32003R1351

Verordening (EG) nr. 1351/2003 van de Commissie van 30 juli 2003 tot vaststelling van een aantal bepalingen voor het beheer van de eerste tranche van de kwantitatieve contingenten die in 2004 van toepassing zijn op bepaalde producten uit de Volksrepubliek China

Publicatieblad Nr. L 192 van 31/07/2003 blz. 0008 - 0014


Verordening (EG) nr. 1351/2003 van de Commissie

van 30 juli 2003

tot vaststelling van een aantal bepalingen voor het beheer van de eerste tranche van de kwantitatieve contingenten die in 2004 van toepassing zijn op bepaalde producten uit de Volksrepubliek China

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 520/94 van de Raad van 7 maart 1994 houdende de totstandbrenging van een communautaire procedure voor het beheer van kwantitatieve contingenten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003(2), inzonderheid op artikel 2, leden 3 en 4, artikel 6, lid 3, en de artikelen 13, 23 en 24,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 519/94 van 7 maart 1994 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 1765/82, (EEG) nr. 1766/82 en (EEG) nr. 3420/83(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 427/2003(4), jaarlijkse kwantitatieve contingenten ingesteld voor bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China die in bijlage I bij die verordening zijn opgenomen. Het bepaalde in Verordening (EG) nr. 520/94 is van toepassing op die contingenten.

(2) De Commissie heeft vervolgens haar goedkeuring gehecht aan Verordening (EG) nr. 738/94(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 983/96(6), tot vaststelling van een aantal bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 520/94. Deze bepalingen zijn van toepassing op het beheer van de bovengenoemde contingenten, onder voorbehoud van het bepaalde in de onderhavige verordening.

(3) Vanwege bepaalde kenmerken van de Chinese economie, de seizoensgebonden levering van bepaalde producten en de voor het vervoer benodigde tijd, worden handelscontracten voor aan de contingenten onderworpen producten over het algemeen vóór aanvang van het contingentjaar gesloten. Voorkomen dient te worden dat de voorgenomen invoer door administratieve knelpunten wordt bemoeilijkt. Om de continuïteit van het handelsverkeer te waarborgen, dienen de regelingen voor het beheer en de toewijzing van de eerste tranche van de voor 2004 te openen contingenten vóór aanvang van het contingentjaar te worden vastgesteld.

(4) Bij onderzoek van de verschillende methoden voor het beheer van contingenten waarin Verordening (EG) nr. 520/94 voorziet, is gebleken dat de op de traditionele handelsstromen gebaseerde methode in dit geval het meest geschikt is. Bij toepassing van deze methode worden de contingenten in twee delen verdeeld, waarvan het ene aan de traditionele importeurs en het andere aan de overige aanvragers van een vergunning wordt toegewezen.

(5) Dit is de meest geschikte methode gebleken om voor de betrokken importeurs uit de Gemeenschap de continuïteit van de handelsactiviteiten te waarborgen en verstoring van de handelsstromen te voorkomen.

(6) De referentieperiode die in de eerdere verordening inzake het beheer van deze contingenten was gebruikt voor de toewijzing van het deel van de contingenten dat aan de traditionele importeurs werd toegewezen, kan niet worden aangepast. De jaren 2000 en 2001 werden gekenmerkt door een aantal verstoringen, zoals met name meer dan een verdubbeling van het aantal aanvragen uit één lidstaat, waardoor aan de afzonderlijke niet-traditionele importeurs in alle lidstaten aanzienlijk geringere hoeveelheden konden worden toegewezen. In 2002 was er een aanzienlijke stijging van het aantal aanvragen van niet-traditionele importeurs uit het Verenigd Koninkrijk naar andere lidstaten, hetgeen wijst op pogingen om de voorschriften inzake gerelateerde personen te omzeilen. Ook lopen er onderzoeken naar een aantal houders van vergunningen voor de jaren 2002 en 2003 die mogelijk de voorschriften inzake verbonden personen hebben geschonden. De jaren 1998 en 1999 zijn derhalve van de recente jaren het meest representatief voor het handelsverkeer in de betrokken producten. Traditionele importeurs moeten derhalve aantonen dat zij in 1998 of 1999 producten uit de Volksrepubliek China hebben ingevoerd waarop deze contingenten betrekking hebben.

(7) Gebleken is dat de in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/94 genoemde methode van toewijzing, namelijk op volgorde van de binnenkomst van de aanvragen, voor de toewijzing van het voor niet-traditionele importeurs bestemde deel van het contingent minder geschikt kan zijn. Het is derhalve, in overeenstemming met artikel 2, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 520/94, wenselijk te voorzien in een verdeling naar rato van de gevraagde hoeveelheden, door middel van een gelijktijdig onderzoek van de ingediende aanvragen voor invoervergunningen overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EG) nr. 520/94.

(8) De Commissie acht het noodzakelijk te bepalen dat ondernemers die als niet-traditionele importeurs een aanvraag indienen en die verbonden personen zijn zoals bedoeld in artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993, houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 881/2003(8), voor elk deel van de contingenten dat voor niet-traditionele importeurs is bestemd, slechts één aanvraag mogen indienen. Om speculatieve aanvragen te voorkomen, dient de hoeveelheid die niet-traditionele importeurs kunnen aanvragen, tot een bepaald maximum te worden beperkt.

(9) Het deel van het contingent dat voor traditionele importeurs bestemd is, dient te worden vastgesteld op 75 % en dat voor niet-traditionele importeurs op 25 %.

(10) Het is tevens passend hoeveelheden die door niet-traditionele importeurs niet worden opgenomen, over te dragen naar de traditionele importeurs, teneinde ervoor te zorgen dat deze hoeveelheden kunnen worden toegewezen in het jaar dat zij zijn vastgesteld.

(11) Er dient een termijn te worden vastgesteld waarbinnen de traditionele en niet-traditionele importeurs hun aanvragen voor invoervergunningen moeten indienen, willen zij voor de toewijzing van een deel van het contingent in aanmerking komen.

(12) De lidstaten dienen de Commissie, overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 520/94, in kennis te stellen van de aanvragen voor invoervergunningen die zij hebben ontvangen. De gegevens betreffende de vroegere invoer van de traditionele importeurs moeten in dezelfde eenheid worden opgegeven als die waarin het betrokken contingent is uitgedrukt.

(13) Gezien de uitbreiding van de Europese Unie op 1 mei 2004, is het wenselijk de contingenten voor 2004 in twee tranches toe te wijzen, de eerste tranche van januari tot en met april 2004 aan importeurs in de huidige lidstaten en de tweede tranche van mei tot en met december 2004 aan importeurs in alle landen die na mei 2004 lidstaat zijn.

(14) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité voor het beheer van de contingenten dat bij artikel 22 van Verordening (EG) nr. 520/94 is ingesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden de bepalingen vastgesteld die in 2004 van toepassing zijn op het beheer van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 427/2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 519/94 bedoelde kwantitatieve contingenten.

Vanwege de uitbreiding van de Europese Unie in mei 2004 worden de contingenten voor 2004 toegewezen in twee afzonderlijke tranches. Bij deze verordening worden de contingenten voor de periode van januari tot en met april 2004 toegewezen.

Verordening (EG) nr. 738/94 tot vaststelling van een aantal bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 520/94 is van toepassing onder voorbehoud van de specifieke bepalingen van deze verordening.

Artikel 2

1. De in artikel 1 bedoelde kwantitatieve contingenten worden toegewezen volgens de op de traditionele handelsstromen gebaseerde methode bedoeld in artikel 2, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 520/94.

2. De aan traditionele importeurs en niet-traditionele importeurs toe te wijzen delen van elk contingent zijn vermeld in bijlage I bij deze verordening.

3. a) Het voor de niet-traditionele importeurs bestemde deel wordt toegewezen in verhouding tot de aangevraagde hoeveelheden. De hoeveelheid die door iedere aanvrager kan worden aangevraagd, mag de in bijlage II aangegeven hoeveelheid niet overschrijden.

b) Ondernemers die verbonden personen zijn, zoals gedefinieerd in artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93, mogen voor de in de aanvraag omschreven goederen slechts één aanvraag indienen voor het deel van het contingent dat voor niet-traditionele importeurs is bestemd. Naast de verklaring die vereist is op grond van artikel 3, lid 2, onder g), van Verordening (EG) nr. 738/94, zoals gewijzigd bij artikel 1 van Verordening (EG) nr. 983/96, dient bij de aanvraag voor een vergunning voor het deel van het contingent dat voor niet-traditionele importeurs is bestemd, te worden verklaard dat de aanvrager niet verbonden is met een andere vergunningaanvrager voor het deel van het betreffende contingent dat voor niet-traditionele importeurs is bestemd.

c) Het niet toegewezen deel van de hoeveelheden die voor niet-traditionele importeurs zijn bestemd, wordt toegevoegd aan de hoeveelheden die voor traditionele importeurs zijn bestemd.

Artikel 3

Aanvragen voor invoervergunningen kunnen bij de in bijlage III vermelde bevoegde administratieve instanties worden ingediend met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie tot 19 september 2003 om 15.00 uur (plaatselijke tijd te Brussel).

Artikel 4

1. Voor de toewijzing van het voor traditionele importeurs bestemde deel van elk contingent worden als traditionele importeurs die importeurs beschouwd die kunnen aantonen dat zij gedurende het kalenderjaar 1998 of 1999 goederen hebben ingevoerd.

2. De in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 520/94 bedoelde bewijsstukken dienen betrekking te hebben op in het kalenderjaar 1998 of 1999 in het vrije verkeer gebrachte producten uit de Volksrepubliek China waarvoor de kwantitatieve contingenten gelden waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft.

3. In plaats van de in artikel 7, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 520/94 bedoelde bewijsstukken kan de aanvrager zijn vergunningaanvraag vergezeld doen gaan van een door de bevoegde nationale instanties opgesteld en gecertificeerd bewijsstuk, gebaseerd op de douanegegevens waarover deze beschikken, met betrekking tot de invoer van de betrokken producten in het kalenderjaar 1998 of 1999, hetzij door hemzelf, hetzij, indien van toepassing, door een handelaar wiens activiteiten hij heeft voortgezet.

Artikel 5

De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 15 oktober 2003, om 10.00 uur (plaatselijke tijd te Brussel), het aantal ontvangen aanvragen voor invoervergunningen en de totale gevraagde hoeveelheden mee, alsmede, wat de aanvragen van traditionele importeurs betreft, de hoeveelheden die in elk jaar van de in artikel 4, lid 1, bedoelde referentieperiode door traditionele importeurs werden ingevoerd.

Artikel 6

Uiterlijk op 15 november 2003 stelt de Commissie de kwantitatieve criteria vast aan de hand waarvan de bevoegde nationale autoriteiten bepalen of aan de aanvraag van een importeur kan worden voldaan.

Artikel 7

De invoervergunningen zijn vanaf 1 januari 2004 één jaar geldig.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 juli 2003.

Voor de Commissie

Pascal Lamy

Lid van de Commissie

(1) PB L 66 van 10.3.1994, blz. 1.

(2) PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1.

(3) PB L 67 van 10.3.1994, blz. 89.

(4) PB L 65 van 8.3.2003, blz. 1.

(5) PB L 87 van 31.3.1994, blz. 47.

(6) PB L 131 van 1.6.1996, blz. 47.

(7) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(8) PB L 134 van 29.5.2003, blz. 1.

BIJLAGE I

Toewijzing van de contingenten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

Maximale door niet-traditionele importeurs aan te vragen hoeveelheid

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

Bevoegde nationale instanties

1. BELGIQUE/BELGIË

Service public fédéral "Économie, PME, classes moyennes et Énergie" Administration du potentiel économique

Politiques d'accès aux marchés, Service "Licences"

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand & Energie Bestuur Economisch Potentieel

Markttoegangsbeleid, Dienst Vergunningen

Rue Général-Leman 60, Generaal Lemanstraat 60 B - 1040 Bruxelles/Brussel Téléphone/Tel. (32-2) 206 58 16 Télécopieur/Fax (32-2) 230 83 22/231 14 84

2. DANMARK

Erhvervs- og Boligstyrelsen Vejlsøvej 29 DK - 8600 Silkeborg Tlf. (45) 35 46 60 30 Fax (45) 35 46 64 01

3. DEUTSCHLAND

Bundesamt für Wirtschaft und Ausfuhrkontrolle (BAFA) Frankfurter Straße 29-35 D - 65760 Eschborn Tel. (49) 619 69 08-0 Fax (49) 619 69 42 26/(49) 619 69 08-800

4. GREECE

Ministry of Economy & Finance

General Directorate of Policy Planning & Implementation

Directorate of International Economic Issues

1, Kornarou Street GR - Athens 105-63 Tel.: (30-210) 328 60 31/328 60 32 Fax: (30-210) 328 60 94/328 60 59

5. ESPAÑA

Ministerio de Economía y Hacienda Dirección General de Comercio Exterior Paseo de la Castellana, 162 E - 28046 Madrid Tel. (34) 913 49 38 94/913 49 37 78 Fax (34) 913 49 38 32/913 49 37 40

6. FRANCE

Service des titres du commerce extérieur 8, rue de la Tour-des-Dames F - 75436 Paris Cedex 09 Téléphone (33-1) 55 07 46 69/95 Télécopieur (33-1) 55 07 48 32/34/35

7. IRELAND

Department of Enterprise, Trade and Employment Licensing Unit, Block C

Earlsfort Centre

Hatch Street

Dublin 2 Ireland Tel. (353-1) 631 25 41 Fax (353-1) 631 25 62

8. ITALIA

Ministero del Commercio con l'estero Direzione Generale per la Politica commerciale e la gestione del regime degli scambi - Disivione VII Viale America, 341 I - 00144 Roma Tel. (39) 06 599 31/06 59 93 24 19/06 59 93 24 00 Fax (39) 06 592 55 56

9. LUXEMBOURG

Ministère des affaires étrangères Office des licences Boîte postale 113 L - 2011 Luxembourg Téléphone (352) 22 61 62 Télécopieur (352) 46 61 38

10. NEDERLAND

Belastingdienst/Douane Engelse Kamp 2 Postbus 30003 9700 RD Groningen Nederland Tel. (31-50) 523 91 11 Fax (31-50) 523 22 10

11. ÖSTERREICH

Bundesministerium für Wirtschaft und Arbeit

Außenwirtschaftsadministration

Abteilung C2/2 Stubenring 1 A - 1011 Wien Tel. (43) 1 711 00 0 Fax (43) 1 711 00 83 86

12. PORTUGAL

Ministério das Finanças Direcção-Geral das Alfândegas e dos Impostos Especiais sobre o Consumo, Edifício da Alfândega de Lisboa Largo do Terreiro do Trigo P - 1100 Lisboa Tel.: (351-21) 881 42 63 Fax: (351-21) 881 42 61

13. SUOMI/FINLAND

Tullihallitus/Tullstyrelsen Erottajankatu/Skillnadsgatan 2 FIN - 00101 Helsinki/Helsingfors P./Tel: (358-9) 6141 F. (358-9) 614 28 52

14. SVERIGE

Kommerskollegium Box 6803 S - 113 86 Stockholm Tfn (46-8) 690 48 00 Fax (46-8) 30 67 59

15. UNITED KINGDOM

Department of Trade and Industry Import Licensing Branch Queensway House

West Precinct

Billingham TS23 2NF United Kingdom Tel. (44-1642) 36 43 33/36 43 34 Fax (44-1642) 53 35 57