2002/586/EG: Beschikking van de Raad van 12 juli 2002 betreffende de aanpassing van deel VI van de gemeenschappelijke visuminstructies
Publicatieblad Nr. L 187 van 16/07/2002 blz. 0048 - 0049
Beschikking van de Raad van 12 juli 2002 betreffende de aanpassing van deel VI van de gemeenschappelijke visuminstructies (2002/586/EG) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op Verordening (EG) nr. 789/2001 van de Raad van 24 april 2001 tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures voor de behandeling van visumaanvragen(1), Gezien het initiatief van het Koninkrijk Spanje, Overwegende hetgeen volgt: (1) De vaststelling van een uniform visummodel, en met name van gemeenschappelijke regels ten aanzien van de technische normen en methoden voor de invulling van het formulier, zijn van essentieel belang voor de harmonisatie van het visumbeleid. (2) Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel(2), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 334/2002(3), stelt aanvullende technische voorschriften voor de beveiliging tegen namaak en vervalsing vast, en voorziet er met name in dat een volgens hoge veiligheidsnormen vervaardigde foto wordt geïntegreerd, zodat deel VI van de gemeenschappelijke visuminstructies moet worden aangepast om bij de invulling van het nieuwe model van de uniforme visumsticker rekening te kunnen houden met deze nieuwe maatregelen. (3) Verordening (EG) nr. 333/2002 van de Raad(4) stelt een uniform model voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht vast, waarvan de uitwerking moet voldoen aan bepaalde technische specificaties, die eveneens moeten worden uitgebreid tot elementen en vereisten inzake beveiliging, inclusief strengere normen om vervalsing en namaak te voorkomen; dit betekent dat de gemeenschappelijke visuminstructies moeten worden aangepast aan de voorschriften die uit deze verordening voortvloeien. (4) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze beschikking en is deze beschikking niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken. Aangezien deze beschikking ertoe strekt voort te bouwen op het Schengenacquis uit hoofde van de bepalingen van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, beslist Denemarken, overeenkomstig artikel 5 van genoemd protocol, binnen een termijn van zes maanden na de vaststelling van deze beschikking door de Raad of deze in zijn nationale wetgeving zal worden omgezet. (5) Ten aanzien van de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen houdt deze beschikking een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis op het gebied van visa omschreven in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(5). (6) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, nemen deze lidstaten niet deel aan de vaststelling van deze beschikking en is deze beschikking derhalve voor hen niet bindend noch op hen van toepassing, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD: Artikel 1 Deel VI van de gemeenschappelijke visuminstructies wordt als volgt gewijzigd: 1. in punt 1.6 wordt de tweede alinea vervangen door: "Wanneer, wegens het niet erkennen van het reisdocument van de houder, het uniforme model voor een blad wordt gebruikt als visumdrager, kan de consulaire post van afgifte ervoor kiezen hetzelfde formulier te gebruiken om de geldigheid van het visum uit te breiden tot de echtgenoot en minderjarigen die ten laste komen van de houder van het blad, en die hem vergezellen, dan wel afzonderlijke bladen verstrekken voor de houder, zijn echtgenoot en elk van de hem ten laste komende personen en het visum op ieder blad afzonderlijk aanbrengen. Het paspoortnummer is het serienummer dat op alle of op de meeste bladzijden van het paspoort is gedrukt of door middel van een perforeerstempel is aangebracht. Het nummer in deze rubriek, wanneer een visum moet worden aangebracht op het uniforme model voor een blad is, in plaats van het paspoortnummer, hetzelfde typografische nummer dat op het blad staat, samengesteld uit zes cijfers, eventueel aangevuld met de letter of letters toegekend aan de lidstaat of groep van lidstaten die het visum afgeeft."; 2. na punt 1.7 wordt de volgende tekst toegevoegd: "1.8. Rubriek 'naam en voornaam' Het eerste woord van de rubriek 'naam', en vervolgens het eerste woord van de rubriek 'voornaam', zoals in het paspoort of reisdocument van de visumhouder vermeld, worden hier genoteerd. De diplomatieke of consulaire post controleert of de naam en voornaam die in het paspoort of reisdocument staan en die in zowel in deze rubriek als de automatisch leesbare zone moeten worden genoteerd, identiek zijn aan die in de visumaanvraag."; 3. punt 3 wordt vervangen door: "3. Zone voor de foto De foto, in kleur, van de houder van het visum moet worden aangebracht op de ruimte die daarvoor is gereserveerd, zoals in de bijlage 8 is aangegeven. Met betrekking tot de in de visumsticker op te nemen foto worden de volgende voorschriften in acht genomen. Het hoofd, van kin tot kruin, beslaat tussen 70 % en 80 % van de verticale afmeting van de foto. De minimumresolutie is: - 300 pixels per inch (ppi), niet-gecomprimeerd, voor een gescande foto; - 720 dots per inch (dpi) voor een foto in kleurendruk. Indien er geen foto is, wordt de vermelding 'geldig zonder foto' verplicht aangebracht in twee of drie talen (de taal van de lidstaat van afgifte en Engels en Frans). Deze vermelding wordt in principe aangebracht met een printer en bij uitzondering met een specifiek stempel, dat in dat geval ook een deel bestrijkt van de zone in plaatdruk, waarvan de linker- of de rechterzijde de ruimte voor de te integreren foto afbakent."; 4. in punt 5.4 wordt de derde alinea vervangen door: "Indien het reisdocument niet als geldig is erkend door één of meer lidstaten, dan heeft het visum slechts een territoriaal beperkte geldigheid. De consulaire post van een lidstaat moet het uniforme model voor een blad gebruiken voor het plaatsen van het visum dat wordt afgegeven aan houders van een reisdocument dat niet wordt erkend door de lidstaat die het blad afgeeft. Dit visum heeft slechts een territoriaal beperkte geldigheid."; 5. na punt 5.4 wordt het volgende punt toegevoegd: "5.5. Stempel van de diplomatieke of consulaire post van afgifte Het stempel van de diplomatieke of consulaire post van afgifte wordt aangebracht in de zone voor opmerkingen, waarbij er in het bijzonder op wordt toegezien dat het stempel zo wordt geplaatst dat de gegevens leesbaar blijven; het stempel moet de rand van de sticker overschrijden en derhalve gedeeltelijk op het blad van het paspoort of reisdocument zelf staan. Alleen wanneer moet worden afgezien van invulling van de automatisch leesbare zone mag het stempel in deze zone worden aangebracht om deze zo onbruikbaar te maken. Voor de afmetingen en de tekst van het stempel en de te gebruiken inkt gelden de regels die terzake door elke lidstaat zijn vastgesteld. Om hergebruik van een visumsticker die is aangebracht op het uniforme model voor een blad te voorkomen, wordt aan de rechterkant, op het breukvlak tussen de sticker en het blad, de stempel van de consulaire post van afgifte aangebracht, zodanig dat het lezen van de ingevulde rubrieken en gegevens niet wordt bemoeilijkt en de automatisch leesbare zone, indien deze is ingevuld, niet wordt bedrukt.". Artikel 2 Deze beschikking is van toepassing met ingang van de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Artikel 3 Deze beschikking is gericht tot de lidstaten, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Gedaan te Brussel, 12 juli 2002. Voor de Raad De voorzitter T. Pedersen (1) PB L 116 van 26.4.2001, blz. 2. (2) PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1. (3) PB L 53 van 23.2.2002, blz. 7. (4) PB L 53 van 23.2.2002, blz. 4. (5) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.