15.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 243/28


BESLUIT VAN DE RAAD

van 30 april 2004

houdende wijziging van het besluit van 13 september 1999 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid, en van het besluit van 13 september 1999 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

(2004/547/EG, Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 207, lid 2,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 121, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 (1) is Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (2) tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, gewijzigd.

(2)

Bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1292/2004 (3) is enerzijds Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, alsook van de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg (4) gewijzigd. Anderzijds is bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1293/2004 (5) Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (6) gewijzigd.

(3)

Het is bijgevolg dienstig wijzigingen aan te brengen in het besluit van de Raad van 13 september 1999 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid, alsmede in het besluit van de Raad van 13 september 1999 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, teneinde die teksten aan te passen aan bovengenoemde wijzigingen,

BESLUIT:

Artikel 1

Het besluit van de Raad van 13 september 1999 tot de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid, wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1, eerste alinea:

worden de woorden „in rang A 1, laatste salaristrap” vervangen door „in rang 16, derde salaristrap”;

wordt de volgende zin toegevoegd: „Van 1 mei 2004 tot en met 30 april 2006 moeten de woorden „in rang 16, derde salaristrap” echter worden gelezen als „in rang A*16, derde salaristrap”.”.

2)

Aan artikel 1, tweede alinea, wordt aan het einde van het artikel de volgende zinsnede toegevoegd:

„en artikel 17 van bijlage VII bij genoemd statuut is op hem van overeenkomstige toepassing.”.

Artikel 2

Het besluit van de Raad van 13 september 1999 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1, eerste alinea,:

worden de woorden „in de rang A 1, laatste salaristrap” vervangen door „in rang 16, derde salaristrap”;

wordt de volgende zin toegevoegd: „Van 1 mei 2004 tot en met 30 april 2006 moeten de woorden „in rang 16, derde salaristrap” echter worden gelezen als „in rang A*16, derde salaristrap”.”.

2)

Aan artikel 1, tweede alinea, wordt aan het einde de volgende zinsnede toegevoegd:

„en artikel 17 van bijlage VII bij genoemd statuut is op hem van overeenkomstige toepassing.”.

Artikel 3

Dit besluit zal door de voorzitter van de Raad ter kennis worden gebracht van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid, alsmede van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 30 april 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

B. COWEN


(1)  PB L 124 van 27.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

(3)  Zie bladzijde 23 van dit Publicatieblad.

(4)  PB 187 van 8.8.1967, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2778/98 (PB L 347 van 23.12.1998, blz. 1).

(5)  Zie bladzijde 26 van dit Publicatieblad.

(6)  PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 840/95 (PB L 85 van 19.4.1995, blz. 10).