32004D0215

2004/215/EG: Beschikking van de Commissie van 1 maart 2004 tot uitvoering van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad voor wat betreft aanvullende garanties voor het intracommunautaire handelsverkeer in runderen ten aanzien van infectieuze boviene rhinotracheïtis en de goedkeuring van de door sommige lidstaten ingediende uitroeiingsprogramma's (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 573)

Publicatieblad Nr. L 067 van 05/03/2004 blz. 0024 - 0026


Beschikking van de Commissie

van 1 maart 2004

tot uitvoering van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad voor wat betreft aanvullende garanties voor het intracommunautaire handelsverkeer in runderen ten aanzien van infectieuze boviene rhinotracheïtis en de goedkeuring van de door sommige lidstaten ingediende uitroeiingsprogramma's

(kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 573)

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/215/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens(1), en met name op artikel 9, lid 2, en artikel 10, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Infectieuze boviene rhinotracheïtis is de beschrijving van de opvallendste klinische symptomen van een besmetting met het boviene herpesvirus van het type 1 (BHV1). Aangezien infecties met dit virus veelal een subklinisch verloop hebben, moeten de bestrijdingsmaatregelen eerder gericht zijn op uitroeiing van de infectie dan op de onderdrukking van de symptomen.

(2) In deel II van bijlage E bij Richtlijn 64/432/EEG is infectieuze boviene rhinotracheïtis opgenomen onder de ziekten waarvoor nationale bestrijdingsprogramma's kunnen worden goedgekeurd en aanvullende garanties kunnen worden verlangd.

(3) Duitsland heeft een programma ingediend tot uitroeiing van BHV1-infecties in alle delen van zijn grondgebied, dat voldoet aan de criteria van artikel 9, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG en dat voorziet in voorschriften voor het binnenlands verkeer van runderen, die overeenkomen met die welke eerder zijn toegepast in Denemarken, Oostenrijk, de provincie Bolzano in Italië, en Zweden, waar de ziekte met succes is uitgeroeid.

(4) Daarom dient het door Duitsland ingediende programma te worden goedgekeurd en dienen, zoals door de lidstaat gevraagd, tevens aanvullende garanties ten aanzien van de handel in runderen te worden vastgesteld teneinde het welslagen van het programma te waarborgen.

(5) Voor Denemarken, Oostenrijk, Finland en Zweden, alsook voor de provincie Bolzano in Italië bestaan reeds aanvullende garanties. Deze lidstaten zijn van oordeel dat hun grondgebied vrij is van infectieuze boviene rhinotracheïtis en Italië is dezelfde mening toegedaan wat de provincie Bolzano betreft. Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG hebben zij de Commissie documenten overgelegd waaruit blijkt dat de situatie nog steeds gecontroleerd wordt.

(6) Voor lidstaten of regio's daarvan die erkend zijn als vrij van deze ziekte en die momenteel zijn opgenomen in de bijlage bij Beschikking 93/42/EEG van de Commissie(2), kan worden volstaan met minimumvoorschriften voor de verzending van fok- en gebruiksrunderen naar andere lidstaten.

(7) Voor de standaardisatie van BHV1-tests in laboratoria heeft het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten (OIE) sterk positieve, zwak positieve en negatieve internationale OIE-standaardsera vastgesteld, die verkrijgbaar zijn bij de referentielaboratoria van het OIE voor infectieuze boviene rhinotracheïtis die worden vermeld in het Handboek inzake normen voor diagnostische tests en vaccins(3).

(8) Tot 1 mei 2004, wanneer gewijzigde diergezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van runderen in de Gemeenschap van kracht worden, moet gegarandeerd zijn dat de verwijzing naar Beschikking 93/42/EEG, die voorziet in aanvullende garanties ten aanzien van infectieuze boviene rhinotracheïtis voor runderen uit derde landen, gelezen wordt als een verwijzing naar de desbetreffende bepalingen van de onderhavige beschikking.

(9) De goedkeuring van het Duitse programma en de aanvullende garanties ten aanzien van infectieuze boviene rhinotracheïtis dienen bij één beschikking te worden geregeld. Beschikking 93/42/EEG moet derhalve worden ingetrokken.

(10) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De door de lidstaten in de eerste kolom van de tabel in bijlage I ingediende programma's voor de bestrijding en uitroeiing van infecties met het boviene herpesvirus van het type 1 (BHV1), hierna "infectieuze boviene rhinotracheïtis" genoemd, in de in de tweede kolom van de tabel in bijlage I vermelde regio's van deze lidstaten worden goedgekeurd.

Artikel 2

1. Fok- en gebruiksrunderen die afkomstig zijn uit niet in bijlage II genoemde lidstaten of regio's daarvan en die bestemd zijn voor in bijlage I opgenomen lidstaten of regio's daarvan, moeten ten minste voldoen aan de volgende aanvullende garanties:

a) zij moeten afkomstig zijn van een bedrijf waar volgens officiële berichtgeving in de laatste twaalf maanden geen klinische of pathologische verschijnselen van infectieuze boviene rhinotracheïtis zijn geconstateerd;

b) zij moeten onmiddellijk voor verzending 30 dagen lang in een door de bevoegde autoriteit erkende inrichting geïsoleerd zijn geweest en alle runderen in dezelfde isolatie-inrichting mogen al die tijd geen klinische symptomen van infectieuze boviene rhinotracheïtis hebben vertoond;

c) zij en alle andere runderen in dezelfde isolatie-inrichting moeten met negatief resultaat een serologische test hebben ondergaan, uitgevoerd op bloedmonsters die minstens 21 dagen na aankomst in de isolatie-inrichting zijn genomen en die op de volgende antistoffen zijn onderzocht:

i) in het geval van gevaccineerde runderen, antistoffen tegen de gE-glycoproteïne van het BHV1, of

ii) in het geval van niet-gevaccineerde runderen, antistoffen tegen het gehele BHV1.

2. Slachtrunderen die afkomstig zijn uit niet in bijlage II genoemde lidstaten of regio's daarvan en die bestemd zijn voor in bijlage I opgenomen lidstaten of regio's daarvan, moeten rechtstreeks naar het slachthuis van bestemming worden vervoerd of naar een erkend verzamelcentrum vanwaar zij overeenkomstig artikel 7, tweede streepje, van Richtlijn 64/432/EEG naar het slachthuis worden vervoerd om te worden geslacht.

3. Op het gezondheidscertificaat volgens model 1 in bijlage F bij Richtlijn 64/432/EEG dat de in lid 1 bedoelde dieren vergezelt, moet in afdeling C, punt 4, de volgende informatie worden opgenomen:

a) na het eerste streepje: "infectieuze boviene rhinotracheïtis",

b) na het tweede streepje: "Artikel 2 van Beschikking 2004/215/EG van de Commissie".

Artikel 3

1. Fok- en gebruiksrunderen die afkomstig zijn uit niet in bijlage II genoemde lidstaten of regio's daarvan en die bestemd zijn voor lidstaten of regio's daarvan die vrij zijn van infectieuze boviene rhinotracheïtis en opgenomen zijn in bijlage II, moeten ten minste voldoen aan de volgende aanvullende garanties:

a) zij moeten voldoen aan de aanvullende garanties als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a) en b);

b) zij en alle andere runderen in dezelfde isolatie-inrichting als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b), moeten met negatief resultaat een serologische test hebben ondergaan, uitgevoerd op bloedmonsters die minstens 21 dagen na aankomst in de isolatie-inrichting zijn genomen en die op antistoffen tegen het gehele BHV1 zijn onderzocht;

c) zij mogen niet tegen infectieuze boviene rhinotracheïtis ingeënt zijn geweest.

2. Slachtrunderen die afkomstig zijn uit niet in bijlage II genoemde lidstaten of regio's daarvan en die bestemd zijn voor in bijlage II opgenomen lidstaten of regio's daarvan, moeten rechtstreeks naar het slachthuis van bestemming worden vervoerd om overeenkomstig artikel 7, eerste streepje, van Richtlijn 64/432/EEG te worden geslacht.

3. Op het gezondheidscertificaat volgens model 1 in bijlage F bij Richtlijn 64/432/EEG dat de in lid 1 bedoelde dieren vergezelt, moet in afdeling C, punt 4, de volgende informatie worden opgenomen:

a) na het eerste streepje: "infectieuze boviene rhinotracheïtis",

b) na het tweede streepje: "Artikel 3 van Beschikking 2004/215/EG van de Commissie".

Artikel 4

Fok- en gebruiksrunderen die afkomstig zijn uit een lidstaat of regio daarvan die is opgenomen in bijlage II, en die bestemd zijn voor een lidstaat of regio daarvan die is opgenomen in bijlage I of II, moeten voldoen aan de voorwaarden van artikel 2, lid 1, onder a).

Artikel 5

De lidstaten dragen er zorg voor dat de in artikel 2, lid 1, onder c), punt ii), en in artikel 3, lid 1, onder b), bedoelde serologische test voor de opsporing van antistoffen tegen het gehele BHV1 gestandaardiseerd is aan de hand van de sterk positieve, zwak positieve en negatieve internationale OIE-standaardsera voor BHV1-tests.

Artikel 6

Beschikking 93/42/EEG wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar Beschikking 93/42/EEG worden gelezen als verwijzingen naar artikel 3 van de onderhavige beschikking.

Artikel 7

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 8 maart 2004.

Artikel 8

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 1 maart 2004.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 21/2004 (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8).

(2) PB L 16 van 25.1.1993, blz. 50. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2000/502/EG (PB L 200 van 8.8.2000, blz. 62).

(3) Manual of Standards for Diagnostic Tests and Vaccines, 4e editie, augustus 2000.

BIJLAGE I

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>