32002D0866

2002/866/EG: Beschikking van de Commissie van 27 februari 2002 betreffende de staatssteun die Duitsland ten gunste van Hoch- und Ingenieurbau GmbH (HIG) heeft verleend (Voor de EER relevante tekst.) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 589)

Publicatieblad Nr. L 307 van 08/11/2002 blz. 0028 - 0036


Beschikking van de Commissie

van 27 februari 2002

betreffende de staatssteun die Duitsland ten gunste van Hoch- und Ingenieurbau GmbH (HIG) heeft verleend

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 589)

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2002/866/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, inzonderheid op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken(1),

Overwegende hetgeen volgt:

I. PROCEDURE

(1) Bij fax van 29 december 1999 die bij de Commissie op 10 januari 2000 werd geregistreerd als steunmaatregel nr. NN 3/2000, heeft Duitsland de Commissie in kennis gesteld van de financiële maatregelen ter ondersteuning van Hoch- und Ingenieurbau GmbH (HIG) te Gera. De Commissie heeft op 4 februari 2000, 7 maart 2001 en 9 juli 2001 om nadere inlichtingen verzocht, welke door Duitsland bij brieven van 17 maart 2000, 10 mei 2001 en 20 augustus 2001 werden verstrekt.

(2) Bij brief van 29 september 2001 heeft de Commissie Duitsland in kennis gesteld van haar besluit om ten aanzien van deze steunmaatregel de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden.

(3) Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(2) bekendgemaakt. De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregel te maken. Vervolgens werd de steunmaatregel geregistreerd onder nummer C 67/2001. De Commissie heeft van de belanghebbenden geen opmerkingen ontvangen. De opmerkingen van Duitsland zijn op 7 november 2001 ontvangen.

II. BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

(4) De onderhavige steunregeling betreft financiële maatregelen voor de herstructurering van HIG, een kleine tot middelgrote bouwonderneming, gevestigd in Gera (Thuringen). Onderstaande tabel geeft een overzicht van enkele belangrijke bedrijfsgegevens:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1. Herstructurering

(5) De herstructurering heeft zich in de periode 1996-2000 voltrokken. Het herstructureringsplan had tot doel de bedrijfsactiviteiten te verleggen naar meer winstgevende terreinen. Andere interne maatregelen behelsden: flexibilisering van de werktijden, invoering van nieuwe systemen voor bedrijfsadministratie en controle, alsmede verbetering van de bezettingsgraad van het materieel. De kosten van de herstructurering werden als volgt aangegeven:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. Financiële bijdrage van de overheid aan de herstructurering

(6) Op 11 april 1996 heeft de Bundesanstalt für vereinigungsbedingte Sonderaufgaben (BvS) HIG 1,42 miljoen DEM steun verleend in de vorm van twee herstructureringssubsidies(3). De eerste tranche, ten belope van 918000 DEM, kwam op 18 januari 1998 beschikbaar(4).

(7) De deelstaat Thuringen kwam HIG op 7 juli 1997 tegemoet met een honoreringsgarantie (Ausfallbürgschaft) van 80 % die door de Thüringer Aufbaubank (TAB) werd verstrekt in het kader van een goedgekeurde kredietgarantieregeling van de TAB(5). Het ging hierbij om een bedrag van 1,545 miljoen DEM, waarmee de kredieten en avalgaranties van de Deutsche Kreditbank e.G. (DKB) te Gera, ten belope van 1,932 miljoen DEM, werden gedekt.

(8) Drie van de in overweging 7 genoemde kredieten werden uit openbare middelen geherfinancierd. Duitsland geeft aan dat twee kredieten via bestaande steunregelingen geherfinancierd werden(6). Het gaat hierbij om een krediet van 382000 DEM tegen een jaarlijkse rente van 4,75 %, dat op 1 juli 1998 werd verstrekt en om een krediet van 368000 DEM tegen een jaarlijkse rente van 6,25 %, dat eveneens op 1 juli 1998 werd verleend. Een derde krediet van 400000 DEM werd tegen 5,5 % rente per jaar via de TAB geherfinancierd en kwam per 31 juli 1998 beschikbaar. Duitsland stelt dat deze maatregel werd toegestaan overeenkomstig de mededeling van de Commissie inzake de minimis- steun(7).

(9) In 1996 ontving HIG een eenmalige investeringspremie van 2500 DEM, die in het kader van een goedgekeurde investeringsregeling werd verleend(8).

(10) Voorts werd een directe investeringssubsidie van 325000 DEM toegekend voor investeringen ter waarde van 1,801 miljoen DEM. Dit zou volgens Duitsland zijn gebeurd in het kader van een KMO-investeringsprogramma van de deelstaat Thuringen(9), waaraan de Commissie goedkeuring had gegeven.

3. Financiële bijdragen uit andere bronnen

(11) Tijdens het vooronderzoek naar de steunverlening heeft Duitsland de navolgende bijdragen opgegeven als bijdragen uit de eigen middelen van de begunstigde of door externe financiering:

- overbruggingskrediet van de Sparkasse Gera van 750000 DEM ter overbrugging van de periode tot de inwerkingtreding van de BvS- en KMO-maatregelen, waarvoor de beide investeerders, ieder voor 300000 DEM, garant stonden;

- persoonlijke garantstellingen van de beide investeerders, Knauthe en Müller, voor de kredieten en een speciale faciliteit (Avalrahmen) van de DKB, ieder voor 966000 DEM, welke voorrang hadden boven de honoreringsgarantie van 80 %;

- rekening-courantkrediet van de DKB ten belope van 382000 DEM tegen een jaarlijkse rente van 7,5 % alsmede een speciale faciliteit (Avalrahmen) van 400000 DEM tegen een jaarlijkse rente van 1 %. Deze kredietfaciliteiten werden beide via de door de TAB afgegeven honoreringsgarantie van 80 % gedekt;

- opoffering door de werknemers van de jaarlijkse kerstgratificatie in de periode 1997-1999 ten bedrage van in totaal 951000 DEM;

- cashflow ten bedrage van 186000 DEM.

4. Redenen voor de inleiding van de procedure

(12) In haar besluit tot inleiding van de formele onderzoekprocedure kwalificeerde de Commissie de in overweging 10 vermelde directe investeringssubsidie van 325000 DEM, die naar verluidt in het kader van een goedgekeurde KMO-investeringsregeling(10) was verleend, als ad hoc-steun. Dit werd ingegeven door een schrijven van Duitsland d.d. 26 augustus 1993, waarin bedrijven in moeilijkheden uitdrukkelijk van deze regeling werden uitgesloten.

(13) Bovendien plaatste de Commissie vraagtekens bij de verenigbaarheid van de steun met de gemeenschappelijke markt. Zo betwijfelde zij of:

- het overbruggingskrediet van de Sparkasse Gera ten belope van 750000 DEM met vreemd kapitaal was gefinancierd, aangezien uit de door Duitsland bij het vooronderzoek verstrekte informatie niet kon worden opgemaakt welke waarborgen hiervoor waren gesteld;

- de cashflow ten bedrage van 189000 DEM kan worden aangemerkt als een bijdrage van de begunstigde aan de herstructurering, aangezien hij voornamelijk moet worden gegenereerd op basis van nog toe te kennen steunregelingen en het vermeende bedrag niet kan worden gegarandeerd;

- de opoffering door de werknemers van hun jaarlijkse kerstgratificatie als een bijdrage van de begunstigde aan de herstructurering kan worden aangemerkt, aangezien de werknemers zelf geen investeerders in de onderneming zijn;

- de persoonlijke garantstelling van de investeerders, die voorrang heeft boven de overheidsgarantie van 80 %, kan worden beschouwd als een extern gefinancierde bijdrage, aangezien naar het oordeel van de Commissie het zwaartepunt van het onderpand voor de kredietverstrekkingen in de honoreringsgarantie is gelegen en niet in de persoonlijke borgstellingen;

- de 20 % van de bijdragen die niet door de overheidsgarantie zijn gedekt, als externe financieringen kunnen worden beschouwd, aangezien zij ook met behulp van overheidsgeld tegen gunstige voorwaarden zijn verleend of geherfinancierd en er derhalve sprake is van twee steunelementen binnen één enkele bijdrage;

- het rekening-courantkrediet van 382000 DEM als externe financiering kan worden beschouwd, aangezien dit bedrag twee keer in aanmerking lijkt te zijn genomen.

(14) De Commissie twijfelde daarom aan de evenredigheid van de steun als bedoeld in de communautaire kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden(11), aangezien niet duidelijk was of de begunstigde onderneming uit eigen middelen dan wel door externe financiering een bijdrage aan de herstructurering had geleverd.

III. OPMERKINGEN VAN DUITSLAND

(15) In zijn reactie voerde Duitsland aan dat de directe investeringssubsidie die zou zijn verleend in het kader van het KMO-investeringssprogramma van de deelstaat Thuringen(12), pas na 15 juli 1998 was toegewezen, dat wil zeggen nadat de Commissie met de verlenging van de regeling had ingestemd.

(16) De bijdrage van de begunstigde met eigen of vreemd kapitaal zou als toereikend in de zin van de kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun moeten worden beoordeeld, aangezien ook de persoonlijke garantstellingen van de investeerders in aanmerking dienden te worden genomen. In dit verband werd de Commissie geattendeerd op nog een ander, eveneens door de investeerders gefinancierd bedrag van 51000 DEM, dat in eerdere mededelingen niet als investeerdersbijdrage was aangemerkt.

(17) Voorts zou het overbruggingskrediet van de Sparkasse Gera ten belope van 750000 DEM tegen marktvoorwaarden zijn verstrekt. Hiervoor zouden de beide investeerders, ieder voor 300000 DEM, persoonlijk garant staan. Bovendien zou het krediet in het eerste halfjaar van 1996 zijn verleend, toen een referentierente van 6,69 % gold.

(18) In tegenstelling tot eerdere mededelingen werd verklaard dat de door de investeerders gestelde zekerheden voor het TAB-krediet van 1932000 DEM, niet uitsluitend bestonden uit persoonlijke borgstellingen, maar ook uit de overdracht van vorderingen en activa en uit een zekerheidsrecht op de bedrijfssterreinen.

(19) Met betrekking tot de persoonlijke garantstellingen met voorrang op de overheidsgarantie van 80 %, betwistte Duitsland de opvatting dat het zwaartepunt van de zekerheden voor dit gedeelte van het krediet in de overheidsgarantie was gelegen, omdat naar zijn mening alle gestelde zekerheden als onderdeel van een totaalplan moesten worden gezien. Daarom zouden ook de persoonlijke garantstellingen als investeerdersbijdragen in aanmerking moeten worden genomen.

(20) Voor de 20 % van de kredieten die buiten de honoreringsgarantie van de overheid vallen, zouden geen verlaagde rentepercentages gelden. De tarieven zouden conform de marktrente zijn, omdat de kredieten niet waren verleend aan een in moeilijkheden verkerend bedrijf, maar aan de investeerders zelf die in beginsel als solvente kredietnemers moeten worden beschouwd. Bovendien zou de referentierente voor deze maatregelen 6,69 % bedragen.

(21) Het rekening-courantkrediet van 382000 DEM dat tweemaal in aanmerking zou zijn genomen, zou abusievelijk als kredietlijn zijn gekwalificeerd, terwijl het in werkelijkheid via de cashflow van de onderneming was gefinancierd.

(22) Wat de bijdrage van de cashflow aan de herstructurering betreft wees Duitsland erop dat de overheidsmaatregelen hoofdzakelijk zijn gebruikt ter versterking van het bedrijfskapitaal. De cashflow zou derhalve voornamelijk worden gegenereerd door lopende bedrijfsactiviteiten.

(23) Het initiatief van de werknemers om af te zien van de jaarlijkse kerstgratificatie zou op de onderneming in haar geheel als begunstigde van de steun moeten worden betrokken. Daar dit initiatief de steunbehoefte van het bedrijf verminderde, zou de opbrengst ervan als bijdrage van de begunstigde aan de herstructurering moeten worden opgevat.

IV. BEOORDELING VAN DE STEUN

(24) Overeenkomstig artikel 87, lid , van het EG-Verdrag zijn met staatsmiddelen bekostigde steunmaatregelen ten gunste van bepaalde bedrijven onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt als zij de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen, voorzover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.

1. Staatssteun

(25) Uitgaande van de verstrekte gegevens vallen de rentesubsidies die lagen besloten in het door de TAB geherfinancierde krediet van 400000 DEM, binnen het toepassingsgebied van de mededeling van de Commissie inzake de minimis- steun en behoeven in het kader van deze beschikking dan ook niet verder te worden beoordeeld.

(26) Voor alle overige financiële maatregelen die Duitsland ten faveure van het begunstigde bedrijf heeft getroffen, geldt het bepaalde in artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. In het kader van deze maatregelen worden aan een bepaald bedrijf zekere economische voordelen gegund, die het onder normale marktomstandigheden niet zou hebben verkregen. Deze maatregelen zijn derhalve steunmaatregelen die, gezien hun aard, tot concurrentievervalsing kunnen leiden. Gelet op de aard van de ondersteuning en gezien het feit dat er handelsverkeer is tussen de lidstaten in de bedrijfstak waartoe de begunstigde onderneming behoort, vallen de toegekende steunmaatregelen onder de bepalingen van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag.

(27) De Commissie stelt op grond van de haar verstrekte inlichtingen vast dat de door de TAB verleende honoreringsgarantie van 80 % (overweging 7), de twee via het ERP-Existenzgründungsprogramm geherfinancierde kredieten van de DKB (overweging 8) en de investeringspremie (overweging 9) zijn toegekend in het kader van goedgekeurde regelingen en in deze beschikking niet verder hoeven te worden beoordeeld.

(28) De directe investeringssubsidie van 325000 DEM is volgens Duitsland verleend in het kader van een goedgekeurde KMO-investeringsregeling van de deelstaat Thuringen(13), nadat deze was verlengd. De Commissie constateert evenwel dat ook bij de verlenging van deze regeling is bepaald dat bedrijven in moeilijkheden van steunverlening uitgesloten zijn. Op grond van de haar verstrekte gegevens moet de Commissie echter concluderen dat de betrokken steunmaatregel ten goede is gekomen aan een bedrijf in moeilijkheden en dat daarmee dus zonneklaar voorbij is gegaan aan de voorwaarden voor toekenning van steun uit hoofde van de regeling. Deze maatregel moet dan ook in het kader van deze beschikking als ad hoc-steun worden beschouwd.

(29) Het door de DKB verleende rekening-courantkrediet van 382000 DEM en de speciale faciliteit (Avalrahmen) ten belope van 400000 DEM kwamen dankzij overheidsmiddelen tegen voordelige voorwaarden beschikbaar. Het verschil tussen de feitelijke kosten en de kosten indien de marktvoorwaarden van toepassing zouden zijn geweest, moet in deze beschikking als ad hoc-steun worden beschouwd.

(30) De feitelijke rente over de door de DKB verleende speciale faciliteit (Avalrahmen)bedroeg 7,5 % op jaarbasis. Aangezien een vergelijking met de daadwerkelijke marktrente thans niet mogelijk is, wordt de referentierente van de Commissie, verhoogd met 4 %, als maatstaf genomen(14). Bij de toekenning van deze maatregel, in het eerste halfjaar van 1998, gold een referentierente van 5,94 %. Dit betekent dat de feitelijke jaarrente van 7,5 % precies 2,44 % onder het verhoogde referentietarief van 9,94 % ligt. Het in deze maatregel besloten rentevoordeel van 2,44 % per jaar moet als ad hoc-steun worden aangemerkt.

(31) Bij het DKB-krediet dat door middel van een speciale faciliteit (Avalrahmen) is verstrekt, gaat het om een aanvullende aansprakelijkheid, die veeleer met een garantstelling dan met een krediet te vergelijken is. Uit de aan de Commissie verstrekte gegevens valt af te leiden dat een kleine tot middelgrote onderneming in vergelijkbare omstandigheden als HIG tussen 1998 en 1999 een jaarrente van minimaal 3 % had moeten betalen bij verstrekking van een dergelijke faciliteit tegen marktvoorwaarden. De feitelijke jaarrente van 1 % ligt 2 % onder de markttarieven. Het in deze maatregel besloten rentevoordeel van 2 % per jaar moet dan ook als ad hoc-steun worden gezien. Daarom beschouwt de Commissie het bedrag van de aan deze maatregel inherente rentesubsidie van 2 % per jaar als ad hoc-steun.

(32) De subsidie ten bedrage van 1,02 miljoen DEM en de rentevrije lening van 400000 DM, diedoor de BvS werden verleend, zijn eveneens faciliteiten die HIG door commerciële instellingen niet kosteloos ter beschikking zouden zijn gesteld en moeten daarom in deze beschikking als ad hoc-steun worden beoordeeld.

(33) De Commissie constateert voorts dat Duitsland zijn verplichtingen op grond van artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag niet is nagekomen. Formeel gezien is de steunverlening dan ook onrechtmatig. Dit hoeft echter nog niet te betekenen dat de steun ook onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Daarvoor moeten de afzonderlijke maatregelen worden getoetst aan artikel 87, lid 3, van het EG-Verdrag.

2. Vrijstelling van het verbod op steunverlening overeenkomstig artikel 87, lid 3, van het EG-Verdrag

(34) Maatregelen die onder de werkingssfeer van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag vallen en geen bestaande steunmaatregelen vormen, zijn niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt, tenzij wordt voldaan aan de afwijkings- of vrijstellingsbepalingen van artikel 87, lid 2 of lid 3, van het EG-Verdrag. In het onderhavige geval is artikel 87, lid 3, van toepassing.

(35) In de kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun(15) heeft de Commissie uitvoerig de voorwaarden omschreven om tot een positief oordeel te kunnen komen in het kader van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag. Overeenkomstig punt 101 van de communautaire kaderregeling van 1999 voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden(16) is de gewijzigde regeling uitsluitend van toepassing op steunmaatregelen of delen daarvan, die na de bekendmaking van de nieuwe regeling zijn toegekend. Aangezien de steun in het onderhavige geval werd toegekend vóór de bekendmaking van de gewijzigde kaderregeling in 1999, is de regeling van 1994 van toepassing.

(36) In de kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun zijn drie criteria opgenomen voor de goedkeuring van herstructureringssteun: 1. herstel van de levensvatbaarheid, 2. voorkoming van ongerechtvaardigde vervalsing van de mededinging en 3. evenredigheid van de steun ten opzichte van de kosten en baten van de herstructurering. Alle drie de criteria zijn in het besluit tot inleiding van de procedure zorgvuldig beoordeeld. Daarbij kwam de Commissie tot de slotsom dat aan de eerste twee criteria was voldaan, maar zij betwijfelde of ook het laatstgenoemde criterium was vervuld.

(37) Op grond van de kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun wordt van de begunstigde doorgaans een belangrijke bijdrage aan de herstructurering uit eigen middelen of door externe financiering verwacht. Het begrip "externe financiering" is in de praktijk van de Commissie opgevat als financiering tegen marktvoorwaarden.

(38) Volgens de meest recente, door Duitsland verstrekte gegevens zijn de herstructureringskosten van in totaal 5,951 miljoen DEM als volgt gefinancierd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(39) Duitsland is van mening dat de bijdrage van de begunstigde uit eigen middelen of door externe financiering uitkomt op 44,7 %, bestaande uit de hierboven onder de punten 5 tot en met 8 genoemde maatregelen en uit een eigen bijdrage van 20 % voor de onder punt 9 genoemde maatregelen.

(40) De Commissie stelt vast dat het door de investeerders ter beschikking gestelde aandelenkapitaal van 51000 DEM (punt 5) als bijdrage van de begunstigde kan worden aangemerkt.

(41) Ten aanzien van het overbruggingskrediet van 750000 DEM (punt 6) gaf Duitsland in zijn reactie op het besluit tot inleiding van de procedure aan dat de investeerders zich voor 80 % van het krediet persoonlijk garant hadden gesteld. Het krediet werd in het eerste halfjaar van 1996 verleend tegen een rente van 10,5 % per jaar, terwijl de referentierente 6,69 % bedroeg. Bovendien was het bedoeld voor een beperkte overbruggingsperiode van 18 maanden. Gezien deze bijzondere omstandigheden beschouwt de Commissie het krediet in het onderhavige geval als een extern gefinancierde bijdrage aan de herstructurering.

(42) Wat de opmerkingen van Duitsland over de cashflow (punt 7) betreft houdt de Commissie vast aan haar standpunt als geformuleerd in haar besluit tot inleiding van de procedure. Cashflows kunnen in beginsel niet worden aangemerkt als bijdrage van de begunstigde, omdat zij direct of indirect worden gegenereerd op basis van toegekende steunmaatregelen en de exacte bedragen nog niet kunnen worden gegarandeerd bij de opstelling van het herstructureringsplan. De Commissie is daarom van mening dat deze maatregel niet als bijdrage van de begunstigde kan worden aangemerkt.

(43) De Commissie deelt niet het Duitse standpunt dat ook de werknemers behoren tot de begunstigde in de zin van punt 3.2.2, onder iii), van de kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun. Hun bijdrage kan daarom niet worden beschouwd als bijdrage van de begunstigde onderneming.

(44) De Commissie constateert dat in geen van de door de DKB verstrekte kredieten noch in de door deze bank verleende speciale faciliteit (Avalrahmen) ten belope van in totaal 1932000 DEM (punt 9) een bijdrage van de begunstigde besloten ligt.

(45) Allereerst moet worden vastgesteld dat de kredieten voor 80 % waren gedekt door een honoreringsgarantie van overheidswege op basis van een goedgekeurde steunregeling. In zijn reactie op het besluit tot inleiding van de procedure voerde Duitsland aan dat het totaalbedrag van de kredieten ook door particuliere waarborgen gedekt was, die als een bijdrage van de begunstigde moesten worden aangemerkt. De Commissie is echter van mening dat de bank dankzij de overheidsgaranties voor dat deel van het krediet was vrijgesteld van het debiteurenrisico, omdat dat werd gedragen door de overheid, dat wil zeggen door een onbetwijfelbaar kredietwaardige schuldenaar. Daarom moet het bedrag dat onder de van overheidswege verleende garantie van 80 % valt, in zijn geheel als steun worden aangemerkt.

(46) Bovendien moet in aanmerking worden genomen dat alle kredieten en speciale faciliteiten (Avalrahmen) dankzij overheidsmaatregelen tegen gunstiger voorwaarden beschikbaar werden gesteld dan op de markt gebruikelijk was en dat zij derhalve steunelementen in de vorm van rentesubsidies bevatten. Ook het verschil tussen de verlaagde en de marktconforme rentetarieven moet als steun worden opgevat. Duitsland is van mening dat ten minste het na aftrek van de garantie en de rentesubsidies resterende bedrag als bijdrage van de begunstigde moet worden gezien. De Commissie is echter van oordeel dat vanwege de cumulerende werking van beide steunelementen, geen van deze faciliteiten gedeeltelijk tegen marktvoorwaarden is toegekend en daarom niet als bijdrage van de begunstigde kan worden beschouwd.

(47) De bijdrage van de begunstigde uit eigen middelen of door externe financiering beloopt derhalve een bedrag van 801000 DEM, wat neerkomt op 13,45 %. HIG is een kleine tot middelgrote onderneming, gelegen in een voor steun in aanmerking komende streek, en telt ongeveer 50 werknemers. Volgens de gedragslijn die de Commissie in het verleden steeds heeft gevolgd, keurde zij steun aan KMO's goed wanneer er sprake was van vergelijkbaar hoge bijdragen van investeerders(17). In deze gevallen sorteerden de goedgekeurde steunmaatregelen een beperkt effect op de liquiditeit, zodat de onderneming geen extra middelen ter beschikking kwamen, die zouden kunnen worden gebruikt voor agressief en marktverstorend gedrag ten opzichte van de concurrentie. Bovendien droegen de investeerders zelf met eigen kapitaal bij aan de herstructurering.

(48) In het onderhavige geval wordt de steun voornamelijk verleend in het kader van goedgekeurde steunregelingen (ongeveer 1,75 miljoen DEM). De ad hoc-steun van zo'n 1,8 miljoen DEM werd gebruikt voor de overname van de activa. De steunmaatregelen hadden derhalve een beperkt effect op de liquiditeit. Bovendien is een bedrag van 2532000 DEM op een totaal van aan de onderneming verstrekte kredieten en bancaire leningen van 2682000 DEM, gedekt door zowel overheidsgaranties als preferente persoonlijke garantstellingen van de investeerders. Daarmee hebben de investeerders met eigen kapitaal deelgenomen aan de herstructurering.

(49) De Commissie is derhalve van mening dat de bijdrage van de investeerders kan worden aangemerkt als belangrijk in de zin van de kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun. Bijgevolg wordt voldaan aan de voorwaarde van punt 3.2.2, onder iii), van de kaderregeling, namelijk dat de steunmaatregelen in verhouding moeten staan tot de kosten en baten van de herstructurering.

V. CONCLUSIE

(50) De Commissie constateert dat Duitsland door het verlenen van de steun inbreuk heeft gemaakt op artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag. De Commissie acht de steun echter verenigbaar met de gemeenschappelijke markt overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag, aangezien zij strookt met de kaderregeling van 1994 voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De staatssteun die Duitsland ten gunste van Hoch- und Ingenieurbau GmbH (HIG) heeft verleend, zijnde een bedrag van 892204 EUR (1745000 DEM) alsmede de rentesubsidies van 2,44 % per jaar op het rekening-courantkrediet van 195313 EUR (382000 DEM) en van 2 % per jaar op de speciale faciliteit (Avalrahmen) van 204516 EUR (400000 DEM) van de Deutsche Kreditbank Gera, is overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 27 februari 2002.

Voor de Commissie

Mario Monti

Lid van de Commissie

(1) PB C 335 van 29.11.2001, blz. 2.

(2) Zie voetnoot 1.

(3) Volgens Duitsland waren deze maatregelen bestemd voor de financiering van activa.

(4) Een tweede tranche ten bedrage van 385000 DEM en een derde van 117000 DEM kwamen respectievelijk in september 1998 en december 1999 beschikbaar.

(5) Bürgschaftsrichtline der Thüringer Aufbaubank, SG(96) D/11696 van 27 december 1996 (N 117/96).

(6) ERP-Existenzgründungsprogramm SG(97) D/1413 van 25 februari 1997 (E 4/94).

(7) PB C 68 van 6.3.1996, blz. 9.

(8) Investitionszulage für die neuen Bundesländer, SG(95) D/17154 van 27 december 1995, gewijzigd bij SG(96) D/3794 van 12 april 1996 (N 494/A/95).

(9) KMU-Investitionssicherungsprogramm des Landes Thuringen, SG(93) D/19245 van 26 november 1993, gewijzigd bij SG(98) D/4313 van 2 juni 1998 (N 408/93).

(10) Zie voetnoot 9.

(11) PB C 368 van 23.12.1994.

(12) KMU-Investitionssicherungsprogramm des Landes Thuringen, SG(93) D/19245 van 26 november 1993, gewijzigd bij SG(98) D/4313 van 2 juni 1998 (N 408/93).

(13) Zie voetnoot 9.

(14) Conform de mededeling van de Commissie over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 273 van 9.9.1997).

(15) Zie voetnoot 11.

(16) PB C 288 van 9.10.1999, blz. 2.

(17) Steunmaatregelen: KHK Verbindetechnik GmbH Brotterode (11,5 %) (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 80); GMB Magnete Bitterfeld (12 %) (PB C 50 van 17.2.1998, blz. 6); Stahl- und Maschinenbau Rostock (12 %) (PB C 365 van 18.12.1999, blz. 9); Draiswerke (11 %) (PB L 108 van 27.4.1999, blz. 44).