32003Q0614(01)

Wijziging van het reglement voor de procesvoering van het hof van justitie naar aanleiding van de inwerkingtreding van het verdrag van nice

Publicatieblad Nr. L 147 van 14/06/2003 blz. 0017 - 0021


Wijziging van het reglement voor de procesvoering van het hof van justitie naar aanleiding van de inwerkingtreding van het verdrag van nice

HET HOF VAN JUSTITIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 223, zesde alinea,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 139, zesde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het Verdrag van Nice houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten heeft de bepalingen van het EG-Verdrag en het EGA-Verdrag betreffende het Hof van Justitie gewijzigd en de Protocollen betreffende het statuut van het Hof van Justitie, gehecht aan de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, ingetrokken en vervangen door een nieuw Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie dat wordt gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

(2) Artikel 221 EG-Verdrag en artikel 137 EGA-Verdrag, zoals gewijzigd, bepalen dat het Hof zitting houdt in kamers, als grote kamer of, in voorkomend geval, in voltallige zitting en artikel 16 van het nieuwe Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie regelt de samenstelling van de kamers en van de grote kamer: in de bepalingen van het reglement moet met deze nieuwe formaties rekening worden gehouden en moeten een aantal nadere regels worden gesteld betreffende de verwijzing van de zaken naar deze formaties en de samenstelling van de kamers voor elke zaak.

(3) Artikel 222 EG-Verdrag en artikel 138 EGA-Verdrag, zoals gewijzigd, en artikel 20 van het nieuwe Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie bepalen dat het Hof onder bepaalde omstandigheden kan beslissen dat een zaak zonder conclusie van de advocaat-generaal zal worden berecht: in het reglement dient te worden bepaald, hoe deze beslissing wordt genomen.

(4) Artikel 300, lid 6, EG-Verdrag, zoals gewijzigd, verleent het Europees Parlement het recht om het advies van het Hof van Justitie in te winnen over de verenigbaarheid van een beoogd akkoord met de bepalingen van het Verdrag: in het reglement dient de procedure te worden geregeld, wanneer het Parlement een verzoek om advies indient.

(5) Artikel 16 van het nieuwe Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie bepaalt dat de rechters uit hun midden de kamerpresident kiezen en dat de presidenten van de kamers van vijf rechters voor drie jaar worden gekozen: de bepalingen van het reglement moeten dienovereenkomstig worden aangepast.

(6) Het einde van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal en de inwerkingtreding van het nieuwe protocol betreffende het Statuut van het Hof van Justitie maken een aantal redactionele wijzigingen in de bepalingen van het reglement noodzakelijk,

Met goedkeuring van de Raad, verleend op 8 april 2003,

STELT DE VOLGENDE WIJZIGINGEN VAN ZIJN REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING VAST:

Artikel 1

Het reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, vastgesteld op 19 juni 1991 (PB L 176 van 4.7.1991, blz. 7, met rectificatie in PB L 383 van 29.12.1992, blz. 117), zoals gewijzigd op 21 februari 1995 (PB L 44 van 28.2.1995, blz. 61), 11 maart 1997 (PB L 103 van 19.4.1997, blz. 1, met rectificatie in PB L 351 van 23.12.1997, blz. 72), 16 mei 2000 (PB L 122 van 24.5.2000, blz. 43), 28 november 2000 (PB L 322 van 19.12.2000, blz. 1), 3 april 2001 (PB L 119 van 27.4.2001, blz. 1) en 17 september 2002 (PB L 272 van 10.10.2002, blz. 24, met rectificatie in PB L 281 van 19.10.2002), wordt gewijzigd als volgt:

1. De tekst van artikel 1 wordt vervangen door:"In dit reglement worden de hieronder genoemde Verdragen en Protocollen telkens op de volgende wijze aangeduid:

- het Verdrag betreffende de Europese Unie: 'EU-Verdrag',

- het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap: 'EG-Verdrag',

- het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie: 'EGA-Verdrag',

- het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap: 'Statuut',

- de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte: 'EER-overeenkomst'.

Voor de toepassing van dit reglement:

- worden met de term 'instellingen' aangeduid de instellingen van de Gemeenschappen en lichamen die zijn opgericht bij de Verdragen of bij een besluit ter uitvoering daarvan, en die voor het Hof partij kunnen zijn;

- wordt met de term 'Toezichthoudende Autoriteit EVA' aangeduid de toezichthoudende autoriteit bedoeld in de EER-overeenkomst.".

2. In artikel 7, lid 1, worden de woorden "artikel 32 ter EGKS-Verdrag" geschrapt.

3. In artikel 9, lid 1,

a) worden in de eerste alinea de woorden "het bepaalde bij de artikelen 221, tweede alinea, tot en met 137, tweede alinea, EGA-Verdrag" vervangen door "artikel 16 van het Statuut" en wordt na het woord "kamers" ingevoegd "bestaande uit vijf en uit drie rechters";

b) worden in de tweede alinea de woorden "de samenstelling van de kamers" vervangen door "de toevoeging van de rechters aan de kamers" en de woorden "Europese Gemeenschappen" door "Europese Unie".

4. In artikel 9, lid 2, wordt na het woord "kamer" ingevoegd "bestaande uit drie rechters".

5. Artikel 9, lid 3, wordt vervangen door:

"3. Voor de zaken die overeenkomstig artikel 44, lid 3, naar een rechtsprekende formatie worden verwezen, wordt onder de term 'Hof' in dit reglement die formatie verstaan.".

6. In artikel 9, lid 4,

a) wordt de eerste alinea ingetrokken;

b) worden in de tweede alinea (thans enige alinea) de woorden "aan de kamers zijn toegewezen" vervangen door "naar een kamer, bestaande uit vijf of uit drie rechters, zijn verwezen".

7. Artikel 10, lid 1, wordt vervangen door:

"1. De rechters kiezen onmiddellijk na de verkiezing van de president van het Hof voor drie jaar de presidenten van de kamers bestaande uit vijf rechters.

De rechters kiezen voor één jaar de presidenten van de kamers bestaande uit drie rechters.

Het Hof benoemt voor één jaar een eerste advocaat-generaal.

De bepalingen van artikel 7, leden 2 en 3, zijn van overeenkomstige toepassing.

De verkiezingen en benoeming krachtens dit lid worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.".

8. In artikel 11

a) wordt in de eerste alinea het woord "kamerpresidenten" vervangen door "presidenten van de kamers bestaande uit vijf rechters";

b) wordt de volgende nieuwe tweede alinea toegevoegd: "Bij gelijktijdige verhindering van de president van het Hof en van de presidenten van de kamers bestaande uit vijf rechters, alsmede wanneer hun ambten gelijktijdig vacant zijn, wordt het presidentschap waargenomen door één van de presidenten van de kamers bestaande uit drie rechters, volgens de in artikel 6 bepaalde rangorde.";

c) wordt de huidige tweede alinea de derde alinea en worden in deze alinea de woorden "de kamerpresidenten" vervangen door "alle kamerpresidenten".

9. Na artikel 11 wordt ingevoegd:

"HOOFDSTUK 2 BIS RECHTSPREKENDE FORMATIES

Artikel 11 bis

Het Hof houdt zitting in de navolgende rechtsprekende formaties:

- de voltallige zitting, bestaande uit alle rechters;

- de grote kamer, bestaande uit elf rechters overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 ter,

- de kamers, bestaande uit vijf of uit drie rechters overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 quater.

Artikel 11 ter

1. De grote kamer is voor iedere zaak samengesteld uit de president van het Hof, de presidenten van de kamers bestaande uit vijf rechters, de rechter-rapporteur en het aantal rechters dat nodig is om uit te komen op elf rechters. Deze laatste rechters worden aangewezen op basis van de volgorde op de in lid 2 bedoelde lijst, waarvan het begin bij iedere algemene vergadering van het Hof met één naam verspringt.

2. Na de verkiezing van de president van het Hof en van de presidenten van de kamers bestaande uit vijf rechters, wordt een lijst van de overige rechters opgesteld ten behoeve van de bepaling van de samenstelling van de grote kamer. Deze lijst volgt afwisselend de in artikel 6 bepaalde rangorde en de omgekeerde rangorde: de eerste rechter op deze lijst is de eerste volgens de in laatstgenoemd artikel vastgestelde rangorde, de tweede rechter op de lijst is de laatste volgens deze rangorde, de derde rechter de tweede volgens deze rangorde, de vierde rechter de één na laatste volgens deze rangorde, enzovoorts.

De lijst wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 11 quater

1. De uit vijf en uit drie rechters bestaande kamers zijn voor elke zaak samengesteld uit de kamerpresident, de rechter-rapporteur en het aantal rechters dat nodig is om uit te komen op vijf respectievelijk drie rechters. Deze laatste rechters worden aangewezen op basis van de volgorde op de in lid 2 bedoelde lijsten, waarvan het begin bij iedere algemene vergadering van het Hof met één naam verspringt.

2. Voor de samenstelling van de uit vijf rechters bestaande kamers worden na de verkiezing van de presidenten van deze kamers lijsten opgesteld welke de namen van alle tot de betrokken kamer behorende rechters bevatten, met uitzondering van de president daarvan. De lijsten worden op dezelfde wijze vastgesteld als de in artikel 11 ter, lid 2, bedoelde lijst.

Voor de samenstelling van de uit drie rechters bestaande kamers worden na de verkiezing van de presidenten van deze kamers lijsten opgesteld welke de namen van alle tot de betrokken kamer behorende rechters bevatten, met uitzondering van de president daarvan. De lijsten worden vastgesteld volgens de in artikel 6 bepaalde rangorde.

De in dit lid bedoelde lijsten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 11 quinto

Indien het Hof van oordeel is dat meerdere zaken tezamen door één formatie moeten worden berecht, is de samenstelling van deze formatie die welke is vastgesteld voor de zaak waarvan het voorlopig rapport als eerste is onderzocht.

Artikel 11 sexto

Bij verhindering van een lid van de rechtsprekende formatie, wordt hij vervangen door een rechter volgens de volgorde van de in artikel 11 ter, lid 2, of artikel 11 quater, lid 2, bedoelde lijsten.

Bij verhindering van de president van het Hof wordt het presidentschap van de grote kamer waargenomen overeenkomstig de bepalingen van artikel 11.

Bij verhindering van een president van een kamer bestaande uit vijf rechters, wordt het presidentschap van de kamer waargenomen door een president van een kamer bestaande uit drie rechters, in voorkomend geval volgens de in artikel 6 bepaalde rangorde, of, indien geen president van een kamer bestaande uit drie rechters deel uitmaakt van de formatie, door een van de andere rechters volgens de in artikel 6 bepaalde rangorde.

Bij verhindering van de president van een kamer bestaande uit drie rechters, wordt het presidentschap waargenomen door een rechter van de formatie volgens de bij artikel 6 bepaalde volgorde.".

10. In artikel 16, lid 6, worden de woorden "Europese Gemeenschappen" vervangen door "Europese Unie".

11. In artikel 16, lid 7, worden de woorden "artikel 36, derde alinea, EGKS-Verdrag" geschrapt.

12. Artikel 17, lid 2, wordt vervangen door:

"2. De griffier staat het Hof, de president en de kamerpresidenten alsmede de rechters terzijde bij het verrichten van hun ambtshandelingen.".

13. In artikel 24, lid 1, worden de woorden "artikel 12 van het Statuut-EG, artikel 16 van het Statuut-EGKS en artikel 12 van het Statuut-EGA" vervangen door "artikel 13 van het Statuut".

14. In artikel 25, lid 1, worden de woorden "het Hof" vervangen door "de grote kamer en van de voltallige zitting".

15. In artikel 25, lid 2, wordt na het woord "kamers" ingevoegd "bestaande uit vijf en uit drie rechters".

16. In artikel 25, lid 3, worden de woorden "en de kamers kunnen" vervangen door "kan".

17. In artikel 26, lid 2,

a) worden de woorden "het Hof bijeen is geroepen" vervangen door "de grote kamer of de voltallige zitting bijeen zijn geroepen";

b) de woorden "in artikel 15 van het Statuut-EG, artikel 18 van het Statuut-EGKS en artikel 15 van het Statuut-EGA" vervangen door "artikel 17, derde of vierde alinea, van het Statuut".

18. In artikel 26, lid 3,

a) worden de woorden "een kamer" vervangen door "een kamer bestaande uit vijf of uit drie rechters";

b) worden de woorden "artikel 15 van het Statuut-EG, artikel 18 van het Statuut-EGKS en artikel 15 van het Statuut-EGA" vervangen door "artikel 17, tweede alinea, van het Statuut";

c) wordt na de woorden "aanwezig is" ingevoegd "en het niet mogelijk blijkt om de verhinderde rechters overeenkomstig artikel 11 sexto te vervangen".

19. In artikel 27, lid 1, worden de woorden "en de kamers beraadslagen" vervangen door "beraadslaagt".

20. In artikel 27, lid 4, worden de woorden "of aan de kamer" geschrapt.

21. In artikel 27, lid 6, worden de woorden "of de kamer" geschrapt.

22. Artikel 29, lid 3, wordt gewijzigd als volgt:

a) in de derde alinea worden de woorden "of de kamer" geschrapt;

b) in de vijfde alinea worden de woorden "artikel 20 van het Statuut-EG" vervangen door "artikel 23 van het Statuut";

c) in de zesde alinea worden de woorden "artikel 20, laatste alinea, van het Statuut-EG" vervangen door "artikel 23, vierde alinea, van het Statuut".

23. In artikel 29, lid 4, worden de woorden "of de kamer" geschrapt.

24. In artikel 30, lid 1, worden de woorden "of de kamer" geschrapt.

25. Artikel 35, lid 1, wordt gewijzigd als volgt:

a) na de woorden "voor het Hof" wordt "een kamer" geschrapt;

b) na de woorden "beschikking van het Hof" wordt "of van de kamer" geschrapt.

26. In artikel 36 worden de woorden "artikel 17 van het Statuut-EG, artikel 20 van het Statuut-EGKS en artikel 17 van het Statuut-EGA" vervangen door "artikel 19 van het Statuut".

27. In artikel 38, lid 1, worden de woorden "artikel 19 van het Statuut-EG, artikel 22 van het Statuut-EGKS en artikel 19 van het Statuut-EGA" vervangen door "artikel 21 van het Statuut".

28. In artikel 38, lid 4, worden de woorden "artikel 19, tweede alinea, van het Statuut-EG, artikel 22, tweede alinea, van het Statuut-EGKS en artikel 19, tweede alinea, van het Statuut-EGA" vervangen door "artikel 21, tweede alinea, van het Statuut".

29. in artikel 38, lid 6, worden de woorden "42 en 89 EGKS-Verdrag" geschrapt.

30. Artikel 44 wordt vervangen door:

"HOOFDSTUK 1 BIS VAN HET VOORLOPIG RAPPORT EN DE VERWIJZING NAAR DE RECHTSPREKENDE FORMATIES

Artikel 44

1. De president bepaalt de dag waarop de rechter-rapporteur een voorlopig rapport aan de algemene vergadering van het Hof zal uitbrengen, al naar gelang van het geval:

a) na de indiening van de dupliek;

b) wanneer de repliek of de dupliek niet is ingediend bij het verstrijken van de krachtens artikel 41, lid 2, bepaalde termijn;

c) wanneer de betrokken partij heeft verklaard, af te zien van haar recht op repliek of dupliek;

d) in geval van toepassing van de in artikel 62 bis bedoelde versnelde procedure, wanneer de president de datum van de terechtzitting vaststelt.

2. Het voorlopig rapport bevat voorstellen betreffende eventueel noodzakelijke maatregelen van instructie of andere preparatoire maatregelen in de zaak, alsmede betreffende de rechtsprekende formatie waarnaar de zaak dient te worden verwezen. Het rapport bevat eveneens het voorstel van de rechter-rapporteur over het eventueel afzien van de terechtzitting overeenkomstig artikel 44 bis, alsmede over het eventueel berechten van de zaak zonder conclusie van de advocaat-generaal krachtens artikel 20, vijfde alinea, van het Statuut.

Het Hof, de advocaat-generaal gehoord, beslist over het aan de voorstellen van de rechter-rapporteur te geven gevolg.

3. Het Hof verwijst iedere zaak die bij hem aanhangig is gemaakt, naar de kamers bestaande uit vijf of uit drie rechters, voorzover het wegens de moeilijkheid of het belang van de zaak dan wel wegens bijzondere omstandigheden niet noodzakelijk is dat de zaak naar de grote kamer wordt verwezen.

De verwijzing van een zaak naar een kamer bestaande uit vijf of uit drie rechters, is evenwel niet toegestaan, wanneer een lidstaat of een instelling van de Gemeenschappen die procespartij is, heeft verzocht dat de zaak door de grote kamer wordt beslist. Onder procespartij in de zin van deze bepaling is te verstaan elke lidstaat of instelling die partij of interveniënt is in het geding zelf of die schriftelijke opmerkingen heeft ingediend in het kader van een van de prejudiciële procedures bedoeld in artikel 103. Een verzoek zoals bedoeld in deze alinea, kan niet worden gedaan in gedingen tussen de Gemeenschappen en hun personeelsleden.

Het Hof houdt zitting in voltallige zitting, wanneer bij hem een zaak aanhangig is gemaakt krachtens het bepaalde in artikel 16, vierde alinea, van het Statuut. Het kan een zaak naar de voltallige zitting verwijzen, wanneer het overeenkomstig artikel 16, vijfde alinea, van het Statuut van oordeel is dat de zaak van uitzonderlijk belang is.

4. De rechtsprekende formatie waaraan een zaak is toegewezen, kan in elke stand van het geding de zaak naar het Hof verwijzen opdat deze opnieuw wordt toegewezen aan een grotere formatie.

5. Indien een instructie wordt geopend, kan de rechtsprekende formatie, indien zij deze niet aan zichzelf houdt, de in artikel 9, lid 2, van dit reglement bedoelde kamer daarmee belasten.

Indien zonder instructie tot de mondelinge behandeling wordt overgegaan, stelt de president van de rechtsprekende formatie de dag daartoe vast.".

31. In artikel 45, lid 2, worden de woorden "21 en 22 van het Statuut-EG, 24 en 25 van het Statuut-EGKS en 22 en 23 van het Statuut-EGA" vervangen door "24 en 25 van het Statuut".

32. In artikel 48, lid 4, worden de woorden "44 en 92 EGKS-Verdrag" geschrapt.

33. In artikel 74, lid 1, wordt na de woorden "kamer" ingevoegd "bedoeld in artikel 9, lid 2, van dit reglement".

34. In artikel 76, lid 3, wordt na de woorden "de kamer" ingevoegd "bestaande uit drie rechters".

35. In artikel 77, tweede alinea, worden de woorden "33 en 35 EGKS-Verdrag" geschrapt.

36. In artikel 80, lid 1, worden de woorden "het EG-Verdrag, het EGKS-Verdrag en het EGA-Verdrag, in de Statuten van het Hof" vervangen door "het Verdrag betreffende de Europese Unie, het EG-Verdrag en het EGA-Verdrag, in het Statuut van het Hof".

37. In artikel 80, lid 2, tweede alinea, worden de woorden "Europese Gemeenschappen" vervangen door "Europese Unie".

38. In artikel 81, lid 1, worden de woorden "Europese Gemeenschappen" vervangen door "Europese Unie".

39. In artikel 82 bis, lid 1, worden de woorden "in artikel 47, derde alinea, van de Statuten-EG en EGKS en artikel 48, derde alinea, van het Statuut-EGA" vervangen door "in artikel 54, derde alinea, van het Statuut" en worden de woorden "of van de kamer waarnaar de zaak is verwezen" geschrapt.

40. Artikel 83, lid 1, wordt gewijzigd als volgt:

a) in de eerste alinea worden de woorden "39, tweede alinea, EGKS-Verdrag" geschrapt;

b) in de tweede alinea worden de woorden "39, derde alinea, EGKS-Verdrag" geschrapt.

41. In artikel 89, eerste alinea, worden de woorden "44 en 92 EGKS-Verdrag" geschrapt.

42. Artikel 93, lid 1, wordt gewijzigd als volgt:

a) in de tweede alinea, sub f), worden de woorden "artikel 37, tweede of derde alinea, van het Statuut-EG, artikel 34 van het Statuut-EGKS of artikel 38, tweede alinea, van het Statuut-EGA" vervangen door "artikel 40, tweede of derde alinea, van het Statuut";

b) in de derde alinea, worden de woorden "artikel 17 van het Statuut-EG, artikel 20 van het Statuut-EGKS en artikel 17 van het Statuut-EGA" vervangen door "artikel 19 van het Statuut".

43. Na artikel 94 wordt het vijfde hoofdstuk met artikel 95 geschrapt.

44. In artikel 97, lid 1, derde alinea, worden de woorden "Europese Gemeenschappen" vervangen door "Europese Unie".

45. Artikel 103 wordt gewijzigd als volgt:

a) in lid 1 worden de woorden "in artikel 20 van het Statuut-EG en artikel 21 van het Statuut-EGA" vervangen door "in artikel 23 van het Statuut";

b) lid 3 wordt ingetrokken.

46. Artikel 104 wordt gewijzigd als volgt:

a) in lid 1, tweede alinea, worden de woorden "artikel 20 van het Statuut-EG" vervangen door "artikel 23, derde alinea, van het Statuut";

b) in lid 1, derde alinea, worden de woorden "artikel 20, laatste alinea, van het Statuut-EG" vervangen door "artikel 23, vierde alinea, van het Statuut";

c) in de leden 3 en 4 worden de woorden "artikel 20 van het Statuut-EG, artikel 21 van het Statuut-EGA en artikel 103, lid 3, van dit reglement" vervangen door "artikel 23 van het Statuut".

47. In artikel 104 bis, tweede alinea, worden de woorden "artikel 20 van het Statuut-EG, artikel 21 van het Statuut-EGA en artikel 103, lid 3, van dit reglement" vervangen door "artikel 23 van het Statuut".

48. Artikel 107, lid 1, eerste alinea, wordt vervangen door:"Indien het verzoek om prealabel advies bedoeld in artikel 300 EG-Verdrag, wordt ingediend door het Europees Parlement, wordt het betekend aan de Raad, de Commissie en de lidstaten. Indien het wordt ingediend door de Raad, wordt het betekend aan de Commissie en het Europees Parlement. Indien het wordt ingediend door de Commissie, wordt het betekend aan de Raad, het Europees Parlement en de lidstaten. Indien het wordt ingediend door een van de lidstaten, wordt het betekend aan de Raad, de Commissie, het Europees Parlement en de overige lidstaten.".

49. Artikel 109 wordt ingetrokken.

50. In artikel 110 worden de woorden "de artikelen 49 en 50 van de Statuten-EG en EGKS en de artikelen 50 en 51 van het Statuut-EGA" vervangen door "de artikelen 56 en 57 van het Statuut".

51. In artikel 125 worden de woorden "artikelen 245 EG-Verdrag en 160 EGA-Verdrag" vervangen door "artikel 223 EG-Verdrag en artikel 139 EGA-Verdrag" en sub c) worden de woorden "artikel 27 van het Statuut-EG en artikel 28 van de Statuten-EGKS en EGA" vervangen door "artikel 30 van het Statuut".

52. In artikel 127 worden de woorden "Europese Gemeenschappen" vervangen door "Europese Unie".

Artikel 2

Deze wijzigingen van het reglement voor de procesvoering, zijnde authentiek in de talen bedoeld in artikel 29, lid 1, van dit reglement, worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij treden in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op die van hun bekendmaking.