Verordening (EG) nr. 882/2003 van de Raad van 19 mei 2003 tot vaststelling van een regeling voor toezicht op en verificatie van tonijnvangsten
Publicatieblad Nr. L 127 van 23/05/2003 blz. 0001 - 0008
Verordening (EG) nr. 882/2003 van de Raad van 19 mei 2003 tot vaststelling van een regeling voor toezicht op en verificatie van tonijnvangsten DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, Gezien het voorstel van de Commissie(1), Gezien het advies van het Europees Parlement(2), Overwegende hetgeen volgt: (1) Aangezien de Gemeenschap visserijbelangen heeft in het oostelijk deel van de Stille Oceaan en de procedure heeft ingeleid voor toetreding tot de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn, hierna "IATTC" genoemd, heeft de Gemeenschap besloten om overeenkomstig haar samenwerkingsverplichting die voortvloeit uit het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, de door de IATTC vastgestelde maatregelen toe te passen in afwachting van haar toetreding tot laatstgenoemde organisatie. (2) De Gemeenschap heeft de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen(3), hierna "AIDCP" genoemd, ondertekend en heeft bij Besluit 1999/386/EG(4) besloten deze overeenkomst voorlopig toe te passen in afwachting van de goedkeuring ervan. Derhalve dient de Gemeenschap over te gaan tot toepassing van de bepalingen van de overeenkomst, waarvan het secretariaat wordt verzorgd door de IATTC. (3) De partijen bij de AIDCP hebben in juli 1999 besloten een regeling voor toezicht op en verificatie van in het toepassingsgebied van de overeenkomst gevangen tonijn vast te stellen. De Gemeenschap dient derhalve een regeling inzake toezicht op en verificatie van tonijnvangsten vast te stellen voor tonijn die in het toepassingsgebied van de overeenkomst wordt gevangen door vaartuigen die in overeenstemming met de AIDCP vissen. De regeling strekt ertoe een onderscheid mogelijk te maken tussen dolfijnvriendelijk gevangen tonijn en dolfijngevaarlijk gevangen tonijn, vanaf de vangst ervan tot en met het tijdstip waarop de tonijn gereed is voor verkoop in de detailhandel. De regeling is gebaseerd op de vooronderstelling dat dolfijnvriendelijk gevangen tonijn vanaf het tijdstip van de vangst en tijdens de aanlanding, opslag, overbrenging en verwerking wordt aangemerkt als dolfijnvriendelijk gevangen tonijn. (4) Aangezien het hierboven bedoelde besluit voor de partijen bij de AIDCP verbindend is geworden, dient de Gemeenschap het uit te voeren. (5) Het toezicht op de aanlanding en het vervoer van vangsten valt onder de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke lidstaten, maar deze kunnen deze verantwoordelijkheid via een administratieve regeling of overeenkomst overdragen aan de staat waarin de aanlandingshaven is gelegen. (6) Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid(5) is van toepassing op alle visserijactiviteiten en alle aanverwante activiteiten op het grondgebied van de lidstaten en in de maritieme wateren onder hun soevereiniteit of jurisdictie, met inbegrip van de activiteiten van vissersvaartuigen uit de Gemeenschap die de visserij beoefenen in de wateren van derde landen of op volle zee, onverminderd de visserijovereenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen en de internationale verdragen die door de Gemeenschap zijn ondertekend. (7) De voor de uitvoering van de onderhavige verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(6), HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Doel Deze verordening bevat de algemene beginselen van en de voorwaarden voor de toepassing door de Gemeenschap van de regeling voor toezicht op en verificatie van tonijnvangsten, vastgesteld bij de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (AIDCP). Artikel 2 Werkingssfeer De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing op vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren en in de Gemeenschap zijn geregistreerd, hierna "communautaire vissersvaartuigen" genoemd, die op tonijn vissen in het toepassingsgebied van de overeenkomst. De bepalingen van deze verordening zijn eveneens van toepassing op alle communautaire vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren en in de Gemeenschap zijn geregistreerd, die tonijn vervoeren waarvoor een toezichtdocument is opgesteld. De bepalingen van deze verordening zijn ook van toepassing op tonijn die in het toepassingsgebied van de overeenkomst wordt gevangen en in de Gemeenschap wordt aangeland, opgeslagen, overgebracht of verwerkt. Artikel 3 Definities Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: 1. "tonijn": de vissoort behorend tot de onderorde van de Scombridae, met uitzondering van het geslacht Scomber; 2. "dolfijn": de soort behorende tot de familie der Delphinidae, die in het toepassingsgebied van de overeenkomst voorkomt in combinatie met de beviste geelvintonijn; 3. "toepassingsgebied van de overeenkomst": de wateren van het oostelijk deel van de Stille Oceaan zoals omschreven in artikel 3 van de AIDCP; 4. "dolfijnvriendelijk gevangen tonijn": tonijn die is gevangen met een trek van een ringzegen waarbij geen dolfijnen zijn gedood of ernstig zijn verwond; 5. "dolfijngevaarlijk gevangen tonijn": tonijn die is gevangen met een trek van een ringzegen waarbij dolfijnen zijn gedood of ernstig zijn verwond; alle tonijn gevangen met een trek van een ringzegen waarbij dolfijnen opzettelijk werden omringd door vaartuigen zonder een "Dolphin Mortality Limit" (DML) of door vaartuigen waarvan de kapitein niet voorkomt op de door het secretariaat aangehouden lijst van gekwalificeerde kapiteins, wordt beschouwd als niet dolfijnvriendelijk gevangen tonijn; 6. "waarnemer": de persoon die door de IATTC of in het kader van een nationaal programma van de overeenkomstsluitende partij is aangewezen om de visvangstactiviteiten van een vaartuig te registreren; 7. "toezichtdocument": een document dat is opgesteld overeenkomstig model A in bijlage I (dolfijnvriendelijk gevangen tonijn) of model B in bijlage II (dolfijngevaarlijk gevangen tonijn); 8. "trek van een ringzegen": de handeling die bestaat uit het uitzetten en weer ophalen van een ringzegen om tonijn te vangen; 9. "container": elke recipiënt die wordt gebruikt om tonijn op te slaan na het lossen, tijdens het invriezen of tijdens het vervoer met het oog op de verwerking. Artikel 4 Verplichtingen van de lidstaten 1. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het toezicht en de verificatie, overeenkomstig deze verordening, met betrekking tot de tonijn die wordt gevangen, vervoerd en aangeland om op hun grondgebied te worden verwerkt. 2. De in lid 1 bedoelde verplichting geldt eveneens ten aanzien van tonijn die buiten het toepassingsgebied van de overeenkomst is aangeland door vaartuigen die in dat gebied vissen. Voor die vaartuigen houdt de toezichtregeling in dat het gewicht van de aangelande tonijn moet worden bevestigd. 3. Het secretariaat van de AIDCP verstrekt de toezichtdocumenten aan de waarnemers aan boord, behalve wanneer in de lidstaat met rechtsbevoegdheid over het vaartuig een nationaal waarnemersprogramma loopt. In dat geval worden de toezichtdocumenten door de lidstaten verstrekt aan de waarnemer aan boord op elk van de vaartuigen die hun vlag voeren en die in het toepassingsgebied van de overeenkomst op tonijn mogen vissen. 4. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te waarborgen dat de in het toepassingsgebied van de overeenkomst gevangen tonijn die op hun grondgebied wordt opgeslagen, verwerkt of in de handel gebracht, tot het tijdstip waarop deze gereed is voor de verkoop in het klein duidelijk wordt aangemerkt als dolfijnvriendelijk gevangen, dan wel dolfijngevaarlijk gevangen tonijn. Die procedures omvatten de volgende voorschriften: a) elke overdracht van eigendom van onverwerkte tonijn waarvoor een genummerd toezichtdocument is opgesteld, dient te geschieden overeenkomstig artikel 6, leden 4, 5 en 7; b) bij de verwerking mogen dolfijnvriendelijk gevangen tonijn en dolfijngevaarlijk gevangen tonijn niet tegelijk in dezelfde productielijn worden verwerkt; c) verwerkende bedrijven houden gegevensbestanden bij die voldoende duidelijk moeten zijn om het nummer van een partij verwerkte tonijn terug te kunnen vervolgen tot het overeenstemmende nummer van het toezichtdocument. Artikel 5 Verplichtingen tijdens visserijactiviteiten 1. De waarnemer stelt vast of de gevangen tonijn als "dolfijnvriendelijk gevangen tonijn" dan wel als "dolfijngevaarlijk gevangen tonijn" wordt aangemerkt en de tonijn wordt overeenkomstig deze vaststelling in hiervoor vooraf klaargemaakte en gemerkte ruimen geladen. 2. Na de lading vermeldt de waarnemer, in overleg met de kapitein of diens gevolmachtigde, de soort en de geraamde hoeveelheid van de, per trek, in elk ruim geladen tonijn op het bijbehorende toezichtdocument. De kapitein of zijn gevolmachtigde parafeert, samen met de waarnemer, elk aldus ingevuld toezichtdocument. 3. Elke overdracht op zee van tonijn, vanuit het net van een vissersvaartuig op een ander vissersvaartuig, moet door de waarnemer aan boord van elk van de betrokken vaartuigen worden vermeld op het toezichtdocument, met opgave van de hoeveelheid, de soorten en voor de overgedragen hoeveelheid tonijn de vermelding "dolfijnvriendelijk gevangen tonijn" of "dolfijngevaarlijk gevangen tonijn". 4. Aan het einde van de visreis herlezen de kapitein en de waarnemer gezamenlijk het toezichtdocument, brengen zij eventueel aanvullende opmerkingen aan en ondertekenen zij het document. Een visreis eindigt wanneer een vaartuig in één aanlanding of in een reeks van gedeeltelijke aanlandingen tweederde of meer van zijn vangsten aanlandt. 5. De nadere uitvoeringsbepalingen voor dit artikel kunnen door de Commissie worden vastgesteld volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde procedure. Artikel 6 Aanlanding, vervoer, opslag en verwerking 1. De kapitein van het vaartuig, de reder of zijn gemachtigde deelt zijn nationale autoriteiten ten minste 72 uur vóór de verwachte datum van de aanlanding de data en de plaatsen van aanlanding van een deel van de vangsten of van de gehele vangst mee, zodat deze aanlanding kan worden geverifieerd. 2. Indien de visreis na een aanlanding wordt beëindigd, wordt aan het vaartuig een nieuw toezichtdocument toegekend voor de nieuwe visreis en wordt de eventueel aan boord gebleven tonijn bovenaan op dit document vermeld. 3. Indien na een aanlanding de visreis niet wordt beëindigd, blijft het origineel van het toezichtdocument aan boord van het vissersvaartuig en wordt een afschrift, voorzien van originele handtekeningen, aan de nationale autoriteiten van de aanlandingshaven afgegeven. 4. Indien de tonijn door een vaartuig wordt gelost en daarna op een transportvaartuig wordt geladen om, met het oog op verwerking, naar een andere plaats te worden vervoerd, moet de vlaggenstaat van het transportvaartuig ervoor zorgen dat voor deze lading het toezichtdocument betreffende tonijn wordt verkregen, bewaart die vlaggenstaat de gegevens met betrekking tot de geloste hoeveelheid (waaronder met name het totale gewicht van de geloste vis indien dit is geverifieerd), verifieert hij dat de "dolfijnvriendelijk gevangen tonijn" tijdens de lading en het vervoer voortdurend apart wordt gehouden van de "dolfijngevaarlijk gevangen tonijn" en zendt hij alle relevante informatie aan het AIDCP-secretariaat en een afschrift van die informatie aan de Commissie. Tonijn van de twee verschillende categorieën mag in eenzelfde ruimte worden vervoerd, op voorwaarde dat de twee soorten tonijn fysiek gescheiden blijven door netten of soortgelijke voorzieningen en dat de "dolfijngevaarlijk gevangen tonijn" duidelijk als dusdanig wordt aangemerkt. 5. Indien de tonijn wordt aangeland om onmiddellijk te worden verwerkt, is de lidstaat waar de verwerking plaatsvindt, verantwoordelijk voor de bewaring van de documenten betreffende de aanlanding en de registratie van het geverifieerde gewicht van de "dolfijnvriendelijk gevangen tonijn" en de "dolfijngevaarlijk gevangen tonijn". Deze lidstaat gebruikt het origineel van het toezichtdocument om de gevraagde gegevens in het gegevensbestand in te voeren en de verwerkte tonijn te volgen en zendt een afschrift van dit document aan de lidstaat van de vlag van het vaartuig dat de betrokken tonijn heeft gevangen. 6. De aangelande tonijnvangsten worden in verschillende containers geladen, naargelang zij als "dolfijnvriendelijk gevangen tonijn" of "dolfijngevaarlijk gevangen tonijn" zijn aangemerkt. Op elke container worden het nummer van het toezichtdocument, de aanduiding van categorie van de tonijn en het geverifieerde gewicht vermeld. 7. Bij verkoop van een deel van de vangst moet steeds het referentienummer van het toezichtdocument worden vermeld, zulks in alle stadia van het verwerkingsproces. Elke overdracht van vangsten moet aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van de plaats van aanlanding en/of verwerking worden gemeld, met opgave van het nummer van het toezichtdocument, de soorten en de hoeveelheid tonijn, alsmede de identiteit van de geadresseerde. 8. Bij aanlanding van tonijn in havens van derde landen kunnen de lidstaten in het kader van een specifieke overeenkomst het toezicht met betrekking tot de aanlanding en het vervoer overdragen aan de autoriteiten van de staat waarin de betrokken haven is gelegen. Wanneer het derde land waarin de betrokken haven is gelegen, partij is bij de AIDCP, wordt dat derde land als havenstaat verantwoordelijk voor het toezichtdocument. Wanneer het derde land waarin de betrokken haven is gelegen, geen partij is bij de AIDCP, blijft de lidstaat van de vlag van het vaartuig verantwoordelijk voor het toezichtdocument, tenzij in een specifieke bilaterale overeenkomst iets anders is overeengekomen. 9. De nadere uitvoeringsbepalingen voor dit artikel kunnen door de Commissie worden vastgesteld volgens de in artikel 9 bedoelde procedure. Artikel 7 Mededeling van gegevens 1. De lidstaten zetten voor de uitvoering van deze regeling een geïnformatiseerd gegevensbestand op, waartoe de Commissie via een informaticasysteem toegang moet hebben. 2. Binnen tien dagen na ontvangst van een door de waarnemer en de kapitein ondertekend toezichtdocument betreffende tonijn, zenden de lidstaten het toezichtdocument toe aan het secretariaat van de AIDCP en een afschrift ervan aan de Commissie. 3. De lidstaten brengen het secretariaat van de AIDCP op de hoogte van overdrachten van eigendom van onverwerkte tonijn overeenkomstig artikel 4, lid 4, en zenden een afschrift van de informatie toe aan de Commissie. 4. De lidstaten zenden jaarlijks vóór 1 mei een verslag over de uitvoering van de regeling inzake toezicht op en verificatie van tonijnvangsten aan de Commissie die, op basis van dit verslag, op haar beurt een verslag opstelt dat zij vóór elke jaarvergadering aan het secretariaat van de AIDCP toezendt. 5. De lidstaten delen de Commissie de namen en de adresgegevens mee van de ambtenaren die met de uitvoering van de bij deze verordening ingestelde regeling inzake toezicht op en verificatie van tonijnvangsten zijn belast. 6. De Commissie deelt het secretariaat van de AIDCP de namen en de adresgegevens mee van de ambtenaren van de Commissie die met de uitvoering van de bij deze verordening ingestelde regeling inzake toezicht op en verificatie van tonijnvangsten zijn belast. Artikel 8 Bijlagen De bijlagen I en II kunnen overeenkomstig de in artikel 10, lid 3, bedoelde procedure worden gewijzigd met het oog op de toepassing van instandhoudingsmaatregelen van de AIDCP die voor de Gemeenschap verbindend zijn geworden. Artikel 9 Uitvoering De maatregelen die nodig zijn ter uitvoering van artikel 5, lid 5, en van artikel 6, lid 9, worden aangenomen volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde procedure. De maatregelen die krachtens artikel 8 moeten worden genomen, worden aangenomen volgens de in artikel 10, lid 3, bedoelde procedure. Artikel 10 Comitéprocedures 1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2371/2002(7) ingestelde comité. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing. 3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing. 4. De in artikel 4, lid 3, en in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden. 5. Het comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 11 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 19 mei 2003. Voor de Raad De voorzitter A.-A. Tsochatzopoulos (1) PB C 304 E van 30.10.2001, blz. 212. (2) Advies van 27 maart 2003 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). (3) PB L 132 van 27.5.1999, blz. 3. (4) PB L 147 van 12.6.1999, blz. 23. (5) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2846/98 (PB L 358 van 31.12.1998, blz. 5). (6) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. (7) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59. BIJLAGE I Tracking document (Model A) for dolphin-safe tuna/Toezichtdocument (model A) voor "dolfijnvriendelijk gevangen tonijn" >PIC FILE= "L_2003127NL.000502.TIF"> >PIC FILE= "L_2003127NL.000601.TIF"> BIJLAGE II Tracking document (Model B) for non-dolphin-safe tuna/Toezichtdocument (model B) voor "dolfijngevaarlijk gevangen tonijn" >PIC FILE= "L_2003127NL.000702.TIF"> >PIC FILE= "L_2003127NL.000801.TIF">