32003R1764

Verordening (EG) nr. 1764/2003 van de Commissie van 7 oktober 2003 inzake de afgifte van invoercertificaten voor producten van de sector schapen- en geitenvlees in het kader van de algemene tariefcontingenten per land voor het vierde kwartaal van 2003

Publicatieblad Nr. L 254 van 08/10/2003 blz. 0006 - 0006


Verordening (EG) nr. 1764/2003 van de Commissie

van 7 oktober 2003

inzake de afgifte van invoercertificaten voor producten van de sector schapen- en geitenvlees in het kader van de algemene tariefcontingenten per land voor het vierde kwartaal van 2003

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees(1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1439/95 van de Commissie van 26 juni 1995 tot vaststelling van bepalingen van Verordening (EG) nr. 2467/98 van de Raad inzake de invoer en de uitvoer van producten van de sector schapen- en geitenvlees(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 272/2001(3), en met name op artikel 16, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In titel II, onder B, van Verordening (EG) nr. 1439/95 zijn de uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor het gebruik van de algemene tariefcontingenten per land voor de invoer van producten van de sector schapen- en geitenvlees. Overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1439/95 moet worden besloten in hoeverre gunstig kan worden beschikt op de voor het vierde kwartaal van 2003 ingediende aanvragen voor invoercertificaten.

(2) Overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1439/95 is de maximumhoeveelheid die voor het vierde kwartaal van 2003 beschikbaar is, gelijk aan het van het totale contingent voor het lopende jaar. De beschikbare overgebleven hoeveelheid voor het contingent met volgnummer 09.4037 (landengroep 5) in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2366/2002 van de Commissie van 27 december 2002 houdende opening van communautaire tariefcontingenten voor schapen, geiten, schapen- en geitenvlees voor 2003(4), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 915/2003(5), is bijgevolg beperkt tot 36,868 ton voor het vierde kwartaal van 2003. Indien de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn aangevraagd, groter zijn dan het tariefcontingent van 36,868 ton, wordt op de gevraagde hoeveelheid een algemeen verlagingspercentage toegepast.

(3) Tussen 1 en 10 september 2003 zijn in Nederland voor een hoeveelheid van 50 ton aanvragen voor invoer van producten van oorsprong uit Zuid-Afrika (landengroep 5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2366/2002) ingediend. Voor invoer van producten van oorsprong uit landen die behoren tot de andere landengroepen die zijn genoemd in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2366/2002, is geen enkele aanvraag ingediend.

(4) Gezien de voor het vierde kwartaal beschikbare hoeveelheden bedraagt de mate van inwilliging van de aanvragen 73,736 % voor groep 5.

(5) Gememoreerd wordt dat de certificaten slechts kunnen worden gebruikt voor producten die voldoen aan de in de Gemeenschap geldende diergeneeskundige voorschriften,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor een totaal van 36,868 ton dat beschikbaar is voor de gehele Gemeenschap, mag Nederland de in titel II, onder B, van Verordening (EG) nr. 1439/95 bedoelde invoercertificaten afgeven, voor een hoeveelheid van 36,868 ton aan equivalent geslacht gewicht, voor producten van oorsprong uit Zuid-Afrika waarvoor in het kader van contingent nr. 09.4037 (landengroep 5), als bedoeld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2366/2002, tussen 1 en 10 september 2003 aanvragen zijn ingediend voor het vierde kwartaal van 2003.

Het toegestane nettogewicht moet worden berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2366/2002.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 26 september 2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 oktober 2003.

Voor de Commissie

J. M. Silva Rodríguez

Directeur-generaal Landbouw

(1) PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3.

(2) PB L 143 van 27.6.1995, blz. 7.

(3) PB L 41 van 10.2.2001, blz. 3.

(4) PB L 351 van 28.12.2002, blz. 73.

(5) PB L 130 van 27.5.2003, blz. 5.