32003R1091

Verordening (EG) nr. 1091/2003 van de Raad van 18 juni 2003 houdende tweede wijziging van Verordening (EG) nr. 2341/2002 tot vaststelling, voor 2003, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften

Publicatieblad Nr. L 157 van 26/06/2003 blz. 0001 - 0013


Verordening (EG) nr. 1091/2003 van de Raad

van 18 juni 2003

houdende tweede wijziging van Verordening (EG) nr. 2341/2002 tot vaststelling, voor 2003, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid(1), en met name op artikel 20, lid 1 en lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 2341/2002(2) zijn de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en de bij de visserij in acht te nemen voorschriften voor 2003 vastgesteld.

(2) In het Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij zoals bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van Groenland, anderzijds(3) zijn vangstmogelijkheden voor lodde voor de Gemeenschap in de wateren van Groenland vastgesteld. De Gemeenschap krijgt 70 % van het aandeel van Groenland in de TAC voor lodde, die wordt vastgesteld in juni en ter beschikking staat van alle lidstaten. Opdat de visserij in het zomerseizoen vroeger van start kan gaan dan in de voorbije jaren het geval was, moet de Commissie worden gemachtigd een besluit in die zin vast te stellen.

(3) Conform de procedure van de Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen(4) heeft de Gemeenschap overleg gepleegd met het Koninkrijk Noorwegen. De delegaties kwamen overeen hun respectieve autoriteiten aan te bevelen een quotum van 40000 t zandspiering aan Noorwegen in de communautaire wateren toe te kennen, terwijl quota van 2500 t schelvis en 1500 t schol in de Noordzee van Noorwegen naar de Gemeenschap moeten worden overgedragen. Voorts werd overeengekomen aan te bevelen dat de Gemeenschap 48493 t Noord-Atlantische haring mag vissen in de Noorse wateren benoorden 62° NB en dat Noorwegen 48493 t Noord-Atlantische haring mag vissen in de wateren van de Gemeenschap benoorden 62° NB en dat het aandeel van de Gemeenschap van het nog niet verdeelde gemeenschappelijke NEAFC-quotum voor makreel in internationale wateren 7520 t bedraagt. Om het resultaat van het overleg om te zetten in communautaire regelgeving moeten de nodige maatregelen worden getroffen.

(4) In de goedgekeurde notulen van de conclusies van het visserijoverleg tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen van 20 december 2002 is overeengekomen dat de partijen hun respectieve autoriteiten zouden aanbevelen dat de Europese Gemeenschap 40000 t kever in zone IV (Noorse wateren) als zandspiering mag vissen.

(5) Conform de procedure van de Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van de Faeröer, anderzijds(5) heeft de Gemeenschap met de plaatselijke regering van de Faeröer overleg gepleegd. De delegaties kwamen overeen hun respectieve autoriteiten aan te bevelen dat de partijen 6022 t Noord-Atlantische haring mogen vissen in de wateren van de andere partij benoorden 62° NB. Om de resultaten van het overleg om te zetten in communautaire regelgeving moeten de nodige maatregelen worden getroffen.

(6) In afwachting dat met de betrokken kuststaten overeenstemming wordt bereikt over het beheer op lange termijn van het bestand van blauwe wijting, is het voor de Gemeenschap dienstig om een voor alle lidstaten toegankelijk quotum vast te stellen van 250000 t in de ICES-deelgebieden I, II, V, VI, VII, XII en XIV (internationale wateren).

(7) In januari 2003 heeft de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO) een TAC voor Noorse garnaal van 13000 t in NAFO-sector 3L voor de Gemeenschap vastgesteld. Deze maatregel moet derhalve door de Gemeenschap worden uitgevoerd.

(8) Ingevolge de noodmaatregelen van de Gemeenschap betreffende de sluiting van de kabeljauwvisserij met treilers voor alle vaartuigen in de communautaire wateren van de Oostzee van 15 april tot en met 31 mei 2003, heeft Estland verzocht om van 1 september tot en met 15 oktober van dit jaar met Estse treilers in de wateren van de Gemeenschap te mogen vissen. De Raad acht het dienstig bijlage VI, deel II, bij Verordening (EG) nr. 2341/2002 waar nodig te wijzigen.

(9) In verband met uitzonderlijke omstandigheden heeft Litouwen de Gemeenschap verzocht om teruggave van 800 t van het haringquotum dat Litouwen aan de Gemeenschap had toegekend voor de vangst in zijn wateren in 2003, waardoor het overeenkomstige quotum van de Gemeenschap wordt verlaagd. In ruil hebben de Litouwse autoriteiten toegezegd de Gemeenschap een hoeveelheid van 800 t haring in de Litouwse wateren toe te kennen, die zal worden afgeboekt op het nationale quotum dat de Internationale Visserijcommissie voor de Oostzee (IBSFC) voor 2004 zal vaststellen. De Raad acht het dienstig bijlage IA bij Verordening (EG) nr. 2341/2002 waar nodig te wijzigen.

(10) Verordening (EG) nr. 2341/2002 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2341/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 3 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

"4. De Commissie stelt de vangstmogelijkheden voor lodde in de deelgebieden V en XIV (wateren van Groenland) voor de Gemeenschappen vast op 70 % van het aandeel van Groenland in de TAC voor lodde, zodra de TAC is vastgesteld. Na de overdracht van 30000 t aan IJsland, 10000 t aan de Faeröer en 6700 t aan Noorwegen, komt de resterende hoeveelheid aan alle lidstaten toe.".

2. Bijlage IA wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

3. Bijlage IB wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

4. Bijlage IC wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

5. Bijlage ID wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage IV bij deze verordening.

6. Bijlage IE wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage V bij deze verordening.

7. Bijlage VI wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage VI bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 18 juni 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

G. Drys

(1) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2) PB L 356 van 31.12.2002, blz. 12. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 728/2003 van de Commissie (PB L 105 van 26.4.2003, blz. 2).

(3) PB L 209 van 2.8.2001, blz. 2.

(4) PB L 226 van 29.8.1980, blz. 48.

(5) PB L 226 van 29.8.1980, blz. 12.

BIJLAGE I

In bijlage IA bij Verordening (EG) nr. 2341/2002 worden de aanduidingen betreffende de soort haring in zone III d (Litouwse wateren) vervangen door:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE II

In bijlage IB bij Verordening (EG) nr. 2341/2002 moeten de aanduidingen betreffende de soort zandspiering in de zones IIa, Skagerrak, Kattegat, Noordzee, de soorten schelvis in de zones II a (EG-wateren), Noordzee, de soort schol in de zones II a (EG-wateren), Noordzee, en de soort kever in zone IV (Noorse wateren) worden vervangen door:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

">RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

">RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE III

In bijlage IC bij Verordening (EG) nr. 2341/2002 worden de aanduidingen betreffende de soort haring in de zones I, II (EG-wateren, internationale wateren) en blauwe wijting in de zones I, II (gereglementeerd gebied van de NEAFC) vervangen door:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE IV

In bijlage ID bij Verordening (EG) nr. 2341/2002 worden de aanduidingen betreffende de soort blauwe wijting in de zones V, VI, VII, XII en XIV (1) en de soort makreel in de zones II a (EG-wateren), Skagerrak en Kattegat, III b, c, d (EG-wateren), Noordzee en in de zones II a (niet-EG-wateren), V b (EG-wateren), VI, VII, VIII a, b, d, e, XII, XIV vervangen door:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

">RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

">RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE V

In bijlage IE bij Verordening (EG) nr. 2341/2002 wordt de aanduiding betreffende de soort Noorse garnaal in zone NAFO 3L vervangen door:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE VI

In bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 234/2002 worden deel I en deel II vervangen door:

"

DEEL I

KWANTITATIEVE BEPERKINGEN INZAKE VERGUNNINGEN EN VISDOCUMENTEN VOOR GEMEENSCHAPSVAARTUIGEN IN WATEREN VAN DERDE LANDEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

DEEL II

KWANTITATIEVE BEPERKINGEN INZAKE VERGUNNINGEN EN VISDOCUMENTEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN WATEREN VAN DE GEMEENSCHAP

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"