2004/297/EG: Beschikking van de Commissie van 29 maart 2004 waarbij Tsjechië, Estland, Litouwen, Hongarije, Polen en Slowakije worden gemachtigd de toepassing van enkele bepalingen van de Richtlijnen 2002/53/EG en 2002/55/EG van de Raad wat betreft het in de handel brengen van bepaalde rassen zaaizaad uit te stellen (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 962)
Publicatieblad Nr. L 097 van 01/04/2004 blz. 0066 - 0067
Beschikking van de Commissie van 29 maart 2004 waarbij Tsjechië, Estland, Litouwen, Hongarije, Polen en Slowakije worden gemachtigd de toepassing van enkele bepalingen van de Richtlijnen 2002/53/EG en 2002/55/EG van de Raad wat betreft het in de handel brengen van bepaalde rassen zaaizaad uit te stellen (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 962) (Voor de EER relevante tekst) (2004/297/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, en met name op artikel 2, lid 3, Gelet op de Akte betreffende de toetreding van Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, en met name op artikel 42, Overwegende hetgeen volgt: (1) Krachtens artikel 42 van de Akte betreffende de toetreding kan de Commissie overgangsmaatregelen vaststellen indien deze noodzakelijk zijn om de overgang te vergemakkelijken van het bestaande stelsel in de nieuwe lidstaten naar het stelsel dat voortvloeit uit de toepassing van de communautaire voorschriften op veterinair en fytosanitair gebied. Deze voorschriften omvatten de bepalingen inzake het in de handel brengen van zaaizaad. (2) Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen(1) en Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad(2) stellen vast dat zaaizaad van diverse, door de richtlijnen bestreken plantenrassen, zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2002/53/EG of in artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2002/55/EG, alleen dan in de handel mag worden gebracht indien aan de vereisten van artikel 4, lid 1, en de artikelen 7 en 11 van beide richtlijnen is voldaan. (3) Het in de handel brengen van bepaalde rassen zaaizaad zou in Tsjechië, Estland, Litouwen, Hongarije, Polen en Slowakije met ingang van de toetredingsdatum moeten worden verboden, tenzij een afwijking van deze bepalingen zou worden toegestaan. (4) Om deze landen in staat te stellen de noodzakelijke maatregelen vast te stellen en uit te voeren om te verzekeren dat de betrokken rassen overeenkomstig het communautaire stelsel zijn goedgekeurd, moeten deze landen in de gelegenheid worden gesteld om de toepassing van de Richtlijnen 2002/53/EG en 2002/55/EG, met betrekking tot het op hun grondgebied in de handel brengen van zaaizaad van rassen die uit hoofde van andere beginselen dan die van voornoemde Richtlijnen in hun respectieve lijsten zijn opgesomd, voor een periode van drie jaar volgend op de toetredingsdatum uit te stellen. (5) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 In afwijking van artikel 4, lid 1, en de artikelen 7 en 11 van de Richtlijnen 2002/53/EG en 2002/55/EG, mogen Tsjechië, Estland, Litouwen, Hongarije, Polen en Slowakije de toepassing van de genoemde richtlijnen, met betrekking tot het op hun grondgebied in de handel brengen van zaaizaad van rassen die zijn opgesomd in hun respectieve nationale lijsten van rassen landbouwgewassen en van rassen groentegewassen, en die niet officieel zijn goedgekeurd overeenkomstig de bepalingen van de genoemde richtlijnen, voor een periode van drie jaar volgend op de toetredingsdatum uitstellen. Tijdens deze periode wordt dit zaaizaad uitsluitend in de handel gebracht op het grondgebied van de betreffende lidstaten. Elk etiket of document, van officiële of andere aard, dat is vastgehecht aan de verpakkingen zaaizaad of dat deze verpakkingen volgens de bepalingen van deze beschikking vergezelt, expliciteert duidelijk dat het zaaizaad alleen bedoeld is om op het grondgebied van het betrokken land in de handel te worden gebracht. Artikel 2 Deze beschikking wordt van kracht op voorwaarde van de inwerkingtreding en met ingang van de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek. Artikel 3 Deze beschikking is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, 29 maart 2004. Voor de Commissie David Byrne Lid van de Commissie (1) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1). (2) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003.