32002R2298

Verordening (EG) nr. 2298/2002 van de Commissie van 20 december 2002 inzake de stopzetting van de visserij op kabeljauw door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren

Publicatieblad Nr. L 348 van 21/12/2002 blz. 0071 - 0071


Verordening (EG) nr. 2298/2002 van de Commissie

van 20 december 2002

inzake de stopzetting van de visserij op kabeljauw door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2846/98(2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 2555/2001 van de Raad van 18 december 2001 tot vaststelling, voor 2002, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2000/2002 van de Commissie(4), zijn voor 2002 quota voor kabeljauw vastgesteld.

(2) Om te garanderen dat de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten van een bestand waarvoor een quotum geldt, in acht worden genomen, moet de Commissie de datum vaststellen waarop de vangsten van de vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, geacht worden het toegewezen quotum te hebben bereikt.

(3) Volgens de aan de Commissie meegedeelde gegevens, hebben de hoeveelheden kabeljauw die in de wateren van de ICES-zones I en IIb zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, het voor 2002 toegewezen quotum bereikt. Het Verenigd Koninkrijk heeft de vangst uit dit bestand verboden met ingang van 4 december 2002. Deze datum moet derhalve worden aangehouden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden kabeljauw die in de wateren van de ICES-zones I en IIb zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, worden geacht het voor 2002 aan het Verenigd Koninkrijk toegewezen quotum te hebben bereikt.

De visserij op kabeljauw in de wateren van de ICES-zones I en IIb door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van vis uit dit bestand door deze vaartuigen, is verboden vanaf de datum waarop deze verordening van toepassing wordt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 4 december 2002.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 december 2002.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.

(2) PB L 358 van 31.12.1998, blz. 5.

(3) PB L 347 van 31.12.2001, blz. 1.

(4) PB L 308 van 9.11.2002, blz. 13.