32002D0280

2002/280/EG: Beschikking van de Commissie van 15 april 2002 tot wijziging van Beschikking 98/320/EG betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment inzake zaadbemonstering en -controle overeenkomstig de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG en 69/208/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 1404)

Publicatieblad Nr. L 099 van 16/04/2002 blz. 0022 - 0022


Beschikking van de Commissie

van 15 april 2002

tot wijziging van Beschikking 98/320/EG betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment inzake zaadbemonstering en -controle overeenkomstig de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG en 69/208/EEG van de Raad

(kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 1404)

(Voor de EER relevante tekst)

(2002/280/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 66/400/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/96/EG(2), en met name op artikel 13 bis,

Gelet op Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/64/EG(4), en met name op artikel 13 bis,

Gelet op Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen(5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/64/EG, en met name op artikel 13 bis,

Gelet op Richtlijn 69/208/EEG van de Raad van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen(6), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/96/EG, en met name op artikel 12 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Beschikking 98/320/EG van de Commisie(7) voorziet in de organisatie op communautair niveau van een tijdelijk experiment dat erop gericht is na te kunnen gaan of bemonstering van zaad voor zaadcontrole, en zaadcontrole onder officieel toezicht betere alternatieven kunnen zijn dan de procedures voor de officiële zaadcertificering welke bij de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG en 69/208/EEG zijn bepaald, zonder een significante achteruitgang van de zaadkwaliteit.

(2) De Commissie verzamelt nog steeds gegevens om de informatie die door de bij het experiment betrokken lidstaten is verstrekt, bij te werken en aan te vullen. Zij verzamelt ook nog verdere gegevens over de monsters die door de lidstaten zijn aangeleverd en die in het kader van de communautaire vergelijkende onderzoeken zijn getest.

(3) De huidige internationale praktijken, inclusief de door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de "International Seed Testing Association (ISTA)" vastgestelde praktijken, voorzien nog steeds in de mogelijkheid tot het uitvoeren van tijdelijke experimenten inzake zaadbemonstering en -controle.

(4) Bijgevolg moet de looptijd van het tijdelijk experiment worden verlengd en moet Beschikking 98/320/EG worden gewijzigd.

(5) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In artikel 4 van Beschikking 98/320/EG wordt "30 juni 2002" vervangen door "31 juli 2004".

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 15 april 2002.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB 125 van 11.7.1966, blz. 2290/66.

(2) PB L 25 van 1.2.1999, blz. 27.

(3) PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66.

(4) PB L 234 van 1.9.2001, blz. 60.

(5) PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66.

(6) PB L 169 van 10.7.1969, blz. 3.

(7) PB L 140 van 12.5.1998, blz. 14.