32002R0217

Verordening (EG) nr. 217/2002 van de Commissie van 5 februari 2002 houdende vaststelling van de criteria waaraan basisproducten moeten voldoen om voor de productiesteunregeling van Verordening (EG) nr. 2201/96 in aanmerking te komen

Publicatieblad Nr. L 035 van 06/02/2002 blz. 0011 - 0012


Verordening (EG) nr. 217/2002 van de Commissie

van 5 februari 2002

houdende vaststelling van de criteria waaraan basisproducten moeten voldoen om voor de productiesteunregeling van Verordening (EG) nr. 2201/96 in aanmerking te komen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1239/2001(2), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2201/96 is een steunregeling vastgesteld voor telersverenigingen die tomaten, perziken of Williams- en Rochaperen leveren met het oog op verwerking.

(2) De steuntoekenningscriteria voor de partijen basisproduct die voor verwerking worden geleverd, moeten nader worden gepreciseerd om bovengenoemde steunregeling te kunnen uitvoeren zonder concurrentievervalsing en zonder afbreuk te doen aan de regels die door de contractsluitende partijen kunnen worden overeengekomen voor de aanpassing van de prijs van het basisproduct aan de hand van aanvullende kwaliteitscriteria met betrekking tot de in deze verordening bedoelde gebreken.

(3) Deze verordening bevat uitvoeringsbepalingen ter aanvulling van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 449/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad wat de steunregeling voor verwerkte producten op basis van groenten en fruit betreft(3), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1343/2001(4).

(4) Aangegeven moet worden in hoeverre de lidstaten of de contractsluitende partijen kunnen overeenkomen regels ter aanvulling van de voorschriften van deze verordening toe te passen.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verwerkte producten op basis van groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden de criteria vastgesteld waaraan voor verwerking geleverde partijen tomaten, perziken of peren moeten voldoen om voor de bij artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2201/96 ingestelde steunregeling in aanmerking te komen.

Artikel 2

1. Bij de ontvangst van elke partij onderzoekt de verwerker de kwaliteit van het basisproduct aan de hand van monsters. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat de werkwijze bij de monsterneming en het onderzoek van de monsters alle garanties inzake objectiviteit en representativiteit voor elke partij basisproduct biedt. De telersvereniging mag aanwezig zijn bij deze werkzaamheden, die ook door een door beide partijen aangewezen derde persoon uitgevoerd mogen worden.

2. Bij het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt voor elk in artikel 3 omschreven gebrek het gewichtspercentage van het basisproduct dat dit gebrek vertoont, bepaald, alsmede de op de naaste eenheid afgeronde som van deze percentages. Wanneer deze som 10 % overschrijdt komt de partij niet voor steun in aanmerking.

3. Het in artikel 11, lid 1, onder e), en artikel 13, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 449/2001 bedoelde kortingspercentage per voor steun in aanmerking komende partij is de in lid 2 bedoelde som.

4. De door de verwerker te betalen prijs als bedoeld in artikel 3, lid 4, onder e), van Verordening (EG) nr. 449/2001, enerzijds, en het bedrag van de productiesteun, anderzijds, gelden voor het geleverde nettogewicht, na toepassing van het berekende kortingspercentage.

Artikel 3

De gebreken worden als volgt omschreven:

a) voor tomaten, perziken en peren:

- vreemde stoffen: alles wat geen vrucht is, wordt als vreemde stof aangemerkt. Vreemde stoffen zijn met name: plantenresten (bladeren, takken, gras ...), mineralen (aarde, keien, steentjes ...) en diverse resten,

- door ziekte aangetaste vruchten, wormstekige of rotte vruchten: vruchten met een door ziekte, insecten of bederf aangetaste plek met een diameter van meer dan 30 mm die doorloopt in het vruchtvlees;

b) uitsluitend voor tomaten:

- groene tomaten: onrijpe, gezonde vruchten die uitwendig geheel groen zijn. Met de inwendige kleur van de vrucht wordt geen rekening gehouden;

c) uitsluitend voor perziken en peren:

- sortering: de minimumgrootte bedraagt 55 mm;

- rijpheid: groene of overrijpe vruchten gelden als vruchten met gebreken. De rijpheid wordt gemeten en getoetst aan door de contractsluitende partijen vastgestelde grenswaarden;

- door de vruchthuid gedrongen hagelvlekken over meer dan 20 % van het oppervlak;

d) uitsluitend voor perziken:

- zichtbare gespleten pit: de vrucht is gespleten, waardoor tussen de beide helften, langs de aanhechting van het steeltje, de eveneens gespleten pit te zien is.

Artikel 4

1. De lidstaten of de partijen bij de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2201/96 bedoelde contracten kunnen overeenkomen

- het in lid 2 van artikel 2 vastgestelde maximumpercentage voor een product te verlagen, specifieke maximumpercentages voor elk van de in artikel 3 bedoelde gebreken vast te stellen of de in dat artikel, onder c), genoemde minimumgrootte te verhogen;

- nog andere dan de in artikel 3 genoemde gebreken te omschrijven, waarvoor het gewichtspercentage vruchten dat gebreken vertoont meegerekend wordt voor de in artikel 2, lid 2, bedoelde som.

2. De lidstaten kunnen de contractsluitende partijen machtigen voor elk van de betrokken producten het in artikel 2, lid 2, vastgestelde maximumpercentage tot 15 % te verhogen.

3. De op grond van dit artikel vastgestelde bepalingen worden in de bovenbedoelde contracten vermeld.

Artikel 5

Deze verordening is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 2002/2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 februari 2002.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29.

(2) PB L 171 van 26.6.2001, blz. 1.

(3) PB L 64 van 6.3.2001, blz. 16.

(4) PB L 181 van 4.7.2001, blz. 16.