32002D0642

2002/642/EG: Beschikking van de Commissie van 31 juli 2002 betreffende het door België ingediende verzoek om ontheffing uit hoofde van artikel 8, lid 2, onder c), van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2880)

Publicatieblad Nr. L 209 van 06/08/2002 blz. 0027 - 0027


Beschikking van de Commissie

van 31 juli 2002

betreffende het door België ingediende verzoek om ontheffing uit hoofde van artikel 8, lid 2, onder c), van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

(kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2880)

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek)

(2002/642/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/116/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 8, lid 2, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het op 9 april 2002 door België ingediende en op 12 april 2002 door de Commissie ontvangen verzoek om ontheffing bevat alle krachtens artikel 8, lid 2, onder c), van Richtlijn 70/156/EEG vereiste informatie.

(2) Dit verzoek heeft betrekking op de installatie van meedraaiende koplampen op één voertuigtype van categorie M1. Meedraaiende koplampen zijn bedoeld om in bochten de rijbaan beter te verlichten.

(3) De in het verzoek aangevoerde redenen, volgens welke dergelijke voertuigtypes voldoen aan de voorschriften van bijlage IV bij Richtlijn 70/156/EEG, maar niet aan die van Richtlijn 76/756/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/28/EG van de Commissie(4), zijn gegrond.

(4) De beschrijving van de tests, de resultaten ervan en het feit dat ze voldoen aan VN/ECE-Reglement nr. 48, laatstelijk gewijzigd, garanderen een toereikend veiligheidsniveau.

(5) De desbetreffende communautaire richtlijn zal worden gewijzigd om de installatie van dergelijke meedraaiende koplampen mogelijk te maken.

(6) De in deze beschikking vervatte maatregel is in overeenstemming met het advies van het bij Richtlijn 70/156/EEG ingestelde Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het door België ingediende verzoek om ontheffing ten behoeve van de goedkeuring en het op de markt brengen van een voertuigtype van categorie M1 dat is voorzien van meedraaiende koplampen conform de ontwerpbepalingen van de VN/ECE, wordt ingewilligd.

Artikel 2

De geldigheid van de overeenkomstig deze beschikking verleende goedkeuringen loopt van 1 juli 2002 tot 30 juni 2004.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2002.

Voor de Commissie

Erkki Liikanen

Lid van de Commissie

(1) PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1.

(2) PB L 18 van 21.1.2002, blz. 1.

(3) PB L 262 van 27.9.1976, blz. 1.

(4) PB L 171 van 30.6.1997, blz. 1.