32003D0728

2003/728/EG: Beschikking van de Commissie van 3 oktober 2003 betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor bouwpakketten met metalen skelet, bouwpakketten met betonnen skelet, geprefabriceerde bouweenheden, koelcelpakketten, beschermingspakketten tegen vallend gesteente (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 3452)

Publicatieblad Nr. L 262 van 14/10/2003 blz. 0034 - 0036


Beschikking van de Commissie

van 3 oktober 2003

betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor bouwpakketten met metalen skelet, bouwpakketten met betonnen skelet, geprefabriceerde bouweenheden, koelcelpakketten, beschermingspakketten tegen vallend gesteente

(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 3452)

(Voor de EER relevante tekst)

(2003/728/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde producten(1), gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG(2), en met name op artikel 13, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Commissie moet bij de keuze tussen de twee in artikel 13, lid 3, van Richtlijn 89/106/EEG bedoelde procedures voor de conformiteitsverklaring van een product de minst kostbare veiligheidsconforme procedure kiezen. Dit houdt in dat moet worden vastgesteld of voor een bepaald product of een bepaalde productfamilie het bestaan van een onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant vallend productiecontrolesysteem in de fabriek een noodzakelijke en toereikende voorwaarde is voor een conformiteitsverklaring, dan wel of daarvoor, om redenen die verband houden met de naleving van de in artikel 13, lid 4, genoemde criteria, een erkende certificatie-instantie moet worden ingeschakeld.

(2) Krachtens artikel 13, lid 4, moet de aldus gekozen procedure in de mandaten en technische specificaties worden genoemd. Het is dan ook wenselijk het in de mandaten en technische specificaties gebruikte concept van producten of productfamilies te definiëren.

(3) De twee procedures van artikel 13, lid 3, zijn in bijlage III bij Richtlijn 89/106/EEG nader beschreven. Het is derhalve noodzakelijk voor elk product of elke productfamilie duidelijk de methoden voor de toepassing van de twee procedures aan te geven onder verwijzing naar genoemde bijlage III, daar bijlage III aan bepaalde systemen de voorkeur geeft.

(4) De procedure van artikel 13, lid 3, onder a), komt overeen met de systemen die in mogelijkheid 1, zonder permanente bewaking, en in de mogelijkheden 2 en 3 van punt 2, onder ii), van bijlage III zijn vastgelegd. De procedure van artikel 13, lid 3, onder b), komt overeen met de systemen die in punt 2, onder i), van bijlage III en in mogelijkheid 1, met permanente bewaking, van punt 2, onder ii), van bijlage III zijn vastgelegd.

(5) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de bouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De conformiteit van de in bijlage I genoemde producten en productfamilies wordt vastgesteld aan de hand van een procedure waarbij, naast een door de fabrikant uitgevoerd productiecontrolesysteem in de fabriek, bij de beoordeling en de bewaking van de productiecontrole en van het product zelf een erkende certificatie-instantie wordt ingeschakeld.

Artikel 2

De procedure voor de conformiteitsverklaring overeenkomstig bijlage II wordt vermeld in de mandaten voor richtsnoeren voor Europese technische goedkeuringen.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 3 oktober 2003.

Voor de Commissie

Erkki Liikanen

Lid van de Commissie

(1) PB L 40 van 11.2.1989, blz. 12.

(2) PB L 220 van 30.8.1993, blz. 1.

BIJLAGE I

1. Bouwpakketten met metalen skelet

Deze beschikking heeft betrekking op industriële bouwpakketten die als een gebouw op de markt worden gebracht en die gemaakt zijn van vooraf ontworpen en gefabriceerde onderdelen die voor serieproductie bestemd zijn. Deze beschikking heeft alleen betrekking op bouwpakketten die aan de onderstaande minimumvoorschriften voldoen. Gedeeltelijke bouwpakketten die niet aan deze minimumvoorschriften voldoen, vallen buiten het bestek van deze beschikking. De minimumvoorschriften hebben betrekking op de structurele elementen van het gebouw, de verbinding van het gebouw met de substructuur en de specificaties van de essentiële onderdelen van de buitenbekleding, zoals thermische isolatie, bekleding, dakbedekking, binnenbekleding, ramen en buitendeuren, voorzover deze nodig zijn om te voldoen aan de essentiële voorschriften die van toepassing zijn op het gebouw.

Hoewel sommige onderdelen in verschillende fabrieken kunnen worden gefabriceerd, heeft deze beschikking alleen betrekking op het definitieve leverbare pakket en niet op de afzonderlijke onderdelen.

- voor gebruik in bouwwerken

2. Bouwpakketten met betonnen skelet

Deze beschikking heeft betrekking op industriële bouwpakketten die als een gebouw op de markt worden gebracht en die gemaakt zijn van vooraf ontworpen en gefabriceerde onderdelen die voor serieproductie bestemd zijn. Deze beschikking heeft alleen betrekking op bouwpakketten die aan de onderstaande minimumvoorschriften voldoen. Gedeeltelijke bouwpakketten die niet aan deze minimumvoorschriften voldoen, vallen buiten het bestek van deze beschikking. De minimumvoorschriften hebben betrekking op de structurele elementen van het gebouw, de verbinding van het gebouw met de substructuur en de specificaties van de essentiële onderdelen van de buitenbekleding, zoals thermische isolatie, bekleding, dakbedekking, binnenbekleding, ramen en buitendeuren, voorzover deze nodig zijn om te voldoen aan de essentiële voorschriften die van toepassing zijn op het gebouw.

Hoewel sommige onderdelen in verschillende fabrieken kunnen worden gefabriceerd, heeft deze beschikking alleen betrekking op het definitieve leverbare pakket en niet op de afzonderlijke onderdelen.

- voor gebruik in bouwwerken

3. Geprefabriceerde bouweenheden

Deze beschikking heeft betrekking op geprefabriceerde bouweenheden die afzonderlijk of geassembleerd naar de bouwplaats kunnen worden vervoerd, waar ze een weerbestendige bescherming bieden, eventueel na het definitief weerbestendig maken, het aanbrengen van verbindingen tussen de eenheden, het aansluiten op de nutsvoorzieningen en het verbinden met de fundering.

Hoewel sommige onderdelen in verschillende fabrieken kunnen worden gefabriceerd, heeft deze beschikking alleen betrekking op het definitieve leverbare pakket en niet op de afzonderlijke onderdelen.

- voor gebruik in bouwwerken

4. Koelcelpakketten

Deze beschikking heeft betrekking op geprefabriceerde koelcelpakketten die bestemd zijn voor installatie in een bestaand gebouw of in ieder geval op een plaats waar ze beschermd zijn tegen externe klimaatsfactoren. De geassembleerde pakketten dragen niet bij tot het draagvermogen van het bouwwerk, maar kunnen worden voorzien van een draagsysteem dat het volledige geassembleerde pakket of delen ervan ondersteunt. De technische uitrusting (bv. koelsystemen) valt hier niet onder.

Hoewel sommige onderdelen in verschillende fabrieken kunnen worden gefabriceerd, heeft deze beschikking alleen betrekking op het definitieve leverbare pakket en niet op de afzonderlijke onderdelen.

- voor gebruik in bouwwerken

5. Beschermingspakketten tegen vallend gesteente

Deze beschikking heeft betrekking op beschermingspakketten tegen vallend gesteente, bestaande uit een of meer netten, gaas of soortgelijk materiaal, ondersteund door een metalen of houten structuur (bv. metalen palen) en eventueel kabels.

Hoewel sommige onderdelen in verschillende fabrieken kunnen worden gefabriceerd, heeft deze beschikking alleen betrekking op het definitieve leverbare pakket en niet op de afzonderlijke onderdelen.

- voor gebruik in civieltechnische werken

BIJLAGE II

Systemen van conformiteitsverklaring

De EOTA wordt verzocht in de relevante richtsnoeren voor Europese technische goedkeuringen voor de onderstaande producten en het beoogde gebruik daarvan het volgende systeem van conformiteitsverklaring te vermelden.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Systeem 1: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder i), zonder steekproefsgewijze controle van monsters.

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het ook kan worden toegepast wanneer de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet hoeft te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat geen wettelijk voorschrift heeft voor een dergelijke eigenschap (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van het basisdocument).

In die gevallen is de verificatie van een dergelijke eigenschap niet verplicht voor de fabrikant indien hij in dit opzicht niets over de prestatie van dit product wil meedelen.