10.7.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 240/6 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 5 juli 2004
tot benoeming van de drie vertegenwoordigers van de belanghebbenden en hun plaatsvervangers in de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging
(2004/541/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot oprichting van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (1), hierna „het Agentschap” te noemen, en met name op artikel 6,
Gezien het voorstel van de Commissie van 28 mei 2004,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 6 van bovengenoemde verordening bepaalt dat de raad van bestuur van het Agentschap bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat, drie door de Commissie benoemde vertegenwoordigers, alsmede drie door de Commissie voorgedragen en door de Raad benoemde vertegenwoordigers zonder stemrecht, die ieder één van de volgende groepen vertegenwoordigen:
|
(2) |
De Commissie heeft de lidstaten verzocht over te gaan tot de benoeming van de vertegenwoordigers van de lidstaten in de raad van bestuur, en van de plaatsvervangers die de leden bij afwezigheid vertegenwoordigen. |
(3) |
De raad van bestuur van het Agentschap moet zo spoedig mogelijk operationeel zijn, zodat het op zeer korte termijn met zijn werkzaamheden kan beginnen, |
BESLUIT:
Enig artikel
De lijst van de leden en hun plaatsvervangers die de drie groepen van belanghebbenden vertegenwoordigen in de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging, ziet er als volgt uit:
|
Lid |
Plaatsvervanger |
Informatie- en communicatietechnologie-industrie |
Mark MacGann |
Berit Svendsen |
Consumentenorganisaties |
Markus Bautsch |
Jim Murray |
Universitaire deskundigen inzake netwerk- en informatiebeveiliging |
Kai Rannenberg |
Niko Schlammberger |
Gedaan te Brussel, 5 juli 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
G. ZALM
(1) PB L 77 van 13.3.2004, blz. 1.