na een dergelijke kennisgeving.

Artikel 17

Toepassing en schorsing van de toepassing

1.   De toepassing van deze Overeenkomst is afhankelijk van de vaststelling en implementatie door de afhankelijke of geassocieerde gebieden van de lidstaten genoemd in het verslag van de Raad (Economische en Financiële Zaken) aan de Europese Raad van Santa Maria de Feira van 19 en 20 juni 2000, alsmede door, respectievelijk, de Verenigde Staten van Amerika, Zwitserland, Andorra, Monaco en San Marino, van dezelfde of gelijkwaardige maatregelen als die welke in de richtlijn of deze Overeenkomst zijn vervat en die in dezelfde implementatiedata voorzien.

2.   De Overeenkomstsluitende partijen besluiten, in onderling overleg, ten minste zes maanden voor de in artikel 16, lid 2, bedoelde datum of aan de in lid 1 genoemde voorwaarde wordt voldaan met betrekking tot de datum van inwerkingtreding van de betreffende maatregelen in de betrokken derde landen en afhankelijke of geassocieerde gebieden. Indien de Overeenkomstsluitende partijen besluiten dat niet aan de voorwaarde wordt voldaan, stellen zij, in onderling overleg, een nieuwe datum vast voor de toepassing van artikel 16, lid 2.

3.   De toepassing van deze Overeenkomst of gedeelten daarvan kan met onmiddellijke ingang door een van de Overeenkomstsluitende partijen worden geschorst door kennisgeving aan de andere partij, indien de richtlijn of een gedeelte van de richtlijn overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap, hetzij tijdelijk, hetzij definitief niet langer van toepassing is of in het geval dat een lidstaat de toepassing van de betreffende uitvoeringsbepalingen schorst.

4.   Elke Overeenkomstsluitende partij kan de toepassing van deze Overeenkomst schorsen door kennisgeving aan de andere Overeenkomstsluitende partij, indien een van de in lid 1 bedoelde derde staten of gebieden besluit de in dat lid bedoelde maatregelen niet langer toe te passen. De schorsing van de toepassing geschiedt ten vroegste twee maanden na de kennisgeving. Zodra de maatregelen opnieuw van kracht zijn, wordt de schorsing van de toepassing van deze Overeenkomst opgeheven.

Artikel 18

Vorderingen en eindafrekening

1.   Indien deze Overeenkomst wordt beëindigd of de toepassing ervan geheel of gedeeltelijk wordt geschorst, blijven de vorderingen van individuele personen overeenkomstig artikel 9 onverlet.

2.   Liechtenstein stelt in een dergelijk geval aan het eind van de toepassingsduur van de Overeenkomst een eindafrekening op en verricht een eindbetaling aan de lidstaten.

Artikel 19

Territoriale werkingssfeer

Deze Overeenkomst is van toepassing op, enerzijds, de grondgebieden waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen wordt toegepast, overeenkomstig de daarin neergelegde voorwaarden en, anderzijds, het grondgebied van Liechtenstein.

Artikel 20

Bijlagen

1.   De bijlagen maken een integraal deel uit van deze Overeenkomst.

2.   De in bijlage I opgenomen lijst van bevoegde autoriteiten kan door eenvoudige kennisgeving aan de andere Overeenkomstsluitende partij worden gewijzigd door, wat de in punt a) van deze bijlage genoemde autoriteit betreft, het Vorstendom Liechtenstein en door, wat de overige autoriteiten betreft, de Europese Gemeenschap.

De in bijlage II opgenomen lijst van gelijkgestelde entiteiten kan in onderling overleg worden gewijzigd.

Artikel 21

Talen

1.   Deze Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Nederlandse, Poolse, Portugese, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsjechische en Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

2.   Het exemplaar in de Maltese taal wordt door de Overeenkomstsluitende partijen geauthentiseerd op basis van een briefwisseling. Het is eveneens authentiek, op dezelfde wijze als de teksten in de in lid 1 genoemde talen.

EN FE DE LO CUAL, los plenipotenciarios abajo firmantes suscriben el presente Acuerdo.

NA DŮKAZ ČEHOŽ připojili níže podepsaní zplnomocnění zástupci k této smlouvě své podpisy.

TIL BEKRÆFTELSE HERAF har undertegnede befuldmægtigede underskrevet denne aftale.

ZU URKUND DESSEN haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter dieses Abkommen gesetzt.

SELLE KINNITUSEKS on täievolilised esindajad käesolevale lepingule alla kirjutanud.

ΣΕ ΠΙΣΤΩΣΗ ΤΩΝ ΑΝΩΤΕΡΩ, οι υπογράφοντες πληρεξούσιοι έθεσαν την υπογραφή τους κάτω από την παρούσα συμφωνία.

IN WITNESS WHEREOF, the undersigned plenipotentiaries have hereunto set their hands.

EN FOI DE QUOI, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leurs signatures au bas du présent accord.

IN FEDE DI CHE, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto la propria firma in calce al presente accordo.

TO APLIECINOT, attiecīgi pilnvarotas personas ir parakstījušas šo nolīgumu.

TAI PALIUDYDAMI, šį Susitarimą pasirašė toliau nurodyti įgaliotieji atstovai.

FENTIEK HITELÉÜL e megállapodást az alulírott meghatalmazottak alább kézjegyükkel látták el.

B'XIEHDA TA' DAN, il-Plenipotenzjari hawn taħt iffirmati ffirmaw dan il-Ftehim.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze overeenkomst hebben geplaatst.

W DOWÓD CZEGO, niżej podpisani pełnomocnicy złożyli swoje podpisy.

EM FÉ DO QUE, os plenipotenciários abaixo assinados apuserem as suas assinaturas no final do presente Acordo.

NA DÔKAZ ČOHO dolupodpísaní splnomocnení zástupcovia podpísali túto dohodu.

V POTRDITEV TEGA so spodaj podpisani pooblaščenci podpisali ta sporazum.

TÄMÄN VAKUUDEKSI allamainitut täysivaltaiset edustajat ovat allekirjoittaneet tämän sopimuksen.

TILL BEVIS HÄRPÅ har undertecknade befullmäktigade undertecknat detta avtal.

Hecho en Bruselas, el siete de diciembre del dos mil cuatro.

V Bruselu dne sedmého prosince dva tisíce čtyři.

Udfærdiget i Bruxelles, den syvende december to tusind og fire.

Geschehen zu Brüssel am siebten Dezember zweitausendundvier.

Kahe tuhande neljanda aasta detsembrikuu seitsmendal päeval Brüsselis.

Εγινε στις Βρυξέλλες, στις εφτά Δεκεμβρίου δύο χιλιάδες τέσσερα.

Done at Brussels on the seventh day of December in the year two thousand and four.

Fait à Bruxelles, le sept décembre deux mille quatre.

Fatto a Bruxelles, addì sette dicembre duemilaquattro.

Briselē, divi tūkstoši ceturtā gada septītajā decembrī.

Pasirašyta du tūkstančiai ketvirtųjų metų gruodžio septintą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kettőezer negyedik év december hetedik napján.

Magħmul fi Brussel fis-seba' jum ta' Diċembru tas-sena elfejn u erbgħa.

Gedaan te Brussel, de zevende december tweeduizendvier.

Sporządzono w Brukseli dnia siódmego grudnia roku dwutysięcznego czwartego.

Feito em Bruxelas, em sete de Dezembro de dois mil e quatro.

V Bruseli siedmeho decembra dvetisícštyri.

V Bruslju, dne sedmega decembra leta dva tisoč štiri.

Tehty Brysselissä seitsemäntenä päivänä joulukuuta vuonna kaksituhattaneljä.

Som skedde i Bryssel den sjunde december tjugohundrafyra.

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Za Európske spoločenstvo

za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Image

Image

Für das Fürstentum Liechtenstein

Image


(1)  Evenals in de richtlijn zijn deze overgangsbepalingen ook van toepassing op verhandelbare schuldinstrumenten die worden aangehouden via beleggingsfondsen.

BIJLAGE I

LIJST VAN BEVOEGDE AUTORITEITEN

Voor de toepassing van deze Overeenkomst zijn de volgende instanties „bevoegde autoriteiten”:

a)

in het Vorstendom Liechtenstein: de regering van het Vorstendom Liechtenstein of een gemachtigd vertegenwoordiger,

b)

in het Koninkrijk België: de minister van Financiën/Le Ministre des Finances of een gemachtigd vertegenwoordiger,

c)

in de Tsjechische Republiek: Ministr financí of een gemachtigd vertegenwoordiger,

d)

in het Koninkrijk Denemarken: Skatteministeren of een gemachtigd vertegenwoordiger,

e)

in de Bondsrepubliek Duitsland: der Bundesminister der Finanzen of een gemachtigd vertegenwoordiger,

f)

in de Republiek Estland: Rahandusminister of een gemachtigd vertegenwoordiger,

g)

in de Helleense Republiek: Ο Υπουργός Οικονομίας και Οικονομικών of een gemachtigd vertegenwoordiger,

h)

in het Koninkrijk Spanje: el Ministro de Economía y Hacienda of een gemachtigd vertegenwoordiger,

i)

in de Franse Republiek: le Ministre chargé du budget of een gemachtigd vertegenwoordiger,

j)

in Ierland: the Revenue Commissioners of hun gemachtigd vertegenwoordiger,

k)

in de Italiaanse Republiek: il Capo del Dipartimento per le Politiche Fiscali of een gemachtigd vertegenwoordiger,

l)

in de Republiek Cyprus: Υπουργός Οικονομικών of een gemachtigd vertegenwoordiger,

m)

in de Republiek Letland: Finanšu ministrs of een gemachtigd vertegenwoordiger,

n)

in de Republiek Litouwen: Finansų ministras of een gemachtigd vertegenwoordiger,

o)

in het Groothertogdom Luxemburg: le Ministre des Finances of een gemachtigd vertegenwoordiger; voor de toepassing van artikel 10 is de bevoegde autoriteit evenwel „le Procureur Général d'Etat luxembourgeois”,

p)

in de Republiek Hongarije: a pénzügyminiszter of een gemachtigd vertegenwoordiger,

q)

in de Republiek Malta: il-Ministru responsabbli għall-Finanzi of een gemachtigd vertegenwoordiger,

r)

in het Koninkrijk der Nederlanden: de Minister van Financiën of een gemachtigd vertegenwoordiger,

s)

in de Republiek Oostenrijk: der Bundesminister für Finanzen of een gemachtigd vertegenwoordiger,

t)

in de Republiek Polen: Minister Finansów of een gemachtigd vertegenwoordiger,

u)

in de Portugese Republiek: o Ministro das Finanças of een gemachtigd vertegenwoordiger,

v)

in de Republiek Slovenië: Minister za finance of een gemachtigd vertegenwoordiger,

w)

in de Slowaakse Republiek: Minister financií of een gemachtigd vertegenwoordiger,

x)

in de Republiek Finland: Valtiovarainministeriö/Finansministeriet of een gemachtigd vertegenwoordiger,

y)

in het Koninkrijk Zweden: Chefen för Finansdepartementet of een gemachtigd vertegenwoordiger,

z)

in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en in de Europese gebiedsdelen voor de buitenlandse betrekkingen waarvan het Verenigd Koninkrijk verantwoordelijk is: de Commissioners of Inland Revenue of hun gemachtigd vertegenwoordiger en de bevoegde autoriteit in Gibraltar, die door het Verenigd Koninkrijk wordt aangewezen overeenkomstig het Akkoord met betrekking tot de autoriteiten van Gibraltar in de context van EU- en EG-instrumenten en daarmee verband houdende verdragen welke zijn aangemeld bij de lidstaten en instellingen van de Europese Unie van 19 april 2000, waarvan het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie Liechtenstein een exemplaar zal doen toekomen, en dat van toepassing zal zijn op deze Overeenkomst.

BIJLAGE II

LIJST VAN GELIJKGESTELDE ENTITEITEN

Voor de toepassing van artikel 15 van deze Overeenkomst worden de volgende entiteiten beschouwd als „gelijkgestelde entiteit die als overheidsinstantie optreedt of waarvan de rol erkend is bij internationaal verdrag”:

ENTITEITEN IN DE EUROPESE UNIE:

België

 

Vlaams Gewest

 

Région wallonne (Waals Gewest)

 

Brussels Hoofdstedelijk Gewest/Région de Bruxelles-Capitale

 

Communauté française (Franstalige Gemeenschap)

 

Vlaamse Gemeenschap

 

Deutschsprachige Gemeinschaft (Duitstalige Gemeenschap)

Spanje

 

Xunta de Galicia (regering van de Autonome Gemeenschap van Galicië)

 

Junta de Andalucía (regering van de Autonome Gemeenschap van Andalusië)

 

Junta de Extremadura (regering van de Autonome Gemeenschap van Extremadura)

 

Junta de Castilla- La Mancha (regering van de Autonome Gemeenschap van Castilië-La Mancha)

 

Junta de Castilla-León (regering van de Autonome Gemeenschap van Castilië-León)

 

Gobierno Foral de Navarra (regering van de Autonome Gemeenschap van Navarra)

 

Govern de les Illes Balears (regering van de Autonome Gemeenschap van de Balearen)

 

Generalitat de Catalunya (regering van de Autonome Gemeenschap van Catalonië)

 

Generalitat de Valencia (regering van de Autonome Gemeenschap van Valencia)

 

Diputación General de Aragón (regering van de Autonome Gemeenschap van Aragón)

 

Gobierno de las Islas Canarias (regering van de Autonome Gemeenschap van de Canarische Eilanden)

 

Gobierno de Murcia (regering van de Autonome Gemeenschap van Murcia)

 

Gobierno de Madrid (regering van de Autonome Gemeenschap van Madrid)

 

Gobierno de la Comunidad Autónoma del País Vasco/Euzkadi (regering van de Autonome Gemeenschap van Baskenland)

 

Diputación Foral de Guipúzcoa (Provincieraad van Guipúzcoa)

 

Diputación Foral de Vizcaya/Bizkaia (Provincieraad van Biskaje)

 

Diputación Foral de Alava (Provincieraad van Alava)

 

Ayuntamiento de Madrid (Gemeente Madrid)

 

Ayuntamiento de Barcelona (Gemeente Barcelona)

 

Cabildo Insular de Gran Canaria (Eilandraad van Gran Canaria)

 

Cabildo Insular de Tenerife (Eilandraad van Tenerife)

 

Instituto de Crédito Oficial (Officiële Kredietinstelling)

 

Instituto Catalán de Finanzas (Catalaans Instituut voor Financiën)

 

Instituto Valenciano de Finanzas (Valenciaans Instituut voor Financiën)

Griekenland

 

Оργανισμός Тηλεπικοινωνιών Ελλάδος (Griekse Organisatie voor Telecommunicatie)

 

Оργανισμός Σιδηροδρόμων Ελλάδος (Organisatie van de Griekse Spoorwegen)

 

Δημόσια Επιχείρηση Ηλεκτρισμού (Openbaar Elektriciteitsbedrijf)

Frankrijk

 

La Caisse d'amortissement de la dette sociale (CADES) (Fonds voor de aflossing van de sociale schuld);

 

L'Agence française de développement (AFD) (Frans Agentschap voor Ontwikkeling);

 

Réseau Ferré de France (RFF) (Spoorwegennet van Frankrijk);

 

Caisse Nationale des Autoroutes (CNA) (Nationaal Autosnelwegenfonds);

 

Assistance publique Hôpitaux de Paris (APHP) (Openbare Bijstand Parijse Ziekenhuizen);

 

Charbonnages de France (CDF) (Franse Steenkoolwinning);

 

Entreprise minière et chimique (EMC) (Mijnbouw- en chemiebedrijf).

Italië

 

Regio's

 

Provincies

 

Gemeenten

 

Cassa Depositi e Prestiti (Deposito- en Consignatiefonds)

Letland

 

Pašvaldības (lokale overheden)

Polen

 

gminy (gemeenten)

 

powiaty (districten)

 

województwa (provincies)

 

związki gmin (associaties van gemeenten)

 

związki powiatów (associaties van districten)

 

związki województw (associaties van provincies)

 

miasto stołeczne Warszawa (hoofdstad Warschau)

 

Agencja Restrukturyzacji i Modernizacji Rolnictwa (Agentschap voor herstructurering en modernisering van de landbouw)

 

Agencja Nieruchomości Rolnych (Agentschap voor landbouweigendom)

Portugal

 

Região Autónoma da Madeira (Autonome Regio Madeira)

 

Região Autónoma dos Açores (Autonome Regio der Azoren)

 

Gemeenten

Slowakije

 

mestá a obce (gemeenten)

 

Železnice Slovenskej republiky (Slowaakse spoorwegmaatschappij)

 

Štátny fond cestného hospodárstva (Staatsfonds voor beheer van het wegennet)

 

Slovenské elektrárne (Slowaakse elektriciteitscentrales)

 

Vodohospodárska výstavba (Bouwmaatschappij voor waterbeheer)

INTERNATIONALE ENTITEITEN:

 

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling

 

Europese Investeringsbank

 

Aziatische Ontwikkelingsbank

 

Afrikaanse Ontwikkelingsbank

 

Wereldbank/IBRD/IMF

 

Internationale Financieringsmaatschappij

 

Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank

 

Fonds voor sociale ontwikkeling van de Raad van Europa

 

EURATOM

 

Europese Gemeenschap

 

Corporación Andina de Fomento (CAF) (Andes-ontwikkelingsmaatschappij)

 

Eurofima

 

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

 

Noordse Investeringsbank

 

Caribische Ontwikkelingsbank

Het bepaalde in artikel 15 laat internationale verplichtingen die de Overeenkomstsluitende partijen mogelijk ten overstaan van voornoemde internationale entiteiten zijn aangegaan, onverlet.

ENTITEITEN IN DERDE LANDEN:

De entiteiten die aan de volgende criteria voldoen:

1)

De entiteit wordt ondubbelzinnig geacht, overeenkomstig de nationale criteria, een publieke entiteit te zijn.

2)

Deze publieke entiteit is een niet-commerciële producent die een cluster van activiteiten beheert en financiert, waarbij hij voornamelijk niet-commerciële goederen en diensten levert, die bestemd zijn om aan de gemeenschap ten goede te komen en die effectief worden gecontroleerd door de centrale overheid.

3)

De publieke entiteit is een grote en regelmatige emittent van schuldinstrumenten.

4)

De betrokken staat is in staat te waarborgen dat de publieke entiteit niet tot vroegtijdige aflossing zal overgaan in het geval van gross-up-clausules.


MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING

tussen de Europese Gemeenschap, het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en het Vorstendom Liechtenstein

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

DE REPUBLIEK MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND

en

HET VORSTENDOM VAN LIECHTENSTEIN, hierna „Liechtenstein” genoemd,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

1.   INLEIDING

Liechtenstein en de Europese Gemeenschap sluiten een Overeenkomst die voorziet in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (hierna„de richtlijn” genoemd). Dit Memorandum van Overeenstemming is een aanvulling op die Overeenkomst.

2.   BESPREKINGEN OM TE VOORZIEN IN MAATREGELEN VAN GELIJKE STREKKING MET ANDERE DERDE LANDEN

Tijdens de overgangsperiode waarin bij de richtlijn wordt voorzien, opent de Europese Gemeenschap besprekingen met andere belangrijke financiële centra om ertoe bij te dragen dat in deze rechtsgebieden maatregelen van gelijke strekking worden aangenomen als die welke door de Gemeenschap worden toegepast.

3.   INTENTIEVERKLARING

De ondertekenaars van dit Memorandum van Overeenstemming verklaren dat naar hun inzicht de in punt 1 genoemde Overeenkomst en dit Memorandum een aanvaardbare en evenwichtige regeling uitmaken waarvan mag worden aangenomen dat die de belangen van de partijen waarborgt. Zij zullen de overeengekomen maatregelen derhalve in goed vertrouwen ten uitvoer leggen en geen eenzijdige stappen ondernemen die afbreuk kunnen doen aan de Overeenkomst, zonder legitieme reden.

Indien er enig substantieel verschil wordt bemerkt tussen het toepassingsgebied van de op 3 juni 2003 aangenomen richtlijn en dat van de Overeenkomst, met name met betrekking tot artikel 6 van de Overeenkomst, treden de Overeenkomstsluitende partijen onmiddellijk in overleg overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de Overeenkomst, teneinde ervoor te zorgen dat de gelijke strekking van de maatregelen waarin de Overeenkomst voorziet, wordt gehandhaafd.

Liechtenstein zal alles in het werk stellen om de ontvankelijkheid van zorgvuldig gemotiveerde verzoeken om uitwisseling van informatie overeenkomstig artikel 10 zonder verwijl te beoordelen overeenkomstig zijn procesrecht.

De Europese Unie en haar lidstaten zullen in hun samenwerking met Liechtenstein, ook op het gebied van fiscale aangelegenheden, rekening houden met het besluit van Liechtenstein om maatregelen van gelijke strekking vast te stellen als die welke in de richtlijn zijn vervat. De ondertekenaars zijn het er in deze context over eens dat iedere partij bij de te voeren onderhandelingen als vastgesteld in artikel 10, lid 4, van de Overeenkomst, tegelijkertijd met deze onderhandelingen andere belastingkwesties aan de orde kan stellen, waaronder kwesties die verband houden met het voorkomen van dubbele belastingheffing van inkomsten.

Ondertekend te Brussel op 7 december 2004 en opgesteld in twee exemplaren in de Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Nederlandse, Poolse, Portugese, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsjechische en Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Het exemplaar in de Maltese taal wordt door de Overeenkomstsluitende partijen geauthentiseerd op basis van een briefwisseling. Het is eveneens authentiek, op dezelfde wijze als de teksten in de in voorgaand lid genoemde talen.

EN FE DE LO CUAL, los plenipotenciarios abajo firmantes suscriben el presente Acuerdo.

NA DŮKAZ ČEHOŽ připojili níže podepsaní zplnomocnění zástupci k této smlouvě své podpisy.

TIL BEKRÆFTELSE HERAF har undertegnede befuldmægtigede underskrevet denne aftale.

ZU URKUND DESSEN haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter dieses Abkommen gesetzt.

SELLE KINNITUSEKS on täievolilised esindajad käesolevale lepingule alla kirjutanud.

ΣΕ ΠΙΣΤΩΣΗ ΤΩΝ ΑΝΩΤΕΡΩ, οι υπογράφοντες πληρεξούσιοι έθεσαν την υπογραφή τους κάτω από την παρούσα συμφωνία.

IN WITNESS WHEREOF, the undersigned Plenipotentiaries have hereunto set their hands.

EN FOI DE QUOI, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leurs signatures au bas du présent accord.

IN FEDE DI CHE, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto la propria firma in calce al presente accordo.

TO APLIECINOT, attiecīgi pilnvarotas personas ir parakstījušas šo nolīgumu.

TAI PALIUDYDAMI, šį Susitarimą pasirašė toliau nurodyti įgaliotieji atstovai.

FENTIEK HITELÉÜL e megállapodást az alulírott meghatalmazottak alább kézjegyükkel látták el.

B'XIEHDA TA' DAN, il-Plenipotenzjari hawn taħt iffirmati ffirmaw dan il-Ftehim.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze overeenkomst hebben geplaatst.

W DOWÓD CZEGO, niżej podpisani pełnomocnicy złożyli swoje podpisy.

EM FÉ DO QUE, os plenipotenciários abaixo assinados apuserem as suas assinaturas no final do presente Acordo.

NA DÔKAZ ČOHO dolupodpísaní splnomocnení zástupcovia podpísali túto dohodu.

V POTRDITEV TEGA so spodaj podpisani pooblaščenci podpisali ta sporazum.

TÄMÄN VAKUUDEKSI allamainitut täysivaltaiset edustajat ovat allekirjoittaneet tämän sopimuksen.

TILL BEVIS HÄRPÅ har undertecknade befullmäktigade undertecknat detta avtal.

Hecho en Bruselas, el siete de diciembre del dos mil cuatro.

V Bruselu dne sedmého prosince dva tisíce čtyři.

Udfærdiget i Bruxelles den syvende december to tusind og fire.

Geschehen zu Brüssel am siebten Dezember zweitausendundvier.

Kahe tuhande neljanda aasta detsembrikuu seitsmendal päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις εφτά Δεκεμβρίου δύο χιλιάδες τέσσερα.

Done at Brussels on the seventh day of December in the year two thousand and four.

Fait à Bruxelles, le sept décembre deux mille quatre.

Fatto a Bruxelles, addì sette dicembre duemilaquattro.

Briselē, divi tūkstoši ceturtā gada septītajā decembrī.

Pasirašyta du tūkstančiai ketvirtų metų gruodžio septintą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kettőezer negyedik év december hetedik napján.

Magħmul fi Brussel fis-seba' jum ta' Diċembru tas-sena elfejn u erbgħa.

Gedaan te Brussel, de zevende december tweeduizendvier.

Sporządzono w Brukseli dnia siódmego grudnia roku dwutysięcznego czwartego.

Feito em Bruxelas, em sete de Dezembro de dois mil e quatro.

V Bruseli siedmeho decembra dvetisícštyri.

V Bruslju, dne sedmega decembra leta dva tisoč štiri.

Tehty Brysselissä seitsemäntenä päivänä joulukuuta vuonna kaksituhattaneljä.

Som skedde i Bryssel den sjunde december tjugohundrafyra.

Pour le Royaume de Belgique

Voor het Koninkrijk België

Für das Königreich Belgien

Image

Za Českou republiku

Image

På Kongeriget Danmarks vegne

Image

Für die Bundesrepublik Deutschland

Image

Eesti Vabariigi nimel

Image

Για την Ελληνική Δημοκρατία

Image

Por el Reino de España

Image

Pour la République française

Image

Thar cheann Na hÉireann

For Ireland

Image

Per la Repubblica italiana

Image

Για την Κυπριακή Δημοκρατία

Image

Latvijas Republikas vārdā

Image

Lietuvos Respublikos vardu

Image

Pour le Grand-Duché de Luxembourg

Image

A Magyar Köztársaság részéről

Image

Għar-Republikka ta' Malta

Image

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

Image

Für die Republik Österreich

Image

W imieniu Rzeczypospolitej Polskiej

Image

Pela República Portuguesa

Image

Za Republiko Slovenijo

Image

Za Slovenskú republiku

Image

Suomen tasavallan puolesta

För Republiken Finland

Image

För Konungariket Sverige

Image

For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

Image

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Za Európske spoločenstvo

za Evropske skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Image

Image

Für das Fürstentum Liechtenstein

Image