10.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 208/68


Rectificatie van Beschikking 2004/416/EG van de Commissie van 29 april 2004 inzake tijdelijke noodmaatregelen ten aanzien van bepaalde citrusvruchten van oorsprong uit Argentinië of Brazilië

( Publicatieblad van de Europese Unie L 151 van 30 april 2004 )

Beschikking 2004/416/EG moet als volgt worden gelezen:

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 29 april 2004

inzake tijdelijke noodmaatregelen ten aanzien van bepaalde citrusvruchten van oorsprong uit Argentinië of Brazilië

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1584)

(2004/416/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name op artikel 16, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Spanje heeft de andere lidstaten en de Commissie meegedeeld dat bij in 2003 uitgevoerde fytosanitaire controles in een groot aantal gevallen aantasting van citrusvruchten van oorsprong uit Argentinië en Brazilië door schadelijke organismen is geconstateerd, met name door Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen) en Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stammen). Bovendien is in 2003 door Nederland en het Verenigd Koninkrijk aantasting van citrusvruchten van oorsprong uit Brazilië door Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen) gemeld.

(2)

Spanje heeft officiële noodmaatregelen genomen om de invoer van citrusvruchten van oorsprong uit Argentinië of Brazilië met ingang van 12 november 2003 te verbieden.

(3)

Op grond van Richtlijn 2000/29/EG is vereist dat, om de Gemeenschap tegen het binnenbrengen van de schadelijke organismen in kwestie te beschermen, citrusvruchten van oorsprong uit derde landen moeten voldoen aan bepaalde technische voorschriften, met name die welke zijn vastgesteld in de punten 16.2 en 16.4 van rubriek I van deel A van bijlage IV bij die richtlijn. Uit de van Spanje, Nederland en het Verenigd Koninkrijk ontvangen gegevens blijkt dat aan deze voorschriften niet is voldaan wat uit Argentinië en Brazilië ingevoerde citrusvruchten betreft.

(4)

Daarom moeten tijdelijke noodmaatregelen worden genomen die gelden voor de invoer van citrusvruchten van oorsprong uit Argentinië of Brazilië in de Gemeenschap.

(5)

Als blijkt dat deze noodmaatregelen ontoereikend zijn om het binnenbrengen van de schadelijke organismen in kwestie te voorkomen of dat deze maatregelen niet in acht zijn genomen, moeten stringentere of alternatieve maatregelen worden overwogen.

(6)

Het effect van de noodmaatregelen moet tot en met 30 november 2004 continu worden geëvalueerd, met name op basis van door de lidstaten te verstrekken gegevens. In het licht van de resultaten van die evaluatie moeten mogelijke verdere maatregelen worden overwogen.

(7)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In afwijking van de punten 16.2 en 16.4 van rubriek I van deel A van bijlage IV bij Richtlijn 2000/29/EG mogen vanaf 1 mei 2004 vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en de hybriden daarvan (hierna „citrusvruchten” genoemd) van oorsprong uit Argentinië of Brazilië slechts op het grondgebied van de Gemeenschap worden binnengebracht indien zij voldoen aan de in de bijlage bij deze beschikking vastgestelde voorschriften.

Artikel 2

Onverminderd het bepaalde in Richtlijn 94/3/EG van de Commissie (2) moet elke lidstaat die citrusvruchten van oorsprong uit Argentinië of Brazilië invoert, uiterlijk op 31 december 2004 aan de Commissie en de andere lidstaten een gedetailleerd technisch rapport overleggen met betrekking tot de resultaten van de fytosanitaire controles die tussen 1 mei en 30 november 2004 op deze vruchten zijn uitgevoerd overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG.

Artikel 3

Tussen 1 mei en 30 november 2004 volgt de Commissie de ontwikkeling van de situatie op de voet. Als blijkt dat deze noodmaatregelen ontoereikend zijn om het binnenbrengen van Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen) of Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stammen) te voorkomen of dat deze maatregelen niet in acht zijn genomen, neemt de Commissie stringentere of alternatieve maatregelen volgens de procedure zoals vastgesteld in artikel 16, lid 3, van Richtlijn 2000/29/EG.

Artikel 4

Uiterlijk op 30 april 2004 brengt Spanje de maatregelen die het heeft vastgesteld om zich te beschermen tegen het binnenbrengen en de verspreiding van Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen) en Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stammen), in overeenstemming met de artikelen 1 en 2 en stelt het de Commissie onverwijld van de aangepaste maatregelen in kennis.

Artikel 5

Deze beschikking wordt uiterlijk op 31 januari 2005 opnieuw bezien.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 29 april 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie

BIJLAGE

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in de punten 16.1, 16.3 en 16.5 van rubriek I van deel A van bijlage IV bij Richtlijn 2000/29/EG bedoelde vruchten zijn de volgende voorschriften van toepassing:

1.

Citrusvruchten van oorsprong uit Argentinië of Brazilië gaan vergezeld van een certificaat, zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG, waarin officieel wordt verklaard dat:

a)

de vruchten van oorsprong zijn uit een gebied dat volgens de procedure van artikel 18, lid 2, van Richtlijn 2000/29/EG erkend is als zijnde vrij van Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stammen) en dat op het certificaat vermeld is,

of

b)

in het kader van een officiële keurings- en controleregeling sedert het begin van de laatste vegetatiecyclus op het productieplaats geen symptomen van Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stammen) zijn waargenomen,

en

in het kader van een officiële keurings- en controleregeling, met gebruik van een geschikte testprocedure, de op het productieplaats geoogste vruchten vrij zijn van Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stammen),

en

de vruchten zijn behandeld met producten als natriumorthofenylfenolaat die op het certificaat vermeld zijn,

en

het productieplaats, de verpakkingsvoorzieningen, de uitvoerders en anderen die bij de hantering van de vruchten betrokken zijn, officieel daartoe zijn geregistreerd.

2.

Citrusvruchten, andere dan vruchten van Citrus aurantium L., van oorsprong uit Argentinië of Brazilië gaan vergezeld van een certificaat, zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG, waarin officieel wordt verklaard dat:

a)

de vruchten van oorsprong zijn uit een gebied dat volgens de procedure van artikel 18, lid 2, van Richtlijn 2000/29/EG erkend is als zijnde vrij van Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen) en dat op het certificaat vermeld is,

of

b)

sedert het begin van de laatste vegetatiecyclus op het productieplaats geen symptomen van Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen) zijn waargenomen en bij adequaat officieel onderzoek geen van de op het productieplaats geoogste vruchten symptomen van dit organisme heeft vertoond,

en

het productieplaats, de verpakkingsvoorzieningen, de uitvoerders en anderen die bij de hantering van de vruchten betrokken zijn, officieel daartoe zijn geregistreerd.

3.

Onder deze beschikking vallende vruchten mogen slechts in de Gemeenschap worden binnengebracht als het vervoer daarvan van de productieplaats naar de plaats van uitvoer naar de Gemeenschap vergezeld gaat van onder het gezag en het toezicht van de nationale organisatie voor de bescherming van planten van Argentinië respectievelijk Brazilië afgegeven documenten als onderdeel van een documentatiesysteem waarover informatie ter beschikking van de Commissie wordt gesteld.


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/31/EG van de Commissie (PB L 85 van 23.3.2004, blz. 18).

(2)  PB L 32 van 5.2.1994, blz. 37. Richtlijn gerectificeerd in PB L 59 van 3.3.1994, blz. 30.