32003D0291

Besluit nr. 291/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari 2003 tot instelling van het Europees Jaar van opvoeding door sport 2004

Publicatieblad Nr. L 043 van 18/02/2003 blz. 0001 - 0005


Besluit nr. 291/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad

van 6 februari 2003

tot instelling van het Europees Jaar van opvoeding door sport 2004

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 149,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's(3),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De bevordering van onderwijs van hoog gehalte is één van de doelstellingen van de Europese Unie.

(2) De educatieve waarde van de sport is erkend door de Europese Raad van Nice op 7, 8 en 9 december 2000, die daarmee vorige verklaringen heeft bevestigd, met name Verklaring 29 gehecht aan het Verdrag van Amsterdam, waarin staat dat sport een rol vervult bij het smeden van de identiteit van de volkeren.

(3) De Europese Raad van Nice heeft de communautaire instellingen verzocht bij hun optreden uit hoofde van de verschillende Verdragsbepalingen rekening te houden met de educatieve waarden van de sport, en heeft er met name op gewezen dat het van belang is dat de lidstaten, met de steun van de Gemeenschap, het vrijwilligerswerk aanmoedigen.

(4) In de resolutie van de Raad en de ministers van Jeugdzaken, in het kader van de Raad bijeen, van 17 december 1999 over buitenschoolse vorming als aspect van sportactiviteiten in de jeugdprogramma's van de Europese Gemeenschap(5) wordt geoordeeld dat sportactiviteiten een pedagogische waarde kunnen hebben en zodoende kunnen bijdragen tot versteviging van het maatschappelijk middenveld en wordt de Europese Commissie verzocht om, in samenwerking met de lidstaten, een samenhangende aanpak te ontwerpen teneinde het vormingspotentieel van sportactiviteiten optimaal te benutten.

(5) In zijn resolutie over het vrijwaren van de bestaande sportstructuren en het behoud van de sociale functie van de sport(6) benadrukte het Europees Parlement de educatieve en maatschappelijke waarde van sport en de rol ervan bij de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat.

(6) In zijn resolutie over de rol van de Europese Unie op sportgebied(7) heeft het Europees Parlement de Commissie verzocht de organisatie van een Europees Jaar van de sport voor te stellen.

(7) In zijn advies over het consultatiedocument van de Commissie "Het Europese sportmodel" heeft het Comité van de Regio's het belang van de sport voor de persoonlijke ontplooiing onderstreept.

(8) De Commissie heeft in haar "Verslag van Helsinki" over sport voor de Europese Raad reeds overwogen sportactiviteiten aan te wenden op het gebied van onderwijs en jeugd, gezien de waarden die de sport overdraagt.

(9) Regelmatige lichaamsbeweging verbetert de psychische en lichamelijke gezondheid en kan een positieve bijdrage tot het leerproces vormen.

(10) De opleiding van jonge sporters mag niet in het gedrang komen ten gevolge van hun deelname aan wedstrijdsport.

(11) Opvoeding door sport kan de persoonlijke identiteit en ontwikkeling van meisjes en jongens bevorderen.

(12) Onderwijs- en opleidingsinstellingen op alle niveaus zouden meer gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die de sport biedt voor transnationale mobiliteit en culturele uitwisselingen.

(13) Olympische en andere sportevenementen in 2004 zullen de aandacht van de media en van het publiek voor de sport vergroten. Dit is een ideale gelegenheid om de educatieve waarde van de sport te benadrukken.

(14) Activiteiten in de lidstaten vormen de voornaamste manier om het publiek bewuster te maken van de educatieve waarde van de sport. De Gemeenschap kan dergelijke activiteiten echter steunen en versterken door een Europees jaar van opvoeding door sport.

(15) Een Europees Jaar van opvoeding door sport is een aanvulling en versterking van het bestaande communautaire optreden ter bevordering van opvoeding, onderwijs en de sociale insluiting van achtergestelde groepen.

(16) Het Europees Jaar van opvoeding door sport dient te worden opengesteld voor de deelname van de EVA/EER-landen overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgelegd in de EER-overeenkomst en van de geassocieerde landen uit Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig voorwaarden die zijn vastgesteld in de onderscheiden Europaovereenkomsten. De deelname van Cyprus wordt met aanvullende kredieten gefinancierd volgens nog vast te stellen procedures, die van Malta en Turkije met aanvullende kredieten overeenkomstig het EG-Verdrag.

(17) Bij dit besluit wordt voor de gehele duur van het programma een financieel kader vastgesteld dat het voornaamste referentiepunt vormt in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure(8).

(18) Daar de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens met name de behoefte aan multilaterale partnerschappen, transnationale uitwisseling om informatie en de verspreiding van goede praktijken op het niveau van de Gemeenschap, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(19) De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(9),

BESLUITEN:

Artikel 1

Europees Jaar van opvoeding door sport

Het jaar 2004 wordt uitgeroepen tot "Europees Jaar van opvoeding door sport".

Artikel 2

Doelstellingen

De doelstellingen van het Europees Jaar van opvoeding door sport zijn:

a) onderwijsinstellingen en sportorganisaties ontvankelijk maken voor de noodzaak van samenwerking, teneinde de Europese dimensie van de opvoeding door sport tot ontwikkeling te brengen, gezien de zeer grote belangstelling die jongeren voor allerlei takken van sport koesteren;

b) de waarden van de sport ten dienste stellen van het ontwikkelen van de kennis en de vaardigheden, waardoor vooral jongeren niet alleen hun lichamelijk kunnen en bereidheid tot persoonlijke inzet, maar ook hun sociale vaardigheden zoals teamwerk, solidariteit, verdraagzaamheid en fair play in een multiculturele context kunnen ontwikkelen;

c) de bewustwording bevorderen dat vrijwilligerswerk bijdraagt aan buitenschoolse opvoeding van met name jongeren;

d) de educatieve waarde van de mobiliteit en de uitwisseling van scholieren bevorderen, met name in een multiculturele omgeving, door de organisatie van sportieve en culturele ontmoetingen in het kader van de schoolactiviteiten;

e) de uitwisseling van goede praktijken aanmoedigen betreffende de rol die de sport kan spelen in onderwijsstelsels om de sociale insluiting van achtergestelde groepen te bevorderen;

f) een beter evenwicht tot stand brengen tussen intellectuele en lichamelijke activiteit in het schoolleven door aanmoediging van sport in schoolactiviteiten;

g) aandacht besteden aan de onderwijsproblemen van jongeren die aan wedstrijdsport deelnemen.

Artikel 3

Inhoud van de maatregelen

1. De maatregelen die worden genomen om de in artikel 2 beschreven doelstellingen te bereiken, omvatten de organisatie van de volgende activiteiten in 2004 of de toekenning van steun in het kader van die activiteiten:

a) ontmoetingen, Europese scholenwedstrijden en manifestaties, die de aandacht vestigen op de resultaten en ervaringen in verband met het thema Europees Jaar van opvoeding door sport;

b) vrijwilligerswerk op Europees niveau naar aanleiding van Olympische en andere sportevenementen in 2004;

c) voorlichtings- en promotiecampagnes, met inbegrip van samenwerking met de media, om de educatieve waarde van de sport te verspreiden;

d) manifestaties om de educatieve waarde van de sport te propageren en voorbeelden van goede praktijken te geven;

e) financiële steun aan initiatieven op transnationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau om de doelstellingen van het Europees Jaar van opvoeding door sport te bevorderen.

2. De in lid 1 bedoelde maatregelen zijn in de bijlage gedetailleerd omschreven.

Artikel 4

Uitvoering en samenwerking met de lidstaten

1. De Commissie zorgt, volgens de bij artikel 5, lid 2, vastgestelde procedure en onder naleving van het subsidiariteitsbeginsel, voor de uitvoering van de communautaire acties die onder dit besluit vallen.

2. Elke lidstaat wijst een of meer geëigende organen aan die verantwoordelijk zijn voor de deelname aan het Europees Jaar van opvoeding door sport en voor de coördinatie en de uitvoering op het passende niveau van de in dit besluit beoogde acties, met inbegrip van steun bij de in artikel 7 beschreven selectieprocedure.

Artikel 5

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 6

Financiële bepalingen

1. Maatregelen op het niveau van de Gemeenschap, zoals beschreven in deel A van de bijlage, kunnen tot ten hoogste 80 % van de totale kosten gefinancierd worden uit de algemene begroting van de Europese Unie.

2. Maatregelen van communautair belang op lokaal, regionaal, nationaal of transnationaal niveau, zoals beschreven in deel B van de bijlage, kunnen tot ten hoogste 50 % van de totale kosten medegefinancierd worden uit de algemene begroting van de Europese Unie.

Artikel 7

Aanvragen en selectieprocedure

1. Aanvragen voor de medefinanciering van maatregelen uit de communautaire begroting uit hoofde van artikel 6, lid 2, dienen bij de Commissie te worden ingediend door het (de) krachtens artikel 4, lid 2, aangewezen orgaan (organen). Zij moeten informatie bevatten die het mogelijk maakt de uiteindelijke resultaten volgens objectieve criteria te beoordelen. De Commissie houdt in hoge mate rekening met de door de betrokken organen gegeven beoordeling.

2. Besluiten betreffende de medefinanciering van acties uit hoofde van artikel 6 worden genomen door de Commissie volgens de in artikel 5, lid 2, aangegeven procedure. De Commissie draagt zorg voor een evenwichtige verdeling over de lidstaten en over de diverse betrokken activiteitengebieden.

3. De Commissie zorgt ervoor (met name via haar nationale en regionale vertegenwoordigingen), in samenwerking met de in artikel 4, lid 2, bedoelde organen, dat de oproepen tot het indienen van voorstellen tijdig genoeg worden gepubliceerd en een zo ruim mogelijke verspreiding vinden.

Artikel 8

Samenhang en complementariteit

1. In samenwerking met de lidstaten zorgt de Commissie voor de samenhang tussen de in dit besluit opgenomen maatregelen en de andere communautaire acties en initiatieven.

2. De Commissie draagt ook zorg voor de optimale complementariteit tussen het Europees Jaar van opvoeding door sport en de andere, reeds bestaande initiatieven en ingezette middelen op regionaal, nationaal en communautair niveau, voorzover deze een bijdrage aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar van opvoeding door sport kunnen leveren.

Artikel 9

Deelname van bepaalde derde landen

Het Europees Jaar van opvoeding door sport staat open voor deelname van:

a) de EVA/EER-landen, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de EER-overeenkomst,

b) de geassocieerde landen uit Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de onderscheiden Europaovereenkomsten,

c) Cyprus, op basis van aanvullende kredieten volgens met dat land overeen te komen procedures,

d) Malta en Turkije, op basis van aanvullende kredieten overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag.

Artikel 10

Begroting

1. De financiële middelen voor de uitvoering van dit besluit bedragen 11,5 miljoen EUR.

2. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegewezen binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

3. Op initiatief van de Commissie kunnen in 2004 ook uitgaven voor technische en administratieve bijstand worden gefinancierd, die zowel de Commissie als de begunstigden van de actie ten goede komen, en die niet bestemd zijn voor permanente overheidstaken in verband met de omschrijving, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van de maatregelen.

Artikel 11

Internationale samenwerking

In het kader van het Europees Jaar van opvoeding door sport kan de Commissie overeenkomstig de bij artikel 5, lid 2, vastgestelde procedure samenwerken met de Raad van Europa en andere geëigende internationale organisaties.

Artikel 12

Toezicht en evaluatie

De Commissie dient uiterlijk op 31 december 2005 bij het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's een verslag in over de tenuitvoerlegging, de resultaten en de algehele beoordeling van de in dit besluit bedoelde maatregelen.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag volgend op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 6 februari 2003.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

P. Cox

Voor de Raad

De voorzitter

P. Efthymiou

(1) PB C 25 E van 29.1.2002, blz. 531.

(2) PB C 149 van 21.6.2002, blz. 17.

(3) PB C 278 van 14.11.2002, blz. 21.

(4) Advies van het Europees Parlement van 14 mei 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 14 oktober 2002 (PB C 275 E van 12.11.2002, blz. 70) en besluit van het Europees Parlement van 19 december 2002.

(5) PB C 8 van 12.1.2000, blz. 5.

(6) PB C 135 van 7.5.2001, blz. 274.

(7) PB C 200 van 30.6.1997, blz. 252.

(8) PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

(9) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

BIJLAGE

MAATREGELEN BEDOELD IN ARTIKEL 3

A. Acties op communautair niveau

1. Bijeenkomsten en manifestaties:

a) bijeenkomsten;

b) manifestaties die de aandacht vestigen op opvoeding door sport, met inbegrip van de openings- en de slotconferentie van het Europees Jaar van opvoeding door sport;

c) vrijwilligerswerk tijdens grote sportmanifestaties, met name de Olympische en andere sportevenementen, in 2004.

2. Voorlichtings- en promotiecampagnes, onder meer bestaande uit:

a) de ontwikkeling van een logo en van slogans voor het Europees Jaar van opvoeding door sport, om te gebruiken in het kader van alle activiteiten die met het Europees Jaar verband houden;

b) een voorlichtingscampagne;

c) de productie van instrumenten en hulpmiddelen in de hele Gemeenschap;

d) passende initiatieven van onderwijsinstellingen en sportorganisaties, gericht op het verspreiden van informatie over het Europees Jaar van opvoeding door sport;

e) de organisatie van Europese onderwijswedstrijden die de resultaten van en de ervaringen met de thema's van het Europees Jaar van opvoeding door sport onder de aandacht brengen.

3. Overige acties:

a) opzetten van een on-linegegevensbank met gebruikmaking van bestaande middelen, als instrument voor de verspreiding van goede praktijken in alle lidstaten betreffende het gebruik van sport als instrument voor opvoeding, en met name bij de sociale integratie van kansarme groepen;

b) enquêtes en studies ter beoordeling van de invloed van het Europees Jaar van opvoeding door sport.

4. Deze financiering kan bestaan uit:

a) de rechtstreekse aanschaf van goederen en diensten, in het bijzonder op het gebied van communicatie, enquêtes en studies zoals bedoeld in punt 3, onder b), via openbare aanbestedingen en/of aanbestedingen met voorafgaande selectie;

b) subsidies voor uitgaven in verband met speciale manifestaties op Europees niveau, gericht op het onder de aandacht brengen van het Europees Jaar van opvoeding door sport en de bewustmaking van het publiek; deze financiering betreft ten hoogste 80 % van de totale kosten.

B. Acties op nationaal niveau

Acties op lokaal, regionaal, nationaal of transnationaal niveau kunnen in aanmerking komen voor financiering uit de communautaire begroting tot ten hoogste 50 % van de totale kosten, overeenkomstig de aard en de inhoud van hetgeen wordt voorgesteld. Deze acties kunnen omvatten:

1. manifestaties die verband houden met de doelstellingen van het Europees Jaar van opvoeding door sport, inclusief een openingsmanifestatie;

2. voorlichtingscampagnes en acties gericht op het verspreiden van goede praktijken, andere dan die vermeld in deel A;

3. de toekenning van prijzen of de organisatie van wedstrijden die het belang van opvoeding door sport in de verf zetten;

4. enquêtes en studies, andere dan genoemd in deel A.

C. Acties die geen communautaire financiële steun kunnen ontvangen

De Gemeenschap biedt morele ondersteuning, met inbegrip van de toestemming tot het gebruik van het logo en ander materiaal dat verband houdt met het Europees Jaar van opvoeding door sport, aan initiatieven van overheids- of particuliere organisaties, wanneer die organisaties de Commissie ervan kunnen overtuigen dat deze initiatieven in 2004 plaatsvinden of zullen plaatsvinden en naar verwachting een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van één of meer doelstellingen van het Europees Jaar van opvoeding door sport.