32002D0781

2002/781/EG: Beschikking van de Commissie van 20 december 2001 betreffende de steunregeling die Duitsland voornemens is ten uitvoer te leggen voor DaimlerChrysler AG te Kölleda (Voor de EER relevante tekst.) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 4480)

Publicatieblad Nr. L 282 van 19/10/2002 blz. 0023 - 0028


Beschikking van de Commissie

van 20 december 2001

betreffende de steunregeling die Duitsland voornemens is ten uitvoer te leggen voor DaimlerChrysler AG te Kölleda

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 4480)

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2002/781/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde bepalingen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken(1),

Overwegende hetgeen volgt:

Procedure

(1) Duitsland heeft het steunvoornemen op 29 maart 2001 bij de Commissie aangemeld. De Commissie heeft om aanvullende inlichtingen verzocht bij brief van 17 mei 2001, waarop Duitsland heeft geantwoord bij brief van 8 juni 2001.

(2) De Commissie heeft Duitsland bij schrijven van 30 juli 2001 in kennis gesteld van haar besluit om ten aanzien van deze steun de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden.

(3) Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt(2). De Commissie heeft belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregel te maken. De Commissie heeft geen opmerkingen van belanghebbenden ontvangen.

(4) Bij brieven van 22 augustus 2001 en 5 november 2001 heeft Duitsland opmerkingen gemaakt over de inleiding van de onderzoeksprocedure.

Gedetailleerde beschrijving

(5) DaimlerChrysler AG en Mitsubishi Motors Corporation zijn voornemens gezamenlijk het Z-platform, een platform voor een kleine personenwagen die zich ook voor goederenvervoer leent, in productie te nemen. De Z-car is bestemd voor het marktsegment van de kleine personenwagens, waarop ook concurrenten zoals VW Polo, VW Lupo en Toyota Yaris zich richten. Voor de Europese markt zal dit voertuig worden geproduceerd in de NedCarfabriek in Born, Nederland, en voor de Japanse en de overige Aziatische markt in een Mitsubishifabriek in Japan.

(6) Voor de productie van de benzinemotoren voor de Europese Z-car zijn DaimlerChrysler en Mitsubishi Motors Corporation van plan een geheel nieuwe motorenfabriek te bouwen. Het project zal naar verwachting ongeveer 500 nieuwe banen opleveren. Als het project voltooid is, zal de productiecapaciteit in Kölleda 300000 motoren per jaar bedragen, waarvan er 200000 aan NedCar zullen worden geleverd en 100000 aan Japan.

(7) De begunstigde van de steunmaatregel is DaimlerChrysler. Na de oprichting van een nieuwe 50/50 % joint venture van DaimlerChrysler en Mitsubishi Motors Corporation in 2003, die de motorenfabriek zal besturen, zullen alle investeringen en steun volledig worden overgedragen aan deze nieuwe onderneming.

(8) Volgens de aanmelding bedragen de investeringen in totaal 243,9 miljoen EUR (netto actuele waarde: 220,4 miljoen EUR), waarvan 207,3 miljoen EUR subsidiabel is (netto actuele waarde: 185 miljoen EUR). De totale voorgenomen steun bedraagt 72,6 miljoen EUR (netto actuele waarde: 63,8 miljoen EUR). Duitsland heeft verklaard dat bij het project geen eersterangsleveranciers in het kader van een algemeen project zijn betrokken in de zin van de kaderregeling inzake staatssteun aan de automobielindustrie.

(9) Kölleda in Thüringen is door de Commissie erkend als regionaal steungebied in de zin van artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag en is opgenomen in de regionalesteunkaart voor de periode 2000-2003. Het regionale steunplafond voor grote ondernemingen bedraagt 35 %. De steun zal aan DaimlerChrysler worden verleend op grond van de Gemeinschaftsaufgabe (GA) "Verbesserung der regionalen Wirtschaftsstruktur" en de "Investitionszulagengesetz 1999". De steun zal gespreid worden betaald naar gelang van de voortgang van het investeringsproject. Duitsland heeft verklaard dat naast de regionale steun geen andere steun is gepland.

(10) Volgens Duitsland is er een alternatieve locatie voor de investering, namelijk Nyergesujfalu in Hongarije. Volgens de kosten-batenanalyse in de oorspronkelijke aanmelding bedraagt de intensiteit van de regionale handicap voor Kölleda ten opzichte van een soortgelijke investering in Nyergesujfalu in Hongarije 37,8 %.

Besluit van de Commissie om de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden

(11) De Commissie heeft Duitsland bij schrijven van 30 juli 2001 in kennis gesteld van haar besluit om ten aanzien van de volgende punten de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden.

(12) Ten eerste verzocht de Commissie om opheldering over de afzonderlijke subsidiabele investeringen, teneinde de handicapverhouding en de steunintensiteit van het project te kunnen controleren.

(13) Ten tweede had de Commissie twijfels bij een aantal aannames in de door Duitsland overlegde kosten-batenanalyse, die niet leken overeen te stemmen met de gebruikelijke werkwijze van de Commissie. Deze twijfels hadden vooral betrekking op bepaalde risicofactoren (bv. als gevolg van taalproblemen) bij productie in Nyergesujfalu, zoals de technologieoverdracht in de planning/productiefase, de ondersteuning door de oorspronkelijke producenten van de machines en de gevolgen voor het merkimago of de noodzakelijke kosten voor kwaliteitsbeheer in Hongarije. Daarnaast stelde de Commissie nog andere punten aan de orde, zoals de veronderstelde kosten van de grond in beide locaties, het verschil in arbeidskosten, bepaalde handicaps in de categorie "overige kosten", de bouw/constructiekosten in Hongarije en de kosten voor opslag in Hongarije.

(14) Wat de productiecapaciteit van het DaimlerChrysler/Mitsubishi-concern betreft, betwijfelde de Commissie ten slotte of de toename van de productiecapaciteit door het project beperkt blijft tot 33000 voertuigen per jaar, zoals Duitsland in de aanmelding verklaart.

Opmerkingen van belanghebbenden

(15) De Commissie heeft geen opmerkingen van belanghebbenden ontvangen.

Opmerkingen van Duitsland

(16) Bij brieven van 22 augustus 2001 en 5 november 2001 heeft Duitsland opmerkingen gemaakt over de inleiding van de onderzoeksprocedure.

(17) Duitsland heeft toegelicht onder welke voorwaarden het terrein waarop de fabriek in Kölleda wordt gebouwd, door de gemeente Kölleda aan DaimlerChrysler is aangeboden. Daarnaast werd nog een aantal documenten ingediend, zoals het taxatierapport van de onafhankelijke taxateur die de grond heeft getaxeerd.

(18) Duitsland heeft ook nadere toelichting gegeven over de omvang van de subsidiabele investeringen. Met betrekking tot de twijfels die de Commissie bij de inleiding van de procedure had geuit over bepaalde aspecten van de kosten-batenanalyse, heeft Duitsland nadere toelichting verstrekt over de aannames betreffende de "technologieoverdracht in de planning/productiefase", "ondersteuning door de oorspronkelijke producenten van de machines", "gevolgen voor het merkimago", "arbeidskosten", de met "overige kosten" bedoelde handicaps, "bouw/constructiekosten" en kosten voor "opslag".

(19) Over het verschil in productiecapaciteit voor en na het project heeft Duitsland in het bijzonder opgemerkt dat de verwachte stijging van de productiecapaciteit met 140000 voertuigen per jaar (door de overname van bestaande Volvo-capaciteit in de NedCarfabriek) niet relevant is vanuit het oogpunt van staatssteun, omdat deze toename het gevolg is van een afzonderlijke, wettige transactie, namelijk de overname van een bestaande fabriek. Door deze transactie zou de totale productiecapaciteit van de automobielindustrie in Europa bovendien niet toenemen. De voorgenomen steun voor de motorenfabriek in Kölleda houdt volgens Duitsland direct noch indirect verband met de overname van een aandeel in NedCar door DaimlerChrysler AG. Daarnaast beweert Duitsland dat er geen causaal verband bestaat tussen de steun voor de motorenfabriek in Kölleda en de tijdelijke toename van de productiecapaciteit in de NedCarfabriek met 33000 voertuigen per jaar in verband met de stopzetting van de productie van bestaande Volvo- en Mitsubishimodellen.

Beoordeling van de steun

(20) De door Duitsland aangemelde steunmaatregel voor DaimlerChrysler is staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. De maatregel zou door de staat of met staatsmiddelen worden gefinancierd. Aangezien de steun een aanzienlijk deel van de financiering van het project uitmaakt, dreigt deze de concurrentie in de Gemeenschap te verstoren doordat DaimlerChrysler hierdoor een voordeel heeft ten opzichte van concurrenten die geen steun ontvangen. Ten slotte wordt de automobielmarkt gekenmerkt door een intensief handelsverkeer tussen de lidstaten.

(21) De steun is bestemd voor een onderneming die auto's vervaardigt en monteert. Deze onderneming maakt derhalve deel uit van de automobielindustrie in de zin van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun aan de automobielindustrie (hierna: "de communautaire kaderregeling")(3).

(22) In de communautaire kaderregeling wordt bepaald dat voorgenomen steunmaatregelen van overheidsinstanties voor een individueel project in het kader van een goedgekeurde steunregeling ten gunste van een onderneming die werkzaam is in de automobielsector vooraf moeten worden aangemeld, zodra hetzij de totale kosten van het project gelijk zijn aan 50 miljoen EUR, hetzij het totale brutobedrag van alle steun voor het project uit overheidsmiddelen of communautaire instrumenten gelijk is aan 5 miljoen EUR. Zowel de totale kosten van het project als het bedrag van de steun overschrijden de drempel voor aanmelding. Door het steunvoornemen ten behoeve van DaimlerChrysler aan te melden, heeft Duitsland derhalve voldaan aan de vereisten van artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag.

(23) Gezien de aard en de doelstelling van de steun en gelet op de geografische plaats van de investering, is de Commissie van mening dat het bepaalde in artikel 87, lid 2, onder a), b) en c), niet van toepassing is. In artikel 87, lid 3, worden andere vormen van steun genoemd die als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kunnen worden beschouwd. De verenigbaarheid moet worden beoordeeld uit het standpunt van de gehele Gemeenschap en niet in een louter nationale context. Om de werking van de gemeenschappelijke markt in stand te houden en gelet op het in artikel 3, onder g), van het EG-Verdrag vervatte beginsel, moeten de uitzonderingen in artikel 87, lid 3), in enge zin worden uitgelegd. Wat de afwijkingen van artikel 87, lid 3, onder b) en d), betreft, is duidelijk dat de betrokken steun niet bestemd is voor een project van gemeenschappelijk Europees belang of om een ernstige verstoring in de Duitse economie op te heffen, noch om de cultuur en de instandhouding van het culturele erfgoed te bevorderen. Ten aanzien van de uitzonderingen uit hoofde van artikel 87, lid 3, onder a) en c), merkt de Commissie op dat het investeringsproject wordt uitgevoerd in een regio in Thüringen, die in aanmerking komt voor steun uit hoofde van punt a). Volgens de nieuwe regionalesteunkaart van Duitsland, die door de Commissie op 29 juli 1999 is goedgekeurd voor de regio's van artikel 87, lid 3, onder a), wordt het project uitgevoerd in een gebied met een regionaal steunplafond voor grote ondernemingen van 35 % brutosubsidie-equivalent (BSE).

(24) Wat de verkoop van de projectgrond door de gemeente Kölleda aan DaimlerChrysler betreft, heeft Duitsland aanvullende documenten overgelegd en in zijn opmerkingen over de inleiding van de procedure uitgelegd onder welke voorwaarden deze grond werd verkocht. Volgens Duitsland is de grond op het aangrenzende industrie- en bedrijventerrein de afgelopen drie jaar voor gemiddeld 11 DEM/m2 aan de ondernemingen die zich daar vestigden, verkocht. De grond werd getaxeerd door een onafhankelijk taxateur, zoals in Duitsland wettelijk is verplicht (§192 Baugesetzbuch). Dit taxatierapport, waarin de waarde van de grond op 11,80 DEM/m2 wordt geraamd, is overhandigd aan de Commissie. Duitsland heeft verklaard dat de grond in kwestie aan DaimlerChrysler is aangeboden voor 12 DEM/m2. De Commissie is derhalve van mening dat DaimlerChrysler geen steun ontvangt voor de aankoop van de grond.

(25) Om te bepalen of de regionale steun uit hoofde van artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, moet de Commissie nagaan of aan de voorwaarden van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun aan de automobielindustrie is voldaan.

(26) Alvorens steun op grond van deze kaderregeling goed te keuren, gaat de Commissie, na te hebben gecontroleerd of de regio in kwestie in aanmerking komt voor steun uit hoofde van het Gemeenschapsrecht, na of de investeerder voor zijn project een alternatieve locatie had kunnen kiezen, om de noodzaak van de steun aan te tonen, waarbij met name op de mobiliteit van het project wordt gelet.

(27) De Commissie heeft de geografische mobiliteit van het project bestudeerd. Het automobielconcern ten behoeve waarvan de steun is voorgenomen, moet op duidelijke en overtuigende wijze aantonen dat er een economisch levensvatbare alternatieve locatie bestaat voor zijn project. De Commissie merkt op dat DaimlerChrysler naar aanleiding van het besluit om een geheel nieuwe locatie te zoeken, een selectieonderzoek heeft laten verrichten door een extern adviesbureau (A.T. Kearney), dat 50 locaties in zeven Europese landen heeft vergeleken. Uit dat onderzoek en rekening houdend met de technische, de kwantitatieve en de kwalitatieve aspecten en de risicoanalyse, kwamen Kölleda (Thüringen) en Nyergesujfalu in Hongarije als de twee beste locaties naar voren. Gelet op de aard van de investering, een project op een geheel nieuwe locatie, en de documenten die door Duitsland werden ingediend (locatieonderzoek, correspondentie met de Hongaarse autoriteiten), wordt Nyergesujfalu beschouwd als een levensvatbare alternatieve locatie voor Kölleda. De Commissie concludeert derhalve dat het project mobiel is en dat het zodoende voor regionale steun in aanmerking komt, aangezien de steun noodzakelijk is bij het aantrekken van de investering naar dit steungebied.

(28) Steun voor de modernisering en rationalisatie, die meestal niet mobiel van aard is, wordt in de automobielsector niet toegestaan. Bij dit project gaat het echter om een geheel nieuwe fabriek op een greenfieldlocatie, wat wordt beschouwd als een transformatie, die wel voor regionale steun in aanmerking komt.

(29) Bij de subsidiabele kosten heeft de Commissie alleen de kosten die in het steungebied worden gemaakt, in aanmerking genomen. Van het totaal van 243,9 miljoen EUR aan nominale kosten van het project heeft een bedrag van 36,6 miljoen EUR betrekking op investeringen in werktuigen voor toeleveranciers buiten het steungebied. De subsidiabele kosten die door de Commissie in aanmerking worden genomen, bedragen derhalve 207,3 miljoen EUR (netto actuele waarde: 185 miljoen EUR).

(30) Met de hulp van haar externe deskundige voor de automobielsector heeft de Commissie de aangemelde kosten-batenanalyse onderzocht om na te gaan in hoeverre de voorgenomen regionale steun in verhouding staat tot de regionale problemen voor de oplossing waarvan de steun is bedoeld. Nadat de procedure was ingeleid, heeft Duitsland een aantal onduidelijkheden in de kosten-batenanalyse opgehelderd (zoals de omvang van de subsidiabele investeringen, de aannames betreffende de arbeidskosten en de bouw/constructiekosten en de oppervlakte van de grond die op beide locaties nodig is). De handicap van Kölleda vloeit vooral voort uit de aanzienlijk hogere arbeidskosten in Duitsland.

(31) De twijfels van de Commissie omtrent bepaalde risicofactoren in het Nyergesujfalu-scenario zijn echter niet weggenomen. Bij deze factoren gaat het vooral om taalproblemen in Hongarije en om bijvoorbeeld de technologieoverdracht in de planning/productiefase of het feit dat het moeilijker is om in Hongarije ondersteuning te krijgen van de oorspronkelijke producenten van machines. De Commissie is van mening dat er een uitvoerig opleidingsprogramma nodig is voor Hongarije, met onder andere taalcursussen. In zijn opmerkingen naar aanleiding van de inleiding van de procedure heeft Duitsland verklaard dat met dergelijke kosten rekening is gehouden in de categorieën "taalcursussen", "technische opleidingen voor leveranciers", "opleiding op het werk", "expats" en "basisopleiding", waarvoor in totaal naar verwachting 6,93 miljoen EUR nodig is (tegen 3,29 miljoen EUR in Kölleda). Duitsland is van mening dat de daaruit voortvloeiende handicap van 3,64 miljoen EUR voldoende is om rekening te houden met alle risicofactoren.

(32) De Commissie acht het niet aannemelijk dat een handicap van 3,64 miljoen EUR voldoende is. DaimlerChrysler heeft tot nu toe geen enkele productie-ervaring in Hongarije. De Commissie acht het zeer waarschijnlijk dat het taalvoordeel, de geringere afstand tot de centrale motorenplanning van DaimlerChrysler in Stuttgart en het merkimago doorslaggevende factoren zijn voor de keuze van DaimlerChrysler voor Kölleda. In Nyergesujfalu bestaat met name het risico dat de werkzaamheden trager op gang komen, waardoor de productie lager zou zijn. Omdat Nyergesujfalu verder weg ligt, wordt de logistieke structuur gecompliceerder, wat tot grotere logistieke risico's leidt (bv. verstoring van de productie bij vervoersproblemen, stakingen, enz.), in het bijzonder omdat de meeste onderdelen volgens Duitsland van buiten Hongarije moeten worden aangeleverd.

(33) Om rekening te houden met deze factoren is de Commissie, op basis van een voorzichtige raming en na overleg met de externe deskundige voor de automobielsector, in de kosten-batenanalyse niet uitgegaan van de aangemelde 3,64 miljoen EUR, maar van een bedrag van 14,49 miljoen EUR. Dat is 1 % van de totale omzet (aantal motoren maal de eenheidsprijs af fabriek) in de beoordelingsperiode van vijf jaar.

(34) Deze wijziging leidt tot een ander kosten-batenresultaat dan in de oorspronkelijke aanmelding. De netto actuele waarde van de regionale handicap bedraagt voor Kölleda 59,07 miljoen EUR. De netto actuele waarde van de subsidiabele kosten in Kölleda bedraagt 185 miljoen EUR, wat een handicapintensiteit ten opzichte van Nyergesujfalu oplevert van 31,93 %.

(35) Vanwege de kwetsbaarheid van de motorvoertuigenindustrie buigt de Commissie zich ten slotte ook over de mogelijkheid van een toeslag, d.w.z. een aanpassing van de toegelaten steunintensiteit van tussen de -2 en +4 procentpunten, afhankelijk van het effect van het investeringsproject op de mededinging, waarbij het met name gaat om veranderingen in de productiecapaciteit van het betrokken concern op de relevante markt en de steunstatus van de regio. Een groot effect op de sector betekent dat de verhouding capaciteit van het concern na investering (C(f)) tot capaciteit van het concern vóór investering (C(i)) hoger dan of gelijk is aan 1,01. Aangezien de meeste automobielfabrikanten hun eigen motoren vervaardigen, meent de Commissie dat de relevante markt voor de motorenproductie door een automobielfabrikant, die voor de voertuigen is waarvoor deze motoren worden gebouwd. In de fabriek in Kölleda worden motoren voor personenwagens gebouwd.

(36) Duitsland heeft tegenstrijdige informatie verstrekt over de capaciteit van de NedCarfabriek in Born, Nederland. Terwijl in de oorspronkelijke aanmelding sprake was van een capaciteit van 280000 eenheden per jaar vóór investering en van 313000 eenheden per jaar na investering, verklaarde Duitsland in de brief van 5 november 2001 dat de capaciteit na investering slechts 215000 voertuigen bedraagt. Dit kan het gevolg zijn van de noodzakelijke personeelsopleidingen in de fabriek en de verbouwingen die nodig zijn voor het opzetten van productielijnen voor de nieuwe modellen. De Commissie is echter na raadpleging van de externe deskundige voor de automobielsector van oordeel dat de productiecapaciteit (vóór en na investering) van de NedCarfabriek moet worden geraamd op 280000 eenheden.

(37) Duitsland voert voorts aan dat de verhoging van de productiecapaciteit van DaimlerChrysler en Mitsubishi met 140000 voertuigen per jaar niet het gevolg is van de gesteunde motorenfabriek, maar van de overname van een aandeel in een bestaande autofabriek(4). Omdat deze overname losstaat van de investering in de motorenfabriek en niet met staatssteun wordt gerealiseerd, en omdat deze transactie geen effect heeft op de totale productiecapaciteit van de automobielindustrie in Europa, is Duitsland van mening dat de capaciteitsverhoging van 140000 eenheden niet moet worden meegerekend bij de analyse van de gevolgen voor de markt.

(38) De Commissie is het niet eens met dit argument van Duitsland. De communautaire kaderregeling schrijft voor dat moet worden gekeken naar de "wijziging van de productiecapaciteiten binnen het betrokken concern op de relevante markt". Het doet niet terzake of een capaciteitsverhoging het gevolg is van het oprichten van een nieuwe fabriek of van de gedeeltelijke overname van een bestaande fabriek. Beide vormen van capaciteitsverhoging hebben een vergelijkbaar effect op de concurrentie.

(39) Duitsland beweert dat de overname van het aandeel van Volvo in NedCar door Mitsubishi losstaat van het motorenproject van DaimlerChrysler/Mitsubishi in Kölleda. Maar het is duidelijk dat er geen behoefte zou zijn aan extra productiecapaciteit voor motoren als de capaciteit voor autoassemblage in de NedCarfabriek niet ook zou toenemen. Als het project voltooid is, zal de productiecapaciteit in Kölleda 300000 motoren per jaar bedragen, waarvan er 200000 in de NedCarfabriek zullen worden gebruikt voor de productie van personenwagens voor de Europese markt. De productiecapaciteit van Mitsubishi voor personenwagens in de NedCarfabriek bedraagt momenteel 140000 eenheden per jaar, en na de investering in Kölleda neemt deze capaciteit toe met nog eens 140000 eenheden per jaar. Daar komt nog bij dat de Volvo-capaciteit in de NedCarfabriek die wordt verkocht aan Mitsubishi, niet verdwijnt, maar wordt verplaatst naar de Volvofabriek in Gent (België), waar dan ook een aanzienlijke capaciteitsverhoging zal plaatsvinden.

(40) Uitgaande van een capaciteitstoename van 140000 eenheden, zou de capaciteitstoename van het concern aanzienlijk zijn. De productiecapaciteit van het DaimlerChrysler en Mitsubishi-concern in Europa bedraagt vóór de investering 1602080 voertuigen en na de investering 1742080 eenheden (toename van 9 %).

(41) Rekening houdend met het feit dat de regio onder artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag valt en met de "grote" gevolgen van de wijziging van de productiecapaciteit van het concern, heeft de Commissie de toegelaten steunintensiteit van het project voor de investering in Kölleda met een procentpunt verlaagd tot 30,93 %.

Conclusie

(42) De Commissie is van mening dat het project mobiel is en dat de steun nodig is om het project uit te voeren. De netto actuele waarde van de voorgenomen steun aan DaimlerChrysler voor het project in Kölleda bedraagt 63,8 miljoen EUR, met een voorgenomen steunintensiteit van 34,5 % BSE. Hoewel dit percentage onder het regionale steunplafond van 35 % BSE ligt, is de voorgenomen steunintensiteit hoger dan de regionale handicapverhouding, die op grond van de kosten-batenanalyse en de toeslag wordt berekend op 30,93 % van de subsidiabele investering.

(43) De Commissie kan daarom slechts steun goedkeuren ter hoogte van 30,93 % van de subsidiabele investering van 185 miljoen EUR (netto actuele waarde), wat overeenkomt met een bedrag van 57,22 miljoen EUR (netto actuele waarde). De voorgenomen steun van 6,58 miljoen EUR (netto actuele waarde) is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. De steun ten bedrage van 57,22 miljoen EUR die Duitsland voornemens is aan DaimlerChrysler AG te verlenen voor de investering in Kölleda, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag.

2. De steun ten bedrage van 6,58 miljoen EUR (netto actuele waarde) die Duitsland voornemens is aan DaimlerChrysler AG te verlenen voor de investering in Kölleda, is niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt. Deze staatssteun mag bijgevolg niet worden toegekend.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 20 december 2001.

Voor de Commissie

Mario Monti

Lid van de Commissie

(1) PB C 263 van 19.9.2001, blz. 13.

(2) Zie voetnoot 1.

(3) PB C 279 van 15.9.1997, blz. 1.

(4) Hierbij gaat het om de NedCarfabriek in Born, Nederland, die voor 50 % in handen is van Volvo en voor 50 % in handen van Mitsubishi en die een capaciteit heeft van 280000 voertuigen per jaar. Mitsubishi neemt de 50 % van Volvo over.