32002R1837

Verordening (EG) nr. 1837/2002 van de Commissie van 15 oktober 2002 tot vaststelling van de bedragen van de productieheffingen en van de coëfficiënt voor de aanvullende heffing in de sector suiker voor het verkoopseizoen 2001/2002

Publicatieblad Nr. L 278 van 16/10/2002 blz. 0013 - 0014


Verordening (EG) nr. 1837/2002 van de Commissie

van 15 oktober 2002

tot vaststelling van de bedragen van de productieheffingen en van de coëfficiënt voor de aanvullende heffing in de sector suiker voor het verkoopseizoen 2001/2002

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker(1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 680/2002 van de Commissie(2), en met name op artikel 15, lid 8, tweede en derde streepje, en artikel 16, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Enerzijds is in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 314/2002 van de Commissie van 20 februari 2002 houdende uitvoeringsbepalingen voor de quotaregeling in de sector suiker(3) bepaald dat de bedragen van de basisproductieheffing, de B-heffing en in voorkomend geval de in artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde coëfficiënt voor suiker, isoglucose en inulinestroop vóór 15 oktober voor het voorafgaande verkoopseizoen moeten worden vastgesteld, en anderzijds is in dat artikel bepaald dat de lidstaten voor elke onderneming de afrekeningen voor de betaling van de saldi van de heffingen vaststellen.

(2) Bij Verordening (EG) nr. 1628/2001 van de Commissie van 9 augustus 2001 houdende herziening, voor de suikersector en voor het verkoopseizoen 2001/2002, van het maximumbedrag van de B-heffing en de minimumprijs voor B-suikerbieten(4) is het in artikel 15, lid 4, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde maximumbedrag voor het verkoopseizoen 2001/2002 verhoogd tot 37,5 % van de interventieprijs voor witte suiker.

(3) Voor het verkoopseizoen 2001/2002 leidt het overeenkomstig artikel 15, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 geconstateerde te verwachten totale verlies er overeenkomstig de leden 4 en 5 van dat artikel toe dat voor de basisproductieheffing het in lid 3, tweede alinea, eerste streepje, van dat artikel vastgestelde maximum van 2 % en voor de B-heffing het in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1628/2001 vastgestelde maximum van 37,5 % worden aangehouden.

(4) In artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat een aanvullende heffing wordt geïnd wanneer het krachtens artikel 15, leden 1 en 2, geconstateerde totale verlies niet volledig door de ontvangsten uit de basisproductieheffing en de B-heffing wordt gedekt. Voor het verkoopseizoen 2001/2002 bedraagt dit niet-gedekte totale verlies 63899203 EUR, zodat het dienstig is de in lid 16, lid 2, van die verordening bedoelde coëfficiënt vast te stellen op 0,08319, welk cijfer de verhouding, verminderd met 1, weergeeft tussen het verlies en de bovengenoemde ontvangsten.

(5) In artikel 48 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat het saldo dat voortvloeit uit de toepassing van het vereveningsstelsel voor de opslagkosten gedurende het verkoopseizoen 2000/2001 naar gelang van het geval wordt verhaald op of toegewezen aan de in de artikelen 15 en 16 van die verordening bedoelde regeling voor het verkoopseizoen 2001/2002.

(6) Na toepassing van Verordening (EG) nr. 1667/2001 van de Commissie van 17 augustus 2001 houdende uitstel voor betaling van de bijdrage in de opslagkosten in de sector suiker(5), en van Verordening (EG) nr. 1878/2001 van 26 september 2001 tot vaststelling van overgangsmaatregelen inzake de vereveningsregeling voor de opslagkosten in de sector suiker(6), blijft van het vereveningsstelsel voor de opslagkosten gedurende het verkoopseizoen 2000/2001 een positief saldo van 31276971 EUR over.

(7) Dit positieve saldo vindt zijn oorsprong in de opslagheffingen die door de suikerproducerende ondernemingen zijn betaald bij de afzet van hun A- en B-suiker. Daarom moet worden bepaald dat dit bedrag naar rata van hun productie van A- en B-suiker wordt terugbetaald aan bovenbedoelde ondernemingen in het verkoopseizoen 2001/2002, die de in de artikelen 15 en 16 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 vastgestelde heffingen voor dat verkoopseizoen betalen.

(8) Het Comité van beheer voor suiker heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bedragen van de productieheffingen in de sector suiker worden voor het verkoopseizoen 2001/2002 vastgesteld op:

a) 12,638 EUR per ton witte suiker als basisproductieheffing op A-suiker en op B-suiker;

b) 236,963 EUR per ton witte suiker als B-heffing op B-suiker;

c) 5,330 EUR per ton droge stof als basisproductieheffing op A-isoglucose en op B-isoglucose;

d) 99,424 EUR per ton droge stof als B-heffing op B-isoglucose;

e) 12,638 EUR per ton suiker/isoglucose-equivalent in droge stof als basisproductieheffing op A-inulinestroop en op B-inulinestroop;

f) 236,963 EUR per ton suiker/isoglucose-equivalent in droge stof als B-heffing op B-inulinestroop.

Artikel 2

Voor het verkoopseizoen 2001/2002 wordt de in artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde coëfficiënt vastgesteld op 0,08319.

Artikel 3

1. Voor het verkoopseizoen 2001/2002 bedraagt het positieve saldo dat resulteert uit de toepassing van artikel 48 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 2,2111 EUR per ton A-suiker en B-suiker.

2. Voor iedere suikerproducerende onderneming wordt een totaal saldo vastgesteld door haar definitieve productie van A-suiker en B-suiker in het verkoopseizoen 2001/2002 te vermenigvuldigen met het in lid 1 vastgestelde eenheidsbedrag.

3. Het totale, voor iedere suikerproducerende onderneming overeenkomstig lid 2 geconstateerde saldo wordt in mindering gebracht op het door de lidstaten op grond van artikel 8, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 314/2002 vastgestelde saldo van de heffingen die de betrokken onderneming voor het verkoopseizoen 2001/2002 verschuldigd is.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 oktober 2002.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1.

(2) PB L 104 van 20.4.2002, blz. 26.

(3) PB L 50 van 21.2.2002, blz. 40.

(4) PB L 216 van 10.8.2001, blz. 8.

(5) PB L 223 van 18.8.2001, blz. 9.

(6) PB L 258 van 27.9.2001, blz. 9.