27.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/14


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2004

inzake communautaire referentielaboratoria voor de epidemiologie van zoönosen en voor salmonella en inzake nationale referentielaboratoria voor salmonella

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 2781)

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/564/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönosen en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (1), en met name artikel 10, leden 1, 2, en 4,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (2), en met name artikel 11, leden 1, 2, en 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (3) zijn een communautair referentielaboratorium voor de epidemiologie van zoönosen en een communautair referentielaboratorium voor salmonella aangewezen. Richtlijn 2003/99/EG voorziet in de intrekking van Richtlijn 92/117/EEG met ingang van 12 juni 2004.

(2)

Krachtens Richtlijn 2003/99/EG moet de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid verantwoordelijkheid krijgen voor taken vergelijkbaar met die door het communautaire referentielaboratorium voor de epidemiologie van zoönosen worden uitgevoerd. Om een vlotte overgang naar de nieuwe situatie te waarborgen, is het echter wenselijk de aanwijzing van het huidige communautaire referentielaboratorium voor de epidemiologie van zoönosen gedurende een overgangsperiode te handhaven. Om die reden zou dit laboratorium tijdelijk opnieuw moeten worden aangewezen als communautair referentielaboratorium voor de epidemiologie van zoönosen.

(3)

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (4) wijst met ingang van 1 januari 2006 het communautaire referentielaboratorium voor salmonella aan dat bij Richtlijn 92/117/EEG als het communautaire referentielaboratorium voor de analyse van en het testen op zoönosen (salmonella) was aangewezen. Om een vacuüm te vermijden, moet dit laboratorium tot die datum tijdelijk opnieuw worden aangewezen als het communautaire referentielaboratorium voor salmonella.

(4)

Om redenen van financieel beheer is het wenselijk te verduidelijken dat de heraanwijzing van de communautaire referentielaboratoria waarvan hierboven sprake is ingaat op de datum waarop Richtlijn 92/117/EEG wordt ingetrokken.

(5)

Het is wenselijk dat de verantwoordelijkheden en taken van het communautaire referentielaboratorium voor salmonella en de daarmee overeenstemmende nationale referentielaboratoria precies worden gedefinieerd binnen het nieuwe regelgevende kader van Richtlijn 2003/99/EG en Verordening (EG) nr. 2160/2003. Het communautaire referentielaboratorium voor salmonella is voornamelijk actief op het gebied van levend pluimvee en het is niet aangewezen dit werkprogramma voor 2004 aan te passen. De nieuwe bevoegdheidsgebieden voor dit communautaire referentielaboratorium en voor de nationale referentielaboratoria voor salmonella zouden daarom pas moeten ingaan vanaf 1 januari 2005.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het „Bundesinstitut für Risikobewertung” in Berlijn, Duitsland, wordt aangewezen als communautair referentielaboratorium voor de epidemiologie van zoönosen tot en met 31 december 2004.

Artikel 2

1.   Het „Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu” in Bilthoven, Nederland, wordt aangewezen als communautair referentielaboratorium voor salmonella tot en met 31 december 2005.

2.   De verantwoordelijkheden en taken van het in lid 1 bedoelde communautaire referentielaboratorium worden beschreven in bijlage I. Met ingang van 1 januari 2005 worden zij van toepassing voor andere gebieden dan levend pluimvee.

Artikel 3

De verantwoordelijkheden en taken van de nationale referentielaboratoria voor salmonella worden beschreven in bijlage II. Met ingang van 1 januari 2005 worden zij van toepassing voor andere gebieden dan levend pluimvee.

Artikel 4

Deze beschikking gaat in vanaf 12 juni 2004.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 325 van 12.12.2003, blz. 31.

(2)  PB L 325 van 12.12.2003, blz. 1.

(3)  PB L 62 van 15.3.1993, blz. 38. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(4)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.


BIJLAGE I

De verantwoordelijkheden en taken van het communautaire referentielaboratorium voor salmonella zijn krachtens Richtlijn 2003/99/EG en Verordening (EG) nr. 2160/2003 de volgende

1)

Bevoegdheidsgebieden

a)

de identificatie en ontwikkeling van bacteriologische methoden voor de detectie en eventueel de meting van zoönotische salmonella in vee, diervoeders, levensmiddelen en milieumonsters

b)

subtypering van zoönotische salmonella, in het bijzonder serotypering, en andere vormen van subtypering, m.i.v. fenotypering en genetische methoden

c)

het testen van isolaten van zoönotische salmonella op antimicrobiële gevoeligheid

d)

de identificatie en ontwikkeling van immunologische methoden voor zoönotische salmonella

e)

de identificatie en ontwikkeling van bemonsteringsmethoden

2)

Algemene taken en verplichtingen

a)

de nationale referentielaboratoria details bezorgen van analysemethoden, m.i.v. referentiemethoden

b)

de toepassing door de nationale referentielaboratoria van de onder punt a) genoemde methoden coördineren, in het bijzonder door het uitvoeren van vergelijkende tests en door een aangepaste nacontrole daarvan overeenkomstig internationaal aanvaarde protocollen, indien die beschikbaar zijn

c)

binnen het eigen bevoegdheidsgebied de praktische regelingen coördineren die nodig zijn voor de toepassing van nieuwe analysemethoden en de nationale referentielaboratoria in kennis stellen van de vooruitgang op dit gebied

d)

cursussen voor initiële opleiding en bijscholing opzetten voor het personeel van de nationale referentielaboratoria en voor deskundigen uit ontwikkelingslanden

e)

de Commissie wetenschappelijke en technische bijstand verlenen, speciaal in die gevallen wanneer lidstaten de analyseresultaten aanvechten

f)

samenwerken met laboratoria met hetzelfde takenpakket in derde landen

3)

Specifieke taken en verplichtingen

a)

de Commissie technische bijstand verlenen voor de organisatie van systemen voor de bewaking van salmonella en daarmee samenhangende antimicrobiële resistentie voornamelijk krachtens de artikelen 4, 5 en 7 van Richtlijn 2003/99/EG

b)

de Commissie technische bijstand verlenen in het kader van de vastlegging van de communautaire doelstellingen krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2160/2003

c)

de Commissie advies verstrekken over aspecten die verband houden met salmonellavaccinstammen en indien nodig andere specifieke controlemethoden

d)

de Commissie technische bijstand verlenen voor en eventueel deelnemen aan internationale fora die verband houden met die in punt 1 genoemde bevoegdheidsgebieden, meer bepaald voor de standaardisering van analysemethoden en hun toepassing

e)

gegevens en informatie verzamelen over de werkzaamheden en gebruikte methoden in de nationale referentielaboratoria en de Commissie daarvan in kennis stellen

f)

op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van de epidemiologie van salmonella

g)

indien gewenst samenwerken met de communautaire structuren die zijn betrokken bij de bewaking van salmonella, meer bepaald met het Netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Europese Gemeenschap, opgericht bij Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 1998 (1), m.i.v. de relevante specifieke netwerken voor surveillance.

4)

Het communautaire referentielaboratorium moet een systeem voor kwaliteitsborging toepassen en uiterlijk tegen 12 december 2005 overeenkomstig norm EN ISO/IEC 17025 geaccrediteerd zijn.


(1)  PB L 268 van 3.10.1998, blz. 1. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).


BIJLAGE II

De verantwoordelijkheden en taken van de nationale referentielaboratoria voor salmonella zijn krachtens Richtlijn 2003/99/EG en Verordening (EG) nr. 2160/2003 de volgende

1)   Algemene verplichtingen

a)

binnen het eigen bevoegdheidsgebied samenwerken met het communautaire referentielaboratorium

b)

desgewenst de werkzaamheden van de voor de monsteranalyse verantwoordelijke laboratoria coördineren meer bepaald overeenkomstig de artikelen 4, 5 en 7 van Richtlijn 2003/99/EG

c)

de werkzaamheden van de voor de monsteranalyse verantwoordelijke laboratoria coördineren overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2160/2003/EG

d)

indien nodig vergelijkende tests organiseren tussen de onder punt b) en c) genoemde laboratoria en een passende nacontrole daarvan verzekeren

e)

de verspreiding verzekeren onder de bevoegde autoriteit en de onder punt b) en c) genoemde laboratoria van de informatie die door het communautaire referentielaboratorium wordt verstrekt

f)

binnen het eigen bevoegdheidsgebied de nationale bevoegde autoriteit wetenschappelijke en technische bijstand verlenen

2)   Specifieke taken en verplichtingen

a)

desgewenst deelnemen aan de systemen voor de bewaking van salmonella en daarmee samenhangende antimicrobiële resistentie krachtens Richtlijn 2003/99/EG, en voor de analyse van en het testen op salmonella krachtens Verordening (EG) nr. 2160/2003

b)

indien nodig opleidingscursussen organiseren ten behoeve van het personeel van de relevante laboratoria

c)

het communautaire referentielaboratorium indien nodig in kennis stellen van aspecten die verband houden met salmonellavaccinstammen en andere specifieke controlemethoden

d)

gegevens en informatie verzamelen over de werkzaamheden en gebruikte methoden in relevante laboratoria en het communautaire referentielaboratorium daarvan in kennis stellen

e)

op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van de epidemiologie van salmonella.