32002L0006

Richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van de Gemeenschap (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 067 van 09/03/2002 blz. 0031 - 0045


Richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad

van 18 februari 2002

betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van de Gemeenschap

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 80, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De bevordering van duurzaam vervoer, zoals scheepvaart, en met name de bevordering van de korte vaart, is gevestigd beleid van de Gemeenschap.

(2) Vergemakkelijking van het zeevervoer is een essentiële doelstelling voor de Gemeenschap, waarmee verdere versterking van de positie van de scheepvaart binnen het vervoer wordt beoogd, als alternatief voor en aanvulling op andere vervoerswijzen in een vervoerketen van deur tot deur.

(3) De voor zeevervoer voorgeschreven administratieve procedures geven aanleiding tot bezorgdheid en worden als een belemmering voor een volledige ontplooiing van deze tak van vervoer beschouwd.

(4) Het Verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie inzake het vergemakkelijken van het internationaal verkeer ter zee, zoals gewijzigd, hierna "het IMO FAL-Verdrag" genoemd, aangenomen door de Internationale Conferentie van 9 april 1965 inzake vergemakkelijking van reizen en vervoer over zee, geeft een aantal modellen voor gestandaardiseerde facilitatieformulieren ter vervulling van bepaalde meldingsformaliteiten bij aankomst in of vertrek uit een haven.

(5) De meeste lidstaten gebruiken deze facilitatieformulieren wel, doch zij passen de in het kader van de IMO opgestelde modellen niet op uniforme wijze toe.

(6) Uniformiteit in de opmaak van de formulieren die bij aankomst in en vertrek uit een haven voor een schip worden vereist, moet de administratieve procedures bij het aandoen van een haven vergemakkelijken en de ontwikkeling van de communautaire scheepvaart ten goede komen.

(7) Derhalve is het gewenst dat de IMO-faciliteringsformulieren, hierna "IMO FAL-formulieren" genoemd, door de Gemeenschap worden erkend. De lidstaten zouden deze IMO FAL-formulieren moeten erkennen en de daarop vermelde categorieën gegevens als voldoende bewijs beschouwen dat een schip heeft voldaan aan de meldingsformaliteiten waarvoor deze formulieren zijn bedoeld.

(8) Bij bepaalde IMO FAL-formulieren, met name de verklaring inzake de lading, en - voor passagiersschepen - de passagierslijst, zou erkenning de meldingsformaliteiten echter enkel ingewikkelder maken, omdat in die formulieren niet alle nodige gegevens kunnen worden verstrekt of omdat er reeds een vaste afhandelingspraktijk bestaat. Derhalve dient erkenning van deze formulieren niet verplicht te worden voorgeschreven.

(9) Zeevervoer is een wereldomvattende activiteit en invoering van de IMO FAL-formulieren in de Gemeenschap kan de weg vrijmaken voor intensiever gebruik daarvan in de hele wereld.

(10) Daar de doelstellingen van het voorgestelde optreden, namelijk het vergemakkelijken van het vervoer ter zee, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(11) De nodige maatregelen ter uitvoering van deze richtlijn dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(4),

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel

Deze richtlijn heeft tot doel het zeevervoer te vergemakkelijken door middel van standaardisering van de meldingsformaliteiten.

Artikel 2

Toepassingsgebied

Deze richtlijn is van toepassing op de in bijlage I, deel A, beschreven meldingsformaliteiten met betrekking tot het schip, de scheepsvoorraden, de bezittingen van de bemanning, de bemanningslijst en - voor schepen die ten hoogste twaalf passagiers mogen vervoeren - de passagierslijst, waaraan schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van de Gemeenschap moeten voldoen.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

a) "IMO FAL-Verdrag": het verdrag inzake het vergemakkelijken van het internationaal verkeer ter zee van de Internationale Maritieme Organisatie, aangenomen door de Internationale Conferentie van 9 april 1965 inzake het vergemakkelijken van reizen en vervoer over zee;

b) "IMO FAL-formulieren": bij het IMO FAL-Verdrag vastgestelde gestandaardiseerde IMO-modelfacilitatieformulieren van A4-formaat;

c) "meldingsformaliteit": de gegevens die op verzoek van een lidstaat voor administratieve en procedurele doeleinden moeten worden verstrekt, wanneer een schip in een haven aankomt of daaruit vertrekt;

d) "schip": zeegaand vaartuig, ongeacht het type, dat op zee wordt geëxploiteerd;

e) "scheepsvoorraden": goederen voor gebruik aan boord, met inbegrip van verbruiksgoederen, voor de verkoop aan passagiers en bemanningsleden vervoerde goederen, brandstof en smeermiddelen, doch met uitzondering van scheepsuitrusting en reserveonderdelen;

f) "scheepsuitrusting": goederen, niet zijnde reserveonderdelen, die zich aan boord van het schip bevinden voor gebruik aan boord en verwijderbaar zijn, doch geen verbruiksgoederen, met inbegrip van toebehoren, zoals reddingsboten, reddingsmiddelen, meubilair, scheepstoestellen en soortgelijke voorwerpen;

g) "reserveonderdelen": voor reparatie of vervangingsdoeleinden bestemde voorwerpen voor inbouw in het schip waarop zij worden vervoerd;

h) "bezittingen van de bemanning": kleding, voorwerpen voor dagelijks gebruik en andere zaken, waaronder eventueel geld, die aan de bemanningsleden toebehoren en zich aan boord bevinden;

i) "bemanningslid": een persoon die gedurende een reis daadwerkelijk aan boord taken verricht met betrekking tot de werking of het onderhoud van het schip, en die op de bemanningslijst staat.

Artikel 4

Accepteren van formulieren

De lidstaten accepteren dat aan de in artikel 2 bedoelde meldingsformaliteiten wordt voldaan wanneer de informatie wordt verstrekt overeenkomstig

a) de respectievelijke specificaties van bijlage I, delen B en C, en

b) de desbetreffende modelformulieren van bijlage II met de daarop vermelde categorieën gegevens.

Artikel 5

Wijzigingsprocedure

Wijzigingen van de bijlagen I en II van deze richtlijn en verwijzingen naar IMO-instrumenten om die bijlagen in overeenstemming te brengen met in werking getreden communautaire of IMO-maatregelen worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 6, lid 2, voorzover die wijzigingen het toepassingsgebied van deze richtlijn niet uitbreiden.

Artikel 6

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door het met toepassing van artikel 12, lid 1, van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad(5) ingestelde comité.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG, van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 7

Uitvoering

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 9 september 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 9

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2002.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

P. Cox

Voor de Raad

De voorzitter

J. Piqué i Camps

(1) PB C 180 E van 26.6.2001, blz. 85.

(2) PB C 221 van 7.8.2001, blz. 149.

(3) Advies van het Europees Parlement van 25 oktober 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 7 december 2001.

(4) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(5) PB L 247 van 5.10.1993, blz. 19. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/74/EG van de Commissie (PB L 276 van 13.10.1998, blz. 7).

BIJLAGE I

DEEL A

Lijst van meldingsformaliteiten als bedoeld in artikel 2 waaraan schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van de Gemeenschap moeten voldoen

1. IMO FAL Formulier 1, generale verklaring

De generale verklaring is het bij aankomst en vertrek over te leggen basisdocument dat de door de autoriteiten van een lidstaat gevraagde gegevens over het schip bevat.

2. IMO FAL Formulier 3, scheepsvoorradenaangifte

De scheepsvoorradenaangifte is het bij aankomst en vertrek over te leggen basisdocument dat de door de autoriteiten van een lidstaat gevraagde gegevens over de scheepsvoorraden bevat.

3. IMO FAL Formulier 4, verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden

De verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden is het bij aankomst en vertrek over te leggen basisdocument dat de door de autoriteiten van een lidstaat gevraagde gegevens over de bezittingen van de bemanningsleden bevat. Deze verklaring is niet vereist bij vertrek.

4. IMO FAL Formulier 5, bemanningslijst

De bemanningslijst is het basisdocument dat de autoriteiten van een lidstaat voorziet van de informatie over het aantal bemanningsleden en de samenstelling van de bemanning bij aankomst en vertrek van het schip. Wanneer de autoriteiten informatie over de bemanning vragen bij vertrek van het schip, wordt het bij aankomst overgelegde exemplaar van de bemanningslijst geaccepteerd indien het nogmaals wordt ondertekend en daarop aantekening wordt gedaan van elke wijziging in het aantal bemanningsleden of de samenstelling van de bemanning, dan wel wordt bevestigd dat geen wijziging heeft plaatsgevonden.

5. IMO FAL Formulier 6, passagierslijst

Voor schepen die zijn gecertificeerd voor het vervoer van ten hoogste 12 passagiers, is de passagierslijst het basisdocument dat de autoriteiten van een lidstaat voorziet van de informatie over de passagiers bij aankomst en vertrek van het schip.

DEEL B

Ondertekenende partijen

1. IMO FAL Formulier 1, generale verklaring

De autoriteiten van de lidstaat accepteren een generale verklaring die is gedateerd en ondertekend door de kapitein, de scheepsagent of enige andere persoon die daartoe naar behoren door de kapitein is gemachtigd, dan wel op een voor de betrokken autoriteit aanvaardbare wijze voor echt is verklaard.

2. IMO FAL Formulier 3, scheepsvoorradenaangifte

De autoriteiten van de lidstaat accepteren een scheepsvoorradenaangifte die is gedateerd en ondertekend door de kapitein of door een andere scheepsofficier die daartoe naar behoren door de kapitein is gemachtigd en persoonlijk op de hoogte is van de situatie met betrekking tot de scheepsvoorraden, dan wel op een voor de betrokken autoriteit aanvaardbare wijze voor echt is verklaard.

3. IMO FAL Formulier 4, verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden

De autoriteiten van de lidstaat accepteren een verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden die is gedateerd en ondertekend door de kapitein of door een andere scheepsofficier die daartoe naar behoren door de kapitein is gemachtigd, dan wel op een voor de betrokken autoriteit aanvaardbare wijze voor echt is verklaard. De autoriteiten van de lidstaat kunnen ook vragen dat ieder bemanningslid zijn handtekening plaatst of, indien de betrokkene daartoe niet in staat is, zijn merkteken aanbrengt op de verklaring over zijn bezittingen.

4. IMO FAL Formulier 5, bemanningslijst

De autoriteiten van de lidstaat accepteren een bemanningslijst die is gedateerd en ondertekend door de kapitein of door een andere scheepsofficier die daartoe naar behoren door de kapitein is gemachtigd, dan wel op een voor de betrokken autoriteit aanvaardbare wijze voor echt is verklaard.

5. IMO FAL Formulier 6, passagierslijst

Voor schepen die zijn gecertificeerd voor het vervoer van ten hoogste 12 passagiers, accepteren de autoriteiten van de lidstaat een passagierslijst die is gedateerd en ondertekend door de kapitein, de scheepsagent of enige andere persoon die daartoe naar behoren door de kapitein is gemachtigd, dan wel op een voor de betrokken autoriteit aanvaardbare wijze voor echt is verklaard.

DEEL C

Technische specificaties

1. Qua formaat dienen de IMO FAL Formulieren de verhoudingen van de in bijlage II opgenomen modellen zo dicht te benaderen als technisch mogelijk is. Zij moeten worden gedrukt op afzonderlijke vellen papier van A4-formaat (210 × 297 mm) staand. Ten minste 1/3 van de ommezijde van de formulieren dient te worden gereserveerd voor officieel gebruik door de autoriteiten van de lidstaten.

Met het oog op de erkenning van IMO FAL Formulieren worden de formaten en layout van de gestandaardiseerde facilitatieformulieren die op basis van de IMO FAL-Overeenkomst zoals van kracht op 1 mei 1997 door de IMO zijn aanbevolen en gereproduceerd, geacht gelijkwaardig te zijn met de in bijlage II weergegeven formaten.

2. De autoriteiten van de lidstaat accepteren alle informatie die in leesbare of begrijpelijke vorm wordt aangeboden, met inbegrip van met inkt of onuitwisbaar potlood ingevulde of door middel van technieken voor gegevensverwerking geproduceerde formulieren.

3. Wanneer een lidstaat in elektronische vorm geleverde meldingen van schepen accepteert, moet hij, ongeacht de gebruikte methode van elektronische datatransmissie, ook de transmissie van die meldingen accepteren, indien zij geschiedt met technieken van elektronische gegevensverwerking of uitwisseling die voldoen aan de internationale normen, voorzover zij gebeurt in een leesbare en begrijpelijke vorm en de vereiste informatie bevat.

De lidstaten mogen vervolgens de verkregen gegevens verwerken in elk formaat dat zij geschikt achten.

BIJLAGE II

Modellen van IMO FAL-formulieren als bedoeld in artikel 4 en bijlage I.

>PIC FILE= "L_2002067NL.003701.TIF">

>PIC FILE= "L_2002067NL.003901.TIF">

>PIC FILE= "L_2002067NL.004101.TIF">

>PIC FILE= "L_2002067NL.004301.TIF">

>PIC FILE= "L_2002067NL.004501.TIF">