32002D0903

2002/903/EG: Beschikking van de Commissie van 14 november 2002 tot wijziging van Beschikking 96/301/EG vanwege de verlenging van de machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Egypte tijdelijk aanvullende maatregelen te nemen tegen de verspreiding van Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 4416)

Publicatieblad Nr. L 312 van 15/11/2002 blz. 0028 - 0029


Beschikking van de Commissie

van 14 november 2002

tot wijziging van Beschikking 96/301/EG vanwege de verlenging van de machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Egypte tijdelijk aanvullende maatregelen te nemen tegen de verspreiding van Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith

(kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 4416)

(2002/903/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/36/EG(2), en met name op artikel 16, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Wanneer een lidstaat van mening is dat er onmiddellijk gevaar dreigt dat Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith, de oorzaak van aardappelbruinrot, uit een derde land op zijn grondgebied wordt binnengebracht, moet hij in staat zijn tijdelijk de nodige aanvullende maatregelen te nemen om zich tegen dat gevaar te beschermen.

(2) In 1996 hebben verschillende lidstaten (Frankrijk, Finland, Spanje en Denemarken), nadat herhaaldelijk op partijen aardappelen van oorsprong uit Egypte Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith was aangetroffen, maatregelen genomen om het binnenbrengen van aardappelen van oorsprong uit Egypte op hun grondgebied te verbieden om zich zodoende beter te beschermen tegen insleep van Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith uit Egypte.

(3) Daarop heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan Beschikking 96/301/EG van 3 mei 1996 tot machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Egypte tijdelijk aanvullende maatregelen te nemen tegen de verspreiding van Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith(3).

(4) Die beschikking is nadien aangescherpt via een wijziging van de Beschikkingen 98/105/EG(4) en 98/503/EG(5) van de Commissie tot machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Egypte tijdelijk aanvullende maatregelen te nemen tegen de verspreiding van Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith: de invoer in de Gemeenschap van aardappelen van oorsprong uit Egypte werd verboden, behalve voor aardappelen van oorsprong uit de ziektevrije gebieden die zijn afgebakend in overeenstemming met de "FAO International Standard for Phytosanitary Measures Part 4: Pest Surveillance - Requirements of the Establishment of Pest-Free Area".

(5) In 1998/1999 is in een aantal gevallen opnieuw Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith aangetroffen bij ingevoerde partijen aardappelen van oorsprong uit Egypte en als gevolg hiervan is het binnenbrengen op het grondgebied van de Gemeenschap van knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit Egypte van 3 april 1999 tot het begin van het invoerseizoen 1999/2000 verboden.

(6) Vervolgens is de situatie opnieuw beoordeeld. De Commissie heeft het dienstig geacht het verbod op de invoer van aardappelen uit officieel erkende ziektevrije gebieden voor het invoerseizoen 1999/2000 op te heffen en heeft daartoe Beschikking 1999/842/EG(6) vastgesteld.

(7) In het seizoen 1999/2000 is de situatie aanzienlijk verbeterd en heeft de Commissie Beschikking 2000/568/EG(7) vastgesteld waarbij voor het invoerseizoen 2000/2001 opnieuw de invoer wordt toegestaan van knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit ziektevrije gebieden die in Egypte overeenkomstig de genoemde internationale FAO-norm zijn erkend.

(8) In het invoerseizoen 2000/2001 is echter een aantal keren Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith aangetroffen, en de Commissie heeft Beschikking 2000/568/EG vastgesteld waarbij de invoer van knollen van Solanum tuberosum L. uit Egypte op het grondgebied van de Gemeenschap verboden wordt tussen 5 mei 2001 en het begin van het invoerseizoen 2001/2002.

(9) Daarna is de situatie opnieuw beoordeeld. Egypte heeft een gedetailleerd noodplan overgelegd waarin de maatregelen worden uiteengezet die worden toegepast wanneer bruinrot wordt aangetroffen in Egypte zelf en/of gemeld is dat bruinrot is aangetroffen in partijen aardappelen van oorsprong uit Egypte bij inspectie bij binnenkomst in de EU. De Commissie heeft het daarom dienstig geacht het verbod op de invoer van aardappelen uit Egypte voor het invoerseizoen 2001/2002 op te heffen, wat met de goedkeuring van Beschikking 2001/664/EG(8) is gebeurd.

(10) In het invoerseizoen 2001/2002 is een aantal keren Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith aangetroffen, en Egypte heeft zelf besloten alle uitvoer van Egyptische aardappelen naar de Gemeenschap per 16 april 2002 te verbieden.

(11) Daarna is de situatie opnieuw beoordeeld. Egypte heeft de Commissie meegedeeld dat het de administratieve maatregelen had verscherpt en dat een streng controlesysteem zou worden toegepast om ervoor te zorgen dat de "erkende ziektevrije gebieden" gevrijwaard zouden blijven van de bovenvermelde ziekteverwekker, en het heeft verder bevestigd dat maatregelen werden genomen tegen telers en exporteurs die de Egyptische voorschriften inzake de teelt en de uitvoer van voor de EU bestemde aardappelen niet naleven.

(12) In het licht van deze informatie uit Egypte moet het mogelijk zijn om voor het invoerseizoen 2002/2003 de invoer van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit ziektevrije gebieden in Egypte die overeenkomstig de genoemde internationale FAO-norm zijn erkend, toe te staan.

(13) Beschikking 96/301/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(14) De Commissie moet erop toezien dat Egypte alle technische gegevens over het onderzoek en de controles die moeten worden verricht om gebieden als "ziektevrije gebieden" overeenkomstig de genoemde internationale FAO-norm te erkennen, ter beschikking stelt, zodat de Commissie kan beoordelen of zij de bovengenoemde invoer kan toestaan. Die technische gegevens moeten voldoende gedetailleerd zijn opdat kan worden aangetoond dat bij de vaststelling van de erkende ziektevrije gebieden in Egypte voldoende rekening is gehouden met de specifieke risicofactoren in zowel het delta- als het woestijngebied.

(15) Het effect van de noodmaatregelen moet in het invoerseizoen 2002/2003 voortdurend worden geëvalueerd. Daarnaast zal worden overwogen wat de mogelijke consequenties zullen zijn als wordt geconstateerd dat niet aan de voorwaarden van Beschikking 96/301/EG is voldaan.

(16) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 96/301/EG wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 bis wordt "2001/2002" vervangen door "2002/2003".

2. In artikel 1 ter wordt "2001/2002" vervangen door "2002/2003".

3. In artikel 2 wordt "30 augustus 2002" vervangen door "30 augustus 2003".

4. In artikel 4 wordt "30 september 2002" vervangen door "30 september 2003".

5. De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

a) in punt 1, onder c), derde streepje, wordt "2001/2002" vervangen door "2002/2003" en wordt "1 december 2001" vervangen door "1 december 2002";

b) in punt 1, onder c), laatste streepje, wordt "1 december 2001" vervangen door "1 december 2002".

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 14 november 2002.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2) PB L 116 van 3.5.2002, blz. 16.

(3) PB L 115 van 9.5.1996, blz. 47.

(4) PB L 25 van 31.1.1998, blz. 101.

(5) PB L 225 van 12.8.1998, blz. 34.

(6) PB L 326 van 18.12.1999, blz. 68.

(7) PB L 238 van 22.9.2000, blz. 59.

(8) PB L 233 van 31.8.2001, blz. 49.