Verordening (EG) nr. 1353/2003 van de Commissie

van 30 juli 2003

betreffende het beëindigen van de visserij op lodde door vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003(2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 2341/2002 van de Raad van 20 december 2002 tot vaststelling, voor 2003, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1091/2003(4), is het voor 2003 aan de Gemeenschap toegekende deel van de totaal toegestane vangsten van lodde vastgesteld.

(2) Om de naleving te waarborgen van de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten uit een bestand waarvoor een quotum is vastgesteld, is het noodzakelijk dat de Commissie de datum vastlegt waarop het aan de Gemeenschap toegekende deel van de totaal toegestane vangsten wordt geacht volledig te zijn opgevist ten gevolge van de vangsten door de vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren.

(3) Volgens de gegevens die zijn meegedeeld aan de Commissie, hebben de vangsten van lodde in de wateren van ICES-zone V, XIV (wateren van Groenland), door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren of die in een lidstaat zijn geregistreerd, het voor 2003 toegekende deel van de totaal toegestane vangsten bereikt. Groenland heeft de vangst uit dit bestand verboden met ingang van 13 juli 2003. Deze datum moet derhalve worden aangehouden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het voor 2003 aan de Gemeenschap toegekende deel van de totaal toegestane vangsten van lodde in de wateren van ICES-zone V, XIV (wateren van Groenland), wordt geacht door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren of die in een lidstaat zijn geregistreerd, volledig te zijn opgevist.

De visserij op lodde in de wateren van ICES-zone V, XIV (wateren van Groenland), door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren of die in een lidstaat zijn geregistreerd, is verboden, alsmede het aan boord houden, de overlading en het lossen van vis uit dit bestand die door voormelde vaartuigen gevangen is in deze wateren na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 13 juli 2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 juli 2003.

Voor de Commissie

Jörgen Holmquist

Directeur-generaal Visserij

(1) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.

(2) PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1.

(3) PB L 356 van 31.12.2002, blz. 12.

(4) PB L 157 van 26.6.2003, blz. 1.